NL1019038C1 - Verkeersbesturingssysteem. - Google Patents

Description

Verkeersbesturingssysteem ACHTERGROND VAN DE UITVINDING De uitvinding heeft betrekking op een 5 verkeersbesturingssysteem voor motorvoertuigen.

Verkeersbesturingssystemen voor motorvoertuigen omvatten wegen, wegsignaleringen, verkeersborden, verkeerslichten, stc. Bovendien kunnen genoemd worden berichtenservices via welke automobilisten gesproken verkeersinformatie ontvangen 10 via hun boordradio, en systemen waarmee geometrische informatie aan de automobilist wordt aangeboden, al dan niet ondersteund door een GPS ontvanger.

SAMENVATTING VAN DE UITVINDING

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op snelheids-15 besturing van moorvoertuigen. Uiteraard is de bestuurder van een motorvoertuig zelf steeds volledig verantwoordelijk voor de snelheid van het voertuig, echter dient deze steeds alert te zijn op visuele aanduidingen op de weg -i.c. verkeersborden etc.- die betrekking hebben op de (maximale) 20 voertuigsnelheid. Dergelijke snelheidsaanduidingen kunnen over het hoofd worden gezien, waardoor te snel -of te langzaam- wordt gereden. De uitvinding beoogt te voorzien in middelen om de snelheidsaanduidingen als het ware binnen het voertuig te brengen. In de eenvoudigeste vorm kan de 25 snelheidsaanduiding slechts in het voertuig weergegeven worden, bijvoorbeeld op het dashboard. Echter kan de snelheidsaanduiding, d.w.z. in gecodeerde vorm, in het voertuig tevens verwerkt worden, in het bijzonder als aansturing van de "cruise control" functie. Hierbij wordt 30 eraan gedacht om de "cruise control" functie uit te breiden met een functie "Set to Admitted Maximum Speed" (SAMS). Teneinde te bewerkstelligen dat verschillende voertuigen -met verschillende snelheidsmeters elk met een meetafwijking— zo veel mogelijk exact dezelfde snelheid 35 aanhouden -onder invloed van de SAMS functie- wordt voorzien in middelen voor het corrigen van de meetafwijking van de snelheidsmeters in de verschillende voertuigen.

-2-

Ten verwezenlijking van het bovenstaande omvat volgens de uitvinding een voertuig middelen voor het van buitenaf ontvangen en verwerken van draadloze codesignalen die betrekking hebben op de lokaal voorgeschreven 5 voertuigsnelheid. Zoals gemeld, kan de verwerking van die codesignalen erin bestaan dat simpelweg de maximumsnelheid op het dashboard wordt weergegeven. Er kan echter ook meer geavanceerd gebruik worden gemaakt, bijvoorbeeld indien het voertuig voorzien is van middelen voor handmatige 10 snelheidsinstelling door de bestuurder, doorgaans aangeduid als "cruise control". In dat geval kunnen de draadloze codesignalen die betrekking hebben op lokaal voorgeschreven voertuigsnelheid worden toegevoerd aan die middelen voor snelheidsinstelling en de werking van die middelen voor 15 snelheidsinstelling tenminste ten dele besturen. De middelen voor snelheidsinstelling zijn dan bij voorkeur voorzien van een orgaan voor het zodanig activeren van die middelen dat de voertuigsnelheid wordt ingesteld in overeenstemming met de uit de ontvangen codesignalen 20 blijkende voorgeschreven voertuigsnelheid: "Set to Admitted Maximum Speed".

Wat betreft de bron van waaruit de snelheids-codesignalen kunnen worden uitgezonden, een goede mogelijkheid dat de codesignalen worden uitgezonden door lokale bakenzenders 25 met beperkt zendvermogen, bijvoorbeeld een lokale transponder (zie bijv. http://www.opalgmbh.de-/Transponder.htm) die door het voertuig wordt geactiveerd. Een andere mogelijkheid is dat de codesignalen worden uitgezonden door een centraal draadloos communicatiesysteem 30 en de locatie van het voertuig wordt bepaald door een localisatiesysteem. De middelen voor het ontvangen en verwerken van de codesignalen die betrekking hebben op de lokaal voorgeschreven voertuigsnelheid kunnen daarbij een identifier omvatten, waarbij het communicatiesysteem de 35 inhoud van de voor het voertuig bestemde codesignalen bepaalt aan de hand van de locatie van het voertuig en die codesignalen adresseert met de identificatiecode van het -3- voertuig. Een andere mogelijkheid is dat de middelen voor het ontvangen en verwerken van de codesignalen die betrekking hebben op de lokaal voorgeschreven voertuigsnelheid tevens geschikt zijn voor het ontvangen en 5 verwerken van codesignalen die betrekking hebben op de locatie van het voertuig, waarbij het communicatiesysteem codesignalen uitzendt die geldig zijn voor verschillende locaties, waarbij de genoemde middelen in het voertuig echter slechts die codesignalen verwerkt die geldig zijn 10 voor de locatie waar het voertuig zich bevindt.

Teneinde te bewerkstelligen dat verschillende voertuigen zo veel mogelijk exact dezelfde snelheid aanhouden onder invloed van de SAMS functie wordt voorzien in middelen voor het corrigen van de meetafwij king van de snelheidsmeters in 15 de verschillende voertuigen: bijvoorbeeld door uit twee of meer achtereenvolgens gepasseerde bakenzenders de voertuigsnelheid te berekenen en het snelheidsmeetsysteem aan de hand van de berekende voertuigsnelheid te corrigeren.

20 Tenslotte wordt voorgesteld dat het voertuig vergelijkingsmiddelen omvat voor het vergelijken van de werkelijke voertuigsnelheid met de voorgeschreven voertuigsnelheid. Het voertuig omvat bij voorkeur registratiemiddelen voor het over een zekere 25 registratietijd registreren van de integraal van het verschil in werkelijke en voorgeschreven voertuigsnelheid en de overschrijdingstijd. Aan het einde van elke registratietijd kan de waarde van geregistreerde integraal -bijvoorbeeld tezamen met een voertuig-identifier- als 30 codesignaal draadloos worden overgedragen naar een overschrijdingsserver. Door deze maatregelen kunnen snelheidsovertredingen worden geregistreerd en aan een (centrale) instantie worden doorgegeven, waarna de voertuigbestuurders voor de aldus geregistreerde 35 snelheidovertredingen kunnen worden belast. Opgemerkt wordt dat het belasten -of beboeten- van snelheidsovertredingen wordt gebaseerd op de mate waarin op elk moment de -4- voorgeschreven maximumsnelheid door het voertuig wordt overschreden, geïntegreerd over de overschrijdingstijd, hetgeen een verbetering is ten opzichte van het huidige systeem van beboeting van snelheidsoverschrijdingen, die 5 immers gebaseerd zijn op een enkele, momentane overschrijding. Een verdere verbetering is dat voortdurend de voertuigsnelheid ten opzichte van de toegestane snelheid wordt gecontroleerd.

10 UITVOERINGSVOORBEELDEN

figuur 1 toont een motorvoertuig 1 met een eerste implementatievoorbeéld van de uitvinding. Het voertuig 1 is voorzien van een detector 2 die geschikt is voor het van buitenaf ontvangen en verwerken van draadloze codesignalen 15 die betrekking hebben op de lokaal voorgeschreven voertuigsnelheid, i.c. 90 km/h. Als bron van waaruit de snelheids-codesignalen kunnen worden uitgezonden een een lokale bakenzender 6 met beperkt zendvermogen gebruikt, in het bijzonder een transponder die door de detector wordt 20 geactiveerd. Gebruik van een transponder is erg aantrekkelijk daar transponders goedkoop zijn en geen electrische voeding behoeven; de voor het uitzenden van de snelheidcode ("90") benodigde energie betrekt een transponder namelijk uit het een door de detector 25 uitgezonden activatiesignaal. Het is derhalve goed denkbaar om verkeersborden met snelheidsaanduidingen te voorzien van transponders die de op het verkeersbord visueel aangegeven snelheid in als signaalcode naar passerende voertuigen 1 kunnen uitzenden.

30 De verwerking van de codesignalen kan er in bestaan dat simpelweg de maximumsnelheid op het dashboard van het voertuig wordt weergegeven. Er kan echter ook meer geavanceerd gebruik worden gemaakt, indien het voertuig voorzien is van "Cruise Control" (CC). In de figuur is 35 e.e.a. voorgesteld door een CC-unit 3 die in verbinding staat met de voertuigaandrijving 4. De CC-unit 3 kan door de bestuurder worden bediend door middel van een CC- -5- bedieningsunit 5. De codesignalen die betrekking hebben op de lokaal voorgeschreven voertuigsnelheid worden toegevoerd aan die CC-units 3 of 5, waardoor de werking van die units kan worden ingesteld: via het bedieningsorgaan 5 -via de 5 stand "Set to Admitted Maximum Speed" (SAMS)- wordt de CC-unit 3 dan zo ingesteld dat de voertuigsnelheid in overeenstemming is (en blijft) met de uit de ontvangen codesignalen blijkende voorgeschreven voertuigsnelheid. Verandert de voorgeschreven snelheid op een zeker 10 wegtraject, dan neemt de CC-unit 3 via de transponder 6, de detector 2 en het instelorgaan 5 die nieuwe maximumsnelheid over. Uiteraard kan de bestuurder -inherent aan elk CC systeem- op elk moment de automatische CC-snelheidsregeling onderbreken.

15 Figuur 2 en figuur 3 tonen een alternatieve implementatie, waarbij de codesignalen worden uitgezonden door een centraal draadloos communicatie/localisatiesysteem -voorgesteld door basisstations 8, een netwerk 9 en een communicatie- en localisatieserver 10. De locatie van het 20 voertuig 1 wordt bepaald door middel van het communicatie/localisatiesysteem, waarvan de werking verder is beschreven in WO...... ten name van aanvraagster. De middelen voor het ontvangen en verwerken van de codesignalen worden nu gevormd door een zendontvanger 7 met 25 een (voertuigspecifieke) identifier. Het communicatiesysteem bepaalt (centraal) de mhoud van de voor het voertuig bestemde codesignalen, i.c. de voorgeschreven (maximum) voertuigsnelheid aan de hand van de locatie van het voertuig, waarbij de codesignalen vanuit 30 het communicatiesysteem geadresseerd worden met de identificatiecode van het voertuig. De zendontvanger 7 selecteert dus alleen codesignalen die voorzien zijn van de voertuigspecifieke identifier. Een enigszins andere mogelijkheid is dat de zendontvanger 7 geschikt is voor het 35 ontvangen van codesignalen die geldig zijn voor (alle) verschillende locaties, waarbij de zendontvanger echter slechts die codesignalen verwerkt die geldig zijn voor de -6- locatie waar het voertuig zich bevindt; in dit geval selecteert de zendontvanger dus niet op voertuigspecifieke identifier maar op voertuiglocatie.

Teneinde te bewerkstelligen dat verschillende voertuigen zo 5 veel mogelijk exact dezelfde snelheid aanhouden onder invloed van de SAMS functie wordt door een orgaan 12 voorzien in het corrigen van de meetafwijking van de snelheidsmeter 13 in het voertuig. Door uit twee of meer achtereenvolgens bekende locaties de voertuigsnelheid te 10 berekenen en kan het snelheidsmeetsysteem -gerepresenteerd door de snelheidmeter 13- aan de hand van de berekende voertuigsnelheid worden gecorrigeerd. Orgaan 12 berekent uit twee achtereenvolgende meetpunten -tijdstippen en locaties waar hetzij contact met lokale transponders, 15 hetzij met het centrale systeem 8-10 plaatshad- de exacte voertuigsnelheid, vergelijkt die met de door de snelheidsmeter 13 aangewezen snelheid en corrigeert deze zonodig door middel van een correctiesignaal naar de (electronische) snelheidsmeter 13.

20 Tenslotte is omvat het orgaan 12 middelen voor het vergelijken van de werkelijke voertuigsnelheid met de voorgeschreven voertuigsnelheid, alsmede middelen voor het over een zekere registratietijd registreren van de integraal van het verschil in werkelijke en voorgeschreven 25 voertuigsnelheid en de overschrijdingstijd. Aan het einde van elke registratietijd wordt de waarde van geregistreerde integraal tezamen met de in zendontvanger 7 opgeslagen voertuigidentifier als codesignaal overgedragen naar een overschrijdingsserver 11. Door deze maatregelen kunnen 30 snelheidsovertredingen worden geregistreerd en aan een (centrale) instantie worden doorgegeven, waarna de voertuigbestuurders voor de aldus geregistreerde snelheidovertredingen kunnen worden belast. Aldus worden snelheidsovertredingen gerelateerd aan zowel de mate van 35 overschrijding als aan de tijdspanne waarin de overschrijding plaats vond. Bovendien wordt de voertuigsnelheid ten opzichte van de toegestane snelheid

Claims (13)

1. Verkeersbesturingssysteem voor motorvoertuigen, met het kenmerk dat een voertuig (1) middelen (2) omvat voor het van buitenaf ontvangen en verwerken van draadloze 5 codesignalen die betrekking hebben op de lokaal voorgeschreven voertuigsnelheid.

2. Verkeersbesturingssysteem volgens conclusie 1, waarbij een voertuig voorzien is van middelen (3) voor handmatige snelheidsinstelling door de bestuurder, met het kenmerk de 10 draadloze codesignalen die betrekking hebben op lokaal voorgeschreven voertuigsnelheid worden toegevoerd aan die middelen voor snelheidsinstelling en de werking van die middelen (3) voor snelheidsinstelling tenminste ten dele besturen.

3. Verkeersbesturingssysteem volgens conclusie 2, met het kenmerk dat de middelen voor snelheidsinstelling voorzien zijn van een orgaan (5) voor het zodanig activeren van die middelen dat de voertuigsnelheid wordt ingesteld in overeenstemming met de uit de ontvangen codesignalen 20 blijkende voorgeschreven voertuigsnelheid.

4. Verkeersbesturingssysteem volgens conclusie 1, met het kenmerk dat de codesignalen worden uitgezonden door lokale bakenzenders (6) met beperkt zendvermogen.

5. Verkeersbesturingssysteem volgens conclusie 4, met het 25 kenmerk dat de codesignalen worden uitgezonden door een lokale transponder (6) die door het voertuig wordt geactiveerd.

6. Verkeersbesturingssysteem volgens conclusie 1, met het kenmerk dat de codesignalen worden uitgezonden door een 30 centraal draadloos communicatiesysteem (8-10) en de locatie van het voertuig wordt bepaald door een localisatiesysteem (8-10).

7. Verkeersbesturingssysteem volgens conclusie 6, met het kenmerk dat 35 de middelen (7) voor het ontvangen en verwerken van de codesignalen die betrekking hebben op de lokaal voorgeschreven voertuigsnelheid een identifier omvatten, -9- waarbij het communicatiesysteem de inhoud van de voor het voertuig bestemde codesignalen bepaalt aan de hand van de locatie van het voertuig en die codesignalen adresseert met de identificatiecode van het voertuig.

8. Verkeersbesturingssysteem volgens conclusie 6, met het kenmerk dat de middelen (7) voor het ontvangen en verwerken van de codesignalen die betrekking hebben op de lokaal voorgeschreven voertuigsnelheid tevens geschikt zijn voor het ontvangen en verwerken van codesignalen die betrekking 10 hebben op de locatie van het voertuig, waarbij het communicatiesysteem codesignalen uitzendt die geldig zijn voor verschillende locaties, waarbij de genoemde middelen in het voertuig echter slechts die codesignalen verwerkt die geldig zijn voor de locatie waar het voertuig zich 15 bevindt.

9. Verkeersbesturingssysteem volgens conclusie 1, met het kenmerk dat het voertuig middelen omvat voor het uit twee of meer achtereenvolgens gepasseerde locaties berekenen van de voertuigsnelheid.

10. Verkeersbesturingssysteem volgens conclusie 9, waarbij het voertuig voorzien is van een snelheidsmeetsysteem, met het kenmerk dat het voertuig middelen (12) omvat voor het corrigeren van het snelheidsmeetsysteem aan de hand van de berekende voertuigsnelheid.

11. Verkeersbesturingssysteem volgens conclusie 1, met het kenmerk dat het voertuig middelen (12) omvat voor het vergelijken van de werkelijke voertuigsnelheid met de voorgeschreven voertuigsnelheid.

12. Verkeersbesturingssysteem volgens conclusie 11, met het 30 kenmerk dat het voertuig (12) middelen omvat voor het over een zekere registratietijd registreren van de integraal van het verschil in werkelijke en voorgeschreven voertuigsnelheid en de overschrijdingstijd.

13. Verkeersbesturingssysteem volgens conclusie 12, met het 35 kenmerk dat het voertuig (12) middelen omvat voor het aan het einde van elke registratietijd als codesignaal overdragen van de waarde van geregistreerde integraal naar -10- een overschrijdingsserver (11).