NL8303118A - Transport-, opslag- en verkoophouder. - Google Patents

Transport-, opslag- en verkoophouder. Download PDF

Info

Publication number
NL8303118A
NL8303118A NL8303118A NL8303118A NL8303118A NL 8303118 A NL8303118 A NL 8303118A NL 8303118 A NL8303118 A NL 8303118A NL 8303118 A NL8303118 A NL 8303118A NL 8303118 A NL8303118 A NL 8303118A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
frame
wall
bottom wall
transport
storage
Prior art date
Application number
NL8303118A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Bellaplast Gmbh
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Priority claimed from DE19828227862 external-priority patent/DE8227862U1/de
Priority claimed from DE19838303100 external-priority patent/DE8303100U1/de
Priority claimed from DE19838303099 external-priority patent/DE8303099U1/de
Application filed by Bellaplast Gmbh filed Critical Bellaplast Gmbh
Publication of NL8303118A publication Critical patent/NL8303118A/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65DCONTAINERS FOR STORAGE OR TRANSPORT OF ARTICLES OR MATERIALS, e.g. BAGS, BARRELS, BOTTLES, BOXES, CANS, CARTONS, CRATES, DRUMS, JARS, TANKS, HOPPERS, FORWARDING CONTAINERS; ACCESSORIES, CLOSURES, OR FITTINGS THEREFOR; PACKAGING ELEMENTS; PACKAGES
    • B65D71/00Bundles of articles held together by packaging elements for convenience of storage or transport, e.g. portable segregating carrier for plural receptacles such as beer cans or pop bottles; Bales of material
    • B65D71/70Trays provided with projections or recesses in order to assemble multiple articles, e.g. intermediate elements for stacking
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01GHORTICULTURE; CULTIVATION OF VEGETABLES, FLOWERS, RICE, FRUIT, VINES, HOPS OR SEAWEED; FORESTRY; WATERING
    • A01G9/00Cultivation in receptacles, forcing-frames or greenhouses; Edging for beds, lawn or the like
    • A01G9/04Flower-pot saucers
    • A01G9/045Trays for receiving multiple pots
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65DCONTAINERS FOR STORAGE OR TRANSPORT OF ARTICLES OR MATERIALS, e.g. BAGS, BARRELS, BOTTLES, BOXES, CANS, CARTONS, CRATES, DRUMS, JARS, TANKS, HOPPERS, FORWARDING CONTAINERS; ACCESSORIES, CLOSURES, OR FITTINGS THEREFOR; PACKAGING ELEMENTS; PACKAGES
    • B65D1/00Containers having bodies formed in one piece, e.g. by casting metallic material, by moulding plastics, by blowing vitreous material, by throwing ceramic material, by moulding pulped fibrous material, by deep-drawing operations performed on sheet material
    • B65D1/34Trays or like shallow containers
    • B65D1/36Trays or like shallow containers with moulded compartments or partitions
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65DCONTAINERS FOR STORAGE OR TRANSPORT OF ARTICLES OR MATERIALS, e.g. BAGS, BARRELS, BOTTLES, BOXES, CANS, CARTONS, CRATES, DRUMS, JARS, TANKS, HOPPERS, FORWARDING CONTAINERS; ACCESSORIES, CLOSURES, OR FITTINGS THEREFOR; PACKAGING ELEMENTS; PACKAGES
    • B65D85/00Containers, packaging elements or packages, specially adapted for particular articles or materials
    • B65D85/50Containers, packaging elements or packages, specially adapted for particular articles or materials for living organisms, articles or materials sensitive to changes of environment or atmospheric conditions, e.g. land animals, birds, fish, water plants, non-aquatic plants, flower bulbs, cut flowers or foliage
    • B65D85/52Containers, packaging elements or packages, specially adapted for particular articles or materials for living organisms, articles or materials sensitive to changes of environment or atmospheric conditions, e.g. land animals, birds, fish, water plants, non-aquatic plants, flower bulbs, cut flowers or foliage for living plants; for growing bulbs

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Evolutionary Biology (AREA)
  • General Health & Medical Sciences (AREA)
  • Marine Sciences & Fisheries (AREA)
  • Toxicology (AREA)
  • Zoology (AREA)
  • Health & Medical Sciences (AREA)
  • Botany (AREA)
  • Environmental Sciences (AREA)
  • Ceramic Engineering (AREA)
  • Cultivation Receptacles Or Flower-Pots, Or Pots For Seedlings (AREA)

Description

N/31.635-Kp/Pf/vdM i * x - 1 - c
Transport-, opslag- en verkoophouder.
De uitvinding heeft betrekking ^op een transport-, opslag- en verkoophouder met een raamwerkvormig opneemlichaam voor plaatsing daarin van cylindrische of conische voorwerpen, in het bijzonder van planten voorziene bloempotten, in rijen 5 naast elkaar, waarbinnen wanddelen voor zijdelingse steun en vasthouding van de ingeplaatste voorwerpen gevormd zijn.
Er zijn raamwerken van deze soort bekend, die als raamwerken uit kunststof zijn vervaardigd en in twee of meer rijen gerangschikte vierkante of ronde doorgangen van ge-10 lijke grootte vertonen. Deze bekende transport- en opslagramen zijn daardoor slechts geschikt voor het opnemen van voorwerpen, bijv. bloempotten, met één bepaalde diameter. Dit heeft bijv. bij het gebruiken voor beplante bloempotten met diameters van 8 cm tot 13 cm tot gevolg, dat tenminste raamwerken van 15 twee verschillende formaten vervaardigd en beschikbaar gehouden moeten worden. Een verder wezenlijk nadeel van de bekende raamwerken uit kunststof bestaat in het feit, dat deze niet in elkaar kunnen worden geschoven en^daardoor een grotere behoefte aan ruimte bestaat voor het opslaan en bij het transport 20 van de lege verpakkingen. Op grond van het poreuze oppervlak van de kunststof is deze vatbaar voor sterke vervuiling.
Daar de in dergelijke raamwerken op te nemen voorwerpen, in het bijzonder bloempotten, in het algemeen goedkope artikelen zijn en derhalve een zeer grote tolerantie van de diameter-25 grootte vertonen, kunnen bij de bekende raamwerken aanzienlijke moeilijkheden bij het inpassen optreden. De cylindrische resp. conische voorwerpen worden bij de bekende raamwerken door de vierkante of ronde opneemopeningen heen gestoken en steken in het algemeen aan beide kanten uit het raamwerk uit.
30 Daardoor is het transport over een rollenbaan van dergelijke gevulde raamwerken slechts in beperkte mate mogelijk, In samenhang met het gebruik van de bekende raamwerken voor het opnemen van van planten voorziene bloempotten bestaat het gebrek dat geen bevoorrading met water mogelijk is, zodat bij trans-35 port relatief snelle uitdroging van de planten optreedt. Voor het gebruik van de bekende raamwerken als inlegsel in karton-
O ‘ " " -- M
' % .* ^ l * A.J
* I
* - 2 - nen verpakkingen voor planten bestaat het gebrek, dat naar buiten lopend resterend water het karton kan verweken. De bekende raamwerken kunnen derhalve slechts als inlegsel bij verpakkingen uit karton worden gebruikt, die aan hun binnen-5 kant door middel van een kunststoflaag watervast zijn gemaakt. Hierdoor wordt de prijs van dergelijke kartonnen verpakkingen wezenlijk verhoogd en wordt bovendien iedere luchtuitwisseling van de inhoud van de verpakking naar buiten onmogelijk gemaakt.
Daarentegen ligt aan de uitvinding de opgave ten 10 grondslag een goedkoop te vervaardigen, als leeg materiaal samenschuifbare, lichte transport-, opslag- en verkoophouder met raamwerk, te verschaffen, die tegelijkertijd in een enkele uitvoeringsvorm voor een groot aantal diameters van voorwerpen te gebruiken is en een overwegend glad afsluitbare bodem heeft, 15 zodat met voorwerpen, bijv. van planten voorziene bloempotten, beladen raamwerken op transportinrichtingen van iedere soort, in het bijzonder op rollenbaantransportinrichtingen, veilig getransporteerd kunnen worden.
De gestelde opgave wordt volgens de uitvinding 20 opgelost doordat het raamwerk in de vorm van een schaal met een bodemwand is uitgevoerd en dat de voor de zijdelingse steun en het houden van de erin geplaatste voorwerpen dienende zijdelingse wanddelen in op de bodemwand aangebrachte verheffingen zijn gevormd. Door de bodemwand en deze verheffingen 25 zijn in het raamwerk van de transport-, opslag- en verkoophouder volgens de uitvinding opneemplaatsen gevormd, waarin de voorwerpen worden geplaatst, zonder dat daarbij een nauwkeurig passen of klemmen nodig is. Daar de in het raamwerk geplaatste voorwerpen in wezen worden vastgehouden door te rusten op de 30 bodem, kunnen de verheffingen op de bodemwand in die mate beperkt zijn, dat deze slechts relatief kleine gedeelten van het omtreksvlak van de ingeplaatste voorwerpen aanraken. Daardoor kunnen met de verheffingen opneemplaatsen voor voorwerpen met uiteenlopende diameters worden gevormd. In het voorbeeld van 35 het raamwerk volgens de uitvinding voor het opnemen van bloempotten is het mogelijk met een enkel formaat en uitvoering van het raamwerk alle bloempotgrootten van 8 cm tot 13 cm diameter op te nemen. Door de uitvoering van de verheffingen van de o -r - -1 " s*i - 3 - i i bodem van het raamwerk kunnen de transport-, opslag- en ver-koophouders volgens de uitvinding in lege toestand in elkaar worden geschoven en in een beperkte ruimte worden opgeslagen.
Het vullen, resp. insteken van de raamwerken is eenvoudig en 5 gemakkelijk uit te voeren en laat toe dat in een en hetzelfde raamwerk voorwerpen, bijv. bloempotten, van verschillende grootte worden geplaatst. Door de schaalvormige uitvoering kunnen de raamwerken volgens de uitvinding wat betreft kleur en vorm aantrekkelijk worden uitgevoerd, zodat de raamwerken 10 zelf als verkoophouder kunnen worden gebruikt. De aan de onderkant in wezen gladde bodemwand waarborgt een goed transport over een rollenbaan van de met voorwerpen gevulde raamwerken.
In een bijzonder gunstige uitvoeringsvorm heeft de bodemwand een verheffing in het midden en een aantal de 15 omtrekswand van het raamwerk vormende randverheffingen, waarbij in de middenverheffing en de randverheffingen hol gewelfde steunvlakken met uiteenlopende krommingsstralen gevormd zijn. Door de uitvoering met een middenverheffing en in de omtrekswand van het raamwerk gevormde randverheffingen en door de 20 uitvoering van hol gewelfde steunvlakken kan een groot aantal opneemplaatsen voor voorwerpen, in het bijzonder bloempotten, worden geschapen, die als opneemplaatsen voor voorwerpen met uiteenlopende diameter plaatsbesparend in elkaar grijpend zijn gerangschikt. Daarbij zijn de in paren tegenover elkaar 25 liggende steunvlakken met gelijke krommingsstraal op zodanige wijze gevormd, dat zij in een gemeenschappelijk cylinder- of kegelmantelvlak liggen. Ook de middenverheffing kan met opneemplaatsen voor voorwerpen gevormd zijn. Bijv. kan de middenverheffing een, twee of meerdere verdiepingen met cylindri-30 sche of conische holle steunvlakken hebben. Een dergelijke uitvoering kan er bijv. in bestaan dat de steunvlakken in de verdiepingen van de middenverheffing over elkaar gerangschikte, tegen elkaar afgezette steunvlakken hebben, waarbij de assen van deze tegen elkaar afgezette steunvlakdelen ten opzichte 35 van elkaar zijdelings verschoven kunnen zijn. Hierdoor wordt ook op de plaats van de middenverhoging een bijzonder gunstige overlapping van de opneemplaatsen voor voorwerpen van verschillende diameter gevormd, welke een optimale mogelijkheid tot opneming waarborgt van het raamwerk.
V * t - 4 -
De bodemwand van het raamwerk kan volledig gesloten zijn. Het raamwerk zelf vormt dan een schaal, waarin de toediening van water gedurende het transport van van planten voorziene bloempotten mogelijk is. Overigens kan bij een 5 gesloten bodemwand de omtrekswand van het raamwerk bij voorkeur op enige afstand boven de bodemwand tenminste één gat voor toe- en afvoer van vloeistof hebben, dat als waterover-loop dient, wanneer met bloempotten gevulde raamwerken in de open lucht worden opgesteld.
10 In een verbeterde uitvoeringsvorm van de uitvin ding, waarbij het raamwerk met of zonder wateroverloop kan zijn uitgevoerd, zijn in de omtrekswand van het schaalachtige raamwerk doorzichtige wandgebieden aangebracht onder in-stand-houding van de dichte afsluiting. Daardoor wordt het mogelijk 15 gemaakt te kijken in het inwendige van het schaalachtige raamwerk en een eenvoudige mogelijkheid voor controle van in het inwendige van het raamwerk aanwezige vloeistof, bijv. water, verschaft. De doorzichtige wanddelen vormen slechts een gedeelte en wel in het algemeen een zeer gering gedeelte, van 20 de wand van het raamwerk. De wanden van het raamwerk kunnen derhalve in hoofdzaak ondoorzichtig en aan de buitenkant met de gewenste decoratieve werking worden uitgevoerd. De in het algemeen relatief kleine doorzichtige wandgebieden geven voldoende mogelijkheid naar binnen te kijken en storen de functie 25 van het raamwerk ook niet, wanneer de wanden van het raamwerk om een of andere reden vrijwel ondoorlaatbaar voor licht moeten zijn.
Bij voorkeur kan het schaalachtige raamwerk met een in wezen ondoorzichtige omtrekswand en bodemwand uit één 30 stuk zijn getrokken en is er tenminste één doorzichtige wand-strook aanwezig, welke zich over de bodemwand en de tegenover elkaar liggende omtrekswandgedeelten van het raamwerk uitstrekt. Bijv. kan een zich in de lengterichting van het raamwerk uitstrekkende, doorzichtige wandstrook aanwezig zijn.
35 Deze biedt het bijzondere voordeel, dat bij hellende opstelling van het gevulde raamwerk vast te stellen is, of bij het hoger liggende einde van het raamwerk nog vloeistof, bijv.
of water voor planten, aanwezig is,-of aan het dieper gelegen ^ .·’ 1 ,S*r < * - 5 - einde van het raamwerk de vloeistofspiegel te hoog is. Een nog gunstigere overzichtelijkheid wordt bij een transport- en opslagraamwerk volgens de uitvinding door deze voorkeursuit-voeringsvorm geboden, wanneer - in de langsrichting gezien -5 in elk van beide eindgebieden van het raamwerk een zich dwars over het raamwerk uitstrekkende doorzichtige wandstrook aanwezig is. Zo ontstaan dan op de omtrekswand van het raamwerk vier plaatsen om naar binnen te kijken, die bijv. de vloeistof-hoogte bij alle vier de hoeken van het raamwerk laten vast-10 stellen. Een eendere werking zou ook bereikt kunnen worden, wanneer men twee zich in de lengterichting van het raamwerk uitstrekkende, doorzichtige wandstroken aanbrengt, die in de buurt van de zijwanden door de bodemwand en de omtrekswandde-len aan de zijde van het einde verlopen.
15 Wanneer het raamwerk door thermische vorming uit vlakke, bijv. plaatvormige of baanvormige halffabrikaten uit thermoplastische kunststof is gevormd, kan het halffabrikaat door extrusie uit verschillende materialen, waarvan één doorzichtig is, zo worden klaargemaakt, dat in de bodemwand en in 20 de omtrekswand van het raamwerk één of meer doorzichtige wandstroken in één stuk zijn gevormd. Bij voorkeur kan het raamwerk door thermische vorming uit vlakke, resp, plaatvormige, of baanvormige halffabrikaten uit thermoplastische kunststof zijn gevormd. Wanneer het daarbij gewenst is het transport- en 25 opslagraamwerk volgens de uitvinding aan de buitenkant van een decoratieve kleuring te voorzien, kunnen de wanden van het raamwerk in de ondoorzichtbare gebieden als laminaat met draaglaag en buitenliggende decoratieve deklaag en in de doorzichtige wandstroken als enkele laag uit doorzichtige, resp.
30 transparante kunststof als een stuk zijn gevormd.
Een volgende uitvoeringsvorm van de uitvinding betreft de mogelijkheid gevulde raamwerken, in het bijzonder ook met van planten voorziene bloempotten bezette raamwerken met slechts geringe bijkomende kosten op elkaar te kunnen sta-35 pelen en daarbij voorwerpen, in het bijzonder planten in bloempotten, die zich in het raamwerk bevinden, volledige beveiliging tegen beschadiging bij het transport te waarborgen.
Dit wordt bereikt doordat de omtrekswand van het raamwerk een » * \ - 6 - het omtreksvlak omgevende stuitrand omvat, welke met zijn buitenste gedeelte een zich rondom uitstrekkende, naar beneden open, buiten de eigenlijke omtrekswand liggende opneemgroef vormt en met zijn binnenste gedeelte een in wezen evenwijdig 5 aan het openingsvlak van het raamwerk liggende, in de eigenlijke omtrekswand overgaande draagschouder omgrenst en dat tussen de draagschouder en de omtreksgroef van op enige afstand boven elkaar te plaatsen raamwerken in te plaatsen kraagachtige afstandhouders aanwezig zijn. Deze kraagachtige 10 afstandhouders kunnen uit karton of ander buigzaam materiaal zijn gevormd. Zij bieden dan enerzijds een vaste zekere steun, wanneer zij in de naar beneden open opneemgroef aan de stuitrand van het schaalachtige raamwerk zijn geplaatst. Deze kraagachtige afstandhouders zijn bijzonder goedkope, eenvoudige 15 elementen, waarvan het terugtransport meestal niet in aanmerking wordt genomen. Zelfs wanneer deze kraagachtige afstandhouders worden terugvervoerd, kunnen zij na verwijdering uit de opneemgroef van het raamwerk vlak worden opgestapeld.
Om de kraagachtige afstandhouders ook in de 20 buurt van de draagschouder een extra houvast te bieden waardoor zij in hun verstijfde vorm worden gehouden, zijn in een voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding in de buurt van de omtrekswand aanwezige verheffingen van de bodemwand in wezen tot in het openingsvlak van het schaalachtige raamwerk uitlo-25 pend en als inwaartse begrenzingsnokken voor de draagschouders uitgevoerd.
De kraagachtige afstandhouders kunnen in de eenvoudigste uitvoeringsvorm als zich telkens over een hoekgebied van het raamwerk uitstrekkende, in één richting buigbare 30 plaatachtige elementen zijn uitgevoerd. Het is ook mogelijk de kraagachtige afstandhouders als in één richting buigbare platte elementen uit te voeren, die zich over een lengte-of breedtezijde en twee hoekgebieden van het raamwerk uitstrekken. Tenslotte bestaat nog de mogelijkheid de kraagachtige afstand-35 houders als in één richting buigbare platte elementen uit te voeren, die zich over de gehele omtrek van het raamwerk uitstrekken. Daarbij kunnen deze platte elementen met in één richting lopende vouwen zijn voorgevormd, waarlangs zij voor * φ - 7 - aanpassing aan de hoekgebieden van het raamwerk buigbaar zijn.
In het geval dat de voor het opstapelen gebruikte kraagachtige afstandhouders als geheel de omtrek van het raamwerk overwegend innemen/ kunnen zij van openingen zijn voorzien, om het toetre-5 den van licht en lucht tot de met de transport- en opslagraam-werken volgens de uitvinding getransporteerde ingepotte planten mogelijk te maken.
De vastlegging van de in het transport- en op-slagraamwerk volgens de uitvinding geplaatste voorwerpen, in 10 het bijzonder van planten voorziene bloempotten, kan - in het bijzonder ook bij opgestapeld transport van dergelijke gevulde raamwerken - wezenlijk worden verbeterd, doordat de in de bodemwand gevormde verheffingen met zich tot in het openings-vlak van het schaalachtige raamwerk uitstrekkende, zijdelingse 15 steun- en geleidevlakken voor de erin te plaatsen voorwerpen zijn uitgevoerd. Op deze manier kunnen in het transport- en opslagraamwerk geplaatste voorwerpen, bijv. bloempotten, tot praktisch aan hun bovenrand langs hun zijde worden gehouden, zodat door elkaar vallen gedurende transport praktisch is uit-20 gesloten.
Het is ook mogelijk de bodemwand van het raamwerk voor toe- en afvoer van vloeistof met gaten uit te voeren.
In dat geval kunnen de raamwerken voor het kweken van planten in gerede verzendeenheden op broeikastafels worden gebruikt.
25 Wanneer men in een dergelijk geval gedurende het transport bevoorrading met water wil bereiken, dan kan men een het raamwerk opnemende buitenschaal met van verheffingen vrije bodemwand gebruiken. Deze buitenschaal is na het uitnemen van het raamwerk eveneens samen te schuiven en kan daardoor met ge-30 ringe ruimte worden opgeslagen en met geringe ruimte als leeg materiaal worden getransporteerd. Indien het niet gewenst is de buitenschaal als leeg materiaal terug te laten sturen, dan kan deze voor andere doeleinden worden gebruikt, bijv. als zaadkist voor de kweek van jonge planten of als verpakkings-35 houder van algemene aard.
Het is bijzonder gunstig het raamwerk en eventueel de buitenschaal met dunne wand uit thermoplastische kunststof te vormen en in de buurt van de openingsrand tenminste V '» % - 8 - van het raamwerk een zich rondom uitstrekkende ringvormige stapelopzet aan te brengen. Hierdoor wordt een bijzonder gering gewicht bij de vervaardiging met dunne wanden bereikt en wordt de stapelbaarheid van de lege raamwerken en van de lege 5 buitenschalen wezenlijk verbeterd.
Een verdere verbetering van de stapelbaarheid van het lege raamwerk kan worden bereikt wanneer het raamwerk met dunne wand met . naar de bodemwand toe dunner toelopende holle steunvlakken en in de buurt van zijn open rand met 10 ringvormige stapelopzet is uitgevoerd. Hierdoor wordt bovenal ook het apart nemen van de raamwerken uit een stapel aanzienlijk vereenvoudigd. Om ook bij deze verhoging van de zijdelingse steun- en geleidevlakken de voorwerpen, bijv. van planten voorziene bloempotten, nog gemakkelijk in het raamwerk 15 te kunnen plaatsen en hier weer uit te kunnen nemen, verdient het aanbeveling in de binnenste steunvlakken van de in de bodemwand gevormde verheffingen van het openingsvlak van het raamwerk naar beneden reikende ingreepverdiepingen voor het aanpakken van de in het raamwerk geplaatste, resp. te plaatsen 20 voorwerpen te vormen.
üitvoeringsvoorbeelden van de uitvinding worden onderstaand aan de hand van de tekening nader toegelicht.
Figuur 1 toont het raamwerk van een transport-, opslag- en verkoophouder volgens de uitvinding in bovenaan-25 zicht.
Figuur 2 toont een doorsnede door de lijn 2-2 in figuur 1.
Figuur 3 toont het gebied 3 van figuur 2 in vergrote weergave.
30 Figuur 4 toont een raamwerk volgens figuur 1 in zijaanzicht.
Figuur 5 toont een vergrote gedeeltelijke doorsnede door 5-5 van figuur 4.
Figuur 6 toont twee door middel van kraagachtige 35 afstandhouders op elkaar gestapelde, met van planten voorziene bloempotten, gevulde raamwerken in zijaanzicht.
Figuur 7 toont een kraagachtige afstandhouder in eenvoudige uitvoeringsvorm in perspectivische weergave.
^ .3 9
' ' : H
i. w e' + - 9 -
Figuur 8 toont een kraagachtige afstandhouder in een andere uitvoeringsvorm in perspectivische weergave.
Figuur 9 toont een raamwerk in zijaanzicht gedurende het inzetten in een in doorsnede weergegeven buiten-5 schaal.
Bij de in de tekening weergegeven voorbeelden gaat het om transport-, opslag- en verkoophouders 10 met telkens een raamwerk 11, waarin van planten voorziene bloempotten bijv. bloempotten met diameters van 8 cm tot 13 cm, kunnen 10 worden geplaatst. Het raamwerk 11 heeft een bodemwand 12 en een omtrekswand 13 en is met dunne wanden uit thermoplastische kunststof gevormd, bijv. diepgetrokken. In de buurt van de bovenrand is de omtrekswand 13 van het raamwerk 11 tot een zich rondom uitstrekkende ringvormige stapelopzet 14 gevormd, 15 die in het inwendige van het raamwerk 11 een zich rondom uitstrekkende draagschouder 26 vertoont. Boven de stapelopzet 14 is een rondom verlopende, naar buiten omgelegde stuitrand 15 gevormd, die een naar beneden open, buiten de eigenlijke omtrekswand 13 liggende opneemgroef 25 vormt. .
20 Zoals uit de figuren 1 en 2 blijkt en uit figuur 3 duidelijker naar voren komt, strekken in de buurt van de omtrekswand 13 aangebrachte verheffingen 17 en 18 in de bodemwand zich in wezen tot in het openingsvlak van het schaalach-tige raamwerk 11 uit en vormen zo binnenwaartse begrenzings-25 nokken 27 voor de draagschouder 26. Figuur 3 toont in vergrote weergave deze randuitvoering van het schaalachtige raamwerk 11 met daarin geplaatste kraagachtige afstandhouders 40. Zoals kan worden gezien worden deze kraagachtige afstandhouders 40 met hun bovenste randgebied in de naar beneden open opneem-30 groef 25 gestoken, terwijl zij met hun onderste rand op de draagschouder 26 staan en tussen de begrenzingsnokken 27 en de ringvormige stapelopzet 14 worden gehouden. Hierdoor worden de kraagachtige afstandhouders in hun verstijfde vorm gehouden, ook wanneer zij op zich slechts uit relatief goedkoop, meege-35 vend of buigzaam materiaal, bijv. karton, bestaan.
Voor de vorming van zijdelingse wanddelen waartegen de in het raamwerk ll geplaatste bloempotten met hun omtrekswand steunen, zijn in de bodemwand 12 een middenverhef-fing 16 en randverheffingen 17 aan de langszijden van het - - « ï Λ
; · : O
% - 10 - raamwerk 11 en randverheffingen 18 aan de dwarszijden van het raamwerk 11 gevormd. Zowel de middelste verheffing 16 als ook de randverheffingen 17 en 18 strekken zich met wezenlijke gedeelten tot in het openingsvlak van het raamwerk 11 uit. De 5 randverheffingen 17 en 18 zijn direct in de omtrekswand 13 van het raamwerk 11 gevormd. In de middenverheffing en in de randverheffingen 17 en 18 zijn hol gewelfde steunvlakken 19, 21 en 22 gevormd, waarvan de steunvlakken 22 in twee verdiepingen 20 van de middenverheffing 16 zijn aangebracht, terwijl de steun-10 vlakken 19 en 21 als in paren tegenover elkaar liggende steun-vlakdelen aan de buitenomtrek van de middenverheffing 16 en aan de. binnenzijde van de randverheffingen 17 en 18 zijn gevormd. De in paren.tegenover elkaar liggende steunvlakdelen hebben gelijke krommingsstralen en liggen in een gemeenschap-15 pelijk kegelmantelvlak. Zoals figuur 1 toont, is hierbij de volgende rangschikking getroffen: in de hoekgebieden van het raamwerk 11, d.w.z. bij de overgang van telkens een randver-heffing 17 in een randverheffing 18 is telkens een steunvlak 19 in de vorm van een ongeveer tweederde cirkel gevormd, waar-' 20 van de krommingsstraal aan bloempotten met een diameter van 13 cm is aangepast. Tegenover elk van deze steunvlakken 19 ligt in elk hoekgebied van de middenverheffing 16 een steunvlak 19 in de vorm van ongeveer een kwart circel, die dezelfde krommings straal., heeft. In het midden van ieder van de beide 25 randverheffingen 17 is een steunvlak 19 in de vorm van een ca. eenachtste circel gevormd, waarvan de krommingsstraal aan bloempotten met een diameter van 13 cm is aangepast. Tegenover dit steunvlak 19 ligt een steunvlak 19 met de vorm van ca. eenderde circel in het midden van de langszijde van de midden-30 verheffing 16, die wederom dezelfde krommingsstraal heeft.
Als overgangen tussen de steunvlakken 19 in de hoekgebieden en die in de langszijde van het raamwerk in het midden liggende steunvlakken 19 , zijn in iedere randver- heffing 17 twee ca. een kwart circel vormende steunvlakken 35 21 gevormd, waar tegenover steunvlakken 21 liggen, die in de langszijden van de middenverheffing 16 tussen de steunvlakken 19 zijn gevormd. Verder zijn in de randverheffingen 18 tussen de steunvlakken 19 in de hoekgebieden in het midden ca. eenderde circel vormende steunvlakken 21 gevormd, waar tegenover ^ 7 Λ — -1 J rt ^ i i '!> * - 11 - in de voorzijden van de middenverheffing 16 gevormde ca. een kwart circel vormende steunvlakken 21 liggen. Alle steunvlak-ken 21 hebben dezelfde krommingsstraal en zijn aan bloempotten met een diameter van 9 cm aangepast.
5 Zoals uit figuren 1 en 2 blijkt,zijn aan de binnenste steunvlakken van de in de bodemwand 12, resp. in de omtrekswand 13, gevormde verheffingen 16, 17, 18 van het ope-ningsvlak van het raamwerk 11 naar beneden lopende ingrijpver-diepingen 28 voor beetpakken van de in het raamwerk geplaatste 10 voorwerpen gevormd. Door deze ingrijpverdiepingen kan de gebruiker met de vingers tot ver in de buurt van deze steunvlakken 19, 21, 22 tasten. Door de slechts een gedeelte van een circel omschrijvende vorming van de steunvlakken 19, 21 en 22 en de vorming van de ingrijpverdiepingen strekt zich tussen de 15 middenverheffing 16 en de in de omtrekswand gevormde randver-heffingen 17 en 18 een rondom lopende verdieping uit. Het raamwerk 11 kan derhalve met bloempotten van verschillend formaat worden bezet, bijv. komen de volgende methoden voor de bezetting van het raamwerk 11 met bloempotten in aanmerking: 20 a) zes bloempotten met diameters van 12 en/of 13 cm in twee rijen van elk drie stuks steunend tegen de steunvlakken 19; Λ b) acht bloempotten met een diameter van 10 en/ of 11 cm in twee buitenrijen van elk drie stuks en een midden-25 rij van twee stuks, geplaatst in de buurt van de steunvlakken 19 en de steunvlakdelen 22. Hoewel de bloempotten met een diameter van 11 cm los tussen de steunvlakdelen 19 zitten, worden zij op grond van de hoogte van de steunvlakken en door de mid-denrij van bloempotten voldoende in hun positie vastgehouden; 30 c) twaalf bloempotten met een diameter van 8 en/ of 9 cm, geplaatst in drie rijen van elk vier stuks en wel de buitenste rijen met steuning tegen de steunvlakken 21, alsmede geplaatst tussen de steunvlakken 19, alsmede de middelste rij leunend tegen de steunvlakken 21 en 22. De tussen de steun-35 vlakken 19 los ingeplaatste bloempotten krijgen door de overige bloempotten voldoende vaste houvast; d) gemengde bezetting in de meest uiteenlopende mogelijkheden, bijv. twee bloempotten met een diameter van 13 cm geplaatst aan het ene einde van het raamwerk 11 tussen de :\ m . i i ♦ - 12 - steunvlakken 19; vier bloempotten met een diameter van 11 cm, geplaatst tussen de steunvlakken 19 aan het andere einde van het raamwerk 11 en tussen de steunvlakken 19 in het middendeel van de langszijden; en drie bloempotten met een diameter van 5 8 cm, geplaatst als een middenrij tussen de bloempotten met een diameter van 11 cm tussen de steunvlakken 21 en aan een einde van het raamwerk 11 en tussen de steunvlakken 22 van de verdieping 20. Soortgelijke voorbeelden van een gemengde bezetting zouden nog naar believen kunnen worden genoemd.
10 Het in de figuren 1 en 3 weergegeven raamwerk 11 wordt bij voorkeur met gesloten bodemwand 12 gevormd. Op deze manier kan in het raamwerk 11 een watervoorraad voor van planten voorziene bloempotten worden vastgehouden. Om het aanwezig zijn van een dergelijke watervoorraad en de hoogte ervan van 15 buiten te kunnen vaststellen, verdient het aanbeveling doorzichtige wandgedeelten in het raamwerk 11 aan te brengen. In het voorbeeld van figuren 1 en 2 zijn de bodemwand 12 en de omtrekswand 13 van het raamwerk 11 als één stuk in wezen uit ondoorzichtigethermoplastische kunststof diepgetrokken, met 20 een laagopbouw als bi'jv. in samenhang met figuur 5 zal worden beschreven. Midden door de bodemwand 12 en de delen aan de voorzijde van de omtrekswand 13 strekt zich een doorzichtige wandstrook 31, die als één stuk in de bodemwand 12 en de omtrekswand 13 is gevormd, uit. Deze doorzichtige wandstrook 31 25 bestaat eveneens uit thermoplastische kunststof, doch transparant materiaal. Bij hetdieptrekken van het raamwerk 11 zijn zo ook. de middenbodemverheffing 16, de randverheffingen 18, de stapelopzet 14 en de omgelegde buitenrand 15 eveneens in de doorzichtige wandstrook 31 gevormd, net als in de ondoorzich-30 tige resterende wanddelen. Natuurlijk worden de begrenzingen tussen de doorzichtige wandstroken 31 en de overige ondoorzichtige wanddelen bij het vormen van de bodemverheffing 16, de randverheffingen 18, de stapelrand 14 en de omtrekswand 15 meer of minder (in de tekening niet weergegeven) onrechtlijnig. 35 Deze onrechtlijnige vorming van de grenslijnen van de doorzichtige wandstrook. 31 heeft echter voor de vorming van inkijk-plaatsen in het inwendige van het schaalvormige raamwerk 11 geen nadelige gevolgen.
-v - · " -! \ -.,- 'J j l - 13 -
In plaats van deze ene doorzichtige wandstrook 31 zouden ook twee, niet weergegeven, doorzichtige wandstroken aanwezig kunnen zijn, die zich tussen de middenbodemverheffing 16 en de randverheffingen 17 door de bodemwand 12 en vandaar 5 naar beide zijden door de zijdelingse eindgebieden van de voorzijde-omtrekswanddelen 13, de ringvormige stapelopzet 14 .en de omtrekswand 15 kunnen uitstrekken.
In het voorbeeld van figuur 4 en als in figuur 1 gestreept aangegeven, zijn in plaats van de ene zich in de 10 lengterichting van het raamwerk 11 uitstrekkende doorzichtige wandstrook 31 twee strookvormige wanddelen 32 aangebracht, die - in de lengterichting gezien - in de beide eindgebieden van het raamwerk 11 zich bevinden. Deze doorzichtige wandstroken 32 strekken zich dwars over het raamwerk 11 door de bodemwand 15 en de zijdelen van de omtrekswand 13, alsmede door de ringvormige stapelopzet 14 en de omtrekswand 15 uit. Zoals in figuur 1 aangegeven, kan de plaats van deze doorzichtige wandstroken 32 zo worden gekozen dat deze zich tussen de middenbodemverheffing 16 en de voorzijderandverheffingen 18 in de 20 bodemwand 12 doorheen uitstrekken. Bij* deze plaatsing worden de doorzichtige wandstroken 32 slechts relatief weinig, d.w.z. praktisch slechts in de buurt van de omtrekswand 13, de stapelopzet 14 en de omtrekswand 15 vervormd. Dit is van bijzonder voordeel, in het geval dat de de doorzichtige wandstroken 25 32 vormende transparante kunststof minder goed vervormbaar is dan de de ondoorzichtige wandgebieden vormende kunststof.
Figuur 5 toont een doorsnede van de omtrekswand 13 in de buurt van een doorzichtige wandstrook 32. In deze uitvoeringsvorm, die ook in het voorbeeld van figuren 1 en 2 30 kan worden gebruikt, zijn de bodemwand 12, de omtrekswand 13, de stapelopzet 14 en de omtrekswand 15 door thermisch vormen, bijv. dieptrekken, uit één. stuk gevormd. De ondoorzichtige gebieden 33 bestaan uit laminaten en wel uit een bij voorkeur donkere, bijv. zwart gekleurde, dragerlaag 34 en van een ge-35 wenste kleur voorziene decoratieve deklaag 35. De dragerlaag 34 kan daarbij uit opnieuw gebruikte (recycling) kunststof worden gevormd. De donkere, bij voorkeur zwarte kleuring diart dan niet alleen voor de afdekking van de reeds aanwezige kleu- - 14 - ring, maar is ook voor het bereiken van de gewenste ondoor-laatbaarheid voor licht van voordeel.
Ondanks de vorming als één stuk van doorzichtige wandstroken 31 resp. 32 kan het raamwerk 11 in beide uitvoe-5 ringsvormen eenvoudig worden vervaardigd. Door een bekende coextrusiewerkwijze kan een baanvormig of plaatvormig halffabrikaat door coextrusie worden vervaardigd, waarbij in de ondoorzichtige gebieden een laminaat uit dragerlaag en deklaag gevormd is en tussen deze ondoorzichtige gebieden 33 door-10 zichtige stroken uit transparante kunststof als één stuk zijn gevormd. Dit halffabrikaat kan ook zonder meer aan de thermische -vorming, resp. het dieptrekken, worden onderworpen, om hieruit het gewenste raamwerk ll te vormen.
Als verdere mogelijkheid voor de bewaking en de 15 regeling van de in het raamwerk. 11 aanwezige voorraad water zijn in de omtrekswand 13 gaten 36 voor toe- en afvoer van vloeistof aangebracht. Deze gaten 36 zijn op een afstand 37 van bijv. 10 mm boven de bodemwand 12 aangebracht en dienen als vloeistofoverloop. Door deze gaten 36 is het mogelijk de 20 met beplante bloempotten gevulde raamwerken 11 in de open lucht op te stellen en ook bij regenweer. Het zich in het inwendige van het raamwerk verzamelende overtollige water zal dan door deze gaten 36 weglopen. Algemeen gesproken zou een enkel gat 36 in de omtrekswand 13 van het raamwerk 11 voldoen-25 de zijn. Zoals in de tekening aangegeven wordt echter bij voorkeur voor vier gaten 36 gezorgd en wel in die gebieden 38 van de langszijden van het raamwerk 11, waar telkens de naast elkaar gelegen gewelfde steunvlakken 19 en 21 elkaar ontmoeten. Men zou ook kunnen overwegen in iedere langszijde van het raam-30 werk 11 slechts één dergelijk gat 36 aan te brengen. Bij voorkeur kan in elk hoekgebied van het raamwerk 11 een gat 36 als wateroverloop aanwezig zijn. Onder dit gat 36 is een in de omtrekswand naar buiten uitstekende uitwelving 39 gevormd, om het water langs de wand van een daarin geplaatste bloempot 35 te voeren.
Zoals figuur 2 toont, strekken de ingrijpverdie-pingen 28 zich tot juist, d.w.z. een afstand van ca. 1 cm, boven de bodemwand 12 uit. De ingrijpverdiepingen vormen daar- i * - 15 - door in het inwendige van het raamwerk 11 overloopelementen, zodat zich in het binnenste van het raamwerk verzamelend water via de ingrijpverdiepingen 28 van het ene gebied van het raamwerk 11 naar het andere gebied kan overstromen en tenslotte 5 bij een uitloopgat 36 geraakt.
Zoals figuur 6 toont kunnen de met voorwerpen, in het bijzonder van planten voorziene bloempotten, gevulde raamwerken 11 op eenvoudige wijze op elkaar worden gestapeld, doordat kraagachtige afstandhouders 40 op het telkens lagere 10 raamwerk 11 worden gestoken en wel zo, dat de kraagachtige afstandhouder 40 met zijn onderkant op de draagschouder 26 staat en tussen de stapeIrand 14 en de begrenzingsnokken 27 wordt gehouden (verg. figuur 3). Op deze kraagachtige afstandhouden 40 wordt het volgende gevulde raamwerk 11 met zijn 15 stuitrand 15 gestoken op zodanige wijze, dat de kraagachtige afstandhouders 40 met hun bovenkanten in de opneemgroef 25 zijn vastgehouden. Figuur 6 toont twee van op zodanige wijze op elkaar gestapelde raamwerken 11 en op het bovenste raamwerk 11 reeds opnieuw opgebrachte, kraagachtige afstandhouders 40, 20 die daarop het volgende raamwerk 11 met zijn stuitrand 15 met opneemgroef 25 zullen moeten dragen.
In de figuren 7 en 8 zijn uitvoeringsvoorbeelden Λ voor de kraagachtige afstandhouders 40 weergegeven. In het voorbeeld van figuur 7 is de kraagachtige afstandhouder 40 25 door een plaatachtig element 41 uit karton gevormd, dat in zijn lengte daarop is afgestemd, dat het om het hoekgebied van het raamwerk 11 past en wel van achter een randverheffing 18 aan de smalle zijde tot achter een randverheffing 17 aan een langszijde van het raamwerk 11. De breedte van het plaatachti-30 ge element 41 is op de gewenste stapelhoogte, d.w.z. de gewenste afstand tussen de raamwerken 11 onderling afgestemd. In zijn middengebied is het plaatvormige element 41 door middel van evenwijdige, voorgevormde buigvouwen 43 in één richting buigbaar gevormd, om zich zo nauwkeurig mogelijk te kunnen 35 aanpassen aan de hoekronding van het raamwerk 11. De eindge-bieden 44 zijn vrij van vouwen en met verhoogde stijfheid gevormd.
In het voorbeeld van figuur 8 is de kraagachtige ' - 16 - afstandhouder 40 als plaatvormig element 42 uitgevoerd, waarvan de langte erop is afgesteld dat deze zich langs een smalle zijde van het raamwerk 11 en in de beide aansluitende hoekge-bieden kan uitstrekken en wel van achter in zijverheffing 17 5 in de ene langszijde langs het hoekgebied en de zijverheffing 18 van de smalle zijde en het tweede hoekgebied tot achter de volgende randverheffing 17 aan de andere langszijde. Hiertoe heeft het plaatvormige element, dat ook in dit voorbeeld uit karton kan bestaan, twee met buigvouwen 43 uitgevoerde, in ëën 10 richting buigbare gebieden, twee stijve buitengebieden 44 en een stijf middengebied 45. In dit voorbeeld is het stijve middengebied 45 van een ronde opening 46 voorzien, die een doorgang voor lucht en licht naar de in de raamwerken ondergebrachte ingepotte planten vormt. Als volgende mogelijkheid zou 15 een kraagachtige afstandhouder kunnen worden overwogen, welke vier gebieden met buigvouwen, drie daartussen liggende stijve wandgebieden en twee eindgebieden heeft. Een dergelijke kraagachtige afstandhouder zou dan om de totale omtrek van het raamwerk kunnen worden geplaatst. In een dergelijk geval is 20 het van bijzonder belang openingen in het plaatvormige element aan te brengen om lucht en licht tot de in de raamwerken ondergebrachte ingepotte planten toe te laten.
In de boven uiteen gezette voorbeelden zijn de raamwerken 11 met gesloten bodemwand uitgevoerd. Men kan ech-25 ter ook in de bodemwand 12 gaten aanbrengen, om water of mest-oplossing van buitenuit in een met beplante bloempotten bezet raamwerk 11 te kunnen binnenleiden. Wanneer het raamwerk 11 met dergelijke bodemopeningen is uitgevoerd, verdient het aanbeveling een extra buitenschaal 24 te verschaffen, die een van 30 verheffingen vrije, in wezen vlakke gesloten bodem heeft, en voor de rest van dezelfde ringvormige stapelopzet en dezelfde randvorming 15 als het raamwerk 11 kan zijn voorzien. Zoals uit figuur 9 blijkt kan het raamwerk 11 door middel van de stapelopzet 14 in het inwendige van de buitenschaal 24 worden 35 gevat en telkens opnieuw weer eenvoudig uit de buitenschaal 24 worden opgetild.
De wandsterkte, zowel van het raamwerk 11 als ook van de buitenschaal 24, kan afhankelijk van de gewenste Λ — 1 • , : w „ . v .....................^ •t - 17 - stabiliteit worden gekozen. Wanneer men het raamwerk 11 slechts in verbinding met de buitenschaal 24 wil gebruiken, dan kunnen beide elementen met bijzonder dunne wanden worden vervaardigd. Wanneer echter wordt beoogd het raamwerk 11 voortdurend of 5 tijdelijk zonder de buitenschaal 24 als transport-, opslag- en verkoophouder te gebruiken, dan zal men de voorkeur geven aan een hogere stabiliteit en dienovereenkomstig grotere wand-sterkte van het raamwerk 11. Evenzo zal men bij de buitenschaal 24 aan een hogere stabiliteit en dienovereenkomstig 10 grotere wandsterkte de voorkeur geven, wanneer eventueel tweede gebruik van de buitenschaal 24 in aanmerking wordt genomen.
Bij voorkeur zijn de raamwerken 11 en de buitenschalen 24 uit thermoplastische kunststof diepgetrokken. Wanneer het gewenst is aan het raamwerk 11 resp. de buitenschaal 15 24 een gewenste kleur op het buitenoppervlak te geven, kunnen deze elementen ook uit een laminaat uit thermoplastische kunststof worden diepgetrokken, waarbij men de dragende, binnenlaag van dit laminaat uit opnieuw gebruikt materiaal (recycling) kan vervaardigen en donker kan verven. Het is ook mogelijk het 20 raamwerk 11 en resp. of de buitenschaal 24 uit een mengsel van thermoplastische kunststof en andersoortig recyclingmateriaal, zoals papiersnippers of houtzaagsel te vervaardigen. In een dergelijk geval zal het de voorkeur verdienen het raamwerk, resp. de buitenschaal, uit een dergelijk mengsel door spuit-25 gieten te vervaardigen. 1

Claims (20)

1. Transport-, opslag- en verkoophouder met een raamwerkvormig opneemlichaam voor plaatsing daarin van cylindrische en conische voorwerpen, in het bijzonder van 5 planten voorziene bloempotten, in rijen naast elkaar, waarbinnen wanddelen voor zijdelingse steun en vasthouding van de ingeplaatste voorwerpen zijn gevormd, met het kenmerk , dat het raamwerk (ll) als een schaal met een bodemwand (12) is uitgevoerd en dat de voor de zijdelingse 10 steun en het vasthouden van de erin geplaatste voorwerpen dienende zijdelingse wanddelen in op de bodemwand (12) aangebrachte verheffingen (16, 17, 18) zijn gevormd.
2. Houder volgens conclusie 1, met het kenmerk , dat de bodemwand een middenverheffing (16) 15 en een aa'ntal de omtrekswand (13) van het raamwerk vormende randverheffingen (17, 18) heeft, waarbij in de middenverheffing (16) en in de wandverheffingen (17, 18) hol gewelfde steunvlakken (19, 21, 22) met uiteenlopende krommimgsstralen zijn gevormd en de in paren tegenover elkaar liggendesteun- 20 vlakken (19, 21) met dezelfde krommingsstraal zijn uitgevoerd en in een gemeenschappelijk cylinder- of kegelmantelvlak liggen.
3. Houder volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de middenverheffing (16) één, twee of 25 meer verdiepingen (20) met cylindrische of conische, holle steunvlakken (22) heeft.
4. Houder volgens een der conclusies 1-3, met het kenmerk, dat het raamwerk (11) met gesloten bodemwand (12) en met tenminste één op zekere afstand 30 (37) boven de bodemwand (12) in de omtrekswand (13) aangebracht gat (36) voor toe- en afvoer van vloeistof is uitgevoerd .
5. Houder volgens conclusie 4, met het kenmerk , dat in vier hoekgebieden van het raamwerk 35 (11) telkens één gat (36) is aangebracht.
6. Houder volgens conclusie 4, met het kenmerk , dat het gat (36) in het gebied (38) waar twee naast elkaar liggende gewelfde steunvlakken (19, 21) in elkaar overgaan, is aangebracht. λ ~ ~ ™ : : '·. ·...? ·. i . -J - 19 -
7. Houder volgens een der conclusies 1-3, met het kenmerk, dat de bodemwand (12) van het raamwerk (11) voor toe- en afvoer van vloeistof van gaten is voorzien. 5
8) Houder volgens een der conclusies 1-7, met het kenmerk, dat in de omtrekswand (13) van het raamwerk (11) doorzichtige wandgebieden (31, 32) onder in-stand-houding van een dichte afsluiting zijn aangebracht.
9. Houder volgens conclusie 8, met het 10 kenmerk , dat het schaalachtige raamwerk (11) met in wezen ondoorzichtige omtrekswand (13) en bodemwand (12) in één stuk is diepgetrokken en tenminste één doorzichtige wand-strook (31, 32) omvat, welke zich door de bodemwand (12) en de tegenover elkaar liggende delen van de omtrekswand (13) van 15 het raamwerk (11) uitstrekt.
10. Houder volgens conclusie 8 of 9, met het kenmerk, dat het raamwerk (11) door thermisch vormen uit vlak, bijv. plaatvormig of baanvormig halffabrikaat uit thermoplastische kunststof is gevormd en de doorzichtige 20 wandstrook . (31, 32) door extrusie van het vlakke halffabrikaat uit verschillende materialen, waarvan het ene transparant is, in de bodemwand (12) en de omtrekswand (13) van het raam- é werk (11) in één stuk is gevormd.
11. Houder volgens conclusie 10, met het 25kenmerk , dat het raamwerk (11) door thermisch vormen uit vlak, bijv. plaatvormig of baanvormig, halffabrikaat uit thermoplastische kunststof is gevormd, waarbij de wanden (12, 13, 14, 15) van het raamwerk (11) in de ondoorzichtige gebieden (33) als laminaat met een dragerlaag (34) en buitenste 30 deklaag (35) en in de doorzichtige wandstroken (31, 32) in één laag uit transparante kunststof uit één stuk z.ijn gevormd.
12. Houder volgens een der conclusies 1-11, met het kenmerk, dat de omtrekswand (13) een het openingsvlak van het schaalachtige raamwerk (11) omgevende 35 stuitrand (15) heeft, die aan zijn buitenste deel een zich rondom uitstrekkende, naar buiten open, zich buiten de eigenlijke omtrekswand (13) bevindende opneemgroef (25) vormt en met zijn binnenste gedeelte een in wezen evenwijdig aan het aT - . · - - 20 - \ openingsvlak van het raamwerk (11) liggende, in de eigenlijke omtrekswand (13) overgaande draagschouder (26) omgrenst en dat tussen de draagschouder (26) en de opneemgroef (25) van op enige afstand boven elkaar te plaatsen raamwerken (11) af-5 standhouders (40) zijn beoogd.
13. Transport-, opslag- en verkoopkrat volgens conclusie 12, met het kenmerk, dat in de buurt van de omtrekswand (13) beoogde verheffingen (17, 18) in de bodemwand (12) zich in wezen tot in het openingsvlak van 10 het schaalachtige raamwerk (11) en als binnenwaartse begren-zingsnokken (27) voor de draagschouder (26) zijn uitgevoerd.
14. Transport-, opslag- en verkoopkrat volgens conclusie 12 of 13, gekenmerkt door kraagach tige afstandhouders (40) in de vorm van zich telkens over een 15 hoekgebied van het raamwerk (11) uitstrekkende, in één richting buigbare, plaatachtige elementen (41), bijv. uit karton.
15. Transport-, opslag- en verkoopkrat volgens conclusie 12 of 13, gekenmerkt door kraagach tige afstandhouders (40) in de vorm van zich telkens over .een 20 langs- of dwarszijde en twee hoekgebieden van het raamwerk (11) uitstrekkende, in één richting buigbare plaatvormige elementen (42), bijv. uit karton.
16. Transport-, opslag- en verkoopkrat volgens conclusie 12 of 13, gekenmerkt door kraagach- 25 tige afstandhouders (40) in de vorm van zich over de totale omtrek van het raamwerk (11) uitstrekkende, in één richting buigbare plaatachtige elementen, bijv. uit karton.
17. Transport- en opslagkrat volgens een der conclusies 1-16, gekenmerkt door een het raam- 30 werk (11) opnemende buitenschaal (24) met van verheffingen vrije bodemwand (25).
18. Transport- en opslagkrat volgens conclusie 17, met het kenmerk, dat het raamwerk (11) en de buitenschaal (24) met dunne wanden uit thermoplastische 35 kunststof zijn gevormd en in de buurt van de openingsrand met samenpassende, zich rondom uitstrekkende ringvormige stapelop-zetten (14) uitgevoerd zijn.
19. Transport- en opslagkrat volgens een der «Λ ί*» 7 l .j P ‘ - 21 -· conclusies 1-18, met het kenmerk, dat het raamwerk (11) met dunne wanden met zich tot de bodemwand (12) naar binnen lopende holle steunvlakken en in de buurt van zijn openingsrand (15) met ringvormige stapelopzet (14) voor het 5 stapelen van de lege raamwerken (11) is uitgevoerd.
20. Houder volgens een der conclusies 1-19, met het kenmerk, dat in de binnenste steunvlakken (19, 21, 22) van de in de bodemwand (12) gevormde verheffingen (16, 17, 18) van het openingsvlak van het raamwerk 10 (11) naar beneden lopende ingrijpverdiepingen (28) voor het aanpakken van de in het raamwerk (10) geplaatste, resp. te plaatsen voorwerpen zijn gevormd. 15 «
NL8303118A 1982-10-05 1983-09-09 Transport-, opslag- en verkoophouder. NL8303118A (nl)

Applications Claiming Priority (6)

Application Number Priority Date Filing Date Title
DE19828227862 DE8227862U1 (de) 1982-10-05 1982-10-05 Transport- und Lagersteige
DE8227862 1982-10-05
DE8303100 1983-02-05
DE19838303100 DE8303100U1 (de) 1983-02-05 1983-02-05 Transport- Lager- und Verkaufs-Steige
DE19838303099 DE8303099U1 (de) 1983-02-05 1983-02-05 Transport- Lager- und Verkaufs-Steige
DE8303099 1983-02-05

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8303118A true NL8303118A (nl) 1984-05-01

Family

ID=27207523

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8303118A NL8303118A (nl) 1982-10-05 1983-09-09 Transport-, opslag- en verkoophouder.

Country Status (4)

Country Link
DK (1) DK402183A (nl)
FR (1) FR2533897A1 (nl)
GB (1) GB2130555B (nl)
NL (1) NL8303118A (nl)

Families Citing this family (14)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL185561C (nl) * 1985-01-11 1990-05-16 Multiplastic B V Bakvormige houder.
DE3530113A1 (de) * 1985-08-23 1987-03-05 Fernholz Gmbh & Co Kg W & H Palette fuer konische behaelter
GB2203130A (en) * 1987-03-20 1988-10-12 Marks Spencer Plc Display assembly
EP0385993A4 (en) * 1987-07-10 1991-07-24 Brendon Michael O'sullivan Packaging
FR2658158B1 (fr) * 1990-02-13 1992-06-12 Leboeuf Rene Plateau reutilisable pour la production, le transport et la vente de plantes et ensemble utilisant de tels plateaux.
FR2668128B1 (fr) * 1990-10-18 1992-12-24 Laguerre Maxime Clayette munie d'un dispositif amovible de tuteurage.
FR2691701B1 (fr) * 1992-06-02 1996-04-26 Claude Oddoux Conditionnement pour produits, notamment pour faisselles de fromage blanc.
GB2272683A (en) * 1992-11-10 1994-05-25 Elmpath Ltd Packaging system
NL1027212C2 (nl) * 2004-10-11 2006-04-13 Modiform B V Samenstel van een tray en een aantal van planten voorziene planthouders, alsmede een tray van een dergelijk samenstel en het gebruik van een dergelijke tray.
AU2012200699B2 (en) 2012-02-07 2014-04-10 K. Hartwall Oy Ab Cell Tray
DE202013102585U1 (de) * 2013-06-17 2013-06-25 Schoeller Arca Systems Gmbh Beidseitig verwendbarer Flaschen-Tray
TR201815732A2 (tr) * 2018-10-22 2018-11-21 Fiyaka Plastik Ithalat Ihracat Sanayi Ve Ticaret Anonim Sirketi Bi̇r taşima si̇stemi̇
EP3906776A1 (de) * 2020-05-04 2021-11-10 Jungheinrich Aktiengesellschaft Blocklagerelement mit flüssigkeitsübernahme und überlauf
EP4062750A1 (de) * 2021-03-25 2022-09-28 Jungheinrich Aktiengesellschaft Gewächshausanordnung

Family Cites Families (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB958302A (en) * 1961-11-23 1964-05-21 Hartmann Fibre Ltd Improvements relating to the packing of glass tumblers and the like
DK116925B (da) * 1966-02-28 1970-02-23 Hartmann As Brdr Formstøbt eller formspresset mellemlægsplade til brug ved emballering af bægre.
GB1197059A (en) * 1966-11-18 1970-07-01 Reginald Hobbs Packaging of Containers
GB1331742A (en) * 1970-09-30 1973-09-26 Stag Plastics Ltd Packaging trays
US3905506A (en) * 1973-11-15 1975-09-16 Mobil Oil Corp Tray

Also Published As

Publication number Publication date
DK402183D0 (da) 1983-09-05
GB2130555B (en) 1986-05-21
GB8324722D0 (en) 1983-10-19
GB2130555A (en) 1984-06-06
DK402183A (da) 1984-04-06
FR2533897B3 (nl) 1985-02-08
FR2533897A1 (fr) 1984-04-06

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL8303118A (nl) Transport-, opslag- en verkoophouder.
NL1004215C2 (nl) Afschermhouder voor een pot- of bakvormige houder.
ES2590930T3 (es) Sistema de paletas de carga para exposición, almacenamiento y transporte de botellas
US8047392B2 (en) Stackable liquid container
US20140048435A1 (en) Assemblies, Systems and Methods for the Transportation and Display of Plants and Flowers
ES2558855T3 (es) Caja para el envasado y transporte de productos
US6050027A (en) Container for shipping young plants or seedlings
CA2375232C (en) Packaging for long-stemmed flowers
HUE027495T2 (en) Delivery and exhibition compartment
EP0050394B1 (en) Egg container
EP0624141A1 (en) PACKING CONTAINER FOR FOOD PRODUCTS CONTAINING A LIQUID, SUCH AS MEAT.
US5400905A (en) Receptacle which can be used for displaying, decorating and even protecting various articles, such as pot plants in particular
US6513675B1 (en) Food container with rigid base plate
EP0013057B1 (en) A plastics tray or crate to be used for objects or merchandise
US20230371443A1 (en) Modular systems for transportation of plants and methods of use thereof
US11884478B2 (en) Egg carton with dual handles
FI72476B (fi) Uppbevaringssystem foer engaongsbehaollare.
NL1024029C2 (nl) Transportverpakking voor bloemen.
NL1005657C2 (nl) Manchet en deksel voor samenwerking met een bloemenhouder.
FI95555C (fi) Pinottava laatikko
NL1027212C2 (nl) Samenstel van een tray en een aantal van planten voorziene planthouders, alsmede een tray van een dergelijk samenstel en het gebruik van een dergelijke tray.
NL193535C (nl) Verpakking voor een boeket alsmede waterbestendige schijf hiervoor.
CZ390092A3 (en) Wrapping from corrugated board for transportation of various packages with closures and provided with surfaces for storage
CA2795602A1 (en) Assemblies, systems and methods for the transportation and display of plants and flowers
BE723029A (nl)

Legal Events

Date Code Title Description
A85 Still pending on 85-01-01
BA A request for search or an international-type search has been filed
BB A search report has been drawn up
BC A request for examination has been filed
BV The patent application has lapsed