NL1022981C2 - Bloembaksamenstel. - Google Patents

Description

Titel: Bloembaksamenstel

De uitvinding heeft betrekking op een bloembaksamenstel.

I Dergelijke bloemb aksamenstellen zijn met name bestemd voor gebruik op I veilingen of dergelijke en dienen voor de opslag en het transport van I snijbloemen.

I 5 De uitvinding verschaft een bloembaksamenstel omvattende een binnenbak en een binnenbakhouder, waarbij de binnenbak een bodemwand I en ten minste één gesloten zijwand heeft zodanig dat deze althans ten dele I vulbaar is met water, waarbij de binnenbakhouder ten minste één zijwand I heeft en een open onder- en bovenzijde, waarbij de binnenbak is voorzien I 10 van middelen met behulp waarvan de binnenbak losneembaar verbindbaar I is met de binnenbakhouder.

I Een dergelijk samenstel dat bij voorkeur geheel uit kunststof is I vervaardigd, kan bijzonder stabiel worden uitgevoerd. Doordat de I binnenbak en de binnenbakhouder losneembaar met elkaar verbindbaar I 15 zijn, kunnen de binnenbakken en de binnenbakhouders los van elkaar I worden op geslagen, bijvoorbeeld door de binnenbakken nestgewijs in elkaar I te stapelen en de buitenbakken nestgewijs in elkaar te stapelen.

I Volgens een nadere uitwerking van de uitvinding kunnen de I binnenbakhouder en de binnenbak zodanig zijn uitgevoerd dat op een I 20 samenstel van een binnenbakhouder en een binnenbak een tweede binnenbakhouder omgekeerd plaatsbaar is, waarbij de naar beneden gerichte bovenzijde van de tweede binnenbak aangrijpt op een bovenzijde van de binnenbak, dan wel op de bovenzijde van de eerste binnenbakhouder.

I De binnenbakhouder heeft dan een dubbele functie. Enerzijds kan 25 de binnenbakhouder een stabiele houder vormen voor een binnenbak, zodat I omvallen van de binnenbak door de stabiele binnenbakhouder wordt voorkomen. Anderzijds kan een binnenbakhouder, wanneer deze omgekeerd is geplaatst op een samenstel van een binnenbakhouder en een binnenbak, H een bescherming vormen voor de boven de bovenzijde van de binnenbak uitstekende snijbloemen.

Teneinde nog een derde functie aan de binnenbakhouder te verschaffen, kan volgens een nadere uitwerking van de uitvinding de 5 binnenbakhouder zodanig zijn uitgevoerd dat op de tweede H binnenbakhouder een derde binnenbakhouder plaatsbaar is met de I bovenzijde naar boven gericht, zodanig dat daarin weer een binnenbak opneembaar is.

De tweede binnenbakhouder beschermt dan niet alleen de boven de 10 bovenzijde van de binnenbak uitstekende snijbloemen maar dient tevens als ondersteuning voor een tweede samenstel van een binnenbede en een I binnenbakhouder. Aldus kunnen derhalve met snijbloemen gevulde I samenstellen van binnenbakken met binnenbakhouders op elkaar worden I gestapeld. Dit levert een aanzienlijke ruimtebesparing op. Bovendien is het I 15 bijzonder gunstig dat deze stapelmogelijkheid geen extra onderdelen vereist.

I Met de toch noodzakelijke binnenbak en binnenbakhouder wordt deze extra I functionaliteit verkregen.

I Volgens een nadere uitwerking van de uitvinding verdient het de I voorkeur dat de zijwanden van de binnenbakhouders gezien vanaf de I 20 onderzijde naar de bovenzijde enigszins taps naar elkaar toelopen, zodanig I dat de binnenbakhouders in elkaar nestbaar zijn. Dit leidt ertoe dat de I binnenbakhouder met een grote basis op de grond staat en dus een stabiele opstelling verschaft. Ook voor de binnenbakken geldt dat volgens een I nadere uitwerking de zijwanden daarvan gezien vanaf een bovenzijde naar I 25 de bodemwand enigszins taps naar elkaar toelopen, zodanig dat de I binnenbakken in elkaar nestbaar zijn. Aldus kunnen zowel de I binnenbakken als de binnenbakhouders met weinig ruimtebeslag in geneste stapeling worden opgeslagen.

Verder is het volgens een nadere uitwerking van de uitvinding 30 gunstig wanneer in de ten minste ene zijwand van de binnenbakhouders ten 3 minste één lichtdoorlaatopening is opgenomen. Op die wijze wordt bewerkstelligd dat de snijbloemen in de onderste samenstellen van een stapel met snijbloemen gevulde bloembaksamenstellen toch op natuurlijke wijze worden belicht en belucht.

I 5 Nadere uitwerkingen van de uitvinding zijn beschreven in de I volgconclusies en zullen hierna aan de hand van een uitvoeringsvoorbeeld I onder verwijzing naar de tekening verder worden verduidelijkt.

I Fig 1 toont een perspectiefaanzicht van een uitvoeringsvorm van I een aantal bloembaksamenstellen die zijn geplaatst op een dolly; I 10 fig. 2 toont een perspectivisch bovenaanzicht van een I binnenbakhouder; I fig. 3 toont een perspectivisch onderaanzicht van de in fig. 2 I getoonde binnenbakhouder; I fig. 4 toont een perspectivisch bovenaanzicht van de bimienbak; I 15 fig. 5 toont een perspectivisch onderaanzicht van de binnenbak; I fig. 6 toont een verticale langsdoorsnede van de binnenbak; I fig. 7 toont een verticale dwarsdoorsnede van de binnenbak; I fig. 8 toont een verticale langsdoorsnede van de binnenbakhouder; I fig. 9 toont een verticale dwarsdoorsnede van de binnenbakhouder; I 20 fig. 10 toont een perspectivisch gedeeltelijk opgewerkt aanzicht van een samenstel van een binnenbak en een binnenbakhouder met een daarop I omgekeerd geplaatste tweede binnenbakhouder; en I fig. 11 toont in doorsnede in meer detail de wijze waarop de I binnenbak is verbonden met de eerste en de tweede binnenbakhouder.

25 Figuur 1 toont een zogenaamde Deense dolly 1 waarop een aantal I bloembaksamenstellen 2 volgens de uitvinding is afgebeeld. Een bloembaksamenstel omvat een binnenbak 3, die in detail is weergegeven in I figuren 4, 5, 6 en 7, alsmede een binnenbakhouder 4, die in detail is I weergegeven in figuren 2, 3, 8, 9.

I Ί Π O ΟΛ O i I De binnenbak 3 heeft een bodemwand 5 en een viertal gesloten zijwanden 6, zodanig dat de binnenbak althans gedeeltelijk kan worden gevuld met water. Nabij de bovenzijde van de zijwanden 6 zijn middelen voorzien met behulp waarvan de binnenbak 3 verbindbaar is met de 5 binnenbakhouder 4. Deze middelen omvatten een zich in, in hoofdzaak in horizontale richting uitstrekkende omtrekswand 7 die nabij een bovenrand 6a van de zijwanden van de binnenbak 3 met de binnenbak 3 is verbonden. De omtrekswand 7 is voorzien van ten minste één eerste nok 8. De nok 8 omvat een zich vanaf de omtrekswand 7 in neerwaartse richting 10 uitstrekkend wanddeel dat zich over de gehele omtrek van de binnenbak uitstrekt. De omstrekswand 7 is ook nog voorzien van ten minste één tweede nok 9 die zich in opwaartse richting vanaf de omtrekswand 7 uitstrekt en die is gelegen tegenover de eerste nok 8. Ook deze tweede nok 9 strekt zich over de gehele omtrek van de binnenbak 3 uit. De zijwanden 6 van de 15 binnenbakken 3 lopen gezien vanaf een bovenzijde naar de bodemwand 5 enigszins taps toe, zodanig dat losse binnenbakken 3 in elkaar nestbaar zijn.

De binnenbakhouder 4 is in het onderhavige uitvoeringsvoorbeeld voorzien van vier zijwanden 10. Verder heeft de binnenbakhouder 4 een 20 open onder- en bovenzijde. De zijwanden van de binnenbakhouder 4 lopen gezien vanaf de onderzijde naar de bovenzijde enigszins taps naar elkaar toe, zodanig dat losse binnenbakhouders 4 in elkaar nestbaar zijn. Bovendien verschaft dat de binnenbakhouder 4 een stabiele basis, zodat vrijwel is uitgesloten dat deze omvalt. In de zijwanden 10 van de 25 binnenbakhouder 4 zijn lichtdoorlaatopeningen 11 opgenomen. Nabij een bovenrand van de zijwanden 10 van de binnenbakhouder 4 zijn de zijwanden 10 voorzien van een dubbele wand 12,13 die tezamen een uitsparing 14 bepalen. De uitsparing 14 is zodanig uitgevoerd dat daarin de eerste nok 8 of de tweede nok 9 van de binnenbak 3 opneembaar is. De 30 uitsparing of groef 14 strekt zich over de gehele omtrek van de 5 I binnenbakhouder 4 uit. Nabij de onderzijde van de zijwanden 10 wordt de I onderrand bepaald door twee in hoofdzaak evenwijdig verlopende I binnenbakhouder-zijwanddelen 15,16, meer in het bijzonder een I binnenwanddeel 15 en een buitenwanddeel 16. Over een eerste deel A van I 5 de omtrek van de binnenbakhouder 4 steekt het binnenwanddeel 15 verder

I naar beneden uit dan het buitenwanddeel 16 terwijl over een tweede deel B

I van de omtrek het buitenwanddeel 16 verder naar benenden uitsteekt dan I het binnenwanddeel 15. In het onderhavige uitvoeringsvoorbeeld is de I onderrand van de binnenbakhouder 4 voorzien van twee eerste delen A en I 10 twee tweede delen B die complementair zijn, zodanig dat bij twee met de I onderranden op elkaar geplaatste binnenbakhouders 4 de eerste omtrek· I delen A van de eerste binnenbakhouder 4 aanliggen tegen de tweede I omtrek-delen B van de tweede binnenbakhouder 4'. Hierdoor wordt een I stabiele zijdelings opsluiting verkregen wanneer twee binnenbakhouders 4, I 15 4' met de onderranden op elkaar worden gestapeld, hetgeen is getoond in I figuur 1 rechtsboven.

I Figuur 11 toont een bloembaksamenstel van een binnenbakhouder I 4 en een daarin geplaatste binnenbak 3. Duidelijk zichtbaar is dat de I neerwaarts gerichte eerste nok 8 van de binnenbak 3 is opgenomen in de I 20 uitsparing 14 van de binnenbakhouder 4. Op het getoonde samenstel is een tweede binnenbakhouder 4' geplaatst en wel omgekeerd. Duidelijk zichtbaar I is dat de uitsparing 14' van de tweede binnenbakhouder 4' de tweede nok 9 I van de binnenbak 3 heeft opgenomen. Een en ander is in meer detail weergegeven in figuur 11. De tweede binnenbak 4’ beschermt de boven de I 25 bovenrand van de binnenbak 3 uitstekende snijbloemen tegen beschadiging.

I Bovendien biedt de tweede binnenbak 4' een ondersteuning voor een tweede, I op de tweede binnenbak 4' te plaatsen bloembaksamenstel, hetgeen is I getoond in figuur 1 rechtsboven.

Samenvattend kan worden gesteld dat bij het onderhavige I 30 uitvoeringsvoorbeeld de binnenbakhouder 4 en de binnenbak 3 zodanig zijn

-inoOftQI

H uitgevoerd dat op een samenstel van een binnenbakhouder 4 en een binnenbak 3 een tweede binnenbakhouder 4' omgekeerd plaatsbaar is. De naar beneden gerichte bovenzijde van de tweede binnenbak 4' grijpt daarbij op een bovenzijde van de binnenbak 3. Eventueel zou in een alternatieve 5 uitwerking van de uitvinding de tweede binnenbak 4' kunnen aangrijpen op H een bovenzijde van de eerste binnenbakhouder 4. Verder is binnenbakhouder 4 zodanig is uitgevoerd dat op de tweede binnenbakhouder 4' een derde binnenbakhouder 4" plaatsbaar is met de bovenzijde naar boven gericht, zodanig dat daarin weer een binnenbak 3" H 10 opneembaar is.

Het is duidelijk dat de uitvinding niet is beperkt tot het beschreven uitvoeringsvoorbeeld maar dat diverse wijzigingen binnen het raam van de uitvinding, zoals gedefinieerd door de conclusies, mogelijk zijn. 1

Claims (12)

1. Bloembaksamenstel omvattende een binnenbak en een I binnenbakhouder, waarbij de binnenbak een bodemwand en ten minste één I gesloten zijwand heeft zodanig dat deze althans ten dele vulbaar is met I water, waarbij de binnenbakhouder ten minste één zijwand heeft en een I 5 open onder- en bovenzijde, waarbij de binnenbak is voorzien van middelen I met behulp waarvan de binnenbak losneembaar verbindbaar is met de I binnenbakhouder.

2. Bloembaksamenstel volgens conclusie 1, waarbij de I binnenbakhouder en de binnenbak zodanig zijn uitgevoerd dat op een 10 samenstel van een binnenbakhouder en een binnenbak een tweede I binnenbakhouder Omgekeerd plaatsbaar is, waarbij de naar beneden I gerichte bovenzijde van de tweede binnenbak aangrijpt op een bovenzijde I van de binnenbak, dan wel op de bovenzijde van de eerste binnenbakhouder.

3. Bloembaksamenstel volgens conclusie 2, waarbij binnenbakhouder 15 zodanig is uitgevoerd dat op de tweede binnenbakhouder een derde I binnenbakhouder plaatsbaar is met de bovenzijde naar boven gericht, I zodanig dat daarin weer een binnenbak opneembaar is.

4. Bloembaksamenstel volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de zijwanden van de binnenbakhouders gezien vanaf de onderzijde I 20 naar de bovenzijde enigszins taps naar elkaar toelopen, zodanig dat de binnenbakhouders in elkaar nestbaar zijn.

5. Bloembaksamenstel volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de zijwanden van de binnenbakken gezien vanaf een bovenzijde naar de bodemwand enigszins taps naar elkaar toelopen, zodanig dat de 25 binnenbakken in elkaar nestbaar zijn. I 4f199Qft1

16. Bloembaksamenstel volgens één der voorgaande conclusies, waarbij in de ten minste ene zijwand van de binnenbakhouders ten minste één lichtdoorlaatopening is opgenomen.

7. Bloembaksamenstel volgens één der voorgaande conclusies, 5 waarbij de middelen met behulp waarvan de binnenbak verbindbaar is met de binnenbakhouder ten minste één zich in, in hoofdzaak in horizontale richting uitstrekkende omtrekswand omvat die nabij een bovenrand van de ten minste ene zijwand van de binnenbak met de binnenbak is verbonden, welke omtrekswand is voorzien van ten minste één eerste nok die aangrijpt 10 op een eerste uitsparing in een bovenrand bij de bovenzijde van de binnenbakhouder.

8. Bloembaksamenstel volgens conclusie 7, waarbij de nok een zich vanaf de omtrekswand in neerwaartse richting uitstrekkend wanddeel omvat dat zich over de gehele omtrek van de binnenbak uitstrekt, waarbij 15 de eerste uitsparing in de bovenrand van de binnenbakhouder zich ook over de gehele omtrek van de buitenbak uitstrekt.

9. Bloembaksamenstel volgens conclusie 7 of 8, waarbij de omstrekswand is voorzien van ten minste één tweede nok die zich in opwaartse richting vanaf de omtrekswand uitstrekt en die is gelegen 20 tegenover de eerste nok en waarvan de configuratie zodanig is dat deze opneembaar is in de genoemde eerste uitsparing van een tweede binnenbakhouder die omgekeerd op het samenstel van een binnenbak en een binnenbakhouder isgeplaatst.

10. Bloembaksamenstel volgens één der voorgaande conclusies, 25 waarbij de onderrand van de binnenbakhouder zodanig is uitgevoerd dat twee met de onderranden op elkaar geplaatste binnenbakhouders een stabiele stapeling vormen.

11. Bloembaksamenstel volgens conclusie 10, waarbij de onderrand wordt bepaald door twee in hoofdzaak evenwijdig verlopende 30 binnenbakhouder-zijwanddelen, meer in het bijzonder een binnenwanddeel en een buitenwanddeel, waarbij over een eerste deel van de omtrek van de binnenbakhouder het binnenwanddeel verder naar beneden uitsteekt dan het buitenwanddeel terwijl over een tweede deel van de omtrek het buitenwanddeel verder naar benenden uitsteekt dan het binnenwanddeel.

12. Bloembaksamenstel volgens conclusie 11, waarbij het eerste deel I en het tweede deel van de omtrek complementair zijn, zodanig dat bij twee I met de onderranden op elkaar geplaatste binnenbakhouders het eerste I omtrek-deel van de eerste binnenbakhouder aanligt tegen het tweede I omtrek-deel van de tweede binnenbakhouder. I 10 13. Bloembaksamenstel volgens één der voorgaande conclusies, I waarbij de binnenbak en de binnenbakhouders een in hoofdzaak I rechthoekige doorsnede hebben.