NL1007500C2 - Stapelbaar vaassamenstel. - Google Patents

Description

Stapelbaar vaassamenstel.

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een stapelbaar vaassamenstel omvattende ten minste twee op elkaar stapelbare vaas-5 delen, waarbij het bovenste vaasdeel het vrije oppervlak van het onderste vaasdeel ten minste gedeeltelijk bedekt. Een dergelijk vaassamenstel is bekend uit de Franse octrooipublicatie 1.164.781. Dergelijke vaassamenstellen worden onder andere gebruikt om hoogteverschil van de verschillende in de betreffende vazen geplaatste 10 gewassen te creëren, zodat een de natuur zoveel mogelijk nabootsend aanzicht met variërende hoogte verkregen wordt. Bij de constructie volgens het bovengenoemde Franse octrooischrift 1.164.781 wordt voorgesteld een aantal vaasdelen in verticale richting aan elkaar te koppelen met behulp van een penconstructie. Deze constructie is 15 weinig varieerbaar en het is noodzakelijk alle elementen te gebruiken omdat anders een weinig aantrekkelijke constructie ontstaat. Bovendien zijn weinig varianten mogelijk.

In de algemene stand der techniek is een vaasconstructie bekend bestaande uit een aantal "stapelbare glazen" waarbij elk glas bij de 20 bovenzijde van uitstulpingen voorzien is waaruit bloemstelen en dergelijke kunnen steken. Een dergelijke constructie is weinig stabiel en heeft per definitie een cilindrische opbouw. Daardoor ontstaan problemen bij de vulling van de bovenste vaas omdat het grote aantal daaruit stekende bloemen weer de nadruk legt op een bepaald 25 vlak waarin de bloemen zich bevinden en het is juist de bedoeling van dergelijke vazen de natuur zoveel mogelijk na te bootsen, d.w.z. variatie in hoogte van het betreffende gewas te verwezenlijken.

Het is het doel van de onderhavige uitvinding de nadelen volgens de stand der techniek te vermijden en in een verbeterd stapel-30 baar vaassamenstel te voorzien.

Dit doel wordt bij een hierboven beschreven stapelbaar vaassamenstel verwezenlijkt doordat de onderzijde van de bovenste vaas omvat een benedenomtreksrand en waarbij de bovenzijde van de onderste vaas voorzien is van een opstaande omtreksrand en waarbij de 35 benedenomtreksrand en de opstaande omtreksrand voorzien zijn van deze randen onderling positionerende uitsparingen.

Aan de uitvinding ligt het inzicht ten grondslag dat een van de omtreksranden van uitsparingen voorzien is waardoor de andere om- 1007500 2 treksrand heensteekt. Hierdoor wordt in een bijzonder stabiele sta-pelbare constructie voorzien waarbij de samenstellende vaasdelen echter nog steeds afzonderlijk gebruikt kunnen worden. Dat wil zeggen, het is niet noodzakelijk deze vaasdelen voor stapelen toe te 5 passen. De vorm van de onderzijde van het bovenste vaasdeel zal in de praktijk afwijken van de vorm van de bovenzijde van het onderste vaasdeel. Bij voorkeur is een en ander zodanig dat tussen het bovenste en onderste vaasdeel een vrije ruimte ontstaat voor het opnemen van gewas. Met de constructie volgens de onderhavige uitvinding is 10 het mogelijk het oppervlak van het opvolgende, d.w.z. zich hoger bevindende vaasdeel steeds kleiner te kiezen waardoor met een reeks vazen een stapelbaar vaassamenstel verwezenlijkt kan worden waarbij, bij gelijke gewasdichtheid, een natuurlijk geheel ontstaat. Dat wil zeggen, in tegenstelling tot de hierboven beschreven stand der tech-15 niek zal de beplanting in het bovenste vaasdeel niet een dominante rol in het aanzicht spelen.

Het is mogelijk de betreffende uitsparingen zowel in de boven-omtreksrand als in de opstaande omtreksrand of in beide aan te brengen. Bij voorkeur zijn de uitsparingen echter in de opstaande om-20 treksrand van de benedenvaas aangebracht. Hierdoor is optimale variatie van de positie van het daaropvolgende vaasdeel mogelijk.

Een bijzonder interessante vorm wordt verkregen indien bij voorkeur het bovenste vaasdeel en meer in het bijzonder de beneden-omtreksrand daarvan een polygonale vorm omvat. De hoekpunten kunnen 25 dan vallen in de hierboven beschreven uitsparingen. Een driehoek is een dergelijke polygonale vorm waar de voorkeur aan gegeven wordt.

Volgens een verdere van voordeel zijnde uitvoering van de uitvinding omvat ten minste een van de vazen een kokervormig deel dat conisch naar de bovenzijde uitloopt. Daarbij kan de conushoek elke 30 in de stand der techniek bekende waarde hebben zoals bijvoorbeeld 2°.

De uitvinding zal hieronder nader aan de hand van een in de tekening afgebeeld uitvoeringsvoorbeeld verduidelijkt worden. Daarbij tonen: 35 Fig. 1 in perspectivisch aanzicht het vaassamenstel volgens de onderhavige uitvinding gevuld met bloemen;

Fig. 2 het vaassamenstel volgens de uitvinding in ongevulde toestand en 1007500 3

Fig. 3 in omgekeerde positie een vaasdeel volgens de uitvinding.

In fig. 1 en 2 is een gestapeld vaassamenstel volgens de uitvinding afgebeeld. Dit is in het geheel met 1 aangegeven en bestaat 5 uit vaasdelen 2, 3, 4 waarbij 2 een groot vaasdeel is, 3 een middel-vaasdeel en 4 een klein vaasdeel. In de getoonde uitvoering is de dwarsdoorsnedegedaante van elk van de vaasdelen in hoofdzaak polygonaal en meer in het bijzonder driehoekig. Begrepen moet worden dat elke andere in de stand der techniek bekende gedaante toegepast 10 kan worden.

Elk vaasdeel heeft zoals uit de fig. 1-3 blijkt een opstaande omtreksrand 6 voorzien van uitsparingen 8 die in het huidige voorbeeld ongeveer halverwege de hoekpunten van de driehoek liggen alsmede een benedenomtreksrand 7. Deze rand is in het in fig. 3 getoon-15 de uitvoeringsvoorbeeld naar beneden uitstekend ten opzichte van de bodem 10 van de vaas, maar dit is niet noodzakelijk voor het verkrijgen van het stapelbare effect. Daartoe is het slechts noodzakelijk dat rand 6 7, d.w.z. de rand waar de uitsparing 8 in aangebracht is, opstaand is. Zoals uit fig. 1 en 2 blijkt, wordt in deze 20 uitsparing 8 het hoekpunt van de opvolgende vaas geplaatst. Daarbij ontstaat een vrij oppervlak van de onderliggende vaas dat met 9 aangegeven is.

Uit fig. 3 blijkt eveneens dat een klemuitsteeksel 11 aangebracht is. Dit is een rondomlopend uitsteeksel dat zich op enige 25 afstand van de benedenomtreksrand 7 uitstrekt en waarvan de korte zijden ingericht zijn om aan te grijpen achter de binnenzijde van wand 5 van de onderliggende vaas 3 of 4. Uitsteeksel 11 kan bovendien dienen als draagoppervlak van de betreffende vaas. In een dergelijke geval kan de omtreksrand 7 weggelaten worden of lager zijn.

30 Met deze constructie is het enerzijds mogelijk vazen van steeds dezelfde afmeting op elkaar te stapelen waarbij toch steeds een vrij oppervlak 9 voor gewassen ontstaat. Dit wordt verwezenlijkt door de polygonale vorm van zowel de onderliggende als de bovenliggende vaas. Bovendien is het met deze constructie mogelijk in verticale 35 richting steeds kleinere vazen toe te passen, d.w.z. de in fig. 1 en 2 getoonde configuratie.

Uit fig. 2 blijkt bovendien dat elke vaas uit een conisch uitlopend kokervormig deel bestaat. De conushoek is met β aangegeven en 1007500 4 ligt bij voorkeur bij ongeveer 2°.

Hoewel de uitvinding hierboven aan de hand van een uitvoerings-voorbeeld met vazen van drie verschillende afmetingen getoond is, zal begrepen worden dat hetzelfde effect met twee verschillende 5 afmetingen of meer dan drie verschillende afmetingen verkregen kan worden. Bovendien zal begrepen worden dat een andere dan polygonale j gedaante voorstelbaar is voor het bereiken van het hierboven be schreven effect. Eveneens zal begrepen worden dat de vazen uit elk in de stand der techniek bekend materiaal vervaardigd kunnen zijn, 10 zoals kunststof, keramiek, glas en dergelijke. Al dergelijke varianten worden geacht binnen het bereik van de bijgaande conclusies te liggen.

10 0 7 5 0 0

Claims (9)

1. Stapelbaar vaassamenstel (1) omvattende ten minste twee op elkaar stapelbare vaasdelen (2-4), waarbij het bovenste vaasdeel (3, 5 4) het vrije oppervlak van het onderste vaasdeel ten minste gedeel telijk bedekt, met het kenmerk. dat de onderzijde van de bovenste vaas (3, 4) omvat een benedenomtreksrand (7) en waarbij de bovenzijde van de onderste vaas (2, 3) voorzien is van een opstaande om-treksrand (7) en waarbij de benedenomtreksrand en de opstaande om- 10 treksrand voorzien zijn van deze randen onderling positionerende uitsparingen (8).

2. Stapelbare vaas volgens conclusie 1, waarbij die uitsparingen in de opstaande omtreksrand (6) zijn aangebracht.

3. Stapelbaar vaassamenstel volgens een van de voorgaande con- 15 clusies, waarbij ten minste een van die omtreksranden een polygonale vorm omvat.

4. Stapelbaar vaassamenstel volgens conclusie 3 of 4, waarbij die uitsparingen zich tussen de hoekpunten van die polygonale vorm bevinden.

5. Stapelbaar vaassamenstel volgens conclusie 3, waarbij die polygonale vorm een driehoek omvat.

6. Stapelbaar vaassamenstel volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij het oppervlak begrensd door de benedenomtreksrand kleiner is dan het oppervlak begrensd door de opstaande omtreksrand.

7. Stapelbaar vaassamenstel volgens een van de voorgaande con clusies, waarbij ten minste een vaas (2-4) een kokervormig deel omvat, dat conisch naar de bovenzijde uitloopt.

8. Vaassamenstel volgens conclusie 7, waarbij de conushoek β ongeveer 2° bedraagt.

9. Vaassamenstel volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij vanaf het bodemvlak van het bovenste vaasdeel (2) zich een, op afstand van de omtreksrand van dat bodemdeel liggend, klemuit-steeksel uitstrekt uitgevoerd om aan te grijpen op de binnenomtreks-wand van het onderste vaasdeel (3). 35 ******** 1007500