NL1014285C2 - Verpakking en werkwijze voor verpakken van bloemen en dergelijke. - Google Patents

Verpakking en werkwijze voor verpakken van bloemen en dergelijke. Download PDF

Info

Publication number
NL1014285C2
NL1014285C2 NL1014285A NL1014285A NL1014285C2 NL 1014285 C2 NL1014285 C2 NL 1014285C2 NL 1014285 A NL1014285 A NL 1014285A NL 1014285 A NL1014285 A NL 1014285A NL 1014285 C2 NL1014285 C2 NL 1014285C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
packaging
package
flowers
outer package
inner package
Prior art date
Application number
NL1014285A
Other languages
English (en)
Inventor
Tim Theodorus Maria There Bogt
Cornu Withagen
Original Assignee
Kappa De Zeeuw Golfkarton B V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Kappa De Zeeuw Golfkarton B V filed Critical Kappa De Zeeuw Golfkarton B V
Priority to NL1014285A priority Critical patent/NL1014285C2/nl
Priority to PCT/NL2001/000089 priority patent/WO2001058783A1/en
Priority to AU2001237799A priority patent/AU2001237799A1/en
Application granted granted Critical
Publication of NL1014285C2 publication Critical patent/NL1014285C2/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65DCONTAINERS FOR STORAGE OR TRANSPORT OF ARTICLES OR MATERIALS, e.g. BAGS, BARRELS, BOTTLES, BOXES, CANS, CARTONS, CRATES, DRUMS, JARS, TANKS, HOPPERS, FORWARDING CONTAINERS; ACCESSORIES, CLOSURES, OR FITTINGS THEREFOR; PACKAGING ELEMENTS; PACKAGES
    • B65D5/00Rigid or semi-rigid containers of polygonal cross-section, e.g. boxes, cartons or trays, formed by folding or erecting one or more blanks made of paper
    • B65D5/42Details of containers or of foldable or erectable container blanks
    • B65D5/44Integral, inserted or attached portions forming internal or external fittings
    • B65D5/52External stands or display elements for contents
    • B65D5/5206External stands for supporting the container in display position, e.g. easels, covers forming a support for the containers in the display position
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65DCONTAINERS FOR STORAGE OR TRANSPORT OF ARTICLES OR MATERIALS, e.g. BAGS, BARRELS, BOTTLES, BOXES, CANS, CARTONS, CRATES, DRUMS, JARS, TANKS, HOPPERS, FORWARDING CONTAINERS; ACCESSORIES, CLOSURES, OR FITTINGS THEREFOR; PACKAGING ELEMENTS; PACKAGES
    • B65D85/00Containers, packaging elements or packages, specially adapted for particular articles or materials
    • B65D85/50Containers, packaging elements or packages, specially adapted for particular articles or materials for living organisms, articles or materials sensitive to changes of environment or atmospheric conditions, e.g. land animals, birds, fish, water plants, non-aquatic plants, flower bulbs, cut flowers or foliage
    • B65D85/505Containers, packaging elements or packages, specially adapted for particular articles or materials for living organisms, articles or materials sensitive to changes of environment or atmospheric conditions, e.g. land animals, birds, fish, water plants, non-aquatic plants, flower bulbs, cut flowers or foliage for cut flowers

Landscapes

  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Botany (AREA)
  • Health & Medical Sciences (AREA)
  • Evolutionary Biology (AREA)
  • General Health & Medical Sciences (AREA)
  • Marine Sciences & Fisheries (AREA)
  • Toxicology (AREA)
  • Zoology (AREA)
  • Packging For Living Organisms, Food Or Medicinal Products That Are Sensitive To Environmental Conditiond (AREA)
  • Cartons (AREA)

Description

*
Titel: Verpakking en werkwijze voor verpakken van bloemen en dergelijke.
De uitvinding heeft betrekking op een verpakking voor bloemen en dergelijke. In het bijzonder heeft de uitvinding betrekking op een verpakking voor het met water verpakken van bloemen, welke verpakking bovendien geschikt 5 is voor het transporteren van de bloemen. Een dergelijke verpakking is uit de praktijk bekend.
Bij deze bekende verpakking wordt in een plastic emmer met een ronde doorsnede een hoeveelheid bloemen opgesteld, waarbij op de bodem van de emmer een laagje 10 water wordt aangebracht waarin de stelen van de bloemen steken. De emmer is voorzien van een enigszins uitstekende langsrand waarop een kartonnen koker is vastgezet die de bloemen omgeeft. Aan de bovenzijde wordt tijdens gebruik een kunststof deksel aangebracht, teneinde het boveneinde 15 af te sluiten. De koker heeft een vierkante dwarsdoorsnede, zodat een aantal van deze verpakkingen passend tegen elkaar kan worden geschoven, terwijl de ronde emmer een doorsnede heeft die iets groter is dan de lengte van de zijden van het vierkant, waarbij nabij de onderste langsrand kepen 20 zijn voorzien. Met deze kepen wordt de koker op de langsrand van de emmer vastgezet.
Deze verpakking heeft als nadeel dat tussen de emmer en de koker met name in de hoeken van de koker ruimten open blijven, waardoor water eenvoudig uit de emmer kan raken.
25 Bovendien ligt de onderste langsrand van de koker ongeveer ter hoogte van de bovenste langsrand van de emmer, waardoor een wankele, althans weinig stabiele verbinding wordt verkregen. Dit betekent dat de bloemen tijdens transport niet tegen de binnenzijde van de koker kunnen afsteunen 30 omdat dan de koker loskomt van de emmer. Voorts heeft deze verpakking als nadeel dat deze weinig stabiel kan worden opgesteld.
I ' ( j 1 0 '? ; ... Is „ 2
De uitvinding beoogt een verpakking van de in de inleiding beschreven soort, waarbij de genoemde nadelen zijn vermeden, met behoud van de voordelen daarvan. In het bijzonder beoogt de uitvinding een dergelijke verpakking 5 die stabiel is, eenvoudig kan worden gestapeld, althans in standaard colli kan worden opgenomen en waarmee de bloemen en het water eenvoudig kunnen worden verpakt en getransporteerd. Daartoe wordt een verpakking volgens de uitvinding gekenmerkt door de maatregelen volgens conclusie 10 1.
Bij een verpakking volgens de uitvinding wordt op verrassende wij ze gebruik gemaakt van het inzicht dat gebruik van een binnenverpakking en buitenverpakking met beide een rechthoekig, althans veelhoekig grondvlak, welke 15 passend over elkaar kunnen worden geschoven, tot een verpakking leidt die enerzijds bijzonder goed waterdicht is, in samengestelde toestand voor een goede bescherming van de bloemen zorgt en bijzonder stabiel is en anderzijds eenvoudig te openen is. De passende aansluiting van de 20 buitenverpakking op de binnenverpakking draagt er daarbij zorg voor dat een stabiele positionering wordt verkregen, waardoor de bloemen indien gewenst tegen de binnenzijde van de buitenverpakking kunnen afsteunen. Bovendien zorgt de recht-, althans meerhoekige vorm van de binnen- en 25 buitenverpakking ervoor dat een goede aansluiting kan worden bereikt tussen naast en achter elkaar opgestelde verpakkingen, waardoor een goed ruimtegebruik en een nog stabielere opstelling wordt verkregen. Ook kunnen daardoor relatief veel bloemen per door de verpakking ingenomen 30 oppervlak om de verpakking worden opgesteld. Immers, bij de bekende ronde emmer blijven de hoeken van de verpakking onbenut.
In een eerste voordelige uitvoeringsvorm wordt een verpakking volgens de uitvinding voorts gekenmerkt door de 35 maatregelen volgens conclusie 2.
3
Door de buitenverpakking uit te voeren zonder bodem kan deze vanaf de bovenzijde over de binnenverpakking worden geschoven wanneer daarin bloemen zijn opgenomen. Dit betekent dat de gevulde binnenverpakkingen met hun bodem op 5 een vaste ondergrond kunnen blijven staan, waardoor eenvoudig wordt verhinderd dat deze bijvoorbeeld kunnen vallen. Bovendien hoeven de gevulde, relatief zware binnenverpakkingen niet te worden getild en in de buitenverpakkingen te worden gebracht zoals bij de bekende 10 verpakking, hetgeen tijdrovend en zwaar is en een grote kans op ongelukken met zich meebrengt.
In nadere uitwerking wordt een verpakking volgens de uitvinding voorts gekenmerkt door de maatregelen volgens conclusie 4.
15 In deze uitvoeringsvorm wordt het voordeel bereikt dat bij stapeling van de verpakkingen de huls althans in hoofdzaak het gewicht van een bovenstaande verpakking kan dragen, terwijl ten minste het gewicht van de binnenverpakking van een onderstaande verpakking kan worden 20 gedragen door de bodem daarvan, waardoor een optimale ondersteuning kan worden verkregen. Daartoe kan bijvoorbeeld de hoogte van de buitenverpakking zodanig op de hoogte van de binnenverpakking zijn aangepast dat de onderste langsrand van de buitenverpakking ongeveer gelijk 25 ligt aan of een weinig boven de onderzijde van de bodem van de binnenverpakking. De bodem van een bovenstaande verpakking kan daarbij bovendien steunen op een afsluiting, indien aangebracht, van een onderstaande verpakking.
Bij een verpakking volgens de uitvinding zijn bij 30 voorkeur vastzetmiddelen voorzien voor het vastzetten, althans opsluiten van de binnenverpakking in de buitenverpakking. Met behulp van dergelijke vastzetmiddelen kan de positie van de binnenverpakking ten opzichte van de buitenverpakking eenvoudig worden vastgelegd.
4
In een voordelige uitwerking wordt een dergelijke uitvoeringsvorm van een verpakking volgens de uitvinding gekenmerkt door de maatregelen volgens conclusie 6.
Gebruik van nokken waarmee de afstand wordt bepaald 5 waarover de buitenverpakking ten opzichte van de binnenverpakking kan worden geschoven, biedt het voordeel dat de positie van de binnenverpakking ten opzichte van de buitenverpakking eenvoudig kan worden vastgelegd. Bij voorkeur worden de nokken gevormd in de wand van de 10 buitenverpakking, bij voorkeur gevouwen. Daardoor kunnen de nokken eenvoudig worden gevormd en wordt het uiterlijk en de waterdichtheid van de binnenverpakking niet nadelig beïnvloed.
In nadere uitwerking wordt een verpakking volgens de 15 uitvinding voorts gekenmerkt door de maatregelen volgens conclusie 8.
Bij deze uitvoeringsvorm kan de buitenverpakking rechtstandig over de binnenverpakking worden geschoven, zodanig dat bloemen in de binnenverpakking daardoor worden 20 afgedekt, terwijl de binnenverpakking in een "ondersteboven1 opgestelde buitenverpakking kan worden geschoven en door de nokken of dergelijke middelen kan worden gedragen. In deze toestand staan bloemen in de binnenverpakking vrij tentoongesteld, op een aantrekkelijke 25 hoogte.
In een nadere voordelige uitvoeringsvorm wordt een verpakking volgens de uitvinding gekenmerkt door de maatregelen volgens conclusie 11.
Gebruik van een bandvormig element dat om de 30 buitenvarpakking kan worden aangebracht biedt het voordeel dat de binnenverpakking eenvoudig in de buitenverpakking kan worden opgesloten, zonder dat daardoor beschadiging van de buitenverpakking optreedt. Ook na openen van de verpakking is daardoor een aangenaam uiterlijk van zowel de 35 binnenverpakking als de buitenverpakking behouden.
Bovendien kan met een dergelijk bandelement de bovenzijde Ü i 4· d Ö vh-df 5 van de buitenverpakking worden gesloten, bijvoorbeeld omdat daarmee sluitflappen kunnen worden dichtgedrukt en dichtgehouden.
Bij voorkeur is ten minste een gedeelte van de wand 5 van de buitenverpakking zodanig uitgevoerd dat een gedeelte van de binnenverpakking bij samengestelde toestand, waarbij de buitenverpakking over de binnenverpakking is aangebracht, vanaf de buitenzijde zichtbaar is, anders dan de bodem. Hierdoor kan op eenvoudiger wijze de 10 binnenverpakking in, althans aan de buitenverpakking worden vastgezet. Immers, een bandvormig vastzetelement kan dan direct op genoemd zichtbaar gedeelte aangrijpen, zowel als langs de bodem van de binnenverpakking en langs de buitenzijde van de buitenverpakking.
15 Een binnenverpakking voor een verpakking volgens de uitvinding is bij voorkeur voorzien van een vakverdeling.
Daardoor kunnen bloemen eenvoudig groepsgewijs in de binnenverpakking worden opgesteld, waarbij door de vakverdeling wordt verhinderd dat de bloemen uitglijden 20 langs de bodem van de binnenverpakking. Met name wanneer de binnenverpakking open, dat wil zeggen onafgedekt is opgesteld, is dit een voordeel, vooral ook dan wanneer een gedeelte van de binnendoos niet (meer) met bloemen is gevuld. Immers, de (overgebleven) bloemen kunnen dan 25 steunen tegen wanddelen van de binnenverpakking en tegen de wanden van de vakken en niet wegglijden. Overigens kan ook een stroeve bedekking van de bodem daaraan bijdragen, of een bodem waarin de stelen van de bloemen kunnen steken, zoals een laag karton dat vocht kan opnemen.
30 De binnenverpakking en de buitenverpakking zijn bij voorkeur vervaardigd uit karton. In het bijzonder is daarbij bij voorkeur de binnenverpakking vervaardigd uit gecoat, watervast massief karton, waarbij de buitenverpakking bij voorkeur is vervaardigd uit 35 golfkarton. Daardoor wordt op eenvoudige wijze een inytegraal recyclebare, althans weg te werpen verpakking k.
6 verkregen waarvan de binnenverpakking watervast is en waarvan de buitenverpakking relatief goedkoop en licht is, hetgeen met name ook van belang is vanwege transportkosten, in het bijzonder luchtvrachtkosten.
5 De uitvinding heeft voorts betrekking op een werkwijze voor het verpakken van bloemen en dergelijke, gekenmerkt door de maatregelen volgens conclusie 16.
Met een dergelijke werkwijze kunnen op eenvoudige wijze bloemen en dergelijke worden verpakt en gereedgemaakt 10 worden voor vervoer, in het bijzonder per vliegtuig.
De uitvinding heeft voorts betrekking op een werkwijze voor het transporteren van bloemen en dergelijke, gekenmerkt door de maatregelen volgens conclusie 20 en op het gebruik van een verpakking, in het bijzonder volgens de 15 uitvinding, voor het verpakken, transporteren en uitstallen van bloemen en dergelijke, gekenmerkt door de maatregelen volgens conclusie 19 of 20.
In de verdere volgconclusies zijn nadere, voordelige uitvoeringsvormen beschreven van een verpakking, werkwijze 20 en gebruik volgens de uitvinding.
Ter verduidelijking van de uitvinding zullen uitvoeringsvoorbeelden van een verpakking, werkwijze en gebruik worden beschreven aan de hand van de tekening.
Daarin toont: 25 fig. 1 een perspectivisch aanzicht van een verpakking volgens de uitvinding, in gesloten toestand; fig. 2 een perspectivisch aanzicht van een verpakking volgens fig. 1, in geopende toestand.
Fig. 3 een doorgesneden zijaanzicht van een 30 verpakking volgens fig. 1 en 2, in uitstaltoestand; fig. 4 een plano voor een vakverdeling voor een verpakking volgens de uitvinding en een daaruit gevouwen vakverdeling; fig. 5 een plano voor een binnenverpakking volgens 35 de uitvinding; en fig. 6 een plano voor een buitenverpakking volgens de uitvinding; ‘'Ui'1'* {·· -.j 7 figuur 7 toont een bovenaanzicht van een eerste planodeel van een alternatieve uitvoering van een vakverdeling; en figuur 8 toont een tweede planodeel voor die 5 alternatieve vakverdeling.
In deze beschrijving hebben gelijke of corresponderende delen gelijke of corresponderende verwijzingscijfers. In de getoonde uitvoeringsvoorbeelden hebben de verpakkingen een rechthoekig grondvlak, althans 10 in verticale projectie, met zodanige afmetingen dat deze in dichte stapeling op een standaard pallet of dergelijke collie kunnen worden opgenomen. Zo kunnen de verpakkingen bijvoorbeeld een grondvlak hebben van 20(n) * 30(m) cm, waarbij n en m integers zijn. In de getoonde 15 uitvoeringsvoorbeelden zijn een binnenverpakking en buitenverpakking gevouwen uit kartonnen plano's; de binnenverpakking bij voorkeur uit met bijvoorbeeld polyetheen waterdicht gecoat massief karton, de buitenverpakking uit licht en relatief stijf golfkarton.
20 Daardoor is een monoverpakking verkregen die voldoet aan de verschillende verpakkingsconvenanten, milieuvriendelijk en goed recyclebaar is. Bovendien is een dergelijke verpakking stevig en licht, hetgeen hem bijzonder geschikt maakt voor transport en opslag, in het bijzonder voor luchttransport. 25 Evenwel zal het duidelijk zijn dat ook andere materialen kunnen worden toegepast, bijvoorbeeld metaal of kunststof, waarbij ook andere vervaardigingstechnieken kunnen worden toegepast, bijvoorbeeld dieptrekken, vacuumvormen of spuitgieten.
30 In fig. 1 is in perspectivisch bovenaanzicht een verpakking 1 volgens de uitvinding getoond, omvattende een in hoofdzaak hoed- of hulsvormige buitenverpakking 2 en een bakvormige binnenverpakking 4. Hoed- of hulsvormig dient in deze begrepen te worden als ten minste omvattende een 35 buitenverpakking 2 die vier haaks op elkaar staande zijwandvlakken 6 omvat, onderling verbonden in ribben 8 en 8 voorzien van een afsluitmiddelen zoals flappen 10 of een deksel aan het boveneinde 12, terwijl het tegenovergelegen ondereinde 14 althans gedeeltelijk open is. In de in fig. 1-3 getoonde uitvoeringsvorm is de buitenverpakking 2 aan 5 het ondereinde 14 geheel open. De binnenafmetingen van de buitenverpakking 2, gezien evenwijdig aan het grondvlak, in het bijzonder aan de bodem 16 van de binnenverpakking 4 zijn zodanig gekozen dat de buitenverpakking 2 in de richting P als getoond in fig. 2 passend kan worden 10 geschoven over de binnenverpakking 4, met het ondereinde 14 in de opschuifrichting P voorliggend. De binnenzijde van de buitenverpakking 2 komt daarbij aan te liggen tegen de buitenzijde van de langswand 18 van de binnenverpakking 4. Daardoor wordt verschuiving of kanteling van de 15 buitenverpakking 2 ten opzichte van de binnenverpakking 4 in elke richting behalve de opschuifrichting P en de daaraan tegengestelde richting eenvoudig doch doeltreffend verhinderd.
Zoals duidelijk blijkt uit fig. 3 is de hoogte van 20 de buitenverpakking 2 aanmerkelijk groter dan de hoogte van de binnenverpakking 4. Op een afstand H van het ondereinde 14, welke afstand H overeenkomt met de hoogte van de binnenverpakking 4 is in de ribben 8 van de buitenverpakking 2 een viertal nokken 22 gevormd die zich 25 binnenwaarts uitstrekken. Daartoe is in de plano waaruit de buitenverpakking 2 is vervaardigd telkens een snede 24 aangebracht die de betreffende ribbe 8 snijdt, waarbij zich vanaf de einden van elke snede 24 een vouwlijn 26 uitstrekt, welke vouwlijnen 26 samenkomen in de betreffende 30 ribbe 8 in een punt 28 aan de van het ondereinde 14 van de buitenverpakking 2 afgekeerde zijde van de snede 24. Bij de uit de plano gevouwen buitenverpakking 2 is het tussen de snede 24 en genoemd punt 28 gelegen deel van de betreffende ribbe 8 vervolgens binnenwaarts weggedrukt, waardoor de 35 gewenste nok 22 is gevormd. Deze nok 22 heeft twee door de snede 24 bepaalde vrije randen 30 die naar het ondereinde .1 -i,* 9 14 zijn gekeerd en ten minste een tweetal functies hebben waarop nog wordt teruggekomen.
In de in fig. 1 getoonde toestand is een vastzetmiddel in de vorm van een bandvormig element, in het 5 bijzonder een spanband 32 rond de buitenverpakking 2 en de binnenverpakking 4 aangebracht. Dergelijke spanbanden zijn op zichzelf bekend en kunnen bijvoorbeeld met behulp van een rastverbinding worden gesloten en worden gespannen. In de onderste langsrand 34 van de buitenverpakking 2 zijn aan 10 twee tegenover elkaar gelegen zijden uitsparingen 36 aangebracht, waardoorheen een gedeelte van de langswand van de binnenverpakking 4 zichtbaar is. De spanband 32 ligt in deze uitsparingen aan tegen de betreffende delen van de langswand van de binnenverpakking 4, althans tegen de 15 overgang daarvan naar de bodem 16, waardoor een goede klemming van de binnenverpakking 4 wordt verkregen.
Opgemerkt zij dat de spanband 32 ook over de zijwanden kan verlopen die niet zijn voorzien van uitsparingen 36. Voorts zijn handvatten 38 voorzien in de vorm van uitsparingen, 20 waarmee de verpakking 1 kan worden opgenomen.
De bovenste langsrand 40 van de binnenverpakking 4 ligt in de in fig. 1 getoonde toestand aan tegen de vrije randen 30 van de nokken 22, waardoor de buitenverpakking 2 niet verder over de binnenverpakking 4 kan worden 25 geschoven. De onderste langsrand 34 van de buitenverpakking 2 ligt daarbij ongeveer gelijk met het vlak van de bodem 16 van de binnenverpakking 4. Hierdoor wordt de binnenverpakking 4 effectief opgesloten en vastgezet binnen de buitenverpakking 2, terwijl zich boven de binnendoos 30 uitstrekkende producten zoals bloemen 42 vrij blijven van de sluitmiddelen 10 en eventueel kunnen afsteunen tegen de binnenzijde van de wanddelen 6 van de buitenverpakking 2.
In de in de figuren 2-5 getoonde uitvoeringsvormen is de binnenverpakking 4 gedeeltelijk gevuld met tulpen. Het zal 35 duidelijk zijn dat de hele binnenverpakking 4 op een dergelijke wijze kan worden gevuld, waarbij ook andere
. '·_> * r ... L
10 bloemen of dergelijke kunnen worden opgenomen. Verpakkingen volgens de uitvinding kunnen eenvoudig worden gestapeld, waarbij de langswanden 6 van de buitenverpakkingen 2 op elkaar rusten terwijl de bodem 16 van de binnenverpakkingen 5 4 van een bovenstaande verpakking 1 rust op de sluitflappen 10 van een onderstaande verpakking en aldus de krachten goed worden verdeeld.
Zoals getoond in figuur 3 is in de binnenverpakking 4 een laag water 44 opgenomen voor behoud van de kwaliteit 10 van de bloemen tijdens opslag en transport. De hoogte H van de binnenverpakking 4 is bij voorkeur zodanig gekozen dat het zwaartepunt van de bloemen nabij of onder de bovenste langsrand 40 is gelegen. In de binnenverpakking 4 is een vakverdeling 46 aangebracht, zodat verschillende vakken 48 15 zijn gevormd waarin bloemen 42 kunnen worden opgesteld. De vakken 48 zorgen daarbij voor goede ondersteuning van de bloemen 42, ook wanneer de binnenverpakking 4 slechts gedeeltelijk is gevuld. Met name wordt verhinderd dat de bloemen 42 kunnen wegglijden. Daartoe kan op de bodem 16 20 van de binnenverpakking 4 ook een bekleding zijn aangebracht waarin de einden van de bloemen 42 kunnen drukken, zodat wegglijden wordt verhinderd, waarbij een stroeve bedekking de voorkeur geniet. In figuur 6 zijn een plano 50 en een daaruit opgezette vakverdeling 46 getoond 25 in een voordelige uitvoeringsvorm. Het zal evenwel duidelijk zijn dat op elke gewenst wijze een dergelijke vakverdeling kan zijn voorzien, waarbij ook een ander aantal dan vier vakken 48 kan zijn aangebracht.
In figuur 3 is in doorgesneden zijaanzicht een 30 verpakking 1 volgens de uitvinding getoond, in een uitstaltoestand. Daarbij is de buitenverpakking 2 ondersteboven opgesteld, dat wil zeggen dat deze bijvoorbeeld op een vloer V is opgesteld, rustend op de sluitflappen 10, zodanig dat het open ondereinde 14 naar 35 boven is gekeerd. Vanaf genoemd open einde 14 is de binnenverpakking 4 rechtstandig terug in de 11 buitenverpakking 2 geschoven, zodanig dat deze met de bodem 16 rust op de vrije randen 30 van de nokken 22. Daarbij ligt de bovenste langsrand 40 ongeveer gelijk aan de onderste langsrand 34 van de buitenverpakking 2. De bloemen 5 42 steken daarbij uit boven het genoemde open einde 14 en bieden daarbij een aantrekkelijk uiterlijk en zijn goed bereikbaar. Uiteraard kan de binnenverpakking 4 ook op een rechtop opstelde buitenverpakking 2 worden geplaatst of direct op de vloer V zodat met een aantal van deze 10 verpakkingen 1 een goede uitstalling van bloemen kan worden verkregen.
In figuur 5 is een plano 52 getoond, van met bijvoorbeeld polyetheen gecoat massief karton, waaruit de binnenverpakking 4 kan worden gevouwen. Deze plano 52 omvat 15 een bodemvlak 16a met daaraan via zich aan tegenovergelegen zijden evenwijdig aan elkaar uitstrekkende eerste vouwlijnen 54 verbonden eerste langswandflappen 18a, terwijl langs de overgebleven zijden van het bodemvlak 16a tweede langswandflappen 18b daarmee zijn verbonden via 20 tweede .vouwlijnen 56. De eerste langswandflappen 18a en tweede langswandflappen 18b zijn onderling verbonden door hoekflappen 58, welke vierkant zijn en zijn voorzien van een zich vanaf het bodemvlak 16a uitstrekkende, diagonaal verlopende derde vouwlijn 60. De eerste vouwlijn 54 en 25 tweede vouwlijn 56 strekken zich haaks op elkaar uit tot langs de hoekflappen 58. Uit de plano 52 kan de binnenverpakking 4 worden gevouwen door de diagonale derde vouwlijnen 60 naar binnen te drukken, zodanig dat de aan weerszijden gelegen driehoekige delen van de hoekflappen 58 30 tegen elkaar komen te liggen. Daardoor zullen de eerste langswandflappen 18a en tweede langswandflappen 18b begrenzende delen van de eerste resp. tweede vouwlijn 54, 56 tegen elkaar komen te liggen, waardoor de langswandflappen 18a, b zich haaks op het bodemvlak 16a 35 zullen uitstrekken. Vervolgens worden de samengevouwen hoekflappen 58 tegen de binnenzijde van de eerste 1 01 42 8 5** 12 langswandflappen 18a gevouwen en daartegen vastgezet, bij voorbeeld door lijmen of met een klemnietje of dergelijke. Alsdan is de binnenverpakking 4 gevormd en gereed voor het opnemen van een vakverdeling 46, indien gewenst.
5 In figuur 4 is aan de bovenzijde een plano 50 getoond waaruit een vakverdeling 46 kan worden gevouwen als getoond in figuur 6 onder. De plano 50 heeft een in hoofdzaak rechthoekige vorm met een breedte B die overeenkomt met de breedte van het bodemvlak 16a van de 10 plano 52. In de breedterichting strekt zich een middelste vouwlijn 62 uit, met aan weerszijden daarvan een eerste bodemvouwlijn 64. De afstand tussen de middelste vouwlijn 62 en de eerste bodemvouwlijn 64 is gelijk aan de gewenste hoogte van de vakverdeling 46. Aan de van de middelste 15 vouwlijn 62 afgekeerde zijde van elke eerste bodemvouwlijn 64 is, evenwijdig daaraan, een tweede bodemvouwlijn 66 voorzien, op een afstand daarvan die enigszins kleiner is dan de halve lengte van het bodemvlak 16a van de plano 52. Tussen elke eerste bodemvouwlijn 64 en de naastgelegen 20 tweede bodemvouwlijn 66 is een bodemflap 68 ingesloten, tussen de middelste vouwlijn 62 en elke naastgelegen eerste bodemvouwlijn 64 een wandflap 70. De wandflappen 70 zijn gelijk aan elkaar en gespiegeld ten opzichte van het midden M van de plano 50. Elke wandflap 70 omvat een eerste 25 wandflapdeel 72 met een breedte K die enigszins groter is dan de helft van de breedte B van de plano 50. Het eerste wandflapdeel 72 is via een wandflapvouwlijn 74 verbonden met een tweede wandflapdeel 76 met een breedte R, welke enigszins kleiner is dan het overblijvende deel van de 30 breedte B. De wandflapvouwlijn 74 strekt zich uit haaks op de middelste vouwlijn 62. Het tweede wandflapdeel 76 is, afgezien van de wandflapvouwlijn 74 losgesneden uit de plano 50, via de middelste vouwlijn 62, de begrenzende eerste bodemvouwlijn 64 en een zich daarop haaks 35 uitstrekkende snijlijn 78. Het overblijvende deel van de wandflap 70 vormt een derde wandflapdeel 80 dat de 1 π : ; .
r „· · · «** 13 middelste vouwlijn 62 verbindt met de betreffende naastgelegen eerste bodemvouwlijn 64. Het zich tussen de wandflapvouwlijnen 74 uitstrekkende deel van de middelste vouwlijn 62 verbindt de eerste wandflapdelen 72. Zoals 5 blijkt uit de opgezette toestand van de vakverdeling 46 als getoond in figuur 4 kunnen .de wandflappen 70 tegen elkaar worden gevouwen, zodanig dat de eerste bodemvouwlijnen 64 tegen elkaar liggen. Schraagflappen 82 zijn via de tweede bodemvouwlijnen 66 met de bodemflappen 68 verbonden en 10 kunnen enigszins omhoog worden gevouwen. In elke schraagflap 82 is ongeveer in het midden een sleuf 84 voorzien. Wanneer de vakverdeling 46 in de binnenverpakking 4 wordt gedrukt zullen de schraagflappen 82 enigszins omhoog worden gedrukt zodat deze zich hellend tegen de 15 betreffende langswandelen 18 zullen uitstrekken. De genoemde bodemvouwlijnen 64 worden daarbij tegen elkaar gedrukt. Vervolgens kunnen de tweede wandflapdelen 76 langs de wandflapvouwlijnen 74 van de tegenovergelegen wandflap 70 worden weggezwenkt, zodanig dat een vrij einde daarvan 20 in de sleuf 84 wordt opgenomen en aldus wordt vastgezet.
Hierdoor is op eenvoudige wijze de gewenste vakverdeling 46 verkregen.
In figuur 6 is een plano 86 getoond waaruit een buitenverpakking 2 kan worden gevouwen. Deze plano 86 omvat 25 een viertal langswandvlakken 6, onderling verbonden door zich evenwijdig uitstrekkende ribben 8 als vouwlijnen. De reeds besproken snijlijnen 24 en vouwlijnen 26 zijn daarin aangebracht. Via de in figuur 8 ter rechter zijde getoonde ribben 8 zijn lijmflappen 88, 90 aangebracht, welke tegen 30 het ter linker zijde gelegen wandflapdeel 6 kunnen worden gelijmd. Langs de bovenzijde 12 is een vouwlijn 92 voorzien die zich over de volle breedte van de plano 86 uitstrekt, via welke vouwlijn 92 twee sluitflappen 10 en twee hulpsluitflappen 10a met de naastgelegen wanddelen 6 zijn 35 verbonden. Het zal voor de vakman direct duidelijk zijn hoe uit deze plano 86 de buitenverpakking 2 kan worden opgezet.
14
In plaats van de vakverdeling die is getoond in figuur 4, kan gebruik worden gemaakt van een alternatieve vakverdeling waarvan de planodelen zijn weergegeven in figuren 7 en 8. Het eerste planodeel is voorzien van een 5 viertal flappen 100, 101, 102, 103 die door vouwlijnen 104, 105, 106 met elkaar zijn verbonden. De middelste vouwlijn 105 wordt bij het opzetten van de vakverdeling omhoog getrokken zodanig dat de flappen 101 en 102 tegen elkaar aan komen te liggen. De flappen 100 en 103 strekken zich in 10 het horizontale vlak uit en worden op de bodem van de binnenverpakking geplaatst. In de verticaal opstaande flappen 101, 102 is een inkeping 107 aangebracht waarin het tweede planodeel 108 dat is weergegeven in figuur 8 kan worden geschoven. Ook dit planodeel 108 is voorzien van een 15 inkeping 109. Beide inkepingen 107, 108 kunnen in elkaar grijpen, zodat na plaatsing van het tweede planodeel 108 op het eerste planodeel een soortgelijke vakverdeling wordt verkregen als weergegeven in figuur 4, zij het dat de waterdichtheid van de uit twee planodelen opgebouwde 20 vakverdeling beter is gewaarborgd.
De uitvinding is geenszins beperkt tot de in de figuren en de beschrijving getoonde en beschreven uitvoeringsvoorbeelden. Vele variaties daarop zijn mogelijk binnen het raam van de door de conclusies geschetste 25 uitvinding.
Zo kan de buitenverpakking 2 op andere wij ze worden gesloten, bij voorbeeld door daarop een los deksel aan te brengen. Ook kunnen, zoals aangegeven, andere materialen worden toegepast. Voorts kan worden afgezien van de 30 vakverdeling in de binnenverpakking of kan deze op andere wijze worden aangebracht, terwijl bovendien de binnenverpakking met plakband of dergelijke kleefmiddelen aan de buitenverpakking kan worden vastgezet, nabij de onderste langsrand, waardoor van het spanelement kan worden 35 afgezien of ter ondersteuning daarvan. De verpakkingen 1 volgens de uitvinding kunnen worden gestapeld op pallets of 1 U · · ..
15 dergelijke of worden opgenomen in containers en aldus worden vervoerd, bij voorbeeld per vliegtuig, waarbij de bloemen in goede conditie worden gehouden met behulp van het water. Uiteraard kunnen ook andere middelen daartoe 5 worden gebruikt, zoals oase of dergelijke. De verpakkingen kunnen in vlakke toestand worden aangevoerd en direct voorafgaand aan gebruik worden opgezet, doch kunnen ook reeds opgezet worden aangevoerd.
10142851

Claims (20)

1. Verpakking voor bloemen en planten, omvattende een bakvormige binnenverpakking en een hulsvormige buitenverpakking, waarbij de binnenverpakking is uitgevoerd in waterdicht materiaal, zodanig dat daarin een laag water 5 kan worden opgenomen, waarbij de buitenverpakking passend in of over de binnenverpakking kan worden geschoven, aan een boveneinde is voorzien van sluitmiddelen en een hoogte heeft die groter is dan de hoogte van de binnenverpakking, waarbij tijdens gebruik bloemen staand in genoemde laag 10 water in de binnenverpakking kunnen worden opgesteld en daarbij tegen de binnenzijde van de buitenverpakking en/of tegen de wand van de binnenverpakking kunnen steunen en alzijdig zijn ingesloten en waarbij de binnenverpakking en de buitenverpakking een in hoofdzaak rechthoekig, althans 15 veelhoekig grondvlak hebben.
2. Verpakking volgens conclusie 1, waarbij de buitenverpakking zonder bodem is uitgevoerd, zodanig dat deze vanaf de bovenzijde over de binnenverpakking kan worden geschoven, in het bijzonder ook wanneer daarin 20 bloemen zijn opgesteld.
3. Verpakking volgens conclusie 1 of 2, waarbij in samengestelde toestand de binnenzijde van de buitenverpakking passend aanligt tegen althans een gedeelte van de buitenzijde van de langswand van de 2. binnenverpakking.
4. Verpakking volgens een der voorgaande conclusies, waarbij tijdens gebruik de onderzijde van de buitenverpakking ongeveer ligt ter hoogte van de onderzijde van de binnenverpakking, zodanig dat de verpakking althans 30 gedeeltelijk kan staan op de bodem van de binnenverpakking doch bij stapelen van de verpakking op vergelijkbare verpakkingen ten minste mede kan afsteunen op de buitenverpakking. i O i S· O i λ '· - ¾
5. Verpakking volgens een der voorgaande conclusies, waarbij vastzetmiddelen zijn voorzien waarmee de binnenverpakking ten opzichte van de buitenverpakking kan worden vastgezet.
6. Verpakking volgens conclusie 5, waarbij de buitenverpakking in een opschuifrichting over de binnenverpakking schuifbaar is in de richting van de bodem daarvan, waarbij de vastzetmiddelen nokken omvatten waardoor de afstand waarover de buitenverpakking over de 10 binnenverpakking schuifbaar is wordt begrensd tot een uiterste stand, bij voorkeur zodanig dat in een dergelijke uiterste stand de in opschuifrichting voorliggende langsrand van de buitenverpakking ongeveer gelijk ligt met de bodem van de binnenverpakking.
7. Verpakking volgens conclusie 6, waarbij de nokken zijn gevormd in de wand van de buitenverpakking, bij voorkeur dóór vouwen.
8. Verpakking volgens conclusie 6 of 7, waarbij de binnenverpakking met de bodem voorliggend in de 20 buitenverpakking kan worden geschoven, vanaf de zijde van genoemde langsrand, tegen de opschuifrichting in, tot aan de nokken, waarbij de buitenverpakking op het boveneinde kan worden opgesteld, zodanig dat de binnenverpakking door de buitenverpakking wordt gedragen.
9. Verpakking volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de buitenverpakking aan de bovenzijde is voorzien van sluitflappen waarmee de verpakking afsluitbaar is.
10. Verpakking volgens conclusie 5 en een der conclusies 6-9, waarbij de vastzetmiddelen klem- of kleefmiddelen 30 omvatten voor het opsluiten van de binnenverpakking in de buitenverpakking.
11. Verpakking volgens conclusie 10, waarbij de klem- of kleefmiddelen ten minste een bandvormig element, in het bijzonder een spanband omvatten die tijdens gebruik de 35 buitenverpakking en ten minste de bodem van de binnenverpakking omspant. 1 o ' · · F V 1 -V ·
12. Verpakking volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de binnenverpakking is voorzien van een vakverdeling.
13. Verpakking volgens een der voorgaande conclusies, 5 waarbij de binnenverpakking en de buitenverpakking zijn vervaardigd uit karton.
14. Verpakking volgens conclusie 13, waarbij de binnenverpakking is vervaardigd uit gecoat, watervast massief karton, waarbij de buitenverpakking bij voorkeur is 10 vervaardigd uit golfkarton.
15. Verpakking volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de buitenverpakking en de binnenverpakking een in hoofdzaak rechthoekige doorsnede hebben, zodanig dat een matrix van dergelijke verpakkingen dichtgestapeld in een 15 standaard collirooster past.
16. Werkwijze voor het verpakken van bloemen en dergelijke, waarbij in een aan de bovenzijde open binnenverpakking met een relatief lage hoogte een laag water wordt aangebracht waarin bloemen worden opgesteld, 20 waarna de binnenverpakking rechtstandig in een buitenverpakking wordt opgenomen, welke buitenverpakking in hoofdzaak hulsvormig is met een hoogte groter dan die van de binnenverpakking, zodanig dat tijdens gebruik de bodem van de binnenverpakking nagenoeg gelijk ligt met de 25 onderrand van de buitenverpakking, waarbij de bovenzijde van de buitenverpakking althans in hoofdzaak wordt afgesloten, waarna vastzetmiddelen rond althans een deel van de buiten- en binnenverpakking wordt aangebracht, zodanig dat de binnenverpakking in de buitenverpakking 30 wordt opgesloten.
17. Werkwijze volgens conclusie 16, waarbij de buitenverpakkking vanaf de bovenzijde over de binnenverpakking wordt geschoven, waarbij de buitenverpakking van zich binnenwaarts uitstrekkende nokken 35 is voorzien waarmee de opschuifbeweging wordt begrenst. * 1 ·-> j o
18. Werkwijze voor transporteren van bloemen, verpakt met een werkwijze volgens conclusie 16 of 17, waarbij de verpakking in een gesloten matrix op of in een luchtvrachttransportcontainer of -pallet worden gestapeld 5 en door de lucht naar een plaats van bestemming worden vervoerd.
19. Gebruik van een doosvormige, in hoofdzaak rechthoekige binnenverpakking en een daaroverheen passend schuifbare buitenverpakking voor het transporteren van 10 bloemen die met althans een gedeelte van hun stelen staan opgesteld in water, opgenomen in de binnenverpakking.
20. Gebruik van een doosvormige binnenverpakking en een buitenverpakking, welke althans gedeeltelijk passend schuifbaar is over de binnenverpakking, in het bijzonder 15 volgens conclusie 19, waarbij na transport van een met bloemen gevulde, uit genoemde binnenverpakking en buitenverpakking gevormde verpakking de buitenverpakking over de binnenverpakking wordt weggetrokken en ondersteboven wordt opgesteld, waarna de binnenverpakking 20 rechtstandig in het dan open ondereinde van de buitenverpakking wordt geschoven en door de buitenverpakking wordt gedragen in een stand waarbij zich in de binnenverpakking bevindende bloemen ten minste tot boven de buitenverpakking reiken. 25
NL1014285A 2000-02-04 2000-02-04 Verpakking en werkwijze voor verpakken van bloemen en dergelijke. NL1014285C2 (nl)

Priority Applications (3)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1014285A NL1014285C2 (nl) 2000-02-04 2000-02-04 Verpakking en werkwijze voor verpakken van bloemen en dergelijke.
PCT/NL2001/000089 WO2001058783A1 (en) 2000-02-04 2001-02-05 Package and method for packaging flowers and the like
AU2001237799A AU2001237799A1 (en) 2000-02-04 2001-02-05 Package and method for packaging flowers and the like

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1014285A NL1014285C2 (nl) 2000-02-04 2000-02-04 Verpakking en werkwijze voor verpakken van bloemen en dergelijke.
NL1014285 2000-02-04

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1014285C2 true NL1014285C2 (nl) 2001-08-07

Family

ID=19770746

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1014285A NL1014285C2 (nl) 2000-02-04 2000-02-04 Verpakking en werkwijze voor verpakken van bloemen en dergelijke.

Country Status (3)

Country Link
AU (1) AU2001237799A1 (nl)
NL (1) NL1014285C2 (nl)
WO (1) WO2001058783A1 (nl)

Families Citing this family (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
IL146218A0 (en) * 2001-10-29 2002-07-25 Flowers Direct Ltd Packaging for shipping flowers
NL1021711C2 (nl) * 2002-10-21 2004-04-22 John Keith Jones Verpakkingswerkwijze en verpakking voor sierteeltgewassen, in het bijzonder snijbloemen.
NL1024606C2 (nl) * 2003-10-23 2005-04-27 Martin Johan Boschloo Een werkwijze voor het vervoer van bloemen, en een houder en omdoos daarvoor.
GB2418417A (en) * 2004-09-22 2006-03-29 Jardin Corrugated Cases Ltd Packaging for cut flowers
US12017843B2 (en) 2020-12-11 2024-06-25 6646158 Canada Inc. Artificial tree and methods for packing thereof

Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3924354A (en) * 1974-07-30 1975-12-09 Gregoire Flowers Inc Shipping and display carton for cut flowers
US3973356A (en) * 1975-10-16 1976-08-10 Schacht Louis L Flower caddy
DE8902807U1 (de) * 1989-02-10 1989-06-29 Fleurwind Blumenverpackung GmbH, 7149 Freiberg Verpackungseinheit für Zierpflanzen, insbesondere Blumensträuße
WO1999057040A1 (en) * 1998-05-07 1999-11-11 Pagter & Partners International B.V. Packaging for cut flowers

Patent Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3924354A (en) * 1974-07-30 1975-12-09 Gregoire Flowers Inc Shipping and display carton for cut flowers
US3973356A (en) * 1975-10-16 1976-08-10 Schacht Louis L Flower caddy
DE8902807U1 (de) * 1989-02-10 1989-06-29 Fleurwind Blumenverpackung GmbH, 7149 Freiberg Verpackungseinheit für Zierpflanzen, insbesondere Blumensträuße
WO1999057040A1 (en) * 1998-05-07 1999-11-11 Pagter & Partners International B.V. Packaging for cut flowers

Also Published As

Publication number Publication date
AU2001237799A1 (en) 2001-08-20
WO2001058783A1 (en) 2001-08-16

Similar Documents

Publication Publication Date Title
DK9600395U4 (da) Bakke forsynet med hætte
US6443308B1 (en) Beverage and food carrier
US6905021B2 (en) Pallet members having features for storing boxes and other articles
KR100984515B1 (ko) 골판지 포장박스
NL1012113C2 (nl) Verpakking, voorzien van een reeks subverpakkingen.
US4998637A (en) Shipping container for packing units
US7637084B2 (en) Triangular packaging
ES2632627T3 (es) Sistema de contenedor de transporte para mercancías, en particular para frutas y verduras
MXPA02007979A (es) Recipiente plegable.
NL1014285C2 (nl) Verpakking en werkwijze voor verpakken van bloemen en dergelijke.
NL9002520A (nl) Verpakkingsmiddel voor bulkgoed, fluida en dergelijke.
WO1996036540A1 (en) Package for fragile goods
FR2867161A1 (fr) Plateau support et conteneur modulable incorporant un tel plateau
FR2942617A1 (fr) Caisse-palette a remplissage simplifie
BE1009872A6 (nl) Verpakking.
EP2799358B1 (en) Assemblable container
NL1014624C2 (nl) Opzetdoos, werkwijze en plano voor de vervaardiging daarvan.
US10435195B2 (en) Reinforced gaylord container
BG2014U1 (bg) Търговска опаковка
FR2583020A1 (fr) Receptacle pour l'emmagasinage, le transport, la presentation et la distribution a l'unite d'objets tels que des pots, paquet constitue du receptacle garni d'objets et ensemble de presentation et de distribution associant plusieurs paquets
KR200298028Y1 (ko) 포장 박스 내부에 들어가는 골판지를 이용한 적층 포장체
NL1019211C2 (nl) Verpakking voorzien van steunmiddelen voor een reeks subverpakkingen, alsmede plano voor een dergelijke verpakking.
RU117410U1 (ru) Ящик для размещения упакованного продукта (варианты) и поддон для этого ящика
GB2231324A (en) Trays of variable base area
KR200235873Y1 (ko) 과일 포장상자

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
VD1 Lapsed due to non-payment of the annual fee

Effective date: 20040901