NL8006327A

NL8006327A - Houder voor snijbloemen.

Info

Publication number: NL8006327A
Application number: NL8006327A
Authority: NL
Original assignee: W I V A Kunststofverpakkingen
Priority date: 1980-11-20
Filing date: 1980-11-20
Publication date: 1982-06-16
Also published as: NL189244C; US4432161A; IL63688A; DK374181A; CA1176212A; PT73722B; PT73722A; DE3171699D1; DE8124808U1; ES260272U; EP0052893A1; NL189244B; IL63688A0; GR74980B; DK153271C; ES260272Y; EP0052893B1; ATE14707T1; DK153271B

Description

« - *

HgyDER_UQ0R_SNI3BLgEnEN.

Da uitvinding heeft betrekking op een houder voor opslag en transport van snijbloemen en beoogt een doelmatiger uitvoeringsvorm daarvan te verschaffen dan die van de bestaande dergelijke houders. Snijbloemen uiorden door de kmeker geselecteerd, opgebost en, even tueel voorzien van een verpakking, in een houder geplaatst 5 om naar de veiling te morden getransporteerd. Na te zijn gekeurd morden de bloemen geveild om vervolgens over de diverse kopees (voornamelijk detailhandelaars) te morden gedistribueerd. In het algemeen morden dan de bossen snijbloemen door de kopers uit de houders genomen, in eigen houders geplaatst en verder met eigen 10 middelen getransporteerd, maarbij de lege houder naar een centraal punt mordt teruggebracht* Van hieruit kunnen de houders op-nieum aan de kmekers ter beschikking morden gesteld. De handelaren schikken thuisgekomen de diverse soorten snijbloemen voor de detailverkoop aan de eindgebruiker, de consument.

15 Samenvattend blijkt dat houders voor snijbloemen in hoofdzaak gezien, in drie hanteringsgebieden nodig zijn, namelijk in het kue-kersgebied, in het veilinggebied en in het handelaar-kopersgebied. Daartussen bevinden zich de gebieden van transport, overladen, opslag, maar dan nog bijkomen de gebieden van opslag en reiniging.

20 Om in al deze gebieden naar behoren te morden toegepast dient de houder aan een aantal uiteenlopende eisen te voldoen. Hij dient sterk en stijf te zijn, bestand tegen rume hantering bij het plaatsen van de gevulds houder op de vervoermiddelen voor transport van de bloemen naar de veiling, voorts bij het lossen op het veiling-25" terrein, sn bij het laden en lossen op en van de stapelmagens die bij het intern transport op de veiling morden gebruikt. De houder dient ook gemakkelijk te kunnen morden gehanteerd zodat laden en lossen snel sn zonder overmatige inspanning kan geschieden. Verdere , te stellen eisen zijn, dat de bloemen tijdens de keuring en het oei 30 len goed zichtbaar moeten zijn, de bossen gemakkelijk zonder beschadiging uit de no··,der moet kunnen morder gekomen en tenslotte dat de houder in lege ‘se^n.nd tot stabiele ·? ·-:*>'· oe’-est kunnen morden.

Tot dusverre ;·. · 9Γ geen snijbloem .ie zodanig mas uit- 8 0 06 32 7 « Λ - 2 - gevoerd dat aan deze eisen werd voldaan, en die in alle hierboven genoemde gebieden voldoende efficient kon worden toegepast. De uitvinding beoogt nu een dergelijka doelmatige snijbloemenhouder te verschaffen. Daartoe is de uit kunstofmateriaal vervaardigde houder, 5 die een in hoofdzaak rechthoekige doorsnede heeft en voorzien is van handgreepmiddelen, dubbelwandig uitgevoerd, en biel zodanig dat deze bestaat uit een buitenbak in de vorm van een naar boven gerichte afgeknotte rechthoekige pyramids en een van een in hoofdzaak horizontale bodem voorziene binnenbak in de vorm van een naar be-10 neden gerichte afgeknotte rechthoekige pyramids, waarbij de wand van de buitenbak en die van de binnenbak langs de bovenrand van de houder met elkaar zijn verbonden, zodanig dat de vertikale doorsnede door beide wanden in hoofdzaak de vorm van een omgekeerde "V heeft, waarbij elk been van de NV" met de vertikaal een hoek van 15 tenminste %° maakt, waarbij de verschillende delen van de houder onderling zodaig zijn bemeten dat een aantal daarvan nestend gestapeld kan worden.

Doelmatig kunnen de.zijwanden van de houder volgens de uitvinding in het onderrandgebied voorzien zijn van een U-vormig versterkings-20 profiel terwijl aan tenminste twee tegenover elkaar liggende zijden op twee verschillende hoogten handgrepen aanwezig zijn. De verster-kingsprofielen zijn zodanig, dat bij nestend stapelen de onderrand van een bovenliggende houder rust op de bovenzijde van het verster-kingsprofiel van de naast-onderliggende houder, Op deze wijze kan 25 men bij nestende stapeling van de lege houders hoge stapels van grote stabiliteit verkrijgen. Een onderste handgreep wordt bij voorkeur gevormd door een poortvormig verloop van het versterkingspro-fiel aan het onderrandgebied van de houder. De schuin oplopende eindparten van het poortvormig deel van de onderrand kunnen zo ge-30 vormd zijn dat bij nestend stapelen de onderzijde van deze eindparten van een bovenliggende houder rust op de bovenzijde van de eindparten van het poorivormig deel van de naast-onderliggende houder. Dit geeft dan, bij aanwezigheid van vier handvaten aan de onderrand een fixering van de geneste houders onderling in alle rich-35 tingen in het horizontale vlak.

In ieder van de vier zijwanden van de buits^be.'t ;an met voordeel een in hoofdzaak traoez*up*vormige uitsparing aangebracht langs de 8 0 06 32 7

>·' A

- 3 - bovenrand waarvan een richel is aangebracht, welks bovenrand als bovenste handgreep kan dienen· Bovendien wordt door deze uitsparingen tiet gewicht van de houder en daarmede de vervaardigingskosten verminderd. Het is dan wel gewenst de stijfheid van de konstruktie 5 te verbeteren, door de vier ribben van de afgeknotte pyramids dia de buitenbak van de houder vormt, elk uit te voeren als een sector van 90° van een naar bovBn gerichte afgeknotte kegel, welke eventueel middels een verspringing ten opzichte van de zijwanden naar vpren kan uitspringen. De vier aldus gevormde taps toelopende hoek-10 kolommen, die de vier hoeken van de houder vormen, verzekeren een goede stijfheid van de houder, waardoor onder meer de levensduur bevorderd wordt.

1 Teneinde de bij nestende stapeling optredende belasting enigermate te verdelen en de stijfheid van de konstruktie te verbeteren kunnen 15 tussen de buitenzijde van de binnenbak en de binnenzijde van de buitenbak nabij de bovenrand van de houder een aantal nagenoeg ver-tikale schotten zijn aangebracht, die eventueel ook als aanslag-middelen dienen en dan bij nestend stapelen rusten op de bovenzijde van de bovenrand van de naast-onderliggende houder.

20 Voor het aanbrengen van een identificatiekaart of een soortgelijk teken, bijvoorbeeld betrekking hebbende op de kweker of op de in-houd van de houder kan een van de zijwanden van de buitenbak van een samenstel van gegroefde richels zijn voorzien, die tesamen een kaarthouder vormen.

25 Aangezien zowel aan de bovenzijde als aan de onderzijde van de houder handgrepen zijn aangebracht kan de houder zowel in gevulde als in lege toestand gemakkelijk worden vastgegrepen en gehanteerd. Zo kan men al naar behoefte de houder aanvatten aan de twee onderste handgrepen, dan wel met de ene hand aan een bovenstB en met de an-30 dere hand een onderste handgreep. Dit is vooral üan belang bij het laden en lossen van de houders op respectievelijk van een vervoermiddel, De laag aangebrachte handgreep maakt het voorts mpgelijk de houder óver de grond voort te slepen zonder dat deze kantelt.

Ofschoon de bo?*·1Λ?ιρ9η ook wel liggend vpgeslagen en vervoerd \ - 4 - morden, is in de laatste tijd wel vast komen te staan, dat staande opslag en transport de voorkeur verdient. De kans op beschadiging van de bloemen is aldus kleiner, terwijl men op deze wijze, desgewenst, het onderste deel van de stelen gemakkelijk in het water 5 kan houden. Dit is in het bijzonder van belang als de bloemen na het opbossen en het plaatsen in de houder gedurende korte tijd (bijvoorbeeld in de koelcel) bewaard worden alvorens naar de veiling te worden gebracht.

De binnenbak van de houder is dan ook bij voorkeur voorzien van 10 een aantal ribben om glijden van de stelen van de bloemenbossen over de bodem tegen te gaan, wanneer de bossen uit de houder genomen worden en de bak nog slechts ten dele gevuld is. De binnenbak kan geheel gesloten zijn, zodat men onderin steeds een laagje water heeft, waarin de stelen van de bloemen staan. Dikwijls wordt 15 evenwel de gehele houder met de bossen bloemen in een grote bak met water geplaatst, en daaruit eerst kort vóór het vervoer verwijderd. Bij deze wijze van werken is het van belang, dat het water snel uit de binnenbak wegloopt. Daarom is in dat geval de bin-nsnbak voorsien van afwateringspoorten, terwijl bij de vormgeving 20 dode hoeken zijn vermeden. Aangezien bij het lossen van de houder van het laadvlak van een vrachtauto of stapelwagen deze dikwijls enigszins gekanteld zal worden is ter voorkoming van haken van de onderrand achter de rand van de laadvloer de onderzijde van de bodem van de binnenbak althans nagenoeg met de onderzijde van deze 25 onderrand strokend gemaakt. Op deze wijze wordt ook bij het kantelend lossen de belasting verdeeld over de onderrand en deze bodem.

Teneinde te zorgen dat bij kantelend ontnesten van een nest gestapelde houders in de ruimte tussen de buitenbak en de binnenbak geen klemming ontstaat is de hoek, die de twee benen van de door-30 snede in de vorm van een omgekeerde ttVH met de vertikaal maken o niet kleiner dan 2 · Gewoonlijk zal men echter de voorkeur geven aan een iets grotere hoek, bijvoorbeeld 4 - 6°. Grotere hoeken van 6° gaan het bezwaar met zich meebrengen van onaanvaardbaar ruimte-verlies. Het zal duidelijk zijn dat de beide hoeken, dis de twee 35 benen van de omgekeerde "V" met de vertikaal maken niet gelijk behoeven te zijn.

- 5 -

De houder kan vervaardigd zijn van ieder geschikt kunststofmateri-aal. Bij voorkeur gebruikt men polyethyleen, polypropyleen of polyvinylchloride, alle materialen van voldoende sterkte die zich langs conventionele methoden, bijvoorbeeld door middel van spuit-5 gieten laten vermerken.

Ter verduidelijking van de uitvinding zal, onder verwijzing naar de tekening een uitvoeringsvoorbeeld morden beschreven.

Figuur 1 is een vertikale langsdoorsnede langs het vertikaal symmetrievlak van de houder (linkerzijde), en een zijaanzicht van 10 de lange zijde van de houder (rechterzijde); figuur 2 is een perspectiefschets van drie houders in nestende stapeling.

Aan de linkerzijde van figuur 1 ziet men de korte mand van de buitenbak 1 en die van de binnenbak 2 in vertikale doorsnede.

15 Beide bakken hebben de vorm van een afgeknotte rechthoekige pyramids, de buitenbak naar boven, en de binnenbak naar beneden gericht. Wen ziet dat beide manden aan de bovenzijde zijn verbonden door een rand 3. , zodat zij in doorsnede een omgekeerde UV” vormen, dus met de opening omlaag gekeerd. Nabij de bovenrand 3 zijn in 20 de omgekeerde "V" enkele nagenoeg vertikale schotten 4 aangebracht die bij nestend stapelen rusten op de bovenrand van de naast-onderliggende houder. Aan de onderrand van de houder is een U-vormig versterkingsprofiel 5 aangebracht, maarvan het middendeel 6 poortvormig is uitgevoerd teneinde een onderste handgreep 25 te vormen.Aan de mand van de buitenbak 1 van de houder zijn enkele gegroefde richels aangebracht, die tesamen een kaarthouder 7 vormen, waarin een identificatiekaart kan morden geplaatst.

De bodem 11 van de binnenbak kan eventueel van ribben en afwa-teringspoorten zijn voorzien.

30 De. rechterzijde van figuur 1 is een buitenaanzicht van de lange zijde van de houder. Wen ziet mederom de maid van de buitentiak 1 en, door de trapeziumvormige uitsparing daarin, de mand van de binnenbak 2 . Langs de bovenrand 3 van de houder is een richel

« NT

- 6 - B aangebracht, die de bovenste begrenzing van de trapeziumvormigs uitsparing vormt en als bovenste handgreep kan dienen. De hoekrib-be van de houder wordt gevormd door een hoekkolom 9 in de vorm van een sector van 90° van een afgeknotte kegel. Langs de onder-5 . rand van de houder is het U-vormige versterkingsprofiel 5 aangebracht, waarvan het middendeel 6 poortvormig is uitgevoerd teneinde als onderste handgreep te kunnen dienen. Men ziet dat de bodem 11 van de binnenbak strookt met de onderzijde van het U-vormig versterkingsprofiel 5 .

10 Figuur 2 stelt voor een drietal houders volgens de uitvinding in nestende stapeling. Ook hier ziet men de buitenbak 1 , en de binnanbak 2 , langs hun bovenzijde verbonden door een bovenrand 3 . Men ziet de hoekkolommen 9 , die ter verhoging van de stijfheid van de houders middels verspringingen 10 iets naar voren 15 buiten de zijwand van de buitenbak uitspringen. Verder ziet men het U-vormige versterkingsprofiel 5 met het poortvormige deal 6 waarvan de schuine eindparten 12 een hoek van omstreeks 45° met de horizontaal maken. Deze eindparten rusten bij nestende stapeling op de eindparten van het poortvormig deel van de onder-20 rand van de naast-onderliggende houder, zodat aanliggende houders in twee loodrecht op elkaar staande richtingen in het horizontale vlak stevig tegen laterale verplaatsing worden gefixeerd. Dit heeft een uitstekende stabiliteit van de nestende stapel ten gevolge.

25 De aanwezigheid van twee handgrepen 6 en B op verschillende hoogten heeft tot gevolg dat de houder, zowel in lege als in gevulde toestand, in alle in de inleiding genoemde gebieden vlot, efficient en zonder bijzondere krachtsinspanning kan worden gehanteerd. In de beschreven uitvoeringsvorm zijn de onderste handgre-30 pen 6 aan alle vier de zijden aangebracht, de bovenste handgrepen Θ daarentegen alleen aan de beide tegenoverelkaar liggende lange zijden van de houder.

Claims

1. Houder voor snijbloemen met een in hoofdzaak rechthoekige horizontale doorsnede vervaardigd uit kunststofmateriaal voorzien van handgreepmiddelen, gekenmerkt doordat de houder dubbelwandig is uitgevoerd, zodanig dat deze bestaat uit een buitenbak in de vorm 5 van een naar bovsn gerichte afgeknotte rechthoekige pyramids en een van een in hoofdzaak horizontale bodem voorziene binnenbak in de vorm van een naar beneden gerichte afgeknotte rechthoekige pyramids, waarbij de wand van de buitenbak en die van de binnenbak langs de bovenrand van de houder met elkaar zijn verbonden, zodanig dat de 10 vertikale doorsnede door beide wanden in hoofdzaak de vorm van een omgekeerde "V" heeft, waarbij elk been van de MV" met de vertikaal een hoek van tenminste 2° maakt, waarbij de verschillende delen van de houder onderling zodanig zijn bemeten dat een aantal daarvan nestend gestapeld kan worden, 15

2, Houder volgens conclusie 1, gekenmerkt doordat de handgreepmid delen op twee verschillende hoogten aan tenminste twee tegenover elkaar liggende zijwanden zijn aangebracht,

3. Houder volgens conclusie 1 of 2, oekenmerkt doordat de zijwanden van de buitenbak in het onderrandgebied voorzien zijn van een U- 20 vormig versterkingsprofiel, welke versterkingsprofielen zodanig zijn dat bij nestend stapelen de onderrand van een bovenliggende houder rust op de bovenzijde van het versterkingsprofiel van de naast-on-derliggende houder.

4. Houder volgens conclusie 1-3, oekenmerkt doordat onderste hand-25 greepmiddelen gevormd worden door een poortvormig verloop van een gedeelte van de omderrand met versterkingsprofiel in het onderrandgebied van de houder.

5. Houder volgens conclusie 4, oekenmerkt doordat het poortvormige 1. gedeelte zodanig met schuin oplopende eindparten gevormd is dat . 30 bij nestend stapelen de onderzijde van deze eindparten van een bo venliggende houder rust op de bovenzijde van deze eindparten van de naast-onderliggende houder. - 8 - *

6. Houder volgens een der voorgaande conclusies, oakenmerkt doordat in de zijwanden van de buitanbak in hoofdzaak trapeziumvormige uitsparingen zijn aangebracht, langs de bovenrand waarvan richels zijn aangebracht, welke bovenrand bovenste handgreepmiddelen vormen»

7. Houder uolgens een der voorgaande conclusies, gekenmerkt doordat de vier opgaande ribben van de afgeknotte pyramids die de buiten** bak vormt elk zijn uitgevoerd als een sector van 90° van een naar boven gerichte afgeknotte kegel.

8. Houder volgens een der voorgaande conclusies, gekenmerkt doordat 10 in de ruimte tussen de buitenzijde van de binnenbak en de binnenzijde van de buitenbak nabij de bovenrand van de houder een aantal althans nagenoeg vsrtikale schotten zijn aangebracht, die bij nestend stapelen rustsn op de bovenrand van de naast-onderliggende houder.

9. Houder volgens één der voorgaande conclusies, oekenmerkt doordat 15 deze een zijwand van de buitenbak voorzien is van een kaarthouder vormende gegroefde richels in welke een identificatiekaart kan worden geschoven.

10. Houder volgens één der voorgaande conclusies, gekenmerkt doordat de bodem van de binnenbak voorzien is van ribben.

11. Houder volgens één der voorgaande conclusies, gekenmerkt doordat de binnBnbak voorzien is van afwateringspoorten.

12. Houder volgens één der voorgaande conclusies, gekenmerkt doordat de onderzijde van de bodem van de binnenbak althans nagenoeg strookt met de onderrand van de houder.

13. Houder volgens één der voorgaande conclusies, gekenmerkt doordat de hoek van een been van de omgekeerde "U" met de vertikaal 4 tot 6° is. — o — o — O — O — O —