NL1024283C2

NL1024283C2 - Bloembaksamenstel.

Info

Publication number: NL1024283C2
Application number: NL1024283A
Authority: NL
Inventors: Johannes Theodorus Slingerland; Antonius Johanna Mari Loverbos; Hendricus Bernardus Joh Lamboo; Bernardus Johannes Leon Lamboo
Original assignee: Flitsco B V
Priority date: 2003-03-20
Filing date: 2003-09-12
Publication date: 2005-01-18
Also published as: DE602004015356D1; NL1024283A1; EP1460002A1; ATE402887T1; EP1460002B1; US7536828B2; US20040238396A1

Description

Titel: Bloembaksamenstel

De uitvinding heeft betrekking op een bloembaksamenstel. Dergelijke bloembaksamenstellen zijn met name bestemd voor gebruik op veilingen of dergelijke en dienen voor de opslag en het transport van snijbloemen.

5 De uitvinding verschaft een bloembaksamenstel omvattende een binnenbak en een binnenbakhouder, waarbij de binnenbak een bodemwand en ten minste één gesloten zijwand heeft zodanig dat deze althans ten dele vulbaar is met water, waarbij de binnenbakhouder ten minste één zijwand heeft en een open onder- en bovenzijde, waarbij de binnenbak is voorzien 10 van middelen met behulp waarvan de binnenbak losneembaar verbindbaar is met de binnenbakhouder.

Een dergelijk samenstel dat bij voorkeur geheel uit kunststof is vervaardigd, kan bijzonder stabiel worden uitgevoerd. Doordat de binnenbak en de binnenbakhouder losneembaar met elkaar verbindbaar 15 zijn, kunnen de binnenbakken en de binnenbakhouders los van elkaar worden opgeslagen, bijvoorbeeld door de binnenbakken nestgewijs in elkaar te stapelen en de binnnebakbouders nestgewijs in elkaar te stapelen.

Volgens een nadere uitwerking van de uitvinding kunnen de binnenbakhouder en de binnenbak zodanig zijn uitgevoerd dat op een 20 samenstel van een binnenbakhouder en een binnenbak een tweede binnenbakhouder omgekeerd plaatsbaar is, waarbij de naar beneden gerichte bovenzijde van de tweede binnenbak aangrijpt op een bovenzijde van de binnenbak, dan wel op de bovenzijde van de eerste binnenbakhouder.

De binnenbakhouder heeft dan een dubbele functie. Enerzijds kan 25 de binnenbakhouder een stabiele houder vormen voor een binnenbak, zodat omvallen van de binnenbak door de stabiele binnenbakhouder wordt voorkomen. Anderzijds kan een binnenbakhouder, wanneer deze omgekeerd is geplaatst op een samenstel van een binnenbakhouder en een binnenbak, 1024283 I 2 I een Bescherming vormen voor de boven de bovenzijde van de binnenbak I uitstekende snijbloemen.

Teneinde nog een derde functie aan de binnenbakhouder te verschaffen, kan volgens een nadere uitwerking van de uitvinding de I 5 binnenbakhouder zodanig zijn uitgevoerd dat op de tweede I binnenbakhouder een derde binnenbakhouder plaatsbaar is met de

I bovenzijde naar boven gericht, zodanig dat daarin weer een binnenbak I

I opneembaar is. I

I De tweede binnenbakhouder beschermt dan niet alleen de boven de

I 10 bovenzijde van de binnenbak uitstekende snijbloemen maar dient tevens als I

ondersteuning voor een tweede samenstel van een binnenbak en een I

I binnenbakhouder. Aldus kunnen derhalve met snijbloemen gevulde I

I samenstellen van binnenbakken met binnenbakhouders op elkaar worden I

I gestapeld. Dit levert een aanzienlijke ruimtebesparing op. Bovendien is het I

I 15 bijzonder gunstig dat deze stapelmogelijkheid geen extra onderdelen vereist. I

I Met de toch noodzakelijke binnenbak en binnenbakhouder wordt deze extra I

I functionaliteit verkregen. I

I Volgens een nadere uitwerking van de uitvinding verdient het de I

voorkeur dat de zijwanden van de binnenbakhouders gezien vanaf de I

I 20 onderzijde naar de bovenzijde enigszins taps naar elkaar toelopen, zodanig I

I dat de binnenbakhouders in elkaar nestbaar zijn. Dit leidt ertoe dat de I

I binnenbakhouder met een grote basis op de grond staat en dus een stabiele I

I opstelling verschaft. Ook voor de binnenbakken geldt dat volgens een I

I nadere uitwerking de zijwanden daarvan gezien vanaf een bovenzijde naar I

I 25 de bodemwand enigszins taps naar elkaar toelopen, zodanig dat de I

I binnenbakken in elkaar nestbaar zijn. Aldus kunnen zowel de I

I binnenbakken als de binnenbakhouders met weinig ruimtebeslag in geneste I

stapeling worden opgeslagen. - I

I Verder is het volgens een nadere uitwerking van de uitvinding I

30 gunstig wanneer in de ten minste ene zijwand van de binnenbakhouders ten I

I 1024283 3 minste één lichtdoorlaatopening is op genomen. Op die wijze wordt bewerkstelligd dat de snijbloemen in de onderste samenstellen van een stapel met snijbloemen gevulde bloembaksamenstellen toch op natuurlijke wijze worden belicht en belucht.

5 Nadere uitwerkingen van de uitvinding zijn beschreven in de volgconclusies en zullen hierna aan de hand van een aantal uitvoeringsvoorbeelden onder verwijzing naar de tekening verder worden verduidelijkt.

Fig. 1 toont een perspectiefaanzicht van een uitvoeringsvorm van 10 een aantal bloembaksamenstellen die zijn geplaatst op een dolly; fig. 2 toont een perspectivisch bovenaanzicht van een binnenbakhouder volgens een eerste uitvoeringsvoorbeeld van de uitvinding; fig. 3 toont een perspectivisch onderaanzicht van de in fig. 2 15 getoonde binnenbakhouder; fig. 4 toont een perspectivisch bovenaanzicht van een binnenbak van het eerste uitvoeringsvoorbeeld; fig. 5 toont een perspectivisch onderaanzicht van de in fig. 4 getoonde binnenbak; 20 fig. 6 toont een verticale langsdoorsnede van de in fig. 4 getoonde binnenbak; fig. 7 toont een verticale dwarsdoorsnede van de in fig. 4 getoonde binnenbak; fig. 8 toont een verticale langsdoorsnede van de in fig. 2 getoonde 25 binnenbakhouder; fig. 9 toont een verticale dwarsdoorsnede van de in fig. 2 getoonde binnenbakhouder; fig. 10 toont een perspectivisch gedeeltelijk opgewerkt aanzicht van een samenstel van een binnenbak en een binnenbakhouder van het eerste 1024283 I 4 I uitvoeringsvoorbeeld met een daarop omgekeerd geplaatste tweede binnenbakhouder; I Ëg. 11 toont in doorsnede in meer detail de wijze waarop de I binnenbak van het eerste uitvoeringsvoorbeeld is verbonden met de eerste I 5 en de tweede binnenbakhouder;

I Ëg. 12 toont een perspectivisch bovenaanzicht van een tweede I

I uitvoeringsvoorbeeld van de uitvinding, waarbij de binnenbakhouder zich in

I een eerste stand bevindt; I

Ëg. 13 toont een dergelijk bovenaanzicht als Ëg. 12, waarbij de I

I 10 binnenbakhouder zich in een omgekeerde tweede stand bevindt; I

I Ëg. 14 toont een vooraanzicht van de binnenbak van het in Ëg. 12 I

I weergegeven uitvoeringsvoorbeeld; I

I Ëg. 15 toont in doorsnede in meer detail de wijze waarop de I

I binnenbak van het in Ëg. 13 weergegeven uitvoeringsvoorbeeld aan de I

I 15 binnenbakhouder is gekoppeld; en I

Ëg. 16 toont een vooraanzicht van een lage en een hoge uitvoering I

I van een samenstel volgens de uitvinding. I

I Figuur 1 toont een zogenaamde Deense dolly 1 waarop een aantal I

I bloembaksamenstellen 2 volgens de uitvinding is afgebeeld. Een I

I 20 bloembaksamenstel volgens een eerste uitvoeringsvoorbeeld omvat een I

I binnenbak 3, die in detail is weergegeven in Ëguren 4, 5, 6 en 7, alsmede I

I een binnenbakhouder 4, die in detail is weergegeven in Ëguren 2, 3,8, 9. I

De binnenbak 3 van het eerste uitvoeringsvoorbeeld heeft een I

I bodemwand 5 en een viertal gesloten zijwanden 6, zodanig dat de binnenbak I

25 althans gedeeltelijk kan worden gevuld met water. Nabij de bovenzijde van I

I de zijwanden 6 zijn middelen voorzien met behulp waarvan de binnenbak 3 I

I verbindbaar is met de binnenbakhouder 4. Deze middelen omvatten een zich I

I in, in hoofdzaak in horizontale richting uitstrekkende omtrekswand 7 die I

I nabij een bovenrand 6a van de zijwanden van de binnenbak 3 met de I

I 30 binnenbak 3 is verbonden. De omtrekswand 7 is voorzien van ten minste I

I 1024283 5 één eerste nok 8. De nok 8 omvat een zich vanaf de omtrekswand 7 in neerwaartse richting uitstrekkend wanddeel dat zich over de gehele omtrek van de binnenbak uitstrekt. De omstrekswand 7 is ook nog voorzien van ten minste één tweede nok 9 die zich in opwaartse richting vanaf de 5 omtrekswand 7 uitstrekt en die is gelegen tegenover de eerste nok 8. Ook deze tweede nok 9 strekt zich over de gehele omtrek van de binnenhak 3 uit. De zijwanden 6 van de binnenbakken 3 lopen gezien vanaf een bovenzijde 'naar de bodemwand 5 enigszins taps toe, zodanigclat losse binnenbakken 3 in elkaar nestbaar zijn.

10 De binnenbakhouder 4 is in het eerste uitvoeringsvoorbeeld voorzien van vier zijwanden 10. Verder heeft de binnenbakhouder 4 een open onder- en bovenzijde. De zijwanden van de binnenbakhouder 4 lopen gezien vanaf de onderzijde naar de bovenzijde enigszins taps naar elkaar toe, zodanig dat losse binnenbakhouders 4 in elkaar nestbaar zijn.

15 Bovendien verschaft dat de binnenbakhouder 4 een stabiele basis, zodat vrijwel is uitgesloten dat deze omvalt. In de zijwanden 10 van de binnenbakhouder 4 zijn lichtdoorlaatopeningen 11 opgenomen. Nabij een bovenrand van de zijwanden 10 van de binnenbakhouder 4 zijn de zijwanden 10 voorzien van een dubbele wand 12,13 die tezamen een 20 uitsparing 14 bepalen. De uitsparing 14 is zodanig uitgevoerd dat daarin de eerste nok 8 of de tweede nok 9 van de binnenbak 3 opneembaar ie. De uitsparing of groef 14 strekt zich over de gehele omtrek van de binnenbakhouder 4 uit. Nabij de onderzijde van de zijwanden 10 wordt de onderrand bepaald door twee in hoofdzaak evenwijdig verlopende 25 binnenbakhouder-zijwanddelen 15, 16, meer in het bijzonder een binnenwanddeel 15 en een buitenwanddeel 16. Over een eerste deel A van de omtrek van de binnenbakhouder 4 steekt het binnenwanddeel 15 verder naar beneden uit dan het buitenwanddeel 16 terwijl over een tweede deel B van de omtrek het buitenwanddeel 16 verder naar benenden uitsteekt dan 30 het binnenwanddeel 15. In het eerste uitvoeringsvoorbeeld is de onderrand 1024283 I 6

van de binnenbakhouder 4 voorzien van twee eerste delen A en twee tweede I

delen B die complementair zijn, zodanig dat bij twee met de onderranden op I

I elkaar geplaatste binnenbakhouders 4 de eerste omtrek-delen A van de I

eerste binnenbakhouder 4 aanliggen tegen de tweede omtrek-delen B van de I

I 5 tweede binnenbakhouder 4'. Hierdoor wordt een stabiele zijdelings I

I opsluiting verkregen wanneer twee binnenbakhouders 4, 4' met de I

I onderranden op elkaar worden gestapeld, hetgeen is getoond in figuur 1 I

rechtsboven. I

I Figuur 11 toont een bloembaksamenstel van een binnenbakhouder I

I 10 4 en een daarin geplaatste binnenbak 3. Duidelijk zichtbaar is dat de I

I neerwaarts gerichte eerste nok 8 van de binnenbak 3 is opgenomen in de I

I uitsparing 14 van de binnenbakhouder 4. Op het getoonde samenstel is een I

I tweede binnenbakhouder 4' geplaatst en wel omgekeerd. Duidelijk zichtbaar I

is dat de uitsparing 14' van de tweede binnenbakhouder 4* de tweede nok 9 I

I 15 van de binnenbak 3 heeft opgenomen. Een en ander is in meer detail I

I weergegeven in figuur 11. De tweede binnenbak 4' beschermt de boven de I

I bovenrand van de binnenbak 3 uitstekende snijbloemen tegen beschadiging. I

I Bovendien biedt de tweede binnenbak 4' een ondersteuning voor een tweede, I

I op de tweede binnenbak 4' te plaatsen bloembaksamenstel, hetgeen is I

20 getoond in figuur 1 rechtsboven. I

Samenvattend kan worden gesteld dat bij het eerste I

I uitvoeringsvoorbeeld de binnenbakhouder 4 en de binnenbak 3 zodanig zijn I

I uitgevoerd dat op een samenstel van een binnenbakhouder 4 en een I

I binnenbak 3 een tweede binnenbakhouder 4' omgekeerd plaatsbaar is. De I

I 25 naar beneden gerichte bovenzijde van de tweede binnenbak 4'grijpt daarbij I

I op een bovenzijde van de binnenbak 3. Eventueel zou in een alternatieve I

uitwerking van de uitvinding de tweede binnenbak 4' kunnen aangrijpen op I

I een bovenzijde van de eerste binnenbakhouder 4. Verder is I

I binnenbakhouder 4 zodanig is uitgevoerd dat op de tweede I

I 30 binnenbakhouder 4' een derde binnenbakhouder 4” plaatsbaar is met de I

I 1024283 7 bovenzijde naar boven gericht, zodanig dat daarin weer een binnenbak 3" opneembaar is.

Het in figuren 12-15 weergegeven tweede uitvoeringsvoorbeeld 102 verschilt daarin van het eerste uitvoeringsvoorbeeld, dat de omtrekswand 5 107 van de bovenzijde van de binnenbak 103 is voorzien van slechts één omtreksnok 108 die zich in neerwaartse richting uitstrekt, hetgeen in fig. 15 duidelijk zichtbaar is. Genoemde omtrekswand 107 strekt zich bij dit uitvoeringsvoorbeeld taps naar genoemde omtreksnok 108 toe uit.

Bovendien is de binnenbakhouder 104 aan de bovenzijde slechts voorzien 10 van een zich in horizontale richting naar binnen toe uitstrekkende bovenrand 112. De onderrand van de binnenbakhouder 104 omvat een aantal vertandingen 121 om op een tegenoverliggende complementaire onderrand van een andere binnenbakhouder aan te grijpen. Twee binnenbakhouders 104 zijn met de onderranden stabiel op elkaar stapelbaar 15 door toepassing van deze complementaire vertandingen 121. Dergelijke vertandingen 121 kunnen op diverse manieren en in verschillende vormen zijn uitgevoerd. Verder is de binnenbakhouder 104 integraal voorzien van handvatten 122, welke eenvoudig worden verschaft door zich nabij de onderrand van de binnenbakhouder 104 uitstrekkende horizontale 20 uitsparingen 123.

De binnenbak 103 van het tweede uitvoeringsvoorbeeld 102 is, overeenkomstig de in fig. 1 getoonde stand van het eerste uitvoeringsvoorbeeld, losneembaar in de binnenbakhouder 104 plaatsbaar wanneer de binnenbakhouder 104 zich in een eerste stand bevindt. De 25 eerste stand van de binnenbakhouder 104 van het tweede uitvoeringsvoorbeeld is in fig. 12 weergegeven. Bij deze stand grijpt de omtreksnok 108 van de binnenbak 103 op een bovenzijde 112a van de bovenrand 112 van de binnenbakhouder 104 aan. De binnenbak 103 strekt zich hierbij in hoofdzaak binnen de binnenbakhouder 104 uit.

1024283

I 8 I

I Zoals duidelijk in figuren 13 en 15 zichtbaar is, kan de I

I binnenbakhouder 104 tevens in een omgekeerde tweede stand worden I

I gebruikt om de binnenbak 103 te houden. Daarbij rust de omtreksnok 108 I

I van de binnenbak 104 op de naar boven gekeerde onderzijde 112b van de I

I 5 bovenrand 112 van de binnenbakhouder, zodat de binnenbak 103 zich in I

I hoofdzaak onder de binnenbakhouder 104 uitstrekt. De binnenbakhouder I

I 104 kan zo bijvoorbeeld dienen als hulpmiddel voor het handmatig dragen I

I van de binnenbak 103, waarbij de binnenbakhouder 104 gemakkelijk aan de I

I handvatten 122 kan worden vastgehouden. Bovendien kan de I

I 10 binnenbakhouder 104 in de omgekeerde, in fig. 13 weergegeven stand I

I bescherming bieden aan de inhoud van de zich daaronder uitstrekkende I

I binnenbak 103 en/of een verlenging van de zijwanden van de binnenbak 103 I

I vormen. De in fig. 13 weergegeven stand van het samenstel kan eenvoudig I

I worden bereikt door de binnenbak 103 in de omgekeerde binnenbakhouder I

I 15 104 te plaatsen, waarbij de binnenbakhouder 104 vervolgens langs de I

I binnenbak 103 omhoog wordt getrokken totdat de omtreksnok 108 van de I

I binnenbak 103 op de onderzijde 112b van de bovenrand 112 van de I

I binnenbakhouder 104 rust. I

I Zoals fig. 13-15 tonen, is de binnenbak 103 van het tweede I

I 20 uitvoeringsvoorbeeld, in het bijzonder op de hoeken nabij de bovenzijde, I

I voorzien van een aantal aangrijpmiddelen, in het bijzonder verticale I

I klemnokken 120, om op de binnenbakhouder 104 aan te grijpen bij de in fig. I

I 13 getoonde stand van het samenstel 102. De aangrijpmiddelen 120 zijn bij I

I voorkeur ingericht om de binnenbakhouder 104 met een aangrijpkracht vast I

I 25 te houden die groter is dan het gewicht van de binnenbakhouder 104, zodat I

I de binnenbakhouder 104 gemakkelijk de in fig. 12 getoonde stand kan I

I behouden. Genoemde aangrijpmiddelen kunnen op verschillende manieren I

I zijn uitgevoerd en bijvoorbeeld klemmiddelen, klikmiddelen of dergelijke I

I omvatten. Daarnaast kunnen de binnenbak 103 en/of de binnenbakhouder I

I 30 104 bijvoorbeeld van dergelijke aangrijpmiddelen zijn voorzien. I

I 1024283 I

9

Het is duidelijk dat de uitvinding niet is beperkt tot het beschreven uitvoeringsvoorbeeld maar dat diverse wijzigingen binnen het raam van de uitvinding, zoals gedefinieerd door de conclusies, mogelijk zijn.

Zo kunnen de samenstellen in diverse vormen en afmetingen, 5 bijvoorbeeld met verschillende hoogtes, zijn uitgevoerd. Fig. 16 toont bijvoorbeeld een vooraanzicht van een lage uitvoering 102a en een hoge uitvoering 102b van een samenstel van een binnenbak en een binnenbakhouder volgens de uitvinding. In fig. 16 zijn voor de duidelijkheid slechts de binnenbakhouders 104a, 104b van de twee samenstellen 10 weergegeven. Bij voorkeur zijn de verschillende samenstellen 102a, 102b met elkaar combineerbaar. Hiertoe kunnen de verschillende binnenbakhouders 104a, 104b en/of binnenbakken bijvoorbeeld zijn voorzien van gelijke bovenzijdes en gelijke onderzijdes. Zo kan de binnenbakhouder 104a van het ene samenstel 102a bijvoorbeeld met de bovenzijde, in een 15 omgekeerde stand, op de bovenzijde van de binnenbakhouder 104b van het andere samenstel 102b stapelbaar zijn, hetgeen in fig. 15 met pijl W is aangegeven. Hetzelfde geldt voor het via onderzijden op elkaar plaatsen van de binnenbakhouders 104a, 104b, hetgeen met pijl V is aangegeven. Daarnaast kan een binnenbak van het ene samenstel 102a bijvoorbeeld in of 20 onder de binnenbakhouder 104b van het andere samenstel 102b worden vastgehouden.

25 1024283

Claims

10. CONCLUSIES

1. Bloembaksamenstel omvattende een binnenbak en een I I binnenbakhouder, waarbij de binnenbak een bodemwand en ten minste één I I gesloten zijwand heeft zodanig dat deze althans ten dele vulbaar is met I I water, waarbij de binnenbakhouder ten minste één zijwand heeft en een I I 5 open onder- en hovenzijde, waarbij de binnenbak is voorzien van middelen I I met behulp waarvan de binnenbak losneembaar verbindbaar is met de I binnenbakhouder. I

2. Bloembaksamenstel volgens conclusie 1, waarbij de I I binnenbakhouder en de binnenbak zodanig zijn uitgevoerd dat op een I 10 samenstel van een binnenbakhouder en een binnenbak een tweede I binnenbakhouder omgekeerd plaatsbaar is, waarbij de naar beneden I I gerichte bovenzijde van de tweede binnenbak aangrijpt op een bovenzijde I van de binnenbak, dan wel op de bovenzijde van de eerste binnenbakhouder. I

3. Bloembaksamenstel volgens conclusie 2, waarbij binnenbakhouder I I 15 zodanig is uitgevoerd dat op de tweede binnenbakhouder een derde I binnenbakhouder plaatsbaar is met de bovenzijde naar boven gericht, I I zodanig dat daarin weer een binnenbak opneembaar is. I

4. Bloembaksamenstel volgens één der voorgaande conclusies, I waarbij de zijwanden van de binnenbakhouders gezien vanaf de onderzijde I 20 naar de bovenzijde enigszins taps naar elkaar toelopen, zodanig dat de I binnenbakhouders in elkaar nestbaar zijn. I

5. Bloembaksamenstel volgens één der voorgaande conclusies, I waarbij de zijwanden van de binnenbakken gezien vanaf een bovenzijde I naar de bodemwand enigszins taps naar elkaar toelopen, zodanig dat de I I 25 binnenbakken in elkaar nestbaar zijn. I I 1024283

6. Bloembaksamenstel volgens één der voorgaande conclusies, waarbij in de ten minste ene zijwand van de binnenbakhouders ten minste één lichtdoorlaatopening is opgenomen.

7. Bloembaksamenstel volgens één der voorgaande conclusies, 5 waarbij de middelen met behulp waarvan de binnenbak verbindbaar is met de binnenbakhouder ten minste één zich ten minste in horizontale richting uitstrekkende omtrekswand omvat die nabij een bovenrand van de ten minste ene zijwand van de binnenbak met de binnenbak is verbonden, welke omtrekswand is voorzien van ten minste één eerste nok die aangrijpt 10 op een bovenrand bij de bovenzijde van de binnenbakhouder.

8. Bloembaksamenstel volgens conclusie 7, waarbij de nok een zich vanaf de omtrekswand in neerwaartse richting uitstrekkend wanddeel omvat dat zich over de gehele omtrek van de binnenbak uitstrekt

9. Bloembaksamenstel volgens conclusie 7 of 8, waarbij de nok 15 aangrijpt op een eerste uitsparing in een bovenrand bij de bovenzijde van de binnenbakhouder.

10. Bloembaksamenstel volgens conclusies 8 en 9, waarbij de eerste uitsparing in de bovenrand van de binnenbakhouder zich ook over de gehele omtrek van de binnenbakhouder uitstrekt.

11. Bloembaksamenstel volgens conclusie 9 of 10, waarbij de omstrekswand is voorzien van ten minste één tweede nok die zich in opwaartse richting vanaf de omtrekswand uitstrekt en die is gelegen tegenover de eerste nok en waarvan de configuratie zodanig is dat deze opneembaar is in de genoemde eerste uitsparing van een tweede 25 binnenbakhouder die omgekeerd op het samenstel van een binnenbak en een binnenbakhouder is geplaatst.

12. Bloembaksamenstel volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de onderrand van de binnenbakhouder zodanig is uitgevoerd dat twee met de onderranden op elkaar geplaatste binnenbakhouders een 30 stabiele stapeling vormen. 1024283 I 12

13. Bloembaksamenstel volgens conclusie 12, waarbij de onderrand I wordt bepaald door twee in hoofdzaak evenwijdig verlopende I binnenbakhouder-zijwanddelen, meer in het bijzonder een binnenwanddeel I en een buitenwanddeel, waarbij over een eerste deel van de omtrek van de I 5 binnenbakhouder het binnenwanddeel verder naar beneden uitsteekt dan I het buitenwanddeel terwijl over een tweede deel van de omtrek het I buitenwanddeel verder naar benenden uitsteekt dan het binnenwanddeel.

14. Bloembaksamenstel volgens conclusie 13, waarbij het eerste deel I en het tweede deel van de omtrek complementair zijn, zodanig dat bij twee I 10 met de onderranden op elkaar geplaatste binnenbakhouders het eerste I omtrek-deel van de eerste binnenbakhouder aanligt tegen het tweede I omtrek-deel van de tweede binnenbakhouder.

15. Bloembaksamenstel volgens één van de conclusies 12-14, waarbij I de onderrand van elke binnenbakhouder (104) is voorzien van ten minste I 15 één vertanding (121) om de binnenbakhouders (104) stabiel met de H onderranden op elkaar te stapelen.

16. Bloembaksamenstel volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de binnenbak en de binnenbakhouders een in hoofdzaak rechthoekige doorsnede hebben. I 20 17 Bloembaksamenstel volgens één van de voorgaande conclusies, I waarbij de binnenbak (103) losneembaar aan de binnenbakhouder (104) I verbindbaar is wanneer de binnenbakhouder (104) zich in een eerste stand I bevindt, waarbij de binnenbak (103) tevens losneembaar aan de I binnenbakhouder (104) verbindbaar is wanneer de binnenbakhouder (104) I 25 zich in een omgekeerde, tweede stand bevindt. I

18. Bloembaksamenstel volgens conclusie 17, waarbij de binnenbak I I (103) zich bij genoemde eerste stand van de binnenbakhouder (104) in I I hoofdzaak binnen de binnenbakhouder (104 uitstrekt, waarbij de binnenbak . I I (103) zich bij genoemde tweede stand van de binnenbakhouder (104) in I I 30 hoofdzaak daaronder uitstrekt. I I 1024283 I

19. Bloembaksamenstel volgens conclusie 17 of 18, waarbij het samenstel (103,104) is voorzien van aangrijpmiddelen (120) die zijn ingericht om de binnenbakhouder (104) bij genoemde tweede stand met een bepaalde aangrijpkracht aan de binnenbak (103) te koppelen, welke 5 aangrijpkracht groter is dan het gewicht van de binnenbakhouder (104).

20. Bloembaksamenstel volgens één van de voorgaande conclusies, voorzien van ten minste twee verschillende binnenbakhouders (104a, 104b) en/of binnenbakken met verschillende hoogtes, waarbij de verschillende binnenbakhouders (104a, 104b) bij voorkeur zijn voorzien van gelijke 10 bovenzijdes en gelijke onderzijdes, waarbij de verschillende binnenbakken bij voorkeur zijn voorzien van gelijke bovenzijdes en gelijke onderzijdes. 15 1024283