NL1004215C2 - Afschermhouder voor een pot- of bakvormige houder. - Google Patents
Afschermhouder voor een pot- of bakvormige houder. Download PDFInfo
- Publication number
- NL1004215C2 NL1004215C2 NL1004215A NL1004215A NL1004215C2 NL 1004215 C2 NL1004215 C2 NL 1004215C2 NL 1004215 A NL1004215 A NL 1004215A NL 1004215 A NL1004215 A NL 1004215A NL 1004215 C2 NL1004215 C2 NL 1004215C2
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- holder
- shield holder
- shield
- bottom wall
- wall
- Prior art date
Links
Classifications
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B65—CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
- B65D—CONTAINERS FOR STORAGE OR TRANSPORT OF ARTICLES OR MATERIALS, e.g. BAGS, BARRELS, BOTTLES, BOXES, CANS, CARTONS, CRATES, DRUMS, JARS, TANKS, HOPPERS, FORWARDING CONTAINERS; ACCESSORIES, CLOSURES, OR FITTINGS THEREFOR; PACKAGING ELEMENTS; PACKAGES
- B65D85/00—Containers, packaging elements or packages, specially adapted for particular articles or materials
- B65D85/50—Containers, packaging elements or packages, specially adapted for particular articles or materials for living organisms, articles or materials sensitive to changes of environment or atmospheric conditions, e.g. land animals, birds, fish, water plants, non-aquatic plants, flower bulbs, cut flowers or foliage
- B65D85/52—Containers, packaging elements or packages, specially adapted for particular articles or materials for living organisms, articles or materials sensitive to changes of environment or atmospheric conditions, e.g. land animals, birds, fish, water plants, non-aquatic plants, flower bulbs, cut flowers or foliage for living plants; for growing bulbs
-
- A—HUMAN NECESSITIES
- A47—FURNITURE; DOMESTIC ARTICLES OR APPLIANCES; COFFEE MILLS; SPICE MILLS; SUCTION CLEANERS IN GENERAL
- A47G—HOUSEHOLD OR TABLE EQUIPMENT
- A47G7/00—Flower holders or the like
- A47G7/02—Devices for supporting flower-pots or cut flowers
- A47G7/08—Covers for flower-pots, e.g. ornamental pots
- A47G7/085—Covers for flower-pots, e.g. ornamental pots made of flexible sheets of non-resilient material
Landscapes
- Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
- Botany (AREA)
- Health & Medical Sciences (AREA)
- Evolutionary Biology (AREA)
- General Health & Medical Sciences (AREA)
- Marine Sciences & Fisheries (AREA)
- Toxicology (AREA)
- Zoology (AREA)
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Mechanical Engineering (AREA)
- Packging For Living Organisms, Food Or Medicinal Products That Are Sensitive To Environmental Conditiond (AREA)
- Cultivation Receptacles Or Flower-Pots, Or Pots For Seedlings (AREA)
Description
Titel: Afschermhouder voor een pot- of bakvormige houder
De uitvinding heeft betrekking op een afschermhouder voor een pot- of bakvormige houder voor het opnemen van planten, bloemen, bollen, vruchten, fruit en dergelijke en voorzien van een in hoofdzaak gesloten kokerwand eindigend 5 in een vrije bovenrand met een buitenwaarts reikende flens en van een onderwand met openingen, waarbij de afschermhouder is voorzien van een in hoofdzaak gesloten omtrekswand eindigend in een vrije omtreksrand en een bodemwand zonder openingen.
10 Het bekendste voorbeeld van een dergelijk afscherm- houder is een sierpot voor een bloempot. Een dergelijke sierpot heeft niet alleen een esthetische functie maar dient evenzeer voor het opvangen van aarde en water, veelal afkomstig uit de steeds aanwezige gaten in de bodem van de 15 bloempot. Op deze wijze zijn vervuilingsproblemen bij de consument thuis op te lossen. Een dergelijke sierpot biedt echter vanwege zijn kosten, gewicht en moeilijke hanteerbaarheid geen oplossing voor soortgelijke vervuilingsproblemen in het traject van de kweker tot de consument.
20 Bedoelde problemen hebben echter wel tot gevolg dat de plaats waar dergelijke producten ten verkoop worden aangeboden gescheiden moet zijn van de plaats waar zich andere schone en schoon te houden artikelen, zoals bijvoorbeeld levensmiddelen, bevinden. Dit nu leidt ertoe dat 25 de onderhavige producten in vochtige gangen, hallen of zelfs buiten staan opgesteld. Op die plaatsen kunnen zowel voor de verkoper, voor de koper als ook voor de producten zelf onaangename of zelfs schadelijke klimatologische omstandigheden heersen. Soortgelijke problemen kunnen zich voordoen 30 bij in een bakvormige houder ondergebrachte producten zoals bollen, fruit of vruchten.
Met de uitvinding wordt beoogd bovenbedoelde vervui-1ingsproblemen op relatief goedkope en eenvoudige wijze op 1004215 2 te lossen, en wel in het hele traject van de kweker tot en met de consument.
Dit wordt overeenkomstig de uitvinding bij een af-schermhouder van de in de aanhef omschreven soort bereikt 5 als de afschermhouder is vervaardigd van een relatief dun, veerkrachtig kunststofmateriaal en voorzien is van borg-middelen die de afschermhouder en de houder onderling kunnen koppelen. Door deze maatregelen is voorzien in een relatief goedkope mogelijkheid om vervuilingsproblemen als gevolg van 10 uit de houder afkomstig water of vuil, zoals aarde of wortels, te verhelpen. De dunwandige afschermhouder is niet alleen relatief goedkoop, maar ook uiterst licht van gewicht zodat het aanbrengen van die afschermhouder het hanteren tijdens transport en opslag niet of nauwelijks merkbaar 15 zwaarder maakt. Bovendien kan de dunwandige afschermhouder dusdanig op de houder aansluiten, dat bestaande trays voor het transporteren van meerdere houders met inhoud, ongewijzigd gebruikt kunnen blijven. Omdat de afschermhouder koppelbaar is met de houder, is de combinatie van afscherm-20 houder en houder even gemakkelijk hanteerbaar, ook machinaal of semi-machinaal, als de houder (met inhoud) alleen. Met de afschermhouder is bovendien het uiterlijk van het te verkopen product te verbeteren en verfraaien. Verder biedt de afschermhouder de mogelijkheid om op de buitenzijde van zijn 25 bodemwand een barcode aan te brengen, zodat het product bij een daarvoor ingerichte kassa rechtop kan worden uitgelezen en geregistreerd, hetgeen niet alleen de efficiency verbetert, maar ook een verder gevaar voor vervuiling dat zich voordoet bij kantelen van het product vermindert. Uiteraard 30 is het ook mogelijk de omtrekswand van de afschermhouder te voorzien van bedrukkingen, bijvoorbeeld ter verfraaiing van het uiterlijk of met behandelvoorschriften of -suggesties.
Het koppelen van de afschermhouder en de houder kan op velerlei wijzen worden gerealiseerd. Daarbij kan gedacht 35 worden aan verlijmen, dubbelzijdig hechtende tape, nieten, drukknopen, clips, etc. De voorkeur verdient het evenwel te voorzien in een losbare koppeling die geen modificatie van 10042 15 3 de houder vereist, dat wil zeggen een losbare koppeling bij standaard houders. Overeenkomstig de uitvinding is een dergelijke koppeling op verschillende wijzen, al dan niet afhankelijk van het gebruiksdoel van de houder en de daarin 5 op te nemen producten, te realiseren.
Een eerste koppelmogelijkheid wordt verkregen als de borgmiddelen ten minste één groef omvatten die zich nabij en in hoofdzaak evenwijdig aan de vrije omtreksrand over althans een deel van de omtrek in de omtrekswand uitstrekt 10 en aan weerszijden begrensd wordt door een buitenwaartse uitstulping. De koppeling tussen houder en afschermhouder is daarbij te realiseren door een daartoe wat afmetingen betreft geschikte flens over de bovenste uitwaartse uitstulping te trekken, waardoor die flens in de groef terecht komt 15 en op de onderste uitwaartse uitstulping gaat steunen. Als een dergelijke afschermhouder voorzien is van meerdere op elkaar volgende groeven in een in de richting van de bodem-wand taps toelopende houder, zoals bijvoorbeeld bij bloempotten gebruikelijk is, is die afschermhouder op eenvoudige 20 wijze geschikt gemaakt voor het borgend opnemen van houders met diverse flensafmetingen.
Een soortgelijke borging is te bewerkstelligen als de borgmiddelen aan de binnenzijde van de omtrekswand aangebrachte eerste en tweede nokken omvatten, die elk een in 25 hoofdzaak horizontaal nokvlak hebben, waarbij de nokvlakken van de eerste nokken naar de nokvlakken van de tweede nokken zijn gericht en de nokvlakken van de eerste en tweede nokken tezamen een onderbroken ringvormige groef vormen. De eerste en tweede nokken die zodoende een gleuf, zij het een onder-30 broken gleuf, bepalen kunnen ten opzichte van elkaar versprongen zijn aangebracht. Een voorkeur wordt er echter voor uitgesproken, dat een eerste nok in hoogterichting van de omtrekswand telkens in lijn is gelegen met een tweede nok.
Voor het tot stand brengen van de koppeling tussen de 35 afschermhouder en de houder is het ook mogelijk de omtrekswand onbeïnvloed te laten, als de borgmiddelen ten minste een vanaf de bodemwand omhoog reikend orgaan omvatten dat
100421S
4 voorzien is van een koppelorgaan met een kopdeel en een ten opzichte van de kopdeel ondersneden halsdeel, dat verbonden is met de bodemwand. Deze uitvoering heeft niet alleen een borging van de afschermhouder ten opzichte van de houder in 5 verticale richting tot gevolg, maar voorkomt tevens dat een ronde afschermhouder om een ronde houder heen kan draaien.
Een verdere mogelijk voor het koppelen van houder en afschermhouder wordt verkregen, als de borgmiddelen ten minste twee open sleuven omvatten, die nabij de vrije 10 omtreksrand in de omtrekswand zijn aangebracht en zich in omtreksrichting van die omtrekswand uitstrekken. Bij geschikte maatvoering kan hierbij de flens van de houder door de sleuven steken, waarbij de omtrekswand naast en/of boven de sleuven licht vervormd zal blijven. Wordt dit 15 laatste ongewenst geacht, dan verdient het overeenkomstig een verdere uitvoeringsvorm van de uitvinding de voorkeur, dat aan de vrije omtreksrand een buitenwaarts reikende kraagrand is aangebracht die in aanliggend contact is te brengen met de flens van de houder, en dat de borgmiddelen 20 een ringvormig element omvatten dat vervaardigd is van een veerkrachtig materiaal en voorzien is van een omtrekswand die aansluitend om althans het gebied van de omtrekswand nabij de vrije omtreksrand is te schuiven, waarbij in de omtrekswand ten minste twee zich in omtreksrichting uit-25 strekkende open sleuven zijn aangebracht door elk waarvan een deel van zowel de kraagrand als de daarop gelegen flens heen kan reiken. Door deze maatregelen is de koppeling te realiseren door het simpelweg plaatsen van de houder in de afschermhouder die geen verdere borgmiddelen hoeft te om-30 vatten, en het daarna om beide heen trekken van of het laten zakken van beide in een ringvormig element, dat alleen maar voorzien hoeft te zijn van een aantal simpele sleuven. Voor het op dergelijke wijze koppelen van afschermhouder en houder kan in het bijzonder een voorkeur worden uitgesproken, 35 als de houder voorzien is van producten die tot enig afstand boven de vrije bovenrand van de houder uitsteken en bij voorkeur dienen te worden voorzien van een verdere bescher- ; :c4 215 5 ming of verpakking, zoals bijvoorbeeld in de houder geplaatste planten of bloemen. In dat geval biedt deze koppelwijze extra voordelen als het ringvormige element deel uitmaakt van een kokervormig verpakkingsorgaan dat zich tot enige 5 hoogte boven de kraagrand voortzet, omdat dan de koppel-functie op voordeelbiedende wijze is gecombineerd met de verpak- of beschermfunctie.
Opgemerkt wordt, dat een afschermhouder desgewenst gelijktijdig voorzien kan zijn van meer dan één type van de 10 bovenbesproken borgmiddelen.
Het traject van de kweker tot de consument kan enige tijd in beslag nemen, en wel zoveel tijd dat de in de houder ondergebrachte producten, bijvoorbeeld bloemen of planten, tussentijdse verzorging behoeven, bijvoorbeeld begoten moe-15 ten worden. Dit nu vereist enerzijds oplettendheid en brengt extra werkzaamheden met zich; anderzijds levert dit weer een gevaar voor vervuiling en/of natworden van de verpakking op. Als nu overeenkomstig een verdere een bijzondere voorkeur verdienende uitvoeringsvorm van de uitvinding de borgmidde-20 len de afschermhouder en de houder op zodanige wijze kunnen koppelen dat de onderwand van de houder zich op afstand van de bodemwand van de, de houder omgevende afschermhouder bevindt, is tussen de onderwand van de houder en de bodemwand van de afschermhouder een ruimte gecreëerd die dienst kan 25 doen als reservoir, waarin overeenkomstig een verdere uitvoeringsvorm van de uitvinding een vocht opnemend en afgevend materiaal, bijvoorbeeld in de vorm van een gel, is ondergebracht. Alsdan is van de koppeling tussen de afschermhouder en de houder op extra voordeelbiedende wijze 30 gebruik gemaakt door het creëren van een verzorgings-mogelijkheid voor de in de houder aanwezige producten.
Het zal duidelijk zijn dat bedoelde ruimte tot stand is te brengen door het op de juiste onderlinge wijze aanbrengen van groeven, sleuven, nokken, flenzen en kragen. In geval 35 een dergelijke ruimte gecreëerd dient te worden bij een afschermhouder die voorzien is van organen die vanaf de bodemwand omhoog reiken, is dat bij voorkeur te realiseren 10042 1 5 6 door elk orgaan te voorzien van een plaatselijk ten opzichte van de bodemwand verhoogd steunvlak, waarbij het halsdeel op het steunvlak aansluit. Door deze maatregelen zal de onderwand van de houder na het borgen middels het door de 5 openingen in die onderwand drukken van de kopdelen, op het steunvlak komen te liggen en zodoende afstand blijven bewaren tot de bodemwand van de afschermhouder.
Overigens kan het ook bij een koppeling door zich nabij de bovenrand van de afschermhouder bevindende borgmiddelen 10 gewenst zijn dat er middelen aanwezig zijn die er voor zorgen dat de ruimte tussen de onderwand en de bodemwand steeds aanwezig is. In dat geval kan er in voorzien zijn, dat vanaf de bodemwand omhoog reikende stuitnokken zijn aangebracht, waarop dan de onderwand van de houder tegenaan 15 gaat liggen. Voor dat doel is het ook mogelijk de omtrekswand te voorzien van zich binnenwaarts uitstrekkende centreer- en arreteerorganen, bijvoorbeeld in de vorm van groeven die zich over althans een deel van de hoogte van de omtrekswand binnenwaarts reikend uitstrekken. Dergelijke 20 organen voorkomen niet alleen het te diep in de afschermhouder zakken van de houder, maar zorgen tevens voor een centrering en fixatie van de houder in de afschermhouder.
Bij sommige planten, zoals orchideeën, kan er wortelrot 25 optreden als de wortels tot in het water reiken. In dat soort gevallen kan er in voorzien zijn, dat de groeven doorlopen tot in de vrije omtreksrand. In de ruimte tussen de onderwand en de bodemwand aanwezig water kan dan verdampen en via die doorlopende groeven ontwijken en de plant 30 bevochtigen. Daarbij dient er dan uiteraard tevens voor gezorgd te worden dat het waterniveau in bedoelde ruimte onder de onderwand van de houder blijft. Dit is op eenvoudige wijze te controleren, als nabij de bodemwand een van buiten af afleesbare waterniveaumeter is aangebracht. Ook in 35 het geval er geen tot in de vrije omtreksrand doorlopende groeven aanwezig zijn, kan het in het bijzonder als de borgmiddelen resulteren in een afsluitende koppeling nabij de 1004215 7 vrije omtreksrand de voorkeur verdienen, dat in het gebied aansluitend op de vrije omtreksrand ten minste een ontluch-tingsgat is aangebracht.
Onder verwijzing naar in de tekening weergegeven 5 uitvoeringsvoorbeelden zal de afschermhouder volgens de uitvinding thans nader worden verduidelijkt en toegelicht. Daarbij toont:
Fig. 1 deels in doorsnede en deels in aanzicht een eerste uitvoeringsvorm van de afschermhouder met daarin 10 geplaatste houder;
Fig. 2 deels in doorsnede en deels in aanzicht een tweede uitvoeringsvorm van de afschermhouder met daarin geplaatste houder;
Fig. 3 deels in doorsnede en deels in aanzicht een 15 derde uitvoeringsvorm van de afschermhouder met daarin geplaatste houder;
Fig. 4 deels in doorsnede en deels in aanzicht een vierde uitvoeringsvorm van de afschermhouder met daarin geplaatste houder en daarop geplaatste kokervormige 20 ve rpakk ing;
Fig. 5 in perspectief een vijfde uitvoeringsvorm van de afschermhouder met daarin geplaatste houder;
Fig. 6 in perspectief een zesde uitvoeringsvorm van de afschermhouder met daarin geplaatste houder; 25 Fig. 7 in dwarsdoorsnede een van een afschermhouder deel uitmakend borgorgaan; en
Fig. 8 een bovenaanzicht van Fig. 7.
In Fig. 1 is een afschermhouder 1 weergegeven die voorzien is van een bodemwand 2, waarop een in opwaartse rich-30 ting konisch uitlopende omtrekswand 3 aansluit, die in het bovengebied is voorzien van een trapvormige verwijding 3a, waarna de omtrekswand eindigt in een vrije omtreksrand 3b. Nabij de bovenrand is de omtrekswand voorzien van een viertal, regelmatig over de omtrek verdeelde en zich in omtreks-35 richting uitstrekkende sleuven 4. In de afschermhouder 1 is een houder 5 geplaatst, die voorzien is van een onderwand 6 met openingen 6a, op welke onderwand een in opwaartse rich- 1004215 8 ting konisch uitlopende kokerwand 7 aansluit, die in het bovengebied is voorzien van een trapvormige verwijding 7a, waarna de omtrekswand eindigt in een buitenwaarts reikende flens 7b.
5 Het relatief korte deel van de omtrekswand 3 boven elke sleuf 6 zal door het aanbrengen van die sleuf en het rond gezet zijn van de omtrekswand 3 enigszins naar binnen toe terugveren. Dit verschijnsel is mede van belang voor het koppelen van de afschermhouder 1 en de houder 5, die in het 10 bijzonder bedoeld is voor het opnemen van in potaarde geplaatste planten of bloemen. Bij het in de afschermhouder 1 plaatsen van de houder 5, zal, nadat de vrije buitenrand van de flens 7b de omtreksrand 3b is gepasseerd, die vrije buitenrand het teruggeveerde deel van de omtrekswand boven elke 15 sleuf 4 buitenwaarts duwen. Deze verplaatsing van de houder 5 ten opzichte van de afschermhouder 1 wordt voortgezet totdat delen van de flens 7b in de sleuven 4 schieten, hetgeen mede mogelijk wordt gemaakt door de flexibiliteit van het voor de houders gebruikte, dunwandige materiaal, bijvoor-20 beeld een kunststofmateriaal waarmee middels dieptrekken, vacuümvormen, spuitgieten of dergelijke, een houder is te vervaardigen. Bij het in de sleuven 4 springen van delen van de flens 7b zullen de onderzijden van die flensdelen tot aanslag komen tegen de eveneens licht naar binnen geveerde 25 onderranden van de sleuven 4, die een zodanige hoogte hebben dat de buitenwaarts gedrukte delen van de omtrekswand boven de sleuven 4 worden vrijgegeven door de flens 7b en zodoende weer binnenwaarts zullen veren, waarmee de delen van de flens 7b en zodoende de houder 5 ten opzichte van de af-30 schermhouder 1 geborgd zitten.
In Fig. 1 is op de bodemwand 2 en aansluitend op de omtrekswand 3 nog een viertal stuitnokken 8 aangebracht, die zodanig zijn bemeten dat bij het grijpen van de flensrand 7b in de sleuven 4 de onderwand 6 op de bovenzijde van de nok-35 ken 8 steunt. Deze uitvoering verdient in het bijzonder de voorkeur als de inhoud van de houder 5 relatief zwaar is.
1004215 9
In Fig. 2 is een afschermhouder 11 weergegeven die voorzien is van een bodemwand 12 en een omtrekswand 13 met een trapvormige verwijding 13a en eindigend in een vrije omtreksrand 13b. Tussen de trapvormige verwijding 13a en de 5 omtreksrand 13b is voorzien in een harmonica-vormig borgdeel 14 met een aantal zich in omtreksrichting uitstrekkende groeven die van boven naar beneden een afnemende diameter hebben. De bodemwand 12 is voorzien van een binnenwaarts bollend, centraal deel 18, dat als, eventueel verende, 10 stuitnok werkzaam kan zijn en tevens zorgt voor het naar opzij afvoeren van een uit de houder druppelend surplus aan water. In de afschermhouder is een houder 15 geplaatst die voorzien is van een onderwand 16 met openingen 16a, op welke onderwand een in opwaartse richting konisch uitlopende 15 kokerwand 17 aansluit, die in het bovengebied is voorzien van een trapvormige verwijding 17a, waarna de omtrekswand eindigt in een buitenwaarts reikende flens 17b. De houder 15 is zover in de afschermhouder 11 geschoven en gedrukt dat de flens 17b in de wat de diameter betreft meest geschikte 20 groef van het borgdeel 14 is komen te liggen en de onderwand contact maakt met het centrale deel 18 al dan niet onder invering daarvan, waarmee de koppeling tussen afschermhouder 11 en houder 15 is verwezenlijkt.
In de ruimte tussen de bodemwand 12 en de onderwand 16 25 is een wateropnemend materiaal, zoals een gel 19 aangebracht. Op deze wijze kan gedoseerd water worden afgegeven dat via de openingen 16a in het inwendige van de houder 15 terecht kan komen. Op deze wijze is het mogelijk de verzorging van een in de houder geplaatste plant over een langere 30 periode te waarborgen, zodat de plant bijvoorbeeld gedurende het kweker-consument-traject niet hoeft te worden verzorgd.
In Fig. 3 is een afschermhouder 21 weergegeven die voorzien is van een bodemwand 22 en een omtrekswand 23 met een trapvormige verwijding 23a en eindigend in een vrije 35 omtreksrand 23b in de nabijheid waarvan nokken 24a, 24b zijn aangebracht. In het weergegeven uitvoeringsvoorbeeld zijn een nok 24a en een nok 24b, die elk voorzien zijn van een ’ . .4 2 1 5 10 zich in een horizontaal vlak uitstrekkend nokvlak, telkens in hoogterichting van de afschermhouder 21 in lijn geplaatst en wel zodanig dat de zich in een horizontaal vlak uitstrekkende nokvlakken naar elkaar toe zijn gericht onder vorming 5 van een tussengelegen groef met een hoogte die iets groter is dan de dikte van een flens 27b van een houder 25 die verder voorzien is van een onderwand 26 met openingen 26a en een kokerwand 27 met trapvormige verwijding 27a. De af-schermhouder 21 is voorzien van een achttal regelmatig over 10 de omtrek verdeelde paren nokken 24a, 24b. Na de bovenstaand besproken uitvoeringsvoorbeelden zal het duidelijk zijn dat de koppeling tussen de afschermhouder 21 en de houder 25 wordt gerealiseerd door de flens 27b in de groef tussen de nokken 24a, 24b te brengen.
15 In tegenstelling tot bij de uitvoeringsvorm volgens
Fig. 1 kan bij de uitvoeringsvormen volgens de Fig. 2 of 3 de houder in de afschermhouder worden verdraaid. Wordt dit niet gewenst geacht, dan kan een borging tegen draaiing worden aangebracht zoals is weergegeven in Fig. 3 in de vorm 20 van een borgorgaan 28, dat eendelig met de bodemwand 22 is gevormd en voorzien is van een van de bodemwand omhoog reikend steeldeel dat eindigt in een gespleten kopdeel. Het gespleten kopdeel heeft in de getoonde uitgeveerde stand een dwarsdoorsnede die groter is dan de vrije doorlaat van een 25 opening 26a, doch kan voor het passeren van de opening worden samengedrukt tot een dwarsdoorsnede kleiner dan de doorlaat van die opening.
In Fig. 4 is een afschermhouder 31 weergegeven die voorzien is van een bodemwand 32 en een omtrekswand 33 met 30 een trapvormige verwijding 33a en eindigend in een buitenwaarts reikende flensvormige omtreksrand 33b. In de af-schermhouder 31 is een houder 35 geplaatst die voorzien is van een onderwand 36 met openingen 36a en een kokerwand 37 met trapvormige verwijding 37a en eindigend in een buiten-35 waarts reikende flens 37b. Als de houder 35 in de afschermhouder 31 is geplaatst rust de flens 37b op de flensvormige omtreksrand 33b. Het koppelen van de afschermhouder 31 met 1064215 11 de houder 35 geschiedt middels een kokerverpakking 34, die wordt gevormd door zes door vouwlijnen onderling verbonden panelen 34a vervaardigd van een licht, dunwandig en enigszins flexibel materiaal, bijvoorbeeld papier, karton, kunst-5 stof of dergelijke. De kokervormige verpakking is aan beide uiteinden open en heeft een conische configuratie aangepast aan die van de afschermhouder 31 en de houder 35, en wel zodanig dat het onderuiteinde van de kokervormige verpakking 34 nauw aanliggend kan aansluiten op het bovenuiteinde van 10 de afschermhouder 31 na aanpassing aan de ronde omtreksvorm daarvan. In dat onderuiteindegebied is de kokervormige verpakking voorzien van een centraal in elk paneel 34a gelegen, zich in omtreksrichting uitstrekkende sleuf 34b met een zodanige hoogte dat daar de op elkaar liggende flens 37b en 15 flensvormige omtreksrand 33b door heen kunnen reiken.
Het koppelen van de afschermhouder 31 met de houder 35 geschiedt door de in elkaar geplaatste houders van bovenaf in de kokervormige verpakking 34 te laten zakken of die verpakking van onderaf daaroverheen omhoog te schuiven tot-20 dat delen van de op elkaar gelegen flenzen 33b en 37b in de gleuven 34b komen te liggen, waarbij zich een soortgelijk koppelmechanisme voordoet zoals besproken bij Fig. 1. Op deze wijze is de koppeling van afschermhouder 31 en houder 35 op bijzonder voordeelbiedende wijze gecombineerd met een 25 bescherming of verpakking van in de houder ondergebrachte producten, bijvoorbeeld bloemen, planten, bloembollen, vruchten of fruit.
Op de wijze zoals besproken bij Fig. 2 is tussen de in elkaar geplaatste afschermhouder 31 en houder 35 een gel 38 30 aangebracht, terwijl de afschermhouder 35 verder voorzien is van een ontluchtingsgat 39.
In Fig. 5 is een afschermhouder 41 weergegeven die voorzien is van een omtrekswand bestaande uit een zestal trapeziumvormige panelen 43a die telkens twee aan twee zijn 35 gekoppeld door driehoekige panelen 43b, die een ten opzichte van de aangrenzende panelen 43a binnenwaarts gebogen vorm hebben. De afmetingen van de panelen 43a en 43b alsmede de 1004215 12 binnenwaartse boiling van de panelen 43b zijn zodanig gekozen, dat de afschermhouder 41 een binnenconfiguratie krijgt dat een daarin geplaatste houder 45 met zijn kokerwand 46 tegen en op de binnenzijde van de panelen 43b rust. Aldus 5 wordt een houder 45 bij het inbrengen automatisch gecentreerd en gearreteerd in de afschermhouder 41. Voor het onderling koppelen van de afschermhouder 41 en de houder 45 is centraal in elk paneel 43a nabij de vrije omtreksrand 43 een zich in omtreksrichting uitstrekkende sleuf 44 aange-10 bracht waar delen van flens 47b doorheen kunnen reiken om de afschermhouder 41 en de houder 45 op een reeds in het voorgaande besproken wijze te koppelen, waarbij de afschermhouder 41 ter plaatse van de flens 47b tot een in hoofdzaak cirkelvormige configuratie wordt vervormd.
15 Bij sommige planten kan het ongewenst zijn dat de wor tels in contact komen met water. In dat geval kan gebruik worden gemaakt van een uitvoeringsvorm als weergegeven in Fig. 6, die een afschermhouder 51 toont die is samengesteld uit een zestal cilindervormig gebogen omtrekswanddelen 53a, 20 waarbij telkens twee van die wanddelen zijn verbonden door een cilindrisch wanddeel 53b met een kleinere kromtestraal dan de wanddelen 53a. In de afschermhouder 51 is een houder 55 geplaatst met een kokerwand 57 eindigend in een flens 57b waarvan de vrije buitenrand aanligt tegen de wanddelen 53a, 25 zodat er ter plaatse van de wanddelen 53b doorgangen worden gevormd tussen de afschermhouder 51 en de houder 55. Via openingen in de onderwand kan een surplus aan water uit de houder 55 in de afschermhouder 51 druppelen, welk surplus aan water via bedoelde doorgangen kan verdampen.
30 Opgemerkt wordt dat de flens 57b bij deze uitvoerings vorm niet voorziet in een koppeling tussen de afschermhouder 51 en de houder 55. Om enerzijds te zorgen voor de gewenste koppeling tussen beide houders 51, 55 en anderzijds er voor zorg te dragen dat de onderwand van de houder 55 op voldoen-35 de afstand van de bodemwand van de afschermhouder 51 wordt gehouden, kan gebruik worden gemaakt van in Fig. 7 en 8 weergegeven borgorganen.
1004215 13
Zoals getoond in Fig. 7 is bodemwand 52 voorzien van een plaatselijke uitstulping 52a met een in hoofdzaak horizontaal bovenvlak waarop een viertal weerhaakvormige borg-elementen 52b is aangebracht, waarvan de opstelling mede 5 duidelijk wordt uit het in Fig. 8 weergegeven bovenaanzicht. De borgelementen 52b zijn zodanig gedimensioneerd dat een opening 56a in een onderwand 56 over de borgelementen 52b schuifbaar is tot in een in Fig. 7 met streeplijnen getoonde, geborgde stand van de onderwand 56 door het over de 10 randen van de opening 56a heen grijpen van weerhaakdelen van de borgelementen 52b. Alsdan rust de onderwand 56 tevens op het horizontale bovenvlak van de uitstulping 52a. Indien gewenst, kan voor het controleren vein het waterniveau in de omtrekswand van de afschermhouder 51 een in Fig. 6 aange-15 duide, doorkijkbare waterniveaumeter 58 zijn aangebracht.
Het spreekt voor zich, dat er binnen het kader van de in de bijgaande conclusies neergelegde uitvinding vele wijzigingen en varianten mogelijk zijn. Zo zijn er nog vele andere borg-, koppel- en arreteermiddelen in allerlei con-20 figuraties en combinaties mogelijk. Hetzelfde geldt voor de uitvoering van de houder en/of de afschermhouder. Zo kunnen de bij de bovenrand van de houders eindigende afscherm-houders ook verlengd worden uitgevoerd, bijvoorbeeld op de wijze als weergegeven in Fig. 4 voor de verpakkingskoker, 25 die op zijn beurt ook weer in neerwaartse richting verlengd kan zijn uitgevoerd. Een bovenwaartse verlenging kan ook de vorm hebben van een de houder afsluitend delen of handgreep-delen dan wel een combinatie van beide. Het centreren en arreteren kan ook geschieden met van buitenaf niet-zichtbare 30 ribben in de afschermhouder, welke ribben bijvoorbeeld een voortzetting zouden kunnen zijn van de in Fig. 1 afgebeelde stuitnokken 8.
10042 1 5
Claims (17)
1. Afschermhouder voor een pot- of bakvormige houder voor het opnemen van planten, bloemen, bollen, vruchten, fruit en dergelijke en voorzien van een in hoofdzaak gesloten koker-wand eindigend in een vrije bovenrand met een buitenwaarts 5 reikende flens en van een onderwand met openingen, waarbij de afschermhouder is voorzien van een in hoofdzaak gesloten omtrekswand eindigend in een vrije omtreksrand en een bodem-wand zonder openingen, met het kenmerk, dat de afschermhouder is vervaardigd van een relatief dun, veerkrachtig 10 kunststofmateriaal en voorzien is van borgmiddelen die de afschermhouder en de houder onderling kunnen koppelen.
2. Afschermhouder volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de borgmiddelen ten minste één groef omvatten die zich nabij en in hoofdzaak evenwijdig aan de vrije omtreksrand 15 over althans een deel van de omtrek in de omtrekswand uitstrekt en aan weerszijden begrensd wordt door een buitenwaartse uitstulping.
3. Afschermhouder volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de borgmiddelen aan de binnenzijde van de omtrekswand 20 aangebrachte eerste en tweede nokken omvatten, die elk een in hoofdzaak horizontaal nokvlak hebben, waarbij de nokvlak-ken van de eerste nokken naar de nokvlakken van de tweede nokken zijn gericht en de nokvlakken van de eerste en tweede nokken tezamen een onderbroken ringvormige groef vormen.
4. Afschermhouder volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat een eerste nok in hoogterichting van de omtrekswand telkens in lijn is gelegen met een tweede nok.
5. Afschermhouder volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de borgmiddelen ten minste een vanaf de bodemwand omhoog 30 reikend orgaan omvatten dat voorzien is van een koppelorgaan met een kopdeel en een ten opzichte van de kopdeel ondersneden halsdeel, dat verbonden is met de bodemwand.
6. Afschermhouder volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de borgmiddelen ten minste twee open sleuven omvatten, 35 die nabij de vrije omtreksrand in de omtrekswand zijn aange- 1004215 bracht en zich in omtreksrichting van die omtrekswand uitstrekken.
7. Afschermhouder volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat aan de vrije omtreksrand een buitenwaarts reikende 5 kraagrand is aangebracht die in aanliggend contact is te brengen met de flens van de houder, en dat de borgmiddelen een ringvormig element omvatten dat vervaardigd is van een veerkrachtig materiaal en voorzien is van een omtrekswand die aansluitend om althans het gebied van de omtrekswand 10 nabij de vrije omtreksrand is te schuiven, waarbij in de omtrekswand ten minste twee zich in omtreksrichting uitstrekkende open sleuven zijn aangebracht door elk waarvan een deel van zowel de kraagrand als de daarop gelegen flens heen kan reiken.
8. Afschermhouder volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat het ringvormige element deel uitmaakt van een kokervormig verpakkingsorgaan dat zich tot enige hoogte boven de kraagrand voortzet.
9. Afschermhouder volgens één der voorgaande conclusies, 20 met het kenmerk, dat de borgmiddelen de afschermhouder en de houder op zodanige wijze kunnen koppelen dat de onderwand van de houder zich op afstand van de bodemwand van de, de houder omgevende afschermhouder bevindt.
10. Afschermhouder volgens conclusie 5 en 9, met het ken-25 merk, dat elk orgaan is voorzien van een plaatselijk ten opzichte van de bodemwand verhoogd steunvlak, waarbij het halsdeel op het steunvlak aansluit.
11. Afschermhouder volgens conclusie 9 of 10, met het kenmerk, dat een vocht opnemend en afgevend materiaal, bijvoor- 30 beeld in de vorm vein gel, op de bodemwand is aangebracht.
12. Afschermhouder volgens één der voorgaande conclusies, ' met het kenmerk, dat vanaf de bodemwand omhoog reikende stuitnokken zijn aangebracht.
13. Afschermhouder volgens één der voorgaande conclusies, 35 met het kenmerk, dat de omtrekswand is voorzien van zich binnenwaarts uitstrekkende centreer- en arreteerorganen. 1004215
14. Afschermhouder volgens conclusie 13, met het kenmerk, dat de centreer- en arreteerorganen groeven omvatten die zich over althans een deel van de hoogte van de omtrekswand binnenwaarts reikend uitstrekken.
15. Afschermhouder volgens conclusie 14, met het kenmerk, dat de groeven doorlopen tot in de vrije omtreksrand.
16. Afschermhouder volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat nabij de bodemwand een van buiten af afleesbare waterniveaumeter is aangebracht.
17. Afschermhouder volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat in het gebied aansluitend op de vrije omtreksrand ten minste een ontluchtingsgat is aangebracht. 1004215
Priority Applications (6)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL1004215A NL1004215C2 (nl) | 1996-10-07 | 1996-10-07 | Afschermhouder voor een pot- of bakvormige houder. |
AU44743/97A AU725459B2 (en) | 1996-10-07 | 1997-10-07 | Protective container for a potlike or boxlike container |
CA002268074A CA2268074A1 (en) | 1996-10-07 | 1997-10-07 | Protective container for a potlike or boxlike container |
PCT/NL1997/000556 WO1998015213A1 (en) | 1996-10-07 | 1997-10-07 | Protective container for a potlike or boxlike container |
EP97943220A EP0946116A1 (en) | 1996-10-07 | 1997-10-07 | Protective container for a potlike or boxlike container |
US09/269,732 US6161332A (en) | 1996-10-07 | 1997-10-07 | Protective container for a potlike or boxlike container |
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL1004215A NL1004215C2 (nl) | 1996-10-07 | 1996-10-07 | Afschermhouder voor een pot- of bakvormige houder. |
NL1004215 | 1996-10-07 |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL1004215C2 true NL1004215C2 (nl) | 1998-04-10 |
Family
ID=19763634
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL1004215A NL1004215C2 (nl) | 1996-10-07 | 1996-10-07 | Afschermhouder voor een pot- of bakvormige houder. |
Country Status (6)
Country | Link |
---|---|
US (1) | US6161332A (nl) |
EP (1) | EP0946116A1 (nl) |
AU (1) | AU725459B2 (nl) |
CA (1) | CA2268074A1 (nl) |
NL (1) | NL1004215C2 (nl) |
WO (1) | WO1998015213A1 (nl) |
Families Citing this family (40)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US6079155A (en) * | 1994-05-13 | 2000-06-27 | Southpac Trust International, Inc. | Accordion-type plant cover with attached skirt and methods |
US5706605A (en) * | 1995-06-07 | 1998-01-13 | Southpac Trust International, Inc. | Thermoplastic flower pot with a thin skirt |
US6360484B1 (en) * | 2000-05-09 | 2002-03-26 | Dynamic Design, Inc. | Planter and method of manufacturing same |
US20020134014A1 (en) * | 2000-12-08 | 2002-09-26 | Weder Donald E. | Flower pot with attached sleeve and method of use |
US20040237403A1 (en) * | 2001-10-26 | 2004-12-02 | Shinji Sekiya | Plant cultivation device |
US7810275B2 (en) | 2001-10-29 | 2010-10-12 | Lacebark, Inc. | Root growth barrier and method |
US7171781B1 (en) * | 2003-01-29 | 2007-02-06 | Amerikan, Llc | Plant pot coding |
US20050107231A1 (en) * | 2003-02-10 | 2005-05-19 | Productivity California, Inc. | Method for printing images and text on a plant container |
US20050102897A1 (en) * | 2003-02-10 | 2005-05-19 | Productivity California, Inc. | Plant container and method for making a plant container |
NL1023920C2 (nl) * | 2003-07-15 | 2005-01-18 | Netherlands Bucket Company B V | Transporthouder voor snijbloemen alsmede een onderdeel daarvoor. |
NL1024813C2 (nl) * | 2003-07-15 | 2005-01-18 | Netherlands Bucket Company B V | Werkwijze voor het opnemen van snijbloemen in een verpakking. |
DE10358688A1 (de) * | 2003-12-12 | 2005-07-07 | Kronimus Ag | Pflanzbehälter |
NL1025779C2 (nl) * | 2004-03-22 | 2005-09-26 | Voskamp Vollebregt Holding B V | Potsysteem met een plantpot en een opstelmiddel. |
US20060059773A1 (en) * | 2004-07-06 | 2006-03-23 | Elliot Sutton | Cut flowers display window gift box with interlocked hydration cup base |
US7305311B2 (en) * | 2005-04-22 | 2007-12-04 | Advanced Energy Industries, Inc. | Arc detection and handling in radio frequency power applications |
US8584399B2 (en) * | 2005-10-26 | 2013-11-19 | Ames True Temper, Inc. | Hybrid polyurethane planters and method of forming thereof |
US8217299B2 (en) * | 2007-02-22 | 2012-07-10 | Advanced Energy Industries, Inc. | Arc recovery without over-voltage for plasma chamber power supplies using a shunt switch |
US8044594B2 (en) * | 2008-07-31 | 2011-10-25 | Advanced Energy Industries, Inc. | Power supply ignition system and method |
US8395078B2 (en) * | 2008-12-05 | 2013-03-12 | Advanced Energy Industries, Inc | Arc recovery with over-voltage protection for plasma-chamber power supplies |
PL2648209T3 (pl) | 2009-02-17 | 2018-06-29 | Solvix Gmbh | Urządzenie zasilające do obróbki plazmowej |
NL1036902C2 (nl) * | 2009-04-27 | 2010-11-01 | A J M De Koning Beheer B V | Werkwijze en kokervormig lichaam voor het opkweken van planten. |
CN201504451U (zh) * | 2009-09-09 | 2010-06-16 | 王俊 | 双旋转整体翻边花盆 |
US9676511B2 (en) | 2009-09-25 | 2017-06-13 | Multi Packaging Solutions, Inc. | Foldable packaging container |
US7959061B2 (en) * | 2009-09-25 | 2011-06-14 | Multi Packaging Solutions, Inc. | Folded pot cover |
US8552665B2 (en) | 2010-08-20 | 2013-10-08 | Advanced Energy Industries, Inc. | Proactive arc management of a plasma load |
EP2564690A1 (de) * | 2011-09-05 | 2013-03-06 | Plastia s.r.o. | Pflanztopf-Anordnung mit einem Übertopf und einem in den Übertopf einsetzbaren und herausnehmbaren Einsatztopf |
DE202013000866U1 (de) * | 2013-01-29 | 2013-03-13 | Susanne Nitsche | Zusammenschiebbarer Übertopf für Blumentöpfe sowie zusammenschiebbarer Blumentopf, mit Nutzungsmöglichkeit des zusammenschiebaren Übertopfes als Untersetzer für Blumentöpfe |
US20150216131A1 (en) * | 2014-02-06 | 2015-08-06 | Johannes Cornelious VAN WINGERDEN | Apparatus, system and method for a grow ring for produce |
US20180014472A1 (en) * | 2016-07-14 | 2018-01-18 | Att Southern, Inc. | Shell planter for grower's planter |
CN106702923A (zh) * | 2016-11-18 | 2017-05-24 | 江苏花王园艺股份有限公司 | 一种生态路桥防护绿化装置 |
USD821194S1 (en) | 2017-03-10 | 2018-06-26 | Johannes Cornelious VAN WINGERDEN | Produce bowl |
USD830664S1 (en) | 2017-03-30 | 2018-10-09 | Johannes Cornelious VAN WINGERDEN | Engagement device for a hydroponic growing system |
USD839783S1 (en) | 2017-04-27 | 2019-02-05 | Johannes Cornelious VAN WINGERDEN | Growing trough |
USD831178S1 (en) | 2017-05-12 | 2018-10-16 | Johannes Cornelious VAN WINGERDEN | Gutter |
US10051799B1 (en) | 2017-07-26 | 2018-08-21 | Johannes Cornelious VAN WINGERDEN | Gutter for a hydroponic growing system |
US10368507B2 (en) | 2017-07-26 | 2019-08-06 | Johannes Cornelious VAN WINGERDEN | Hydroponic growing system |
US10004187B1 (en) | 2017-07-26 | 2018-06-26 | Johannes Cornelious VAN WINGERDEN | Hydroponic growing system |
US10201134B1 (en) | 2017-07-26 | 2019-02-12 | Johannes Cornelious VAN WINGERDEN | Hydroponic growing system |
US10485192B2 (en) | 2017-07-26 | 2019-11-26 | Johannes Cornelious VAN WINGERDEN | Hydroponic growing system |
US10080335B1 (en) | 2017-10-02 | 2018-09-25 | Johannes Cornelious VAN WINGERDEN | Apparatus, system and method for a grow ring for produce |
Citations (9)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
FR1325055A (fr) * | 1962-03-15 | 1963-04-26 | Dispositif d'assemblage entre un pot de fleurs et un cache-pot décoratif | |
US3243919A (en) * | 1964-03-02 | 1966-04-05 | Oscar T Carlson | Irrigating plant receptacle |
DE2925150A1 (de) * | 1979-06-22 | 1981-01-08 | Ind Wert Beteiligungsgesellsch | Uebertopf fuer blumentoepfe mit wasserspeichernder masse |
FR2489126A1 (fr) * | 1980-08-29 | 1982-03-05 | Creastyl Sarl | Cache perfectionne pour pots de fleurs |
WO1988000006A1 (en) * | 1986-07-02 | 1988-01-14 | Sharples, Martin, John | Flower pot |
DE3728621A1 (de) * | 1987-07-09 | 1989-01-19 | Helmut Sauter | Pflanzgefaess |
EP0415854A1 (fr) * | 1989-08-31 | 1991-03-06 | Compagnie D'etudes Et Plastiques Cep | Combiné conteneur-enveloppe formant cache-pot |
US5231794A (en) * | 1986-06-20 | 1993-08-03 | Highland Supply Corporation | Apparatus for providing a decorative cover for a flower pot using a collar |
US5239775A (en) * | 1992-06-01 | 1993-08-31 | Simcha Landau | Elastic wrap for plant materials and method for covering such materials |
Family Cites Families (5)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US3800469A (en) * | 1972-07-17 | 1974-04-02 | Plastics T Inc | Flower pot |
US3965616A (en) * | 1974-12-30 | 1976-06-29 | Ridgeway John C | Lockable vegetation pot and saucer |
US4548348A (en) * | 1984-02-27 | 1985-10-22 | Solo Cup Company | Disposable cup assembly |
US5282335A (en) * | 1992-03-03 | 1994-02-01 | Holtkamp Reinhold Jr | Self-watering dish garden for plants |
US5375371A (en) * | 1992-08-31 | 1994-12-27 | Wells; Anthony L. | Watering system |
-
1996
- 1996-10-07 NL NL1004215A patent/NL1004215C2/nl not_active IP Right Cessation
-
1997
- 1997-10-07 CA CA002268074A patent/CA2268074A1/en not_active Abandoned
- 1997-10-07 AU AU44743/97A patent/AU725459B2/en not_active Ceased
- 1997-10-07 US US09/269,732 patent/US6161332A/en not_active Expired - Fee Related
- 1997-10-07 WO PCT/NL1997/000556 patent/WO1998015213A1/en not_active Application Discontinuation
- 1997-10-07 EP EP97943220A patent/EP0946116A1/en not_active Withdrawn
Patent Citations (9)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
FR1325055A (fr) * | 1962-03-15 | 1963-04-26 | Dispositif d'assemblage entre un pot de fleurs et un cache-pot décoratif | |
US3243919A (en) * | 1964-03-02 | 1966-04-05 | Oscar T Carlson | Irrigating plant receptacle |
DE2925150A1 (de) * | 1979-06-22 | 1981-01-08 | Ind Wert Beteiligungsgesellsch | Uebertopf fuer blumentoepfe mit wasserspeichernder masse |
FR2489126A1 (fr) * | 1980-08-29 | 1982-03-05 | Creastyl Sarl | Cache perfectionne pour pots de fleurs |
US5231794A (en) * | 1986-06-20 | 1993-08-03 | Highland Supply Corporation | Apparatus for providing a decorative cover for a flower pot using a collar |
WO1988000006A1 (en) * | 1986-07-02 | 1988-01-14 | Sharples, Martin, John | Flower pot |
DE3728621A1 (de) * | 1987-07-09 | 1989-01-19 | Helmut Sauter | Pflanzgefaess |
EP0415854A1 (fr) * | 1989-08-31 | 1991-03-06 | Compagnie D'etudes Et Plastiques Cep | Combiné conteneur-enveloppe formant cache-pot |
US5239775A (en) * | 1992-06-01 | 1993-08-31 | Simcha Landau | Elastic wrap for plant materials and method for covering such materials |
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
WO1998015213A1 (en) | 1998-04-16 |
CA2268074A1 (en) | 1998-04-16 |
AU725459B2 (en) | 2000-10-12 |
EP0946116A1 (en) | 1999-10-06 |
AU4474397A (en) | 1998-05-05 |
US6161332A (en) | 2000-12-19 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
NL1004215C2 (nl) | Afschermhouder voor een pot- of bakvormige houder. | |
NL1009100C2 (nl) | Verpakking voor snijbloemen. | |
US4390113A (en) | Container lid having vent means | |
AU655143B2 (en) | Storage bin system | |
US20030089719A1 (en) | Garbage bag system | |
US5106015A (en) | Container | |
US6131759A (en) | Integrally structured yard waste bagging means | |
US8955681B2 (en) | Multi-pot device | |
US9126720B2 (en) | Snap-fold containers | |
NL1012976C1 (nl) | Houder voor levensmiddelen die een zijdelingse begrenzing nodig hebben. | |
CA2422329A1 (en) | Storage container for elongate articles | |
US20030116579A1 (en) | Plastic chime ring and apparatus | |
US4778210A (en) | Empty can carrier | |
CA2188168A1 (en) | Package to be provided on and around a container and a tool and a method to do so | |
NL2012279C2 (en) | Container for holding flowers or plants, assembly of container with accessory, accessory, method for fixating. | |
US5363979A (en) | Container having a loose inner lining | |
NL9202159A (nl) | Verpakking voor in een pot- of bakvormige houder geplaatste planten of bloemen. | |
EP1752068B1 (en) | Transport and display tray | |
CA2485477A1 (en) | Spout closure for liquid packagings | |
EP0949157A2 (en) | Device for transporting bottles | |
EP0368888A1 (en) | A packaging system | |
NL1032342C2 (nl) | Verpakkingstray voor langstelige bloemen. | |
NL8006539A (nl) | Inrichting voor het aanbieden van staafvormige voorwerpen, in het bijzonder van bouwpakketten voor raamvleugels en dergelijke. | |
FI112194B (fi) | Kartonkipakkaus | |
NL1024029C2 (nl) | Transportverpakking voor bloemen. |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
PD2B | A search report has been drawn up | ||
VD1 | Lapsed due to non-payment of the annual fee |
Effective date: 20010501 |