NL8202095A - Stapelbare bak. - Google Patents

Description

r *

Curver B.V.

Uitvinder: Jan LEENDERS te Rijen • · *

1 PN 3387 HL/CXP

STAPELBARE BAK

De uitvinding heeft betrekking op een stapelbare bak uit kunststof, welke aan of nabij de hoeken is voorzien van zich tot boven de zijwanden uitstrekkende kolommen en van uitsparingen waarin deze kolommen bij het paarsgewijs omgekeerd stapelen van.de bakken vallen* 5 Een dergelijke bak is bekend uit de Nederlandse octrooiaanvrage 78 03307.

Dergelijke bakken worden bijvoorbeeld toegepast voor het opslaan en transporteren van land- en tuinbouwprodukten. Bij het stapelen van gevulde bakken worden deze door de kolommen op afstand 10 gehouden, zodat de bodem van een bak niet in aanrakingkomt met de produkten in een onderliggende bak. De kolommen en uitsparingen dienen zodanig te zijn aangebracht, dat in het geval dat door een deksel afgesloten bakken met het oog op ruimtebesparing paarsgewijs omgekeerd (mond op mond) op elkaar zijn gestapeld de kolommen niet in de tegeno-15 verliggende bak steken.

In een stapel rust het totale gewicht van de op elkaar gestapelde gevulde bakken op de kolommen van de onderste bak. De kolommen moeten deze belasting zonder vervorming kunnen opnemen, daar anders het gevaar bestaat, dat de stapel uit het lood raakt of zelfs ontvalt. 20 De maximaal toelaatbare stapelhoogte is derhalve door de sterkte van de kolommen bepaald.

Bij de bekende uitvoering bestaan de kolommen uit V-vormige profielen. Eet draagvermogen van deze profielen is betrekkelijk gering. Verder draagt de nisvorm van de uitsparingen niet bij tot een 25 versteviging van de hoekconstructie. De toelaatbare stapelhoogte van gevulde bakken en dientengevolge ook .het nuttig gebruik van de opslagruimte is daardoor gering.

De uitvinding voorziet in stapelbare bak met een hoekconstructie, waarbij zowel de kolommen als de uitsparingen bijdragen 30 aan het draagvermogen.

Dit is verkregen doordat volgens de uitvinding de hoeken van ‘ de bak zijn voorzien van kokervormige profielen met een rechthoekige 8202095 2 * ·, * i dwarsdoorsnede, welke profielen elk door een wand worden verdeeld ln twee in dwarsdoorsnede gelijkvormige kokers, waarvan er één tot boven de zijwanden van de bak is verlengd ter vorming van een kolom en de andere-een holte vormt voor bet insteken van een kolom van een andere 5 bak bij het omgekeerd stapelen·

Door de toepassing van deze kokervormige profielen wordt een grote sterkte van de kolommen en een grote stijfheid van de hoek'· constructie van de bak verkregen, waardoor een hoge stabiele stapeling - mogelijk is. De deelwand loopt door het midden van het profiel, dat 10 daardoor verdeeld wordt in twee gelijkvormige kokers met een b.v.

driehoekige, rechthoekige of trapeziumvormige dwarsdoorsnede, afhankelijk van de hoek, die de deelwand met de zijwanden van de bak maakt*

Bij voorkeur hebben de kokervormige hoekprofielen een vierkante dwarsdoorsnede en worden zij door een diagonale wand, die 15 een stompe hoek met de aangrenzende zijwanden van de bak maakt, verdeeld in twee kokers met een gelijkvormige driehoekige dwarsdoorsnede.

Een zeer de voorkeur verdienende uitvoering is die waarbij de hoekprofielen een rechthoekige doorsnede bezitten en de deelmanden loodrecht op een van de zijwanden van de bak staan.

20 Bakken met aldus aangebrachte deelmanden bieden het voordeel dat het mond op mond stapelen, met minder moeite kan geschieden indien er bij het stapelen op wordt gelet dat steeds die zijwanden waarop de deelmanden loodrecht staan, elkaar het eerst passeren. Bij rechthoekige bakken verdient het hier dan ook aanbeveling om de deelmanden loodrecht 25 op een lange zijwand aan te brengen omdat deze bakken doorgaans aan de korte zijwanden worden beetgepakt.

Om snel te kunnen stapelen en een goede centrering van de kolommen in de openingen mogelijk te maken worden de kolommen en ope-ningen bij voorkeur zodanig uitgevoerd, dat de dwarsdoorsnede van de 30 kolommen naar boven toe afneemt.

‘ In de kolommen kan op enige afstand van de onderzijde een aanslagvlak zijn aangebracht, waarmee de bak bij het stapelen op de kolommen van de onderliggende bak steunt.

De kokers, die kolommen vormen en de kokers die de holtes 35 vormen kunnen op ongelijke afstand onder de bodem eindigen. Bakken, die in een stapeling met de bodem naar elkaar toegekeerd zijn, rusten dan met de kokers onverschuifbaar op elkaar, zodat de in een stapeling 8202095 , * · ' 3 optredende krachten niet op de bodem kunnen werken·

De bodem van de bakken kan aan de onderzijde voorzien zijn van ribben, die zodanig excentrisch ten opzichte van de middellijn van de bak zijn aangebracht, dat bij het met de bodems tegen elkaar stape-5 len van bakken de ribben van de ene bak tussen de ribben van de andere bak steken·

De uitvinding wordt nader toegelicht aan de hand van het in de tekening weergegeven uitvoeringsvoorbeeld.

Fig. 1 is een bovenaanzicht van een bak volgens de uit- 10 vinding;

Fig. 2 is een onderaanzicht van deze bak;

Fig. 3 is een zijaanzicht van verschillende stapelmogelijkheden van de bakken;

Fig. 4 is een doorsnede volgens lijn IV-IV in fig. 2 bij een 15 mond-mond stapeling;

Fig. 5 is een bovenaanzicht van een bak volgens een variant van de uitvinding en

Fig. 6 is een schematische aanduiding van het mond op mond stapelen van bakken volgens fig. 5.

20 De bak bestaat uit een bodem 1, twee lange zijwanden 2 en twee korte zijwanden 3. De zijwanden sluiten ter plaatse van de hoeken van de bak aan op kokervormige profielen 4 met een vierkante dwarsdoorsnede. De profielen zijn door een diagonale wand 5, die een hoek van 135° met de aangrenzende zijwanden maakt, in twee driehoekige 25 kokervormige profielen verdeeld, waarvan de een naar het midden van de bak is gericht en de andere naar de buitenzijde. Van de twee stellen diametraal tegenover elkaar gelegen hoeken zijn van het ene stel de binnenste en van het andere stel de buitenste driehoekige kokers tot boven de zijwanden verlengd tot een kolom 6, terwijl de andere 30 driehoekige kokers over de gehele hoogte van de bak doorlopende holtes 7 vormen. De bak is vervaardigd door spuitgieten van een ther-moplastische kunststof, zoals polyethéen, polypropeen of polystyreen.

Wanneer de bakken in omgekeerde stand tegen elkaar worden gebracht (fig* 3 en 4) steken de kolommen 6 in de holtes 7. De kolom-35 men zijn enigszins taps uitgevoerd. Op korte afstand van de onderzijde van de kolommen zijn nokken of dwarsschotten 8, als -aangebracht, die aanslagvlakken 9 vormen, waarmee de bak op de kolommen 6' van een 8202095 * · 4 onderliggende bek ken steunen wenneer de bekken in dezelfde stsnd op elkeer worden gestapeld.

Het kokervormige profiel 4 steekt uit beneden de bodem 1 ven de bek, weerbij het de kolom vormende deel 6 ven het kokervormige pro-5 fiel 4 iets verdert beneden de bodem 1 ven de bek uitsteekt den het de holte 7 vormende deel ven het kokervormige profiel. Deze delen zijn resp. met 10 en 11 eengeduid in fig. 4. Bij bekken die in een stapeling met hun bodems naar elkaar toegekeerd zijn steunt de ene bek met de delen 10 en 11 op overeenkomstige delen ven een' onderliggende 10 bak. Door de driehoekige dwarsdoorsnede ven de delen 10 en 11 kunnen de bekken in deze stand gestapeld niet ten opzichte ven elkaar verschuiven. De bodem van de bak is aan de onderzijde verstijfd door ribben, die zodanig excentrisch ten opzichte van de middellijn van de bak zijn aangebracht, dat de ribben van de ene bak bij bodem-bodem 15 stapeling tussen de ribben ven de andere bek steken. De ribben 12 en 13 eindigen even ver onder de bodem 1 van de bek als het deel 10 van het kokervormige profiel. Dit is van belang bij het transporteren van de bakken *op rollenbanen.

In fig. 5 is een variant ven een bak volgens de uitvinding 20 weergegeven met bodem 14, korte zijwanden 15 en lange zijwanden 16. Op de vier hoekpunten bevinden zich weer de kokervormige profielen 17 die nu door loodrecht op de zijwanden 16 staande deelmanden 18 in twee in dwarsdoorsnede gelijkvormige kokers worden verdeeld waarvan er steeds één verlengd is tot een kolom 19 en de andere een holte 20 vormt voor 25 het insteken van een kolom van een andere bak bij het omgekeerd stapelen. De kolommen nemen naar boven toe in dwarsdoorsnede af en hebben daardoor afgeschuinde vlakken 21.

Het voordeel van deze bak bij het stapelen wordt duidelijk gemaakt aan de hand van fig. 6 waarin met A en B resp. een onder- en bovenaanzicht 30 van een bak met in doorsnede driehoekige kokers en met C en D resp. een onder- en bovenaanzicht .van een bak met in dwarsdoorsnede rechthoekige kokers worden aangeduid. A', B', C’ en D· zijn schematisch de zijaanzichten van de bakken A, B, C en D. De kolommen 22, 23, 24 en 25 van bak B zijn in A met resp. 22’, 23', 24’ en 25f aangedu^d. 35 Evenzo is dit gedaan bij bak D voor de kolommen 26, 27, 28 en 29 en . bij bak C 26’, 27T, 28' en 29'. Wanneer bak A op bak B geplaatst

moet worden bij een mond op mondstapeling dan moet kolom 22' van bak A

8202095 5 *Γ « k eerst over (pijl L) of langs (pijl M) de kolommen 22 en 23 van bak B gebracht werden. De weg langs pijl L vereist een voortdurend hoog tillen van de bak A, terwijl bij de weg langs pijl M een lastige draaibeweging met de bak A moet worden uitgevoerd· Daardoor wordt bij 5 een hoge stapeling, waar het zicht boven op de stapel niet meer aanwezig is, het stapelen van de bovenste bak bemoeilijkt.

Indien nu echter bak C op bak D moet worden gestapeld dan kan wanneer de kolom 261 van bak C eenmaal over (pijl F) of langs (pijl Q) kolom 26 van bak D'is gebracht de bak zonder verder lastige 10 draaibewegingen of hoog tillen op zijn plaats worden gebracht.

De bakken volgens de uitvinding kunnen bijvoorbeeld worden toegepast voor het voorkiemen van pootaardappelen* Hierbij worden bakken met afmetingen van bijvoorbeeld 400 bij 600 mm, elk gevuld met ca. 12 kg aardappelen, in een op een bepaalde temperatuur en 15 vochtigheid gehouden ruimte op elkaar gestapeld. De bakken hebben een hoogte van bijvoorbeeld 100 mm en worden door kolommen, die ongeveer 80 mm boven de bovenrand van de bak uitsteken, op afstand gehouden om de stroming van ventilatielucht tussen de bakken mogelijk te maken.

Verder kunnen ook de bodem en de zijwanden zijn voorzien van ven-20· tilatie openingen. Zonder gevaar van vervorming van de kolommen kunnen dertig gevulde bakken op elkaar worden gestapeld tot een hoogte van 5,5-6 m« Hierdoor wordt een optimaal gebruik van de con-ditioneringsruimte gemaakt.

De uitvinding is niet tot het beschreven uitvoeringsvoorbeeld 25 beperkt. Zo kunnen de kokervormige hoekprofielen ook als rechthoek zijn uitgevoerd, welke door een door het midden hiervan lopende wand is verdeeld in twee gelijkvormige driehoekige, rechthoekige of trapeziumvormige kokers.

t 8202095

Claims (11)

1. Stapelbare bak uit kunststof, welke aan of nabij de hoeken Is voorzien van zich tot boven de zijwanden uitstrekkende kolommen en van uitsparingen waarin deze kolommen bij het paarsgewijs omgekeerd stapelen van de bakken vallen, met het kenmerk, dat de 5 hoeken van de bak zijn voorzien van kokervormige profielen met een rechthoekige dwarsdoorsnede, welke profielen elk door een wand worden verdeeld in twee in dwarsdoorsnede‘gelijkvormige kokers, waarvan een er een tot boven de zijwanden van de bak is verlengd ter vorming van een kolom en de andere een holte vormt voor het 10 insteken van een kolom van een andere bak bij het omgekeerd stape len·

2. Stapelbare bak volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de kokervormige hoekprofielen een vierkante doorsnede hebben.

3. Stapelbare bak volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de 15 hoekprofielen door een diagonale wand, die een stompe hoek maakt met de aangrenzende zijwanden van de bak, worden verdeeld in twee kokers met een gelijkvormige driehoekige dwarsdoorsnede.

4. Stapelbare bak volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de hoekprofielen door een wand die loodrecht staat op een der zijwan- 20 den van de bak worden verdeeld in twee kokers met een rechthoekige dwarsdoorsnede.

5. Stapelbare bak volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat bij een rechthoekige bak de wanden die de hoekprofielen in twee kokers verdelen loodrecht staan op de lange zijwanden van de bak.

6. Stapelbare bak volgens een der conclusies 1-5, met het kenmerk, dat de dwarsdoorsnede van de kolommen naar boven toe afneemt.

6 PN 3387 NL/CIP

7. Stapelbare bak volgens een der conclusies 1-6, met het kenmerk, dat in de kolommen op enige afstand van de onderzijde een aanslagvlak is aangebracht, waarmee de bak bij het stapelen op de 30 kolommen van een onderliggende bak steunt.

8. Stapelbare bak volgens een der conclusies 1-7, met het kenmerk, dat de kokers die de kolommen vormen en de kokers die de holtes vormen op ongelijke afstand onder de bodem eindigen.

9. Stapelbare bak volgens een der conclusies 1-8', met het kenmerk, 35 dat de bodem van de bak aan de onderzijde is voorzien van ribben, 8202095 . « Λ die zodanig excentrisch ten opzichte van de middellijn van de bak zijn aangebracht, dat bij het met de bodems tegen elkaar stapelen van bakken de ribben van de ene bak tussen de ribben van de andere bak steken* 5

10* Stapelbare bak volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat de ribben even ver onder de bodem van de bak eindigen als de het verst onder de bodem van de uitstekende deel van het kokervormige profiel*

11* Stapelbare bak zoals in hoofdzaak is beschreven en/of aan de hand van de tekening is toegelicht. JJS/WCH 8202095