NL1024606C2 - Een werkwijze voor het vervoer van bloemen, en een houder en omdoos daarvoor. - Google Patents

Description

1 i «

Een werkwijze voor het vervoer van bloemen, en een houder en omdoos daarvoor

De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor 5 het vervoer van bloemen, omvattende het verschaffen van bloemen en van een in hoofdzaak waterdichte houder daarvoor, het plaatsen van de bloemen in de houder, het omhullen van de bloemen, en het vervoeren van de omhulde bloemen. De uitvinding heeft tevens betrekking op een plano voor een 10 houder en een plano voor een omdoos, alsmede een samenstel van houder en omdoos.

Het is bekend bloemen in een houder te plaatsen en deze te omhullen. Een systeem volgens de kop van conclusie 1, wordt toegepast in Nederland bij bloemen die verkocht worden 15 op de veiling. Een kweker plaatst bossen bloemen in een meermalige plastic container. De bloemen worden in de container voor de klok gebracht en doorverkocht. Wanneer de bloemen vervolgens geëxporteerd worden, zal het noodzakelijk zijn de bloemen over te plaatsen, zodat de plastic 20 statiegeld-container het land niet zal verlaten. Om de bloemen te beschermen wordt gebruik gemaakt van een omhulling rond de bloemen. De bloemen kunnen vervoerd worden in een losse emmer die is opgenomen in een doos, of in een waterdichte doos (zonder emmer).

25 De kosten die gepaard gaan met het huidige systeem, zoals statiegeldkosten voor kweker en koper, kosten voor overzetten en verder verpakken, zijn aanzienlijk. De exportemmers zullén moeten worden gevuld met water. De bloemen moeten worden overgezet uit de meemalige houders in 30 de emmers en de emmers worden in de dozen geplaatst.

Het doel van de uitvinding is een werkwijze te verschaffen waarbij tenminste één van de bovengenoemde nadelen is verminderd. Dit doel wordt bereikt volgens de 1024608 ’ 3 « ' met een verdikking aan de binnenzijde van de koker. De zodanig gevormde omdoos kan de houder omhullen, en de verdikking in de vorm van omgevouwen, tenminste één onderklep, vormt een verdikking die aan kan grijpen op de 5 houder. Een dergelijke omdoos is tegen lage kosten produceerbaar. De omgevouwen onderkleppen vormen het aangrijpmiddel op de houder. De omgevouwen onderkleppen vervangen de bodem van een bekende omdoos. De omdoos kan aan het ander uiteinde voorzien zijn van dekselmiddelen. Daarmee 10 kan het andere uiteinde worden afgesloten.

Bij voorkeur wordt de omgevouwen onderklep vast verbonden met de binnenzijde van de kokervorm van de omdoos. Hierdoor wordt de omdoos rond de omtrek van de koker versterkt. Dit gebeurt bij voorkeur in de fabriek. De omdozen 15 worden plat gestapeld met de verdikking. De omdoos plano is bij voorkeur rechthoekig. De omdoos heeft in de gebruikstoestand bij voorkeur een rechthoekige vorm. Bij het vervaardigen van een dergelijke omdoos wordt de onderklep bij voorkeur door een vouw/lijm machine in het geheel omgeslagen 20 en verlijmd. De omdoos is qua uitzet bij voorkeur een

Amerikaanse vouwdoos met normale bovenkleppen. Van de plano wordt de omdoos gevormd door het sluiten van de fabrieksnaad. Wanneer wordt gewerkt met een onderklep die niet geslitst is, wordt de kokervorm van de omdoos rondom de omtrek verder 25 versterkt door de krachten die worden opgewekt bij het naar de kokervorm vouwen van de omdoos plano. De plano wordt zodanig gevormd dat de onderkleppen aan de binnenzijde van de koker terechtkomen.

In een voorkeursuitvoeringsvorm omvat de werkwijze 30 verder het met de omdoos aangrijpen op een kraag van de houder. De kraag is tenminste gedeeltelijk rondom de houder gevormd, en vormt de buitenste omtrek van die houder. De kraag is zodoende de grootste omvang waaromheen de omdoos 1024603 I. · 4 moet aangrijpen. Door op de kraag aan te grijpen wordt een nauwkeurig aansluitende omdoos verkregen. Het aangrijpen vindt bij voorkeur plaats door de omgevouwen onderkleppen die zich aan de binnenzijde van de kokervormige omdoos bevinden.

5 Het is verder gunstig dat de werkwijze omvat het samenstellen van de omdoos, waarbij de voorgevormde omdoos wordt geplaatst op een tafel, en waarbij het omhullen plaatsvindt door het ten opzichte van de omdoos bewegen van de houder met bloemen. Bij voorkeur wordt de houder met 10 bloemen in de voorgevormde omdoos gezakt. Dit is een efficiënte wijze van omhullen, waardoor de gevulde houder (met bloemen en water) voorzien kan worden van de omdoos.

Hier komt een verder voordeel van de omdoos met omgevouwen onderkleppen naar voren, namelijk dat machinaal door de 15 kokervorm van de omdoos heen gewerkt kan worden, en dat er geen bodem van de omdoos in de weg zit voor het geleiden van de beweging van de houder ten opzichte van de omdoos. Een ondersteuning waarop de houder geplaatst is, kan door de omdoos heen bewegen, niet gehinderd door eventuele bodemdelen 20 van de doos. Aan de binnenzijde van de omdoos steken slechts de omgevouwen onderkleppen uit, waarop de houder bij het inzakken met de kraag zal aangrijpen en waardoor de houder in de omdoos wordt opgenomen. Het samenstellen van de omdoos omvat het uit de planovorm van de omdoos vormen van de 25 kokervormige omdoos, met eventueel omgevouwen onderkleppen.

Bij voorkeur wordt de eenmalige houder gevormd door het stempelen en stansen van een materiaalbaan, bij voorkeur karton- of papierbaan, waarbij een plano van de houder wordt gevormd, voorzien van kraagdelen, waarna bij het samenstellen 30 van de houder de kraagdelen rond een mond van de houder verbonden worden, zodat een kraag rondom de mond wordt gevormd. De mond van de houder is de opening van de houder waarin de bloemen geplaatst kunnen worden. Rondom deze mond .1024606 t 5 is de kraag gevormd. De kraag vormt omtreksgewijs het buitenste deel van de houder. Op dit uitstekende deel van houder kunnen aangrijpmiddelen van de omdoos aangrijpen. De aan elkaar verbonden kraagdelen die de kraag van de houder 5 vormen, dragen bij aan de sterkte van de gevormde houder. De kraag zal rond de mond voor versterking van de houder zorgen. De kraag kan enkele centimeters groot zijn, maar kan tevens gelijk zijn aan de hoogte van de totale houder. Hierdoor wordt een houdervorm verkregen die grote gelijkenis heeft met 10 de op dit moment bekende meermalige plastic houders. De grootte van het kraagdeel draagt positief bij aan de sterkte van de houder.

Bij voorkeur worden volgens de uitvinding nestbare houders verschaft. Hierdoor kunnen de houders op compacte 15 wijze naar de eerste locatie gebracht worden waar de houders gevuld gaan worden en kunnen de houders voorgevormd worden.

Bij voorkeur omvat de werkwijze volgens de uitvinding het in de houder plaatsen van de bloemen door een kweker, en het leveren van de bloemen in de houder door de kweker aan 20 een koper, en het door de koper omhullen van de in de houder geplaatste bloemen. Hierbij wordt telkens gebruik gemaakt van dezelfde eenmalige houder, en is het overzetten van de bloemen in een andere houder niet noodzakelijk.

Bij voorkeur wordt een omdoos verschaft die voorzien 25 is van merktekens van de koper. De koper is een exporteur, een retailer, een bloemist, een tussenhandelaar, etcetera. De omdoos kan worden gebruikt als reclame-object. Bij de verkoop aan consumenten zal de merknaam zichtbaar zijn. De omdoos is bruikbaar als display. Delen van de omdoos kunnen voorzien 30 zijn van een perforatie, aangebracht door stempelen en stansen, die losscheurbaar is, waardoor delen van de omdoos verwijderd kunnen worden, wanneer de bloemen verkocht worden. Hierdoor ontstaat eveneens een display.

1024606

f I

6

De uitvinding betreft tevens een plano voor een in hoofdzaak waterdichte houder voor bloemen van gecoat karton, omvattende een basisvlak, langs vouwlijnen rondom het basisvlak aangebrachte zijwanden, waarbij een verbindingsvlak 5 voorzien van tenminste één vouwlijn, tenminste twee zijwanden met elkaar verbindt, waarbij in de gebruikstoestand de plano vormbaar is tot een houder met een mond. Een dergelijke plano voor een houder is algemeen bekend. Rondom het basisvlak zijn geen snijlijnen aangebracht waardoor water kan lekken. In 10 plaats daarvan is het basisvlak volledig omringd door vouwlijnen, en in samenwerking met de coating wordt zodoende een "bak" gevormd die tenminste tijdelijk waterdicht is. Volgens de uitvinding is tenminste één zijwand aan de van het basisvlak afgewende zijde langs een vouwlijn verbonden met 15 een kraagdeel, waarbij het kraagdeel in de gebruikstoestand tenminste gedeeltelijk rondom de mond van de houder is aangebracht. Hierdoor wordt een waterdichte houder gevormd met een omslag in de vorm van een kraagdeel. De kraagdelen kunnen langs de vouwlijnen gevouwen worden, zodat rond de 20 mond van de houder een kraag wordt gevormd. De kraagdelen kunnen daarbij aan elkaar worden verbonden, waardoor een ringvorm verkregen wordt rondom de mond, die de mond van de houder verder versterkt.

Bij voorkeur heeft de houder in de gebruikstoestand 25 aangrijpmiddelen voor een omdoos, die van de zijwand uitsteken. Dit kraagdeel kan worden aangegrepen door externe aangrijpmiddelen, zoals aangrijpmiddelen van een bijbehorende omdoos.

Bij voorkeur omvatten de aangrijpmiddelen tenminste 30 het kraagdeel.

Een kraagdeel is gedeeltelijk rondom de mond van de houder aangebracht, bijvoorbeeld aangebracht als een omslag om de gevormde houder. De kraag kan vast met de houder 1024605 ν. ι 7 verbonden worden. Hierdoor wordt de gevormde houder versterkt.

Bij voorkeur zijn tenminste twee uiteinden van zijwanden van de plano voorzien van een kraagdeel, en zijn de 5 twee kraagdelen in de gebruikstoestand van de houder met een verbindingsmiddel aan elkaar verbonden, zodat een kraag geheel rondom de mond gevormd wordt. Door de verschillende kraagdelen aan elkaar te verbinden, wordt een gesloten kraag rond de mond verkregen die de houder verder versterkt.

10 Bij voorkeur zijn de zijvlakken van de plano trapeziumvormig, waarbij het van het basisvlak verwijderde uiteinde breder is dan het uiteinde dat met het basisvlak verbonden is, zodat een nestbare houder vormbaar is. De houder zal schuin opstaande zijwanden hebben. De nestbare 15 houders zijn meer efficiënt te vervoeren en kunnen in de fabriek voorgevormd worden en op efficiënte wijze worden vervoerd naar de afnemer, bijvoorbeeld de kweker.

De uitvinding betreft tevens een plano voor een omdoos van een eenmalige houder, omvattende een aantal langs 20 vouwlijnen aan elkaar verbonden zijwanden, die in gebruikstoestand verbindbaar zijn tot een kokervorm, waarbij tenminste een zijwand aan een uiteinde van de kokervorm langs een vouwlijn voorzien is van tenminste een onderklep. Volgens de uitvinding is de onderklep in de gebruikstoestand 25 omgevouwen en aangebracht aan de binnenzijde van de kokervorm. Hierdoor wordt in de gebruikstoestand een kokervorm met een verdikking aan de binnenzijde verkregen. De verdikking vormt een aangrijpmiddel voor bijvoorbeeld een houder die in de kokervorm wordt geplaatst. De verdikking kan 30 aangrijpen op de kraag van de in de omdoos geplaatste houder. Een dergelijke omdoos is tegen lage kosten samen te stellen.

Bij voorkeur is de klep verbonden met de binnenzijde van de omdoos. Hierdoor wordt de omdoos verder versterkt. De .10246 0 3 • · δ onderklep is bij voorkeur niet geslitst, waardoor de onderklep een doorlopende band is, die bij het ontvouwen naar binnen toe van de kokervorm, verder zal bijdragen aan de sterkte van de omdoos.

5 De uitvinding betreft tevens een samenstel van een houder volgens de bovenstaande beschrijving en een omdoos volgens de bovenstaande beschrijving.

De uitvinding zal verder worden beschreven aan de hand van de bijgevoegde tekeningen, waarin: 10 figuur 1 een plano van een houder toont volgens een eerste uitvoeringsvorm van de uitvinding, figuur 2 een perspectivisch aanzicht toont van de houder volgens de eerste uitvoeringsvorm in de gebruikstoestand, figuur 3 een perspectivisch aanzicht toont van de houder 15 volgens de eerste uitvoeringsvorm in de gebruikstoestand, figuur 4 een perspectivisch aanzicht toont van de houder volgens een tweede uitvoeringsvorm in de gebruikstoestand, figuur 5 een perspectivisch aanzicht toont van genestelde houders volgens de eerste uitvoeringsvorm, 20 figuur 6 toont een plano van een houder volgens een derde uitvoeringsvorm van de uitvinding, figuur 7 een gedeeltelijk doorzichtig perspectivisch aanzicht toont van de houder volgens de derde uitvoeringsvorm in de gebruikstoestand, 25 figuur 8 een perspectivisch aanzicht toont van genestelde houders volgens de derde uitvoeringsvorm, figuur 9 toont een plano van eerste uitvoeringsvorm van een uitvoeringsvorm van een omdoos volgens de uitvinding, figuur 10 een perspectivisch aanzicht toont van de omdoos 30 volgens de eerste uitvoeringsvorm, figuur 11 een perspectivisch, gedeeltelijk opengewerkt aanzicht toont van het samenstel van omdoos en houder volgens de uitvinding in de gebruikstoestand, 1024606 I * 9 figuur 12 een dwarsdoorsnede aanzicht toont van het samenstel van omdoos en houder volgens de eerste uitvoeringsvorm, figuur 13 een schematisch aanzicht toont van het omhullen 5 van een houder met een omdoos, figuur 14 een diagram is van het transport van de houder volgens de uitvinding.

Figuur 1 toont de plano van een eenmalige emmerdoos of houder volgens de uitvinding. De emmerdoos 1 heeft een 10 basisvlak 2 dat langs vouwlijnen 3, 4, 5, 6 verbonden is met de respectievelijke zijvlakken 7, 8, 9, 10. De vouwlijnen (alle op de plano aangegeven lijnen) zijn in het materiaal van de plano gestempeld. De plano zelf is gestanst uit een materiaalbaan. Het materiaal van de plano is karton of een 15 ander geschikt papier, en kan worden gecoat aan één zijde, zodanig dat de uit de plano te vormen houder water kan bevatten.

Tussen de van het basisvlak 2 uitstekende, trapeziumvormige zijwanden 7-10, zijn verbindingsvlakken 11-14 20 aangebracht, die telkens twee van het basisvlak uitstekende zijranden van de zijvlakken 7-10 met diezelfde rand van het naastliggende deel verbinden. Elk van de verbindingsvlakken 11-14 is voorzien van een vouwlijn.

De zijwanden en verbindingsvlakken vormen een 25 afgesloten omringende rand rond het basisvlak 2. Hierdoor zijn nabij het basisvlak 2 geen stansingen aangebracht, waardoorheen water kan weglopen. De zijwanden 7-10 kunnen langs de vouwlijnen van het basisvlak omhoog gevouwen worden en naar elkaar toe gebracht worden, waarbij de 30 verbindingsvlakken 11-14 midden door gevouwen worden en waardoor de van het basisvlak uitgaande zijranden van de zijvlakken 7-10 bij elkaar gebracht worden. De verbindingsvlakken 11-14 kunnen aan de binnenzijde of aan de 1024606 ' 10 buitenzijde van de zodanig gevormde houder worden aangebracht. De houder 1 kan in de gebruikstoestand worden gevouwen met een vorm- en lijm machine, die tevens de gebruikspositie fixeert. De vorm/lijm machine kan in-line bij 5 een productie faciliteit voor het vervaardigen van de plano's geplaatst zijn. Na het vouwen en plakken wordt de houder in de gebruikstoestand vervoerd naar kweker en eventueel genest.

De zijvlakken 7-10 zijn elk voorzien van kraagdelen 15-18. Het kraagdeel is langs een vouwlijn verbonden aan het 10 bredere uiteinde van de zijvlakken 7-10 dat van het basisvlak 2 is afgewend. In de gebruikstoestand, zie figuur 3, worden de kraagdelen 15-18 gevouwen, zodat zij om de mond van de houder worden aangebracht. Tussen de kraagdelen 15-18 zijn respectievelijk randdelen 19-22 aangebracht, die er voor 15 zorgen dat de kraag, gevormd door de kraagdelen 15-18, enigszins van de rand van de houder in de gebruikstoestand afliggen.

Overigens is in figuren 2 en 3 te zien dan de verbindingsvlakken 13, 14 zich aan de buitenzijde van de 20 houder bevinden. In een andere uitvoeringsvorm zijn deze naar binnen gevouwen. Figuur 3 toont tevens dat de mond van de houder gevormd wordt door de randen 19-22. De zijwanden 7-10 staan schuin omhoog uit het basisvlak 2. Door de plaats van verbinding van de kraagdelen te variëren, kan de hoek 25 waaronder de kraag staat worden gevarieerd. Getoond is een uitvoering, waarbij de kraag loodrecht op het basisvlak staat.

Het deel 23 en het deel 24 van kraagdeel 15 respectievelijk 17, wordt in de gebruikstoestand verbonden 30 met kraagdeel 16. Deel 25 en deel 26 van kraagdeel 17 en respectievelijk 15 wordt verbonden met kraagdeel 18. Figuur 2 toont het dichtvouwen van kraagdeel 25 en 26 op kraagdeel 18, waarbij lijm is aangebracht op kraagdeel 18 of aan de 1024606 11 binnenzijde van kraagdeel 25 en 26. Eveneens is het mogelijk kraagdeel 18 over de kraagdelen 25 en 26 te vouwen en deze als zodanig te verlijmen. Hierdoor ontstaat een kraag rondom de gehele mond van de houder. Ook dit kan op de vorm/lijm 5 machine (niet getoond) worden uitgevoerd.

Figuur 4 toont een houder 30 volgens een tweede uitvoeringsvorm van de uitvinding, waarbij de verbinding tussen de kraagdelen 25, 26 is uitgevoerd met doordrukkingen 31 aangebracht in deel 26, die aangrijpen op en in 10 uitsparingen in kraagdeel 25. Hierdoor is geen lijm nodig. De overige onderdelen van de houder in figuur 4 is overeenkomstig genummerd.

Figuur 5 toont hoe de houders 1 genest kunnen worden. Wanneer uit de plano de houder in de gebruikstoestand gevormd 15 is, bij voorbeeld door machinaal vouwen in de fabriek, bij voorbeeld door een vouw/lijm machine op locatie, dan kunnen de drie-dimensionale houders, genest worden, zodat zij op efficiënte wijze vervoerd kunnen worden naar een afnemer. De kraag 32, gevormd door de aan elkaar verbonden kraagdelen, 20 die rond de mond van de houder 1 gevormd is, heeft een grootte die overeenkomt met ongeveer de halve hoogte van de houders 1. De kraag valt in hoofdzaak verticaal langs de houder 1. Bij het nesten zullen de kragen van de houder op elkaar afsteunen. De houder kan volgens pijl 33 met de 25 onderzijde in de mond van een onderliggende houder geplaatst worden, waardoor een stapel van houders 34 verkregen wordt.

Figuur 6 toont een tweede uitvoeringsvorm van een houder volgens de uitvinding. De op een materiaalbaan in een fabriek gestanste en gestempelde plano 40 heeft wederom een 30 basisvlak 41, dat rondom omgeven wordt door zijvlakken 42 en verbindingsvlakken 43. Aan de respectievelijke zijvlakken 42 zijn kraagdelen 44-47 aangebracht. De kraagdelen hebben relatief grotere afmetingen dan de kraagdelen vplgens figuur 1024606 12 1, waardoor de, na verbinding van de kraagdelen 45 en 47 aan de kraagdelen 44 en 46, gevormde kraag rondom de mond van de houder, even hoog is als de houder zelf, dat wil zeggen even hoog is als het verticale deel van de zijwanden 42 in de 5 gebruikstoestand. Hierdoor wordt een houder in de gebruikstoestand verkregen die qua uiterlijk zeer vergelijkbaar is met de huidige bekende meermalige plastic houder. De gebruikstoestand van de houder volgens deze uitvoeringsvorm wordt getoond in figuur 7.

10 Kraagdeel 45 bestaat uit drie subdelen 48-50. Deel 48 wordt verbonden met kraagdeel 46. De lengte van de overlap van deel 48 over kraagdeel 46 kan door de vakman op geschikte wijze gekozen worden. Kraagdeel 46 kan groter worden uitgevoerd. De gevormde kraag omsluit de gehele mond van de 15 houder 39. Kraagdeel 48 wordt gelijmd op of onder kraagdeel 46 en kraagdeel 50 op of onder kraagdeel 34.

Door de grootte van het kraagdeel 45 en 47 steunen deze delen op de ondergrond waarop de houder 39 geplaatst wordt. Dit draagt verder bij aan de stevigheid van de houder 20 39.

Ook de houder 39 volgens de tweede uitvoeringsvorm is nestbaar, zoals getoond in figuur 8. Te zien is tevens dat de door de kraagdelen 46 en 48 gèvormde kraag niet verticaal is, maar een weinig schuin staat. Hierdoor is de houder 39 op 25 meer efficiënte wijze stapelbaar met een beweging volgens pijl 38.

Figuur 9 toont de plano 60 van een omdoos volgens een eerste uitvoeringsvorm van de uitvinding. De plano wordt gedrukt en gestanst op een materiaalbaan van bijvoorbeeld 30 karton, golfkarton of papier. Het materiaal kan voorbewerkt zijn met een bedrukking, bijvoorbeeld een merknaam. Ook kan een zijde gebleekt of op een andere wijze gekleurd worden.

1024606 13

De getoonde plano 60 is geschikt om te worden gebruikt als een omhulling voor de in figuur 1 getoonde houder 1. In verband met de rechthoekige vorm van de houder 1 van figuur 1, heeft de plano-omdoos 60 vier vlakken 51-54, 5 die aan elkaar verbonden zijn door middel van een vouwlijn die op gebruikelijke wijze is samengesteld. De afmetingen a en b van de vlakken 51 en 52 hangen samen met de grootte van de houder van figuur 1. Afstand a zal zodanig gekozen zijn dat deze enigszins groter is dan de breedste afmeting van de 10 lange zijde van de houder. Hetzelfde geldt voor de afmeting b voor wat betreft de korte zijde.

Door het verbinden van de fabrieksnaad 55 aan de zijde 54, wordt een kokervorm verkregen van in hoofdzaak rechthoekige doorsnede.

15 De plano 60 is qua uitzet een Amerikaanse vouwdoos met normale bovenkleppen 56. Ook zijn in plaats van deze kleppen, andere sluitingen mogelijk.

De onderklep 57 is langs twee vouwlijnen verbonden met de respectievelijke zijvlakken 51-54. Er zijn twee 20 vouwlijnen aangebracht tussen de onderklep en de rest van de omdoos, teneinde een 180' vouw van de onderklep ten opzichte van de rest van de doos mogelijk te maken. Elk van de vouwlijnen kan onder een hoek van 90' worden gevouwen. Tevens wordt hierdoor zeker gesteld dat de omgevouwen onderklep 57 25 enigszins naar binnen toe ligt ten opzichte van de vlakken 51-54.

Met een vouw-plak machine kan na het vervaardigen van de plano voor de omdoos de onderklep 57 worden omgevouwen langs de vouwlijnen en op de zijvlakken 51-54 worden 30 bevestigd. Dit kan door lijmen. Andere verbindingstechnieken zijn ook mogelijk. De onderklep is niet geslist, maar wordt in zijn geheel in één keer omgevouwen en aangebracht op één zijde van de zijvlakken 51-54. Geslist is ook mogelijk.

1024606 , t 14

Hierna kan de omdoos zijn definitieve vorm krijgen door het verbinden van de fabrieksnaad 55 aan het zijvlak 54. De omgevouwen onderklep(-pen) 57 zal zich aan de binnenkant van de kokervorm bevinden, waarbij in de verticale vouwlijnen 5 krachten worden opgewekt die enige spanning in de onderklep(-pen) aanbrengen die ten gunste komt van de omtreksterkte van de omdoos. De kleppen 56 kunnen gebruikt worden voor maken van een sluiting.

In figuur 10 is de gebruikstoestand van de omdoos 60 10 getoond, waarbij een gedeelte van de onderzijde van de omdoos 60 opgewerkt is. De omdoos heeft een balkvorm. Ook andere vormen zijn mogelijk, zoals een zeshoekige vorm of een achthoekige vorm. De vorm is aan de emmer aangepast. De emmer heeft dan een overeenkomstige zes- of achthoekige vorm.

15 Afhankelijk van de vulling, bijvoorbeeld bloemen, kan de lengte worden aangepast. De omdoos 60 kan voorzien worden van extra scheurranden 61,62, waarlangs delen van de omdoos losgescheurd kunnen worden. Hierdoor is de omdoos bruikbaar als display voor de bloemen die door de omdoos omhuld zijn en 20 die in de omdoos 60 zijn opgenomen. Een omdoos, waarvan een deel 63 is losgemaakt, wordt getoond in figuur 11.

De omdoos is verder voorzien van een aantal merktekens 64,65 van mogelijke kopers/afnemers van de omdozen. Deze kunnen vantevoren op de omdoos gedrukt worden, 25 of kunnen later in de vorm van stickers aangebracht worden.

De omdoos 60 is tevens voorzien van handvaten 66, 67. Hiermee is de omdoos, ook in gevulde toestand, makkelijk draagbaar.

De bovenzijde van de omdoos is afgesloten met de 30 kleppen 56. Voor de afsluiting kunnen willekeurige aan de vakman bekende kleppen gebruikt worden, die verbonden zijn aan de omdoos, of een losse afsluiting.

1024606’

• I

15

De onderzijde van de omdoos is in figuur 10 gedeeltelijk opengewerkt. Te zien is dat de onderklep 57 180* naar binnen gevouwen is en verbonden is met de uiteindelijke binnenzijde van de kokervormige, rechthoekige omdoos 60. De 5 verbindingsrand 67, die langs een vouwlijn met de zijvlakken 51-54 en langs een vouwlijn met de onderklep 57 verbonden is, maakt de vouw rond 180* mogelijk door twee haakse vouwen. Hierdoor komt de onderklep 57 aan de binnenzijde van de koker te liggen. In de hoeken van de omdoos 60 zullen extra 10 samendrukkrachten worden opgewekt, nadat de onderklep op de binnenzijde van de uiteindelijke koker bevestigd is, bijvoorbeeld gelijmd, en de omdoos in de kokervorm gevouwen wordt. Deze extra krachten dragen bij aan de stevigheid en robuustheid van de omdoos in de gebruikstoestand.

15 De onderzijde van de omdoos 60 is open. Hier zijn geen kleppen aangebracht. Een werktuig kan, voordat de kleppen 56 gesloten worden door de gevormde koker heen bewegen.

Aan de binnenzijde van de omdoos van figuur 10.wordt 20 een kraag samengesteld door de omhoogstaande onderklep 57. Hierop kan de kraag van de houder die in hoofdzaak dezelfde, maar iets kleiner afmetingen heeft dan de omdoos steunen, waardoor de houder in de omdoos wordt aangegrepen. Dit is te zien in figuur 11. Houder 70 heeft een kraag 71 rondom de 25 mond van de houder. Deze kraag heeft afmetingen die nauw aansluiten op de binnenzijde van de omdoos, zodat de houder in de omdoos kan worden opgenomen. Wanneer de houder 70 van boven volgens pijl 72 in de omdoos gebracht wordt, kan de houder vrij naar beneden bewegen, tot de kraag 71 tegen de 30 omgevouwen onderklep 57 komt aan te liggen. De afmetingen van de onderklep 57 zijn zodanig dat de onderzijde van de houder 70 niet buiten de onderzijde van omdoos steekt, wanneer de 1024606

, I

16 houder 70 op de onderklep 57 steunt. De onderklep ondersteunt in deze uitvoeringsvorm de gehele kraag rondom.

Figuur 12 toont in doorsnede het aangrijpen van kraag 71 op de omgevouwen onderklep 57 in meer detail. Te zien is 5 tevens dat de onderklep een zodanige lengte heeft dat de onderzijde van de houder 70 niet onder de omdoos 60 steekt.

Figuur 13 toont een mogelijke opstelling, waarbij de bloemen 100 gevulde houders 101 machinaal worden voorzien van een omdoos 102. De gevulde houder 101 wordt over een 10 transportbaan 103 toegevoerd volgens pijl 104. Door middel van een geschikt hulpmiddel (niet getoond), bijvoorbeeld een schuiftafel deel of een ander aan het gestel 105 gelagerd deel, wordt de houder 101 in een positie gebracht boven een gereedstaande omdoos 102 gebracht, waarbij een voet 106 van 15 een lift 107 zorgt voor de ondersteuning van de houder 101. Deze lift 107 beweegt vervolgens omlaag, door middel van een geschikte aandrijving 108, bijvoorbeeld een hydraulische cylinder, volgens pijl 109 door de omdoos 102 heen, daarbij niet gehinderd door een bodem of naar binnen toe uitstekende 20 delen van de omdoos. De kraag van houder 101 zal aan komen te liggen tegen de in deze tekening niet getoond omgevouwen onderklep van omdoos 102, waardoor de houder, ondanks het verder volgens pijl 109 bewegen van de lift 107, de houder 101 niet verder naar beneden zal bewegen.

25 Niet getoond, maar mogelijk in een andere uitvoeringsvorm is het gebruik van een tafel waaromheen de omdoos 102 vormbaar is. De tafel ondersteunt de hoeken van de kokervorm van de omdoos. De tafel kan onderdeel zijn van de lift, die uit de omdoos 102 wordt bewogen wanneer de houder 30 in de omdoos wordt geplaatst. Hierdoor zal de tafel het omhullen van de houder met de omdoos niet in de wegstaan.

De omhulde houder 101, die in de omdoos is opgenomen samen met de in de houder aangebrachte bloemen 100, worden 1024606' 17 . > verder bewogen volgens pijl 112 over de transportbaan 110, die voorzien is van aandrijfbare, gelagerde wielen 111. Daarbij lopen de sluitenkleppen 113 van de omdoos 102 tegen het schematisch weergegeven sluithulpmiddel 114. Het 5 sluithulpmiddel vouwt de kleppen, zodat de bovenzijde van de houder gesloten wordt. Daarna wordt een afdichting in de vorm van een plakband 115 van een rol 116 aangebracht over de sluiting. Het samenstel van houder 101 met bloemen 100 en omdoos 102 kan nu verder getransporteerd worden. De bloemen 10 zijn daarbij tijdens de verdere reis tegen beschadiging beschermd. De omdozen zijn regelmatig gevormd en kunnen op efficiënte wijze gestapeld worden, waardoor de lading in containers vervoerbaar wordt.

De omdozen hebben een hoogte die afgestemd is op de 15 hoogte van de in de houder opgenomen bloemen 100.

Figuur 14 toont de voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding. Een houder 120 in de gebruikstoestand wordt op een eerste locatie 121, bijvoorbeeld bij een kweker, gevuld met bloemen 122. De gevulde houder 123 wordt vervolgens naar 20 een tweede 124 en eventueel een verdere locatie vervoerd. Dit kan zijn van de kweker naar een veiling, en via de veiling naar een exporteur van bloemen. De bloemen in de houder worden dan bij voorkeur zichtbaar vervoerd, zodat eventuele kopers, zoals exporteurs, de bloemen in de houder kunnen zien 25 en beoordelen. Op de tweede of verdere locatie 124 wordt de gevulde eenmalige houder 123 voorzien van een omdoos 125, bijvoorbeeld op de wijze zoals getoond in figuur 13. De bloemen 122 hoeven nu niet uit de houder overgezet te worden in een andere houder, omdat de eenmalige houder 120 volgens 30 de uitvinding niet geretourneerd hoeft te worden. Een bijpassende omdoos omhult de houder met bloemen 123, en dit samenstel kan vervolgens verder getransporteerd worden, naar een andere locatie 126, terwijl de bloemen beschermd zijn.

1024606 18

De omdozen 125 worden gestapeld in een in hoofdzaak vlakke vorm geleverd bij dé locatie 124. De houders 120 wordt in een voorgevormde gebruikstoestand, genest op de eerste locatie 101 afgeleverd.

5 Uiteraard zijn binnen het concept van de uitvinding vele varianten mogelijk. De bovenstaande beschrijving is bedoeld ter verduidelijking. De uitvinding wordt echter gegeven door de conclusies, die op geen enkele wijze worden beperkt door de bovenstaande beschrijving.

1024606

Claims (18)

1. Werkwijze voor het vervoer van bloemen, omvattende - het verschaffen van bloemen en een in hoofdzaak 5 waterdichte houder daarvoor, - het plaatsen van de bloemen in de houder, - het omhullen van de bloemen, en - het vervoeren van de omhulde bloemen, gekenmerkt doordat 10. gekozen wordt voor een eenmalige houder en dat de werkwijze verder omvat - het verschaffen van een omdoos daarvoor, - het omhullen van de in de eenmalige, waterdichte houder aangebrachte bloemen door het aanbrengen van de omdoos, 15 die aangrijpt op de houder.

2. Werkwijze volgens conclusie 1, gekenmerkt door het op een eerste locatie plaatsen van de bloemen in de eenmalige houder en het op een tweede, andere locatie omhullen van de gevulde, eenmalige houder.

3. Werkwijze volgens conclusie 1 of 2, gekenmerkt doordat de werkwijze verder omvat het vormen van een plano voor de omdoos door stempelen en stansen van een materiaalbaan, zoals karton of papier, waarbij een plano wordt gevormd voorzien van ten minste een onderklep, welke 25 plano tot de omdoos gevormd wordt in de vorm van een koker, en het omvouwen van de onderkleppen naar de binnenzijde van de koker, zodat de omdoos gevormd wordt met een verdikking aan de binnenzijde van de koker.

4. Werkwijze volgens conclusie 3, gekenmerkt doordat 30 de werkwijze verder omvat het vastzetten van de omgevouwen onderkleppen. 1024606 « ►

5. Werkwij ze volgens een van de voorgaande conclusies, gekenmerkt doordat de werkwijze verder omvat het met de omdoos aangrijpen op een kraag van de houder.

6. Werkwijze volgens een van de voorgaande 5 conclusies, gekenmerkt doordat de werkwijze verder omvat het samenstellen van de omdoos, waarbij de voorgevormde omdoos wordt geplaatst om een tafel, en waarbij het omhullen plaatsvindt door het ten opzichte van de omdoos bewegen, bij voorkeur inzakken, 10 van de houder met bloemen.

7. Werkwij ze volgens een van de voorgaande conclusies, gekenmerkt door het vormen van de eenmalige houder door het stempelen en stansen van een materiaalbaan, waarbij een plano van de houder wordt gevormd, voorzien van 15 kraagdelen, waarna bij het samenstellen van de houder de kraagdelen rond een mond van de houder verbonden worden, zodat een kraag rondom de mond wordt gevormd.

8. Werkwijze volgens een van de voorgaande conclusies, gekenmerkt door het verschaffen van nestbare 20 houders.

9. Werkwijze volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de bloemen in de houder geplaatst worden door een kweker, en de werkwijze verder omvat het leveren van de bloemen in de houder door de kweker aan 25 een koper, en het door de koper omhullen van de in de houder geplaatste bloemen.

10. Werkwijze volgens een van de voorgaande conclusies, gekenmerkt door het verschaffen van een omdoos 30 die voorzien is van merktekens van de koper.

11. Houderplano voor een eenmalige, in hoofdzaak waterdichte houder voor bloemen van gecoat karton omvattende een basisvlak,, langs vouwlijnen rondom het basisvlak , :1 β 'c 4 ö ü 6 ' aangebrachte zijwanden, waarbij een verbindingsvlak voorzien van ten minste een vouwlijn ten minste twee zijwanden met elkaar verbindt, waarbij in een gebruikstoestand de plano vormbaar is tot een houder met een mond, met het kenmerk, dat 5 ten minste een zijwand aan de van het basisvlak afgewende zijde langs een vouwlijn verbonden is met een kraagdeel, waarbij het kraagdeel in de gebruikstoestand tenminste gedeeltelijk rondom de mond van de houder is aangebracht.

12. Houderplano volgens conclusie 11, met het 10 kenmerk, dat de houder in de gebruikstoestand aangrijpmiddelen heeft voor een omdoos, die van de zijwand uitsteken.

13. Houderplano volgens conclusie 12, waarbij de aangrijpmiddelen ten minste het kraagdeel omvatten.

14. Houderplano volgens een van de conclusies 11-13, met het kenmerk, dat ten minste twee zijwanden voorzien zijn van een kraagdeel, en dat de houder in gebruikstoestand een kraag heeft, gevormd door de aan elkaar verbonden kraagdelen.

15. Houderplano volgens een van de conclusies 11-14, 20 met het kenmerk, dat de zijwanden in de gebruikstoestand van de houder schuin van het basisvlak opstaan, waardoor de houder in de gebruikstoestand nestbaar is.

16. Omdoosplano voor een eenmalige houder, omvattende een aantal langs vouwlijnen aan elkaar verbonden zijwanden, 25 die in gebruikstoestand verb n indbaar zijn tot een kokervorm, waarbij ten minste een zijwanden aan een uiteinde van de kokervorm langs een vouwlijn voorzien is van ten minste een klep, met het kenmerk, dat de klep in de gebruikstoestand is omgevouwen en aangebracht aan de 30 binnenzijde van de kokervorm.

17. Omdoosplano volgens conclusie 16, met het kenmerk, dat de klep verbonden is met de binnenzijde van de omdoos. 1024606 ··

18. Samenstel van houder volgens een van de conclusies 11-15 en omdoos volgens een van de conclusies 16 of 17. 1024606