NL1024420C2 - Inrichting voor plantenkolom alsmede inrichting voor plantenwand. - Google Patents

Inrichting voor plantenkolom alsmede inrichting voor plantenwand. Download PDF

Info

Publication number
NL1024420C2
NL1024420C2 NL1024420A NL1024420A NL1024420C2 NL 1024420 C2 NL1024420 C2 NL 1024420C2 NL 1024420 A NL1024420 A NL 1024420A NL 1024420 A NL1024420 A NL 1024420A NL 1024420 C2 NL1024420 C2 NL 1024420C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
upright
plant
uprights
soil material
limiting
Prior art date
Application number
NL1024420A
Other languages
English (en)
Inventor
Wilhelmus Adrianus Fr Moeskops
Original Assignee
Holdingmij Wil Moeskops B V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Family has litigation
First worldwide family litigation filed litigation Critical https://patents.darts-ip.com/?family=34617548&utm_source=google_patent&utm_medium=platform_link&utm_campaign=public_patent_search&patent=NL1024420(C2) "Global patent litigation dataset” by Darts-ip is licensed under a Creative Commons Attribution 4.0 International License.
Application filed by Holdingmij Wil Moeskops B V filed Critical Holdingmij Wil Moeskops B V
Priority to NL1024420A priority Critical patent/NL1024420C2/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL1024420C2 publication Critical patent/NL1024420C2/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01GHORTICULTURE; CULTIVATION OF VEGETABLES, FLOWERS, RICE, FRUIT, VINES, HOPS OR SEAWEED; FORESTRY; WATERING
    • A01G9/00Cultivation in receptacles, forcing-frames or greenhouses; Edging for beds, lawn or the like
    • A01G9/02Receptacles, e.g. flower-pots or boxes; Glasses for cultivating flowers
    • A01G9/022Pots for vertical horticulture
    • A01G9/023Multi-tiered planters

Landscapes

  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Environmental Sciences (AREA)
  • Cultivation Receptacles Or Flower-Pots, Or Pots For Seedlings (AREA)

Description

Korte aanduiding: Inrichting voor plantenkol om alsmede inrichting voor plantenwand.
BESCHRIJVING
5 De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het bijeenhouden van plantenbodemmateriaal, omvattende begrenzingsorganen voor het houden van het plantenbodemmateriaal en positioneringsmiddelen voor het boven elkaar positioneren van de begrenzingsorganen voor het in met plantenbodemmateriaal gevulde toestand 10 van de inrichting aan de bovenzijde van begrenzingsorganen verschaffen van verschillende niveau's van plantenbodemmateriaal, de positioneringsmiddelen omvattende tenminste êên staander, waarbij de tenminste ene staander draagmiddelen omvat voor het dragen van de begrenzingsorganen.
15 Een dergelijke inrichting is bekend uit Australisch octrooi AU-B-29827/84, waarin een pl antenhouder als pi antenkol om wordt beschreven voor het begrenzen van groengebieden die bestaat uit een aantal staanders waaraan houders als begrenzingsorganen vast op hun positie zijn opgehouden met behulp van zich op afstand van elkaar bevindende gaten in 20 de staanders. De ophanging geschiedt door middel van haken en ogen (de gaten) of door het klemmend houden van houders tussen staanders waarbij de houders met hun hoeken in gaten in de staanders zijn opgehangen. Een nadeel van een dergelijke constructie is dat een houder eenvoudig kan losraken uit de plantenhouder of door derden kan worden gedemonteerd. 25 Aangezien dergelijke plantenkol ommen vaak als decoratie op openbare plaatsen zijn aangebracht is er geen toezicht aanwezig om losgeraakte houders opnieuw op te hangen. Bovendien nodigt dit diefstal, vandalisme en vernieling uit.
EP 0 958 736 Al beschrijft een plantenkolom die is 30 opgebouwd uit een aantal op elkaar gestapelde bakken zonder bodem. De kolom loopt van beneden naar boven taps toe. De bakken hebben wanden die 1 0 2 4 kt 0
van boven naar beneden taps toelopen en een centrale verticale as die met I
de wand is verbonden door middel van een aantal ribben. De ribben worden I
gebruikt als steunen voor een volgende bak die op de betreffende bak is I
gestapeld. Op elkaar gestapelde bakken worden bij elkaar gehouden door I
5 een buis die zich verticaal uitstrekt door de verticale assen van de I
bakken en die aan de onderzijde aan de grond is verankerd door middel van
een voet. I
Een nadeel van een dergelijke constructie is, dat een I
houder naast een buitenwand ook inwendige delen zoals een as en I
10 separatiewanden moet omvatten, omdat die nodig zijn om de zich daarboven I
bevindende houder te dragen. Dat maakt de houder een complex onderdeel. I
Een ander nadeel is, dat de inrichting als gevolg van de I
vorm van de houders relatief volumineus is en daarom niet eenvoudig is te I
hanteren. Zo moet bij het monteren iedere houder in zijn geheel worden I
15 opgetild om de houder over de inwendige as te schuiven. Nog een nadeel I
van de volumineuze houders is, dat een samenstel In gedemonteerde I
toestand nog steeds relatief veel ruimte inneemt, hetgeen leidt tot hoge I
opslagkosten van gedemonteerde samenstellen en hoge transportkosten voor I
het naar of van een locatie waar een samenstel moet worden opgebouwd I
20 respectievelijk is gedemonteerd. I
Nog een ander nadeel is dat het met plantenbodemmateriaal I
vullen van een dergelijke opgebouwde pi antenkol om wordt belemmerd door de I
ribben en assen, die er voor zorgen dat het plantenbodemmateriaal niet I
makkelijk door de bodems van de gestapelde bakken naar beneden stroomt. I
25 Daarom wordt in praktijk steeds eerst een bak gepositioneerd en gevuld I
met plantenbodemmateriaal voordat een volgende bak wordt gepositioneerd. I
Nog een ander nadeel is dat de bakken met hun ribben de I
onderlinge verticale positionering van de bakken bepalen. Indien een I
afwijkend onderling hoogteverschil is gewenst, zijn daarvoor andere I
30 bakken nodig. Dat maakt de, volumineuze, bakken niet flexibel inzetbaar. I
In de praktijk is pl antenkol om uit EP 0 958 736 Al niet I
10244?o I
3 ideaal gebleken en inmiddels brengt de betreffende octrooihouder pl antenkol ommen op de markt waarbij de as en ribben zijn vervangen door twee zich horizontaal door gaten in de wanden van de bakken uitstrekkende pennen. Er is daarbij ook geen buis meer aanwezig die de bakken verder 5 bij elkaar houdt. Een nadeel van deze uitvoeringsvorm is dat de elkaar kruisende pennen elkaar niet in hetzelfde vlak kunnen kruisen, waardoor geen vlakke ondersteuning wordt geboden voor een bak die door de pennen moet worden gedragen. Dit heeft tot gevolg dat de constructie onstabiel wordt. De pennen zijn verder eenvoudig te verwijderen en door vandalen 10 als steekwapens te gebruiken, hetgeen in praktijk ook al is voorgekomen. Naast het veiligheidsrisico blijkt het moeilijk om na de verwijdering van een pen weer een nieuwe pen te plaatsen zonder de kolom, althans het gedeelte dat zich boven de pennen bevindt, af te breken.
De onderhavige uitvinding beoogt een inrichting voor het 15 bijeenhouden van plantenbodemmateriaal volgens de inleiding te verschaffen die al dan niet in voorkeursui tvoeringsvormen de bovengenoemde nadelen of althans tenminste een deel daarvan opheft en waarbij de houders niet eenvoudig kunnen losraken of door derden kunnen worden verwijderd. Deze doelstelling wordt bij de inrichting volgens de 20 onderhavige uitvinding bereikt, doordat de positioneringsmiddelen een borgllchaam omvatten dat zich uitstrekt door een eerste doorgang in een staander en een tweede doorgang in een begrenzingsorgaan dat wordt gedragen door de staander. De borging van de begrenzingsorganen aan de positioneringsmiddelen heeft een aantal voordelen. Op de eerste plaats 25 worden de begrenzingsorganen door middel van de borgmiddelen nog beter in hun positie gehouden. Dit leidt tot een meer stabiele inrichting die niet makkelijk uit zichzelf kan losraken. Een tweede voordeel, dat heden ten dage steeds actueler wordt, is dat de borging ervoor zorgt dat het niet mogelijk is dat bijvoorbeeld vandalen de begrenzingsmiddelen uit de 30 inrichting verwijderen, mogelijk om met onderdelen daarvan eventueel verdere schade aan te richten.
1 0 2 4 42 o
4 I
Bij een voorkeursuitvoeringsvorm van de inrichting omvat de I
tenminste ene staander uitsteeksels waarop de begrenzingsorganen rusten. I
Hierbij hebben de uitsteeksels aan de staanders zowel functie van I
positioneringsmiddelen als van draagmiddelen en worden die functies ten I
5 opzichte van de stand van de techniek uitgevoerd door de I
begrenzingsorganen in plaats van door de positioneringsmiddelen, waardoor I
de begrenzingsmiddelen niet van extra onderdelen hoeven te worden I
voorzien voor het dragen van bovenliggende begrenzingsmiddelen. Een I
uitsteeksel hoeft zich niet buiten een staander te bevinden, maar kan I
10 evengoed worden gevormd door een deel van de uitsparing dat zich naar I
buiten uitstrekt in de richting van de zijde van de staander waarin de I
uitsparing is aangebracht, bij voorbeeld een kolom met rechthoekige I
dwarsdoorsnede waaruit de uitsparingen zijn gefreesd. I
Bij voorkeur omvat tenminste een deel van de I
15 begrenzingsorganen een bak met een tenminste ten dele open bodem. Doordat I
de bodem geheel of althans gedeeltelijk open is, is het mogelijk de I
inrichting eerst in zijn geheel samen te stellen, waarna de inrichting I
wordt gevuld met plantenbodemmateriaal. Het plantenbodemmateriaal kan dan I
van bovenaf door de bodem van de eerste begrenzingsmiddelen worden I
20 volgestort en daarna kunnen eventueel zijranden met plantenbodemmateriaal I
vanaf de zijkant worden opgevuld. Hierdoor geschiedt het vullen van een I
inrichting snel en efficiënt. I
Bij een voorkeursuitvoeringsvorm volgens de uitvinding I
omvat de inrichting een aantal staanders waarbij de begrenzingsmiddelen I
25 zich in hoofdzaak horizontaal uitstrekken tussen draagmiddelen van de I
staanders. Hierdoor is het mogelijk om de begrenzingsmiddelen door I
meerdere staanders te laten dragen, waardoor een stabiele constructie I
ontstaat en waardoor de begrenzingsmiddelen een gewenst patroon kunnen I
volgen, waardoor zeer veel vormen en gevarieerde afmetingen van een I
30 inrichting kunnen worden bereikt. I
Tegenover elkaar gelegen staanders hellen bij voorkeur naar I
1 0 2 4 Kt o I
5 elkaar toe. Hierdoor wordt een naar boven taps toelopende constructie verschaft die op een natuurlijk ogende wijze plantenbodemmateriaal bijeen kan houden, waardoor een beplante constructie enerzijds het ui terlijk heeft van een steile opeenhoping van grond en anderzijds tegen erosie 5 wordt beschermd door de constructie.
Bij nog een verdere voorkeursuitvoering volgens de uitvinding strekt het borglichaam zich in hoofdzaak parallel aan de staander uit. Hierdoor is het borglichaam eenvoudig in êên beweging door de staander te steken of bij demontage uit de staander te nemen.
10 De inrichting is bij voorkeur voorzien van een bodemorgaan en bevestigingsmiddelen voor het aan het bodemorgaan bevestigen van onderste uiteinden van de tenminste ene staander. Door de staanders aan een bodemorgaan te bevestigen zijn niet alleen de afzonderlijke staanders vast gepositioneerd, maar zijn de afzonderlijke staanders ook ten 15 opzichte van elkaar gepositioneerd, waardoor een stevige inrichting ontstaat en de vorm van die inrichting vastligt.
Het bodemorgaan is verder bij voorkeur voorzien van afstandhouders voor het op afstand vari een ondergrond houden van het bodemorgaan. De afstandhouders hoeven zich daarbij niet over een groot 20 deel van het bodemorgaan uit te strekken, cilinder- of kubusvormige blokken volstaan. De afstandhouders maken het mogelijk dat de inrichting door een transportmiddel, bijvoorbeeld een pallettruck, kan worden verplaatst. Wanneer kubus- of cilindervormige blokken worden gebruikt als afstandhouders kan de inrichting vanaf verschillende richtingen door een 25 transportmiddel worden benaderd, waardoor het in principe altijd mogelijk is om de lepels van een dergelijke palletwagen of heftruck onder de Inrichting te schuiven.
Bij een verdere voorkeursuitvoeringsvorm omvattende positioneringsmiddelen een koppelorgaan voor het bij de bovenste 30 uiteinden van de staanders koppelen van de staanders en heeft het bodemorgaan bij voorkeur een in hoofdzaak dichte bodem en is de 1 0 2 4 4.2 0
V_A
inrichting voorzien van een hijsorgaan waaraan de inrichting kan worden I
gehesen. Door de staanders ook aan de bovenzijde aan elkaar te koppelen I
kan de vorm van de inrichting worden bepaald. Wanneer dat gebeurt indien, I
zoals voorafgaand beschreven, de staanders aan de onderste uiteinden I
5 tevens aan het bodemorgaan zijn bevestigd, is de vorm van de inrichting I
bepaald en is een stevige constructie ontstaan. De inrichting is I
eenvoudig door middel van een hijsmiddel via het hijsorgaan op te tillen. I
Doordat de staanders onderling en bovendien met het bodemorgaan zijn I
verbonden, kan de gehele inrichting door middel van dat ene hijsorgaan I
10 worden opgetild.
Bij een andere voorkeursuitvoeringsvorm volgens de I
uitvinding omvatten de positioneringsmiddelen verbindingselementen voor I
het in hoofdzaak in een recht vlak onderling verbinden van een aantal I
staanders. Hierdoor kan de inrichting zich over een behoorlijk grote I
15 lengte uitstrekken en kan de inrichting bijvoorbeeld worden toegepast als I
geluidswal.
Bij een verdere voorkeursuitvoeringsvorm volgens de I
uitvinding definiëren de begrenzingsorganen in het horizontaal vlak een I
langwerpige omtrek. Een dergelijke constructie zou indien gewenst aan I
20 twee zijden verschillend kunnen worden beplant. Zo is het voorstelbaar I
dat bij toepassing van een geluidswal naast bijvoorbeeld een snelweg de I
geluidswal aan de wegzijde is voorzien van groene winterharde beplanting, I
terwijl aan de andere zijde, waar zich mogelijk een woonwijk bevindt, wat I
meer kleurstelling wordt ingebracht die mogelijk per seizoen andere I
25 beplanting wordt aangebracht. I
De uitvinding zal nader worden toegelicht aan de hand van
de omschrijving van de voorkeursuitvoeringsvormen van de uitvinding. Een I
en ander is onder andere weergegeven in de navolgende schetsmatige
figuren, waarin overeenkomende onderdelen zijn voorzien van eenzelfde I
30 verwijzingscijfer, een waarin: I
Figuur 1 een perspectivisch zijaanzicht toont van een
1024 42 0 I
7 eerste voorkeursuitvoeringsvorm inrichting voor het bijeenhouden van plantenbodemmateriaal volgens de uitvinding;
Figuur 2 een explosie-aanzicht toont van de eerste voorkeursui tvoeringsvorm uit figuur 1, waarbij de begrenzingsorganen ten 5 behoeve van de duidelijkheid zijn weggelaten;
Figuur 3 perspectivisch zijaanzicht toont van een tweede voorkeursuitvoeringsvorm van een inrichting voor het bijeenhouden van plantenbodemmateriaal volgens de uitvinding;
Figuur 4 perspectivisch zijaanzicht toont van een derde 10 voorkeursuitvoeringsvorm van een inrichting voor het bijeenhouden van plantenbodemmateriaal volgens de uitvinding;
Figuur 5 een perspectivisch zijaanzicht toont van een vierde voorkeursuitvoeringsvorm van een inrichting volgens de onderhavige uitvinding voor toepassing bij een geluidswal; 15 Figuur 6 een perspectivisch zijaanzicht toont van een vijfde voorkeursuitvoeringsvorm van een inrichting volgens de onderhavige uitvinding voor toepassing bij een lagere wand; en
Figuur 7 een perspectivisch zijaanzicht toont van een zesde voorkeursuitvoeringsvorm van een inrichting volgens de onderhavige 20 uitvinding voor toepassing bij een wand.
Refererend aan figuur 1 wordt een plantenkol om 1 getoond met bakken 2 met open bodem als begrenzingsmiddelen en een bodembak 3 waaraan afstandhouders 4 en bevestigingshaken 5 zijn aangebracht. Vanuit de bodembak 3 strekken zich vier staanders 6 hellend naar boven uit in de 25 richting van een koppelstuk 7 uit twee delen, waarvan er één is voorzien van een hijsoog 8. Door de staanders 6 strekken zich borgpennen 9 uit die boven in de staanders 6 in sleuven 11 zijn opgenomen.
In figuur 2 worden met uitzondering van de bakken 2 dezelfde onderdelen getoond als in figuur 1, maar in figuur 2 is 30 duidelijker zichtbaar hoe de verschillende onderdelen samenwerken. Het is met name zichtbaar hoe de borgpennen 9 worden opgenomen in de staander 6 t o 24 o
8 I
en zich daarbij uitstrekken door de uitsparingen 10 aan de onderzijde I
waarvan zich in gemonteerde toestand van de inrichting de bakken 2 zich I
bevinden. Omdat in de bakken 2 in figuur 2 in alle acht de zijden I
borggaten 12 zijn voorzien, zijn de borggaten 12 in de voorste zijden I
5 zichtbaar, die ook zijn voorzien in de zijden die in de uitsparingen 10 I
zijn geplaatst. De borgpen 9 strekt zich in gemonteerde toestand daardoor I
eveneens uit door de borggaten 12 van de bakken 2 die zich in de I
betreffende uitsparingen 10 bevinden. Verder is in figuur 2 ook nog I
montageplaat 13 zichtbaar waaraan een staander 6 aan de onderzijde wordt I
10 bevestigd. I
Figuren 3 en 4 tonen twee varianten op de pl antenkol om 51 I
uit figuur 1. In figuur 3 respectievelijk 4 hebben de bakken 32, 52 met I
open bodem als begrenzingsmiddelen en de bodembakken 33, 53 een andere I
vorm voor plaatsing bijvoorbeeld om een hoek respectievelijk tegen een I
15 wand van een gebouw (niet getoond). Aan de bodem van de plantenkolom 51 I
bevinden zich bodembakken 33, 53 waaraan afstandhouders 34, 54 I
aangebracht. Vanuit de bodembak 33, 53 strekken zich steeds drie I
staanders 36, 56 hellend naar boven uit in de richting van een koppelstuk I
37, 57 uit twee delen, waarvan er één is voorzien van een hijsoog 38, 58. I
20 Door de staanders 36, 56 strekken zich borgpennen 39, 59 uit die boven in I
de staanders 36, 56 in sleuven 41, 61 zijn opgenomen. I
Figuur 5 toont een plantenwand 20 die is opgebouwd uit een I
aantal staanders .21 die onderling zijn verbonden door middel van I
verschillende dwarsbalken 22, horizontale afstandhouders 23 en schoren I
25 24. De staanders 21 zijn ieder voorzien van een aantal uitsparingen 25 I
waardoorheen zich aan een zijde platen 26 uitstrekken voor het I
bijeenhouden van plantenbodemmateriaal (niet getoond) wanneer dat zich I
tussen de twee zijwanden van de plantenwand 20 bevindt. De plantenwand 20 I
is geplaatst op twee betonnen voeten 27 die de plantenwand stabiel op I
30 afstand van de ondergrond houden. I
Figuur 6 toont een variant van een uitvoeringsvorm als I
10 24 42 o I
9 plantenwand 70, bij voorbeeld voor toepassing van een wal of glooiing in een landschap. De plantenwand 70 is opgebouwd op een langwerpige bodemplaat 73 met opstaande zijwanden 74. De staanders 71 worden door schoren 72 ondersteund. De platen 76 die zich door de uitsparingen 75 5 uitstrekken worden daarbij tevens ondersteund door driehoekige uitsteeksels 78 die zich in dit geval grotendeels buiten de omtrekslijnen van de staanders 71 bevinden.
Figuur 7 toont een andere uitvoeringsvariant van een plantenwand 81, die op dezelfde wijze is opgebouwd als de kolommen uit 10 figuren 1 tot en met 4. Deze plantenwand 81 bestaat uit bakken 82 met open bodem als begrenzingsmiddelen en een bodembak 83 waaraan afstandhouders 84 zijn aangebracht. Vanuit de bodembak 83 strekken zich zes staanders 86 hellend naar boven uit. Vier van de zes staanders 86 lopen daarbij in de richting van twee koppelstukken 87 uit twee delen, 15 waarvan telkens één deel is voorzien van een hijsoog 88.
Refererend aan figuren 1 en 2 wordt een plantenkolom 1 volgens de onderhavige uitvinding opgebouwd doordat eerst de staanders 6 worden bevestigd aan het koppelstuk 7 en de bodem 3. Daarna worden de bakken 2 over het koppelstuk en de staanders getild en in de betreffende 20 uitsparingen 10 van de staanders 6 gepositioneerd, waarbij erop wordt gelet dat de borggaten 12 zich juist in het midden van de staander 6 bevinden. De bakken 2 kunnen echter ook zijn gevormd door losse platen die tijdens montage worden samengesteld tot een bak 2. Wanneer alle bakken 2 zijn geplaatst, wordt van bovenaf in iedere staander 6 een 25 borgpen 9 gestoken die in dit geval wordt omsloten door de buitenwanden van de staander 6. Daarbij strekt de borgpen 9 zich eveneens uit door de borggaten 12 van de bakken 2 die zich in de betreffende staander 6 bevinden. Aan de bovenzijde van een staander 6 wordt de borgpen 9 opgehangen in een sleuf 11. Nu de pi antenkol om is gemonteerd, kan de 30 pi antenkolom 1 worden gevuld met plantenbodemmateriaal (niet getoond) dat door de bovenste opening en de zijopeningen in de plantenkolom 1 kan 1 0 2 4 42 0
10 I
worden gestort. Hierdoor wordt bij de bovenzijde van iedere bak 2 door I
het plantenbodemmateriaal een in hoofdzaak horizontaal bodembed gevormd I
waarin planten kunnen worden geplant. Wanneer de bakken van Cortenstaal I
zijn vervaardigd, zijn de bakken in de regel niet goed zichtbaar tussen I
5 de planten door, omdat dit staal de neiging heeft om aan de buitenkant te I
roesten maar verder wel erg bestand is tegen aantasting van buitenaf. I
Wanneer een plantenkol om 1 met planten op een locatie is geplaatst waar I
een evenement gehouden gaat worden, kan de plantenkol om 1 geheel afgevuld I
eenvoudig worden verplaatst door de plantenkol om 1 bij het hijsoog 8 op I
10 te tillen en te verplaatsen. Bij andere evenementen kan op een dergelijke I
wijze een plantenkolom 1 worden verplaatst om de omgeving aan te kleden. I
Het verplaatsen kan ook gebeuren door een palletwagen of heftruck (niet I
getoond) met de lepels onder de plantenkolom 1 te schuiven, de kolom op I
te tillen en dan te verplaatsen. I
15 De in de figuren 3, 4 en 7 getoonde uitvoeringsvarianten 31 I
en 51 dienen om aan te geven, dat plantenkol ommen volgens de onderhavige I
uitvinding in vele verschillende vormen uitvoerbaar zijn en dat het I
mogelijk is om een plantenwand 81 te vormen als een plantenkolom. I
Functioneel werken ze identiek, waarbij de plantenwand 81 in de regel in I
20 de vrije ruimte zal zijn opgesteld, terwijl de plantenkol ommen 31, 51 in I
de regel om een hoek respectievelijk tegen een gevel van een gebouw zal I
zijn opgesteld. I
Een geheel andere uitvoeringsvorm volgens de uitvinding I
wordt getoond in figuur 5, waarin een plantenwand 20 wordt getoond die is I
25 samengesteld uit een aantal staanders 21 die In twee vlakken die naar I
elkaar hellen zijn gepositioneerd en op de plaats worden gehouden door I
verschillende dwarsbalken 22, afstandhouders 23 en schoren 24. Ook hier I
zijn uitsparingen 25 in de staanders 21a, waarin zich in dit geval I
langwerpige platen 26 uitstrekken. De uitsparingen zijn bij deze I
30 uitvoeringsvorm op geheel andere wijze aangebracht, waardoor de I
onderzijde van de uitsparingen 25 niet meer duidelijk als uitsteeksels I
1024 42 o I
11 herkenbaar zijn. Verder kunnen zich, hoewel niet in de figuur getoond, ook bij deze uitvoeringsvorm borgpennen uitstrekken door de staanders 21 en borggaten (niet getoond) in de platen 26.
Op deze manier kan als het ware een lange wand worden 5 samengesteld die ook weer kan worden afgevuld met plantenbodemmateriaal (niet getoond). Op deze wijze kan een afscheiding worden gecreëerd, maar het is ook mogelijk om op deze wijze een geluidswand te vervaardigen, bijvoorbeeld voor plaatsing langs een snelweg.
De variant als getoond in figuur 6 is een pantenwand die 10 verhogingen eerder voor een decoratief dan voor een functioneel plantenbed zal worden gebruikt, maar ook hier werken de verschillende onderdelen samen als in figuur 5.
Op de hierboven beschreven plantenkol om en plantenwand die na indiening van deze octrooiaanvrage verkrijgbaar zal zijn onder de 15 merknaam Florid Flower Systems zijn vele varianten mogelijk die voor een ervaren vakman voor de hand liggen. De bovenstaande beschrijving en de figuren beschrijven en tonen slechts bij wijze van voorbeeld voorkeursuitvoeringsvormen van de uitvinding en het is niet de bedoeling dat de beschrijving of de figuren de reikwijdte van de uitvinding 20 beperken.
1024420

Claims (12)

12 I CONCLUSIES I
1. Inrichting voor het bijeenhouden van plantenbodemmateriaal, I omvattende begrenzingsorganen voor het houden van het I 5 plantenbodemmateriaal en positionerlngsmiddelen voor het boven elkaar I positioneren van de begrenzingsorganen voor het in met I plantenbodemmateriaal gevulde toestand van de inrichting aan de I bovenzijde van begrenzingsorganen verschaffen van verschillende niveau's I van plantenbodemmateriaal, de positioneringsmiddelen omvattende tenminste I 10 één staander, waarbij de tenminste ene staander draagmiddelen omvat voor I het dragen van de begrenzingsorganen, met het kenmerk, dat de I positioneringsmiddelen een borglichaam omvatten dat zich uitstrekt door I een eerste doorgang in een staander en een tweede doorgang in 'een I begrenzingsorgaan dat wordt gedragen door de staander. I
2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het I borglichaam zich in hoofdzaak parallel aan de staander uitstrekt. I
3. Inrichting volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat I de tenminste ene staander uitsteeksels omvat waarop de begrenzingsorganen I rusten. I
4. Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies, met I het kenmerk, dat tenminste een deel van de begrenzingsorganen een bak met I een tenminste ten dele open bodem omvat. I
5. Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies, met I het kenmerk, dat de inrichting een aantal staanders omvat waarbij de I 25 begrenzingsmiddelen zich in hoofdzaak horizontaal uitstrekken tussen I draagmiddelen van de staanders. I
6. Inrichting volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat I tegenover elkaar gelegen staanders naar elkaar toe hellen. I
7. Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies, met I 30 het kenmerk, dat de inrichting is voorzien van een bodemorgaan en I bevestigingsmiddelen voor het aan het bodemorgaan bevestigen van het I 1 024 42 o I onderste uiteinde van de tenminste ene staander.
8. Inrichting volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat het bodemorgaan is voorzien van afstandhouders voor het op afstand van een ondergrond houden van het bodemorgaan.
9. Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies 5 tot en met 8, met het kenmerk, dat de positioneringsmiddelen een koppel orgaan omvatten voor het bij de bovenste uiteinden van de staanders koppelen van de staanders.
10. Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies, met 10 het kenmerk, dat het bodemorgaan een in hoofdzaak dichte bodem heeft en dat de inrichting is voorzien van een hijsorgaan waaraan de inrichting kan worden gehesen.
11. Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de positioneringsmiddelen verbindingselementen omvatten 15 voor het in hoofdzaak 1n een recht vlak onderling verbinden van een aantal staanders.
12. Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de begrenzingsorganen in het horizontaal vlak een langwerpige omtrek definiëren. 20 10 2442 0 *·· "Λ*
NL1024420A 2003-10-01 2003-10-01 Inrichting voor plantenkolom alsmede inrichting voor plantenwand. NL1024420C2 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1024420A NL1024420C2 (nl) 2003-10-01 2003-10-01 Inrichting voor plantenkolom alsmede inrichting voor plantenwand.

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1024420 2003-10-01
NL1024420A NL1024420C2 (nl) 2003-10-01 2003-10-01 Inrichting voor plantenkolom alsmede inrichting voor plantenwand.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1024420C2 true NL1024420C2 (nl) 2005-04-07

Family

ID=34617548

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1024420A NL1024420C2 (nl) 2003-10-01 2003-10-01 Inrichting voor plantenkolom alsmede inrichting voor plantenwand.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL1024420C2 (nl)

Cited By (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP1825745A3 (en) * 2006-02-27 2009-07-15 Terra, Boguslaw Albinowski Plant container assembly
DK201500203A1 (da) * 2015-04-01 2017-01-23 Triolife Aps In situ samlelig og/eller adskillelig oprejst konstruktion til håndtering og/eller opbevaring af planter, urter, m.m. i.
AT523628A4 (de) * 2020-05-20 2021-10-15 Habib Youssein Hochbeet

Citations (8)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
AU7854181A (en) * 1980-12-17 1982-06-24 Technosearch Pty. Limited Assembly kit for growth medium
AU578616B2 (en) * 1983-06-22 1988-11-03 Cyril Bernard Bramich Growing plants
US4896456A (en) * 1988-11-08 1990-01-30 Douglas Grant Plant supporting system
EP0364200A2 (en) * 1988-10-12 1990-04-18 Ladislav Stephan Karpisek A retainer for a growth supporting medium
DE3935433A1 (de) * 1989-10-20 1991-04-25 Menzel Hans C Stirnseitig offener pflanzkuebel
FR2733117A1 (fr) * 1995-04-20 1996-10-25 Greib Charles Tour de culture
FR2743257A1 (fr) * 1996-01-04 1997-07-11 Decoration Florale Dispositif pour la decoration florale au moyen de jardinieres surelevees
EP0958736A1 (en) 1998-05-12 1999-11-24 Garden Systems in 't kort GARSY Assembly of stacked plant containers

Patent Citations (8)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
AU7854181A (en) * 1980-12-17 1982-06-24 Technosearch Pty. Limited Assembly kit for growth medium
AU578616B2 (en) * 1983-06-22 1988-11-03 Cyril Bernard Bramich Growing plants
EP0364200A2 (en) * 1988-10-12 1990-04-18 Ladislav Stephan Karpisek A retainer for a growth supporting medium
US4896456A (en) * 1988-11-08 1990-01-30 Douglas Grant Plant supporting system
DE3935433A1 (de) * 1989-10-20 1991-04-25 Menzel Hans C Stirnseitig offener pflanzkuebel
FR2733117A1 (fr) * 1995-04-20 1996-10-25 Greib Charles Tour de culture
FR2743257A1 (fr) * 1996-01-04 1997-07-11 Decoration Florale Dispositif pour la decoration florale au moyen de jardinieres surelevees
EP0958736A1 (en) 1998-05-12 1999-11-24 Garden Systems in 't kort GARSY Assembly of stacked plant containers

Cited By (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP1825745A3 (en) * 2006-02-27 2009-07-15 Terra, Boguslaw Albinowski Plant container assembly
DK201500203A1 (da) * 2015-04-01 2017-01-23 Triolife Aps In situ samlelig og/eller adskillelig oprejst konstruktion til håndtering og/eller opbevaring af planter, urter, m.m. i.
AT523628A4 (de) * 2020-05-20 2021-10-15 Habib Youssein Hochbeet
AT523628B1 (de) * 2020-05-20 2021-10-15 Habib Youssein Hochbeet
DE102021112836A1 (de) 2020-05-20 2021-11-25 Habib Youssein Hochbeet

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US5251973A (en) Locker organizer or the like
US7967157B2 (en) Stillage for transport and display of articles
AU2006203576B2 (en) Storage device
US4795038A (en) Bottle rack
US4193351A (en) Display rack assembly
US20080197091A1 (en) Storage bin for use with shelving system
AU698123B2 (en) Multifaceted display stand
US6092333A (en) Plant container
US3711048A (en) Display holder for artificial flowers and the like
US20160135616A1 (en) Display Unit For Ball Mount Hitches
US8342343B2 (en) Free-standing, point-of-purchase display
US4122781A (en) Self service plant sales rack
RU2564211C2 (ru) Стол для продаж
US6230904B1 (en) Garment hanger packaging and display apparatus
NL1024420C2 (nl) Inrichting voor plantenkolom alsmede inrichting voor plantenwand.
US6837387B2 (en) Modular product display
US5713550A (en) Modular pedestal for vending machines
AU617593B2 (en) Radially expandable shelf display
WO1999048408A1 (en) Merchandising rack
US5394995A (en) Cascade rug display
NL9201392A (nl) Flessenhouder
US3941251A (en) Display fixture
NL1002155C2 (nl) Inrichting voor het ondersteunen van meerdere achter elkaar opgestelde planten.
JP6717002B2 (ja) ハンガー什器
EP0841029A2 (en) Display shelf system

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
V1 Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20100501