NL1036902C2 - Werkwijze en kokervormig lichaam voor het opkweken van planten. - Google Patents
Werkwijze en kokervormig lichaam voor het opkweken van planten. Download PDFInfo
- Publication number
- NL1036902C2 NL1036902C2 NL1036902A NL1036902A NL1036902C2 NL 1036902 C2 NL1036902 C2 NL 1036902C2 NL 1036902 A NL1036902 A NL 1036902A NL 1036902 A NL1036902 A NL 1036902A NL 1036902 C2 NL1036902 C2 NL 1036902C2
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- tubular body
- upper edge
- plant
- pot
- reductions
- Prior art date
Links
Classifications
-
- A—HUMAN NECESSITIES
- A47—FURNITURE; DOMESTIC ARTICLES OR APPLIANCES; COFFEE MILLS; SPICE MILLS; SUCTION CLEANERS IN GENERAL
- A47G—HOUSEHOLD OR TABLE EQUIPMENT
- A47G7/00—Flower holders or the like
- A47G7/02—Devices for supporting flower-pots or cut flowers
- A47G7/08—Covers for flower-pots, e.g. ornamental pots
- A47G7/085—Covers for flower-pots, e.g. ornamental pots made of flexible sheets of non-resilient material
-
- A—HUMAN NECESSITIES
- A01—AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
- A01G—HORTICULTURE; CULTIVATION OF VEGETABLES, FLOWERS, RICE, FRUIT, VINES, HOPS OR SEAWEED; FORESTRY; WATERING
- A01G13/00—Protecting plants
- A01G13/02—Protective coverings for plants; Coverings for the ground; Devices for laying-out or removing coverings
- A01G13/0243—Protective shelters for young plants, e.g. tubular sleeves
Landscapes
- Health & Medical Sciences (AREA)
- General Health & Medical Sciences (AREA)
- Toxicology (AREA)
- Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
- Environmental Sciences (AREA)
- Cultivation Receptacles Or Flower-Pots, Or Pots For Seedlings (AREA)
Description
\ -
Korte aanduiding: Werkwijze en kokervormig lichaam voor het opkweken van planten.
BESCHRIJVING
5 De uitvinding heeft volgens een eerste aspect betrekking op een werkwijze voor het opkweken van in een kluit kweekmateriaal staande planten, waarbij men de plant omgeeft met een ten minste in hoofdzaak vormvast kokervormig lichaam. Het is ook mogelijk het kokervormig lichaam om (een deel van) de kluit kweekmateriaal aan te brengen als de “plant” nog slechts een kiem is, 10 waarna de plant in de door het kokervormig lichaam omgeven ruimte groeit.
Planten worden veelal in grote aantallen tegelijkertijd opgekweekt, waarbij iedere plant staat in een veelal in een pot aangebrachte kluit kweekmateriaal. Daarbij staan de planten in het algemeen vrij dicht bij elkaar. Een probleem dat daarbij optreedt, is dat takken en bladeren van naast elkaar staande 15 planten in elkaar vertakt kunnen raken, hetgeen het scheiden van de planten bemoeilijkt en kan leiden tot schade en/of afbreken van takken en bladeren, hetgeen de kwaliteit van de planten nadelig beïnvloedt. Om dit probleem tegen te gaan is het bekend de plant met een kokervormig lichaam te omgeven. Aldus kunnen de takken van de plant slechts in door het kokervormig lichaam beperkte mate naar buiten 20 hellen. Bij een aantal planten zoals bijvoorbeeld de phaleanopsis groeit de tak onder het blad. Wanneer het blad over de rand van het kokervormig lichaam groeit, zal het op de bovenrand van het kokervormig lichaam gaan rusten. Een onder het blad groeiende tak heeft vervolgens nauwelijks of geen ruimte om tussen de bovenrand van het kokervormig lichaam en het blad door te groeien.
25 Met de uitvinding wordt beoogd een werkwijze voor het opkweken van planten te verkrijgen waarbij dit nadeel van de gebruikelijke werkwijze kan worden vermeden.
Volgens de uitvinding kan dit worden bereikt, doordat het kokervormig lichaam een in de gebruikstoestand van de kluit afgekeerde bovenrand 30 omvat waarin verlagingen zijn voorzien, waarbij takken van de plant door door verlagingen in de bovenrand verschafte ruimten tot voorbij de bovenrand van het kokervormig lichaam groeien. Door verlagingen in de bovenrand wordt aldus een ruimte voor een tak verschaft tussen het verlaagde deel van de bovenrand en een op (een hoger deel van) de bovenrand rustend blad. Naburige verlagingen hebben 1036902 » 4 2 daarbij bij voorkeur een hart tot hart afstand van 0,5 - 5 cm, verder bij voorkeur van ten minste 0,75 cm en/of ten hoogste 2,5 cm. Ook de verticale afstand tussen de bovenrand bij een verhoging tot de bovenrand bij een verlaging bedraagt bij voorkeur 0,2 -10 cm verder bij voorkeur ten minste 0,3 cm en/of ten hoogste 5 cm.
5 Bij een voorkeursuitvoeringsvorm klemt men het kokervormig lichaam om de bovenrand van een de kluit kweekmateriaal bevattende pot. Het kokervormig lichaam strekt zich daarbij als een kraag vanaf de bovenrand van de pot naar boven uit. Hoewel dit niet noodzakelijk is, heeft dit het voordeel dat het kokervormig lichaam door de pot wordt ondersteund, waardoor het makkelijker de 10 gewenste verticale oriëntatie behoudt, zelfs wanneer bladen van de plant op de bovenrand van het kokervormig lichaam rusten.
Bij een alternatieve uitvoeringsvorm plaatst men het kokervormig lichaam op een ondergrond om een de kluit kweekmateriaal bevattende pot. Hierbij worden de pot en althans ten minste een deel van de plant door het kokervormig 15 lichaam omgeven.
Bij een voorkeursuitvoeringsvorm volgens de onderhavige uitvinding heeft de bovenrand van het kokervormig lichaam een gegolfd patroon van naburige verlagingen en verhogingen en groeien takken van de plant door dalen van het golfpatroon die genoemde verlagingen vormen. Een golfpatroon is een makkelijk 20 aan te brengen patroon waarbij scherpe hoeken worden vermeden. De scherpe hoeken zouden kunnen leiden tot beschadiging van een tak of tot het inscheuren van het kokervormig lichaam.
Alternatief omvat de bovenrand van het kokervormig lichaam een gekarteld patroon van naburige verlagingen en verhogingen en groeien takken van 25 de plant door door de verlaagde delen van het gekarteld patroon verschafte ruimten. Een karteling verschaft meer ruimte voor een tak om onder een op de bovenrand van het kokervormig lichaam rustend blad te groeien dan een gelijkmatig gegolfd patroon.
Bij nog een alternatieve uitvoeringsvorm volgens de uitvinding 30 omvat de bovenrand van het kokervormig lichaam een kanteelvormig patroon van naburige verlagingen en verhogingen en groeien takken van de plant door door de lager gelegen delen van het kanteelvormig patroon verschafte ruimten. Hierbij wordt door een verlaging nog meer ruimte onder een op de bovenrand van het kokervormig lichaam rustend blad verschaft.
\ I
3
Om de takken van een plant naar de verlagingen te leiden, heeft het de voorkeur dat het naar de plant toegekeerde binnenoppervlak van het kokervormig lichaam is voorzien van geleidingsvlakken, die zich in de gebruiksstand van het kokervormig lichaam ten minste nagenoeg in verticale richting uitstrekken en die, 5 gezien in een dwarsdoorsnede door het kokervormig lichaam, een hoek insluiten met een de buitenzijde van het kokervormig lichaam omhullende lijn. Onder een omhullende lijn moet een lijn worden verstaan die verloopt langs de buitenste delen van het kokervormig lichaam.
Bij voorkeur wordt er voorzien in beluchtingsmiddelen om een 10 luchtstroom van nabij de onderzijde van het kokervormig lichaam omhoog door het inwendige van het kokervormig lichaam toe te staan. Dit bevordert de groei van in het kweekmateriaal staande plant.
Bij een voorkeursuitvoeringsvorm omvatten de beluchtingsmiddelen ten minste één gat in de omtrekswand van het kokervormig lichaam en wordt het 15 kokervormig lichaam zodanig om de pot en de plant aangebracht dat het ten minste ene gat zich boven de rand van de pot bevindt. Zodoende kan lucht door het ten minste ene gat binnen het kokervormig lichaam langs de plant omhoog stromen. Dit bevordert de groei van de plant. Dit aspect kan overigens ook onafhankelijk van de hoofdgedachte van de onderhavige uitvinding worden toegepast en beschermd als 20 een werkwijze voor het opkweken van in een kluit kweekmateriaal staande planten, waarbij men de plant omgeeft met een ten minste in hoofdzaak vormvast kokervormig lichaam met ten minste één gat in de omtrekswand het kokervormig lichaam, dat zodanig om de pot en de plant wordt aangebracht dat het ten minste ene gat zich boven de rand van de pot bevindt om een luchtstroom van nabij de 25 onderzijde van het kokervormig lichaam omhoog door het inwendige van het kokervormig lichaam toe te staan.
Volgens een tweede aspect heeft de onderhavige uitvinding betrekking op een ten minste in hoofdzaak vormvast kokervormig lichaam dat bestemd is voor toepassing bij het opkweken van planten volgens het eerste aspect 30 van de onderhavige uitvinding. Het kokervormig lichaam lost met het eerste aspect van de onderhavige uitvinding corresponderend problemen op overeenstemmende wijze op en omvat daartoe een althans in de gebruikstoestand van een kluit kweekmateriaal afgekeerde bovenrand die is voorzien van verlagingen. Bovendien is het kokervormig lichaam aan het binnenoppervlak voorzien van
I
4 geleidingsvlakken, die zich ten minste nagenoeg in verticale richting uitstrekken en die, gezien in een dwarsdoorsnede door het kokervormig lichaam, een hoek insluiten met een de buitenzijde van het kokervormig lichaam omhullende lijn.
Uit GB 1243670 is een reservoir voor een bloempot met een 5 gewelfde bovenrand bekend. Het reservoir is voorzien van verstijvingsribben, die ook het met water vullen van het reservoir vergemakkelijken.
Bij voorkeursuitvoeringsvormen volgens de onderhavige uitvinding omvat de bovenrand van het kokervormig lichaam een gegolfd, gekarteld of kanteelvormig patroon van naburige verlagingen en verhogingen.
10 Het heeft daarbij de voorkeur dat het centraal deel van een geleiding zich uitstrekt naar, of in de richting van, een verlaging in de bovenrand. Aldus zijn de geleidingsvlakken geschikt om een tak tijdens het groeien in de richting van een verlaging in de bovenrand te geleiden.
Voor het kunnen inkorten van het kokervormig lichaam heeft het de 15 voorkeur, dat het kokervormig lichaam is voorzien van een zich dwars op de langsas uitstrekkende verzwakkingslijn, zodanig dat het kokervormig lichaam in twee delen is te scheiden.
Bij een voorkeursuitvoeringsvorm vertoont het kokervormig lichaam een althans ten minste in hoofdzaak cirkelvormige dwarsdoorsnede.
20 Alternatief kan het kokervormig lichaam een althans ten minste in hoofdzaak veelhoekige dwarsdoorsnede vertonen, bij voorkeur een zeshoekige of achthoekige dwarsdoorsnede.
Het kokervormig lichaam kan eenvoudig worden vervaardigd wanneer het kokervormig lichaam is gevouwen uit een velvormig deel.
25 Het kokervormig lichaam omvat bij voorkeur ten minste één gat in de omtrekswand, zodanig dat het ten minste ene gat zich bij toepassing boven de bovenrand van een pot waarin een plant staat bevindt. Dit verschaft de mogelijkheid voor een betere beluchting van de betreffende plant. Dit aspect van de uitvinding kan ook onafhankelijk van het eerste aspect van de onderhavige uitvinding worden 30 toegepast en beschermd als een ten minste in hoofdzaak vormvast kokervormig lichaam dat bestemd is voor toepassing bij een werkwijze voor het opkweken van in een kluit kweekmateriaal staande planten, waarbij men de plant omgeeft met een ten minste in hoofdzaak vormvast kokervormig lichaam, het in hoofdzaak kokervormig lichaam omvattende ten minste één gat in de omtrekswand, zodanig 5 ·.
dat het ten minste ene gat zich bij toepassing boven de bovenrand van een pot waarin een plant staat bevindt.
Er zijn weliswaar kokervormige lichamen voor het opkweken van ; planten bekend waarbij zich in de omtrekswand een venster bevindt, maar bij het 5 bekende kokervormig lichaam bevindt het venster zich ter hoogte van de pot. Dit venster is bestemd om een zich op de pot bevindende barcode goed te kunnen aflezen en verbetert de beluchting niet of nauwelijks.
De onderhavige uitvinding zal hiernavolgend nader worden toegelicht aan de hand van voorbeelduitvoeringsvormen die zijn weergegeven in de 10 bijgevoegde tekeningen, waarin:
Figuur 1 een perspectivisch zijaanzicht toont van een huls als kokervormig lichaam volgens de onderhavige uitvinding die een in een pot staande plant omgeeft;
Figuur 2 een perspectivisch zijaanzicht toont van een alternatieve 15 uitvoeringsvorm van een huls volgens de onderhavige uitvinding;
Figuur 3 een perspectivisch zijaanzicht van nog een alternatieve uitvoeringsvorm van een huls volgens de onderhavige uitvinding toont;
Figuur 3a een aanzicht toont van de onderkant van de huls uit figuur 3; 20 Figuur 4 een perspectivisch aanzicht toont van een huls volgens de onderhavige uitvinding met een geribbeld binnenoppervlak;
Figuur 4a de bovenzijde van de huls uit figuur 4 meer in detail toont; en
Figuur 5 een perspectivisch zijaanzicht toont van een pot met een 25 kraag volgens de onderhavige uitvinding.
De in figuur 1 weergegeven huls 1 volgens de onderhavige uitvinding, die bij voorkeur uit doorzichtig kunststof is vervaardigd, omvat een cilindrische wand 2 en heeft een binnendoorsnede die in hoofdzaak correspondeert met de buitenomtrek van pot 3 waarin een plant 4 wordt opgekweekt en 30 waaromheen huls 1 is aangebracht. Huls 1 steunt met een vlakke onderrand 5 af op een ondergrond (niet getoond) waarop pot 3 is geplaatst. Aan het bovenuiteinde heeft de huls 1 een omtreksrand 6 met een gegolfd patroon waardoor een patroon van naburige verhogingen 7 en verlagingen 8 is gevormd. Door een aantal verlagingen 8 van omtreksrand 6 strekken zich takken 9 uit die in de verlagingen op 6 * .1 « hun plaats worden gehouden. Bladeren 10 rusten op verhoogde delen 7 van de bovenste omtreksrand 6. Juist boven de bovenrand van pot 3 zijn beluchtingsgaten 11 de huls 1 voorzien, waardoorheen lucht van buiten de huls 1 in de huls 1 en vervolgens langs de plant 4 omhoog kan stromen.
5 Figuur 2 toont een alternatieve uitvoeringsvorm van een huls 21 volgens de onderhavige uitvinding met een wand 22 die een zeshoekige dwarsdoorsnede vertoont. Ook hier sluit de binnenomtrek van huls 21 in hoofdzaak aan op de buitenomtrek van een pot 23 waarin een plant 24 wordt opgekweekt. Huls 21 heeft een vlakke onderrand 25 en een gekartelde bovenste omtreksrand 26. De 10 kartels vormen afwisselend verhogingen 27 en verlagingen 28. Door een aantal verlagingen 28 groeit een tak 29 onder een blad 32 dat afsteunt op gekartelde omtreksrand 26. 30 geeft een naad weer waar elkaar overlappende delen van een de huls 21 vormend vel van doorzichtig kunststof aan elkaar zijn bevestigd. Met behulp van streep-punt-lijn 31 is een verzwakkingslijn weergegeven, waarlangs de 15 huls 21 in twee delen kan worden gescheurd.
Figuur 3 toont nog een andere uitvoeringsvorm van een huls 41 volgens de onderhavige uitvinding met een wand 42 met een zeshoekige dwarsdoorsnede. Aan het onderuiteinde is wand 42 naar binnen gevouwen en vormt daar een platte bodem 45 (zie figuur 3a) waarop een pot 43 met een op te kweken 20 plant 44 is geplaatst. De omtreksrand 46 aan het bovenuiteinde van huls 41 is kanteelvormig waardoor zich in hoofdzaak horizontaal over een korte afstand uitstrekkende verlagingen 48 worden begrensd door opstaande rand 51 die tevens verhogingen 47 begrenzen. Door verlagingen 48 strekken zich takken 49 van de op te kweken plant 44 uit onder bladeren 50 die op de verhogingen 47 afsteunen. 25 Figuur 3a toont de platte bodem 45 van huls 41 meer in detail. Uit de omtrekslijnen 52 is af te leiden hoe de bodem van de huls 41 uit een velvormig materiaal is gevouwen.
Figuur 4 toont een huls 61 met een zeshoekige wand 62 aan de binnenzijde waarvan golfvormige ribbels 70 zijn voorzien (zie ook figuur 4a). Door de 30 golfvormige ribbels 70 van de binnenwand 72 zijn geleidingsvlakken 74 gevormd die zich in de in figuren 4, 4a weergegeven verticaal staande gebruiksstand van huls 61 verticaal uitstrekken. Daarbij sluiten deze geleidingsvlakken 74 gezien in een dwarsdoorsnede door huls 61 een hoek in met een de buitenzijde van de huls omhullende lijn die is gevormd door de buitenomtrek van huls 61. Voor gebruik 7 I .
t wordt huls 61 om een plant 64 bevattende pot 63 geplaatst. Hoewel de ribbels 70 in figuren 4, 4a zich tot aan de bovenrand 66 uitstrekken, kunnen de ribbels 70 zich y. ook tot op enige afstand onder de bovenrand uitstrekken. Doordat twee naburige ribbels 70 elkaar ontmoeten in het midden van verlagingen 68 (en ook wel, maar dat 5 is hier minder van belang, in het midden van verhogingen 67) wordt een groeiende tak door de geleidingsvlakken 74 van twee naburige ribbels 70 naar een verlaging 68 geleid.
Figuur 5 toont een pot 83 waarin een plant (niet getoond) wordt opgekweekt. Een kraag 81 is om de bovenrand van de pot 83 geklemd. De kraag 81 10 heeft een kanteelvormige bovenrand 86, vergelijkbaar met die van huls 61. In de wand 82 zijn beluchtingsgaten 84 voorzien.
In de bijgaande figuren en de hier bovenstaande beschrijving zijn slechts enkele als voorbeeld dienende uitvoeringsvormen van hoezen volgens de onderhavige uitvinding getoond respectievelijk beschreven. Het moge duidelijk zijn 15 dat vele, al dan niet voor de vakman voor de hand liggende, varianten denkbaar zijn binnen de beschermingsomvang van de onderhavige uitvinding die wordt bepaald door de hiernavolgende conclusies. Zo kan een huls in plaats van van een velvormig materiaal zijn vervaardigd van een materiaal in de vorm van een geëxtrudeerde koker. Verder kan de dwarsdoorsnede van een huls behalve cirkelvormig en 20 zeshoekig ook een andere doorsnedevorm hebben. Een huls hoeft zich niet tot de bodem van de pot uit te strekken. Verder hoeft de onderrand van de huls niet recht te zijn en kan die bijvoorbeeld een met de bovenrand vergelijkbaar profiel hebben. Hetzelfde geldt voor een eventuele verzwakkingslijn. De hoogte van de huls en de kraag kunnen worden aangepast aan de plant die in de pot wordt opgekweekt, en 25 kan variëren van 8 cm tot 30 cm. De beluchtingsgaten zijn hier als relatief brede zich en over een relatief kleine hoogte uitstrekkende vensters voorzien. Maar ook andere vormen vensters kunnen zeer geschikt zijn voor het bevorderen van een luchtstroom langs de plant. De vensters zouden zich ook op een ander positie onder in een huls of kraag kunnen bevinden, bijvoorbeeld in het verbindingsstuk tussen de klemrand 30 en de bredere koker van een kraag.
1036902
Claims (18)
1. Werkwijze voor het opkweken van een in een kluit kweekmateriaal staande plant, waarbij men de plant omgeeft met een ten minste in hoofdzaak 5 vormvast kokervormige lichaam, met het kenmerk, dat het kokervormig lichaam een in de gebruikstoestand van de kluit afgekeerde bovenrand omvat waarin verlagingen zijn voorzien, waarbij takken van de plant door door verlagingen in de bovenrand verschafte ruimten tot voorbij de bovenrand van het kokervormig lichaam groeien.
2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat men het 10 kokervormige lichaam om de bovenrand van een de kluit kweekmateriaal bevattende pot klemt.
3. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat men het kokervormig lichaam op een ondergrond om een de kluit kweekmateriaal bevattende pot plaatst.
4. Werkwijze volgens conclusie 1, 2 of 3, met het kenmerk, dat de bovenrand van het kokervormig lichaam een gegolfd patroon van naburige verlagingen en verhogingen omvat en dat takken van de plant door door dalen van het gegolfd patroon verschafte ruimten groeit.
5. Werkwijze volgens conclusie 1, 2 of 3, met het kenmerk, dat de 20 bovenrand van het kokervormig lichaam een gekarteld patroon van naburige verlagingen en verhogingen omvat en dat takken van de plant door door verlaagde delen van het gekarteld patroon verschafte ruimten groeien.
6. Werkwijze volgens conclusie 1, 2 of 3, met het kenmerk, dat de bovenrand van het kokervormig lichaam een kanteelvormig patroon van naburige 25 verlagingen en verhogingen omvat en dat takken van de plant door door dalen van het kanteelvormig patroon verschafte ruimten groeien.
7. Werkwijze volgens één of meer van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het naar de plant toegekeerde oppervlak van het kokervormig lichaam is voorzien van geleidingsvlakken, die zich in de gebruiksstand van het 30 kokervormige lichaam tenminste nagenoeg in verticale richting uitstrekken en die, gezien in een dwarsdoorsnede door het kokervormige lichaam, een hoek insluiten met een de buitenzijde van het kokervormige lichaam omhullende lijn.
8. Werkwijze volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat er wordt voorzien in beluchtingsmiddelen om een luchtstroom van 1056902 - i nabij de onderzijde van het kokervormige lichaam omhoog door het inwendige van het kokervormige lichaam toe te staan.
9. Werkwijze volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat de beluchtingsmiddelen ten minste één gat in de omtrekswand van het kokervormig 5 lichaam omvatten en dat het kokervormig lichaam zodanig om de pot en de plant is aangebracht dat het ten minste ene gat zich boven de rand van de pot bevindt.
10. Kokervormig lichaam, in het bijzonder bestemd voor toepassing bij een werkwijze volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij het kokervormig lichaam ten minste in hoofdzaak vormvast is en een althans in de gebruikstoestand 10 van een kluit kweekmateriaal afgekeerde bovenrand die is voorzien van verlagingen omvat, met het kenmerk, dat het kokervormig lichaam aan het binnenoppervlak is voorzien van geleidingsvlakken, die zich tenminste nagenoeg in verticale richting uitstrekken en die, gezien in een dwarsdoorsnede door het kokervormige lichaam, een hoek insluiten met een de buitenzijde van het kokervormige lichaam omhullende 15 lijn.
11. Kokervormig lichaam volgens conclusie 10, met het kenmerk, dat de bovenrand van het kokervormig lichaam een gegolfd patroon van naburige verlagingen en verhogingen omvat.
12. Kokervormig lichaam volgens conclusie 10, met het kenmerk, dat 20 de bovenrand van het kokervormig lichaam een gekarteld patroon van naburige verlagingen en verhogingen omvat.
13. Kokervormig lichaam volgens conclusie 10, met het kenmerk, dat de bovenrand van het kokervormig lichaam een kanteelvormig patroon van naburige verlagingen en verhogingen omvat.
14. Kokervormig lichaam volgens één of meer van de conclusies 10 tot en met 13, met het kenmerk, dat het centraal deel van een geleiding zich uitstrekt naar of in de richting van een verlaging in de bovenrand.
15. Kokervormig lichaam volgens één of meer van de conclusies 10 tot en met 14, met het kenmerk, dat het kokervormige lichaam is voorzien van een zich 30 dwars op zijn langsas uitstrekkende verzwakkingslijn, zodanig dat het kokervormig lichaam in twee delen te scheiden is. 1 Kokervormig lichaam volgens één of meer van de conclusies 10 tot : 0 en met 15, met het kenmerk, dat het kokervormig lichaam een althans ten minste in ' * hoofdzaak cirkelvormige dwarsdoorsnede vertoont.
17. Kokervormig lichaam volgens één of meer van de conclusies 10 tot en met 15, met het kenmerk, dat het kokervormig lichaam een althans ten minste in hoofdzaak veelhoekige dwarsdoorsnede vertoont.
18. Kokervormig lichaam volgens één of meer van de conclusies 10 tot en met 17, met het kenmerk, dat het kokervormig lichaam is gevouwen uit een velvormig deel.
19. Kokervormig lichaam volgens één of meer van de conclusies 10 tot en met 18, met het kenmerk, dat ten minste één gat in de omtrekswand is voorzien, 10 zodanig dat het ten minste ene gat zich bij toepassing boven een bovenrand van een en plant bevattende pot bevindt. 15 1036902
Priority Applications (4)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL1036902A NL1036902C2 (nl) | 2009-04-27 | 2009-04-27 | Werkwijze en kokervormig lichaam voor het opkweken van planten. |
DK10004432.0T DK2245920T3 (da) | 2009-04-27 | 2010-04-27 | Fremgangsmåde og rørformet krop til opløftning af planter |
EP10004432.0A EP2245920B1 (en) | 2009-04-27 | 2010-04-27 | Method and tubular body for raising plants |
PL10004432T PL2245920T3 (pl) | 2009-04-27 | 2010-04-27 | Sposób i rurowy korpus do hodowania roślin |
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL1036902 | 2009-04-27 | ||
NL1036902A NL1036902C2 (nl) | 2009-04-27 | 2009-04-27 | Werkwijze en kokervormig lichaam voor het opkweken van planten. |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL1036902C2 true NL1036902C2 (nl) | 2010-11-01 |
Family
ID=41382051
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL1036902A NL1036902C2 (nl) | 2009-04-27 | 2009-04-27 | Werkwijze en kokervormig lichaam voor het opkweken van planten. |
Country Status (4)
Country | Link |
---|---|
EP (1) | EP2245920B1 (nl) |
DK (1) | DK2245920T3 (nl) |
NL (1) | NL1036902C2 (nl) |
PL (1) | PL2245920T3 (nl) |
Families Citing this family (2)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
AT13424U1 (de) * | 2013-01-14 | 2013-12-15 | Fluegel Gmbh | Pflanzenschutzhülle |
AT17936U1 (de) * | 2022-04-12 | 2023-08-15 | Witasek Pflanzenschutz Gmbh | Pflanzenschutz |
Citations (6)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
FR736966A (fr) * | 1931-05-12 | 1932-12-05 | Enveloppe ou vase pour le transport des fleurs coupées ou des plantes en pots et servant en même temps comme objet décoratif pour celles-ci | |
GB1243670A (en) * | 1967-09-19 | 1971-08-25 | Jacques Leon Pierre Ma Leonard | Flower pot holder |
WO1998015213A1 (en) * | 1996-10-07 | 1998-04-16 | Avôt Beheer B.V. | Protective container for a potlike or boxlike container |
GB2350274A (en) * | 1999-05-28 | 2000-11-29 | Norman Edward Grimes | Seedling protector |
US6219962B1 (en) * | 1998-03-04 | 2001-04-24 | Graham Due | Tubular plant guards |
NL1031049C2 (nl) * | 2006-02-02 | 2007-08-03 | Handelsonderneming Van Krimpen | Plantpot met opzetstuk. |
-
2009
- 2009-04-27 NL NL1036902A patent/NL1036902C2/nl active
-
2010
- 2010-04-27 PL PL10004432T patent/PL2245920T3/pl unknown
- 2010-04-27 DK DK10004432.0T patent/DK2245920T3/da active
- 2010-04-27 EP EP10004432.0A patent/EP2245920B1/en active Active
Patent Citations (6)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
FR736966A (fr) * | 1931-05-12 | 1932-12-05 | Enveloppe ou vase pour le transport des fleurs coupées ou des plantes en pots et servant en même temps comme objet décoratif pour celles-ci | |
GB1243670A (en) * | 1967-09-19 | 1971-08-25 | Jacques Leon Pierre Ma Leonard | Flower pot holder |
WO1998015213A1 (en) * | 1996-10-07 | 1998-04-16 | Avôt Beheer B.V. | Protective container for a potlike or boxlike container |
US6219962B1 (en) * | 1998-03-04 | 2001-04-24 | Graham Due | Tubular plant guards |
GB2350274A (en) * | 1999-05-28 | 2000-11-29 | Norman Edward Grimes | Seedling protector |
NL1031049C2 (nl) * | 2006-02-02 | 2007-08-03 | Handelsonderneming Van Krimpen | Plantpot met opzetstuk. |
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
EP2245920A1 (en) | 2010-11-03 |
DK2245920T3 (da) | 2019-07-15 |
EP2245920B1 (en) | 2019-04-10 |
PL2245920T3 (pl) | 2019-09-30 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
US10701867B2 (en) | Horticultural container with tag slot | |
US8533991B2 (en) | Thermoformed grow tube | |
NL1036902C2 (nl) | Werkwijze en kokervormig lichaam voor het opkweken van planten. | |
US20160135386A1 (en) | Plant growth support pot | |
EP3148320B1 (en) | Systems for cultivating plants with aerial roots | |
KR20110003724U (ko) | 크기조절용 화분 | |
ES2698103T3 (es) | Maceta | |
US10098288B1 (en) | Plant pots with stabilizing stakes and related methods | |
EP3375277B1 (en) | Tray for growing strawberries | |
NL2000657C2 (nl) | Plantpot, alsmede combinatie met staander en werkwijze. | |
NL1034811C2 (nl) | Werkwijze en kokervormig lichaam voor het opkweken van planten. | |
EP2026645B1 (en) | Plant containers | |
US10111393B1 (en) | Plant pots with stabilizing stakes and related methods | |
WO2013040566A2 (en) | Universal plant support system | |
NL2028417B1 (nl) | Werkwijze voor het kweken van orchidee planten | |
WO2024014384A1 (ja) | 植木鉢 | |
NL2007198C2 (en) | A plant tray for propagating plants, a tray, and methods. | |
TWM377067U (en) | Foldable and assembly-type plant root-control container | |
KR200466079Y1 (ko) | 덩굴류 조경수 재배 용기 | |
JP2000175565A (ja) | プラスチック鉢 | |
EP2014152B1 (en) | Flower pot and method of forming a flower pot | |
RU2004109470A (ru) | Способ выращивания подвойной лозы винограда | |
CN204616578U (zh) | 一种园林绿化用地上藤蔓固定装置 | |
NL1026647C1 (nl) | Kunststof houder voor een plant. | |
NL2012907C2 (en) | Systems for cultivating plants with aerial roots. |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
QB | Registration of licences with regard to patents |
Free format text: DETAILS LICENCE OR PLEDGE: LICENTIE, NIEUWE LICENTIE REGISTRATIE, INDIENING NIET EXCLUSIEVE LICENTIE OP 12 FEBRUARI 2016 DOOR V.O. TE DEN HAAG. LICENTIEGEVER IS A.J.M. DE KONING BEHEER B.V. TE NOOTDORP. LICENTIEHOUDERS ZIJN LEVOPLANT O.G. B.V. EN LEVOPLANT B.V. TE HONSELERSDIJK. ZIE VERDER DE AKTE. Name of requester: LEVOPLANT B.V. Effective date: 20160212 |