NL1018676C1 - Bevestigingssysteem voor een spatbord. - Google Patents
Bevestigingssysteem voor een spatbord. Download PDFInfo
- Publication number
- NL1018676C1 NL1018676C1 NL1018676A NL1018676A NL1018676C1 NL 1018676 C1 NL1018676 C1 NL 1018676C1 NL 1018676 A NL1018676 A NL 1018676A NL 1018676 A NL1018676 A NL 1018676A NL 1018676 C1 NL1018676 C1 NL 1018676C1
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- mudguard
- fender
- support
- opening
- support rod
- Prior art date
Links
Classifications
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B62—LAND VEHICLES FOR TRAVELLING OTHERWISE THAN ON RAILS
- B62D—MOTOR VEHICLES; TRAILERS
- B62D25/00—Superstructure or monocoque structure sub-units; Parts or details thereof not otherwise provided for
- B62D25/08—Front or rear portions
- B62D25/16—Mud-guards or wings; Wheel cover panels
- B62D25/168—Mud guards for utility vehicles
Landscapes
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Chemical & Material Sciences (AREA)
- Combustion & Propulsion (AREA)
- Transportation (AREA)
- Mechanical Engineering (AREA)
- Body Structure For Vehicles (AREA)
- Filtration Of Liquid (AREA)
- Clamps And Clips (AREA)
- Connection Of Plates (AREA)
Description
Bevestigingssvsteem voor een spatbord
De uitvinding betreft een bevestigingssysteem voor een spatbord volgens de aanhef van de onafhankelijke conclusie die hieronder wordt weergegeven en die in het 5 bijzonder geschikt is voor transportwagens en de aanhangwagens daarvan. Het systeem volgens de uitvinding maakt het bevestigen van spatborden mogelijk op de ondersteu-ningsstang van het spatbord op een manier die eenvoudiger en sneller is dan voorheen.
Het is gebruikelijk dat een spatbord van een transportwagen wordt bevestigd aan een of meer horizontale stangen, die zijn bevestigd aan het chassis van de wagen, dwars 10 op de bewegingsrichting van het voertuig. In het algemeen wordt het spatbord bevestigd op twee ondersteunende stangen die geplaatst zijn aan de voorzijde van en aan de achterzijde van de wielas, aan beide stangen met ten minste twee boogvormige bevesti-gingselementen die zich uitstrekken rondom de ondersteuningsstang. Een dergelijk systeem omvat dus ten minste vier bevestigingselementen, die normaal gesproken wor-15 den bevestigd op het spatbord aan beide einden van de boog met behulp van de bevestigingsmiddelen, zoals bouten. Wanneer het spatbord kort is, kan het worden bevestigd aan slechts één ondersteuningsstang. Een dergelijk systeem wordt bijvoorbeeld op zijn plaats aangebracht waarbij de bevestigingselementen aan de beide einden losjes worden vastgemaakt aan het spatbord, daarna worden de bevestigingselementen geschroefd in 20 het einde van de ondersteuningsstang langs een horizontale bewegingsbaan en op hun plaats aangebracht. Daarna wordt het spatbord in de juiste positie daarvan geplaatst en de bouten van het bevestigingselement worden vastgezet. Soms is het niet mogelijk om een spatbord van het genoemde type vanaf de zijkant naar de plaats daarvan te schuiven. Dan is het mogelijk om slechts één van de bevestigingsbouten vast te draaien, en 25 zelfs deze ene op een losse manier, zodat de ondersteuningsstang kan bewegen tussen het bevestigingselement en het spatbord. Dan wordt ook het andere einde van de boog van het bevestigingselement vastgemaakt, en de bouten vastgedraaid.
Voorheen werden spatbordbevestigingselementen direct op het spatbord vastgemaakt, bijvoorbeeld met bouten in gaten die waren aangebracht in het spatbord. Het is 30 ook bekend om een achtervulling vast te maken aan het spatbord en dan het eigenlijke bevestigingselement vast te maken aan de achtervulling. Een dergelijke achtervulling kan een regelorgaan hebben, zoals een glij stang, waaraan het bevestigingselement is bevestigd, en waarop de positie van het bevestigingselement kan worden veranderd.
2
Een mechanisme van dit soort maakt een fijne instelling van het spatbord ten opzichte van de band mogelijk, hetgeen vaak is vereist.
Het is vaak een omslachtige en tijdrovende handeling om het bekende bevesti-gingsmechanisme van het hierboven beschreven type vast te maken. In het algemeen 5 heeft het bevestigingselement twee bouten, en het is moeilijk en tijdrovend om deze vast te maken en vast te zetten in de ruimte die vaak nauw is, tussen het chassis en de band van de wagen. De bouten en andere bevestigingsmiddelen zijn ook een kostenfactor. Nog meer ongemak en kosten worden veroorzaakt door alle bijkomende uitrusting, zoals de hierboven genoemde schuifstangen of andere achtervulsels, die moeten 10 worden bevestigd aan het spatbord voordat de bevestigingselementen worden geplaatst. Gecompliceerde mechanismen zijn vatbaar voor zowel mechanische schade als schade die wordt veroorzaakt door corrosie.
Het doel van de onderhavige uitvinding is in een systeem en een werkwijze te voorzien die de hierboven genoemde problemen die aanwezig zijn in de stand van de 15 techniek minimaliseren.
Een doel is in het bijzonder een bevestigingssysteem voor een spatbord dat gemakkelijker en sneller kan worden geplaatst, en waarbij het spatbord kan worden aangebracht met minder werkstappen dan voorheen, bijvoorbeeld met minder bouten of overeenkomende bevestigingsorganen. Een eenvoudige installatie vereist minder tijd en 20 bespaart dus kosten.
Een bijzonder doel is ook een bevestigingssysteem voor een spatbord, dat meer de voorkeur heeft dan de voorgaande, en die materiaalkosten bespaart dankzij de eenvoudige constructie. Een doel is ook een constructie, die duurzamer is dan de voorgaande constructies.
25 De bovengenoemde nadelen worden voorkomen, of ze worden verminderd, en de hierboven genoemde doelen worden bereikt met een systeem volgens de uitvinding, dat wordt gekenmerkt door hetgeen is beschreven in het kenmerkende gedeelte van de onafhankelijke conclusie die hieronder wordt weergegeven.
In deze tekst verwijst een bevestigingssysteem voor een spatbord naar dergelijke 30 organen waarmee het spatbord wordt bevestigd op een ondersteuningsstang van het spatbord, bevestigd op het chassis van een voertuig of een aanhangwagen. In dwarsdoorsnede is de ondersteuningsstang bij voorkeur een in hoofdzaak complete cirkel, maar ook ondersteuningsstangen met andere gedaanten kunnen geschikt worden ge- 3 bruikt in het systeem volgens de uitvinding. Ten minste het hoofdgedeelte van het oppervlak van de dwarsdoorsnede van de ondersteuningsstang is echter bij voorkeur in hoofdzaak boogvormig. De eerste zijde van een aangebracht spatbord betekent die zijde die afgekeerd is van het wiel, en de tweede zijde verwijst naar die zijde die gericht is 5 naar het wiel. Een bovenonderdeel is een bevestigingselement gevormd door een in hoofdzaak plaatvormig materiaal, en in het middengedeelte is een boogvormig steun-deel gevormd, met behulp waarvan het systeem volgens de uitvinding wordt bevestigd op de ondersteuningsstang. De einddelen van het bovenonderdeel worden aan de buitenzijde aangebracht aan beide einden van het boogvormige steundeel van het boven-10 onderdeel. De diameter van de ondersteuningsstang van het spatbord betekent de diameter van een imaginair vlak dat wordt begrensd door een loodrechte dwarsdoorsnede van de ondersteuningsstang, in dat gedeelte waar het buitenoppervlak van de ondersteuningsstang bedoeld is om geplaatst te worden tegen de boogvormige steun van het bovenonderdeel. Het benedenonderdeel is een soort tegendeel voor het bovenonderdeel 15 en bedoeld om geplaatst te worden tegen het spatbord aan die zijde die gericht is naar de band. Het benedenonderdeel is gemaakt van in hoofdzaak plaatvormig materiaal. De bevestigingsorganen zijn bijvoorbeeld bouten en moeren en deze kunnen oók organen zijn van een andere soort met behulp waarvan verschillende lichamen aan elkaar kunnen worden bevestigd. De langwerpige en in hoofdzaak nauwe opening die wordt ge-20 vormd in het spatbord voor de eerste en tweede bevestigingsorganen is bijvoorbeeld een langwerpige opening die is gevormd in het spatbord in de rotatierichting van de band en waardoor de bevestigingsorganen bedoeld zijn om te worden gepositioneerd. Een verzwakt gedeelte betekent een verzwakking die is aangebracht in het boogvormige steundeel, zoals een verdunning, een gat of een gedeelte gemaakt van een zwak-25 ker materiaal, dat gemakkelijker enigszins kan worden gebogen dan het omringende materiaal. Het verzwakte gedeelte moet echter in staat zijn om het normale gebruik van het systeem te doorstaan. Een versterking die wordt gevormd in enig gedeelte betekent een inrichting met behulp waarvan dat . gedeelte minder buigzaam wordt gemaakt dan de omgeving.
30 Het bevestigingssysteem volgens de uitvinding is bedoeld voor het bevestigen van een spatbord aan een ondersteuningsstang van een spatbord, die bij voorkeur een in hoofdzaak cirkelvormige dwarsdoorsnede heeft. Het bevestigingssysteem omvat ten minste een bovenonderdeel en een benedenonderdeel, en eerste en tweede bevesti- 4 gingsmiddelen. Het bovenonderdeel is geplaatst aan die zijde van het vlakke spatbord, bijvoorbeeld gemaakt van kunststof, waarvan de zijde gericht is weg van de band, en het benedenonderdeel is geplaatst tegen het bovenonderdeel, aan die zijde van het spatbord die gericht is naar de band. Openingen voor de bevestigingsorganen zijn zowel in 5 het boven- als in het benedenonderdeel en in het spatbord. De opening die wordt gevormd in het spatbord is langwerpig, dat wil zeggen de lengte is typisch 15 tot 20 centimeter in de rotatierichting van de band van het voertuig en de breedte is ongeveer één centimeter. Een spatbord kan meerdere van dergelijke openingen hebben, dat wil zeggen één opening voor elk bevestigingsorgaan, waarbij de openingen korter kunnen zijn. 10 Met behulp van die bevestigingsorganen worden de boven- en onderonderdelen op elkaar en tegelijkertijd op het spatbord bevestigd. De eerste bevestigingsorganen worden aangebracht door de eerste einden van de boven- en benedenonderdelen, waarbij de bevestigingselementen typisch een bout en een moer zijn. In het bevestigingssysteem volgens de uitvinding wordt het tweede einddeel van het bovenonderdeel gevormd als 15 tweede bevestigingsorganen, en in de onderzijde van het tweede einde van het onderdeel is een opening voor deze tweede bevestigingsorganen aangebracht. Gedurende het aanbrengen van het systeem worden de tweede bevestigingsorganen, dat wil zeggen het tweede einde van het bovenonderdeel, aangebracht ten minste gedeeltelijk door de langwerpige opening van het spatbord en door de opening van de tweede bevestigings-20 organen in het benedenonderdeel, naar de tweede zijde van het spatbord, om de bovenen benedenonderdelen en het spatbord aan elkaar bevestigen. Het bevestingseffect van de tweede bevestigingsorganen is gebaseerd op het feit dat tegenovergestelde druk-krachten zijn gericht op de eerste zijde van het spatbord en op het benedenonderdeel, terwijl het tweede einddeel van het bovenonderdeel bedoeld is om gedraaid te worden 25 ten opzichte van het spatbord. Dan drukt ten minste een punt van het tweede einddeel van het bovenonderdeel het spatbord vanaf de eerste zijde daarvan tegen het benedenonderdeel, en ten minste een punt van de tweede bevestigingsorganen drukt het benedenonderdeel tegen het spatbord. Het heeft in hoge mate de voorkeur dat de tweede bevestigingsorganen een integraal onderdeel vormen met het bovenonderdeel, waarbij 30 deze zijn ingericht om stationair gericht te zijn naar het tweede einddeel van het bovenonderdeel. Bij voorkeur zijn de onderdelen van het systeem van metaal, zoals roestvast staal.
Een typisch bovenonderdeel omvat een boogvormig steundeel als zodanig bekend 5 en bedoeld om te worden aangebracht rond de ondersteuningsstang van het spatbord, zodat de ondersteuningsstang tussen de boog van het steundeel en het spatbord wordt gehouden. De boog van het binnenoppervlak van het steundeel moet een boogvormige straal hebben die enigszins groter is dan de straal van de ondersteuningsstang van het 5 spatbord, zodat de ondersteuningsstang ten minste gedeeltelijk in het steundeel past. De boog van het binnenoppervlak van het steundeel en het oppervlak van de ondersteuningsstang hoeven niet noodzakelijkerwijs gedeelten te zijn van een cirkelvormige boog. Het belangrijkste is dat het steundeel is aangepast aan de ondersteuningsstang, zodat deze aan elkaar kunnen worden bevestigd op een betrouwbare wijze. De eindde-10 len zijn aangebracht aan beide zijden van het steundeel, en het eerste einddeel is in hoofdzaak vlak. Het tweede einddeel is ook vooral vlak, maar het heeft in hoge mate de voorkeur dat deze is gevormd met een of meer buigingen, zodat het tweede eindvlak ten minste twee vlakken heeft die in hoofdzaak parallel lopen met het vlak van een aangebracht spatbord. Eén van deze vlakken is bedoeld om geplaatst te worden tegen 15 de eerste zijde van het aangebrachte spatbord, en het andere vlak om geplaatst te worden aan de tweede zijde van het spatbord en het benedenonderdeel, tegen het beneden-onderdeel. De boog van het steundeel is typisch gevormd om zoveel te verschillen van het vlak van het eerste einddeel, dat bedoeld is om geplaatst te worden tegen het spatbord, en van het oppervlak vah het tweede einddeel, dat bedoeld is om geplaatst te 20 worden tegen het spatbord, zodat de dwarsdoorsnede van de ondersteuningsstang ten minste bijna helemaal past in de ruimte die wordt begrenst door de boog en het vlak van dat eerste deel en dat oppervlak van het tweede einddeel, dat bedoeld is óm geplaatst te worden tegen het spatbord. In het boogvormige steundeel van het bovenonderdeel van het systeem volgens dé uitvinding is een verzwakt gedeelte aangebracht, 25 waarop het steundeel is ingericht om te buigen, wanneer het strak wordt vastgemaakt rond de ondersteuningsstang. Zo worden twee hoofdcontactpunten gevormd tussen het steundeel en de ondersteuningsstang, één punt aan elke zijde van het verzwakte gedeelte. Een derde contactpunt wordt gevormd tussen de ondersteuningsstang en het oppervlak dat het ondersteunt vanaf de richting van het wiel van het voertuig.
30 Een van de belangrijkste voordelen van het bevestigingssysteem voor het spat bord volgens de uitvinding is dat het aanbrengen van het spatbord gemakkelijker en sneller kan worden gedaan. Wanneer een spatbord bevestigd op de ondersteuningsstang met behulp van een of meer systemen volgens de uitvinding losjes op de ondersteu- 6 ningsstang is voor-geïnstalleerd, ongeveer in de juiste positie daarvan, dan worden de eerste bevestigingsorganen van elk systeem strak vastgemaakt. Elk bevestigingssys-teem volgens de uitvinding kan snel worden vastgemaakt in de positie daarvan aangezien het slechts één bout en één moer of overeenkomende bevestigingsorganen heeft.
5 Een voordeel van het bevestigingssysteem voor een spatbord volgens de uitvin ding is dat de langwerpige opening in het spatbord een eenvoudige wijze mogelijk maakt om de stand en de positie van het spatbord in de richting van deze opening in te stellen. De fijne instelling van de stand van het spatbord wordt simpelweg gedaan door het bewegen van de bevestigingselementen in de langwerpige opening van het spatbord 10 voordat de bevestigingselementen worden vastgezet naar de uiteindelijke eindpositie daarvan. Geen railconstructies of dergelijke zijn vereist voor deze instelling van de stand.
Het is typisch voor een in het bijzonder de voorkeur hebbende uitvoering van de uitvinding dat de tweede bevestigingselementen een nekgedeelte omvatten, dat is inge-15 richt aan het einde van het tweede einddeel van het bovenonderdeel en dat nauwer is dan de langwerpige opening van het spatbord, waarbij een vlak breder gedeelte, dat breder is dan die langwerpige opening, wordt bevestigd op het nekdeel. Wanneer het systeem is aangebracht zal het nekgedeelte geplaatst zijn door de langwerpige opening van het spatbord en de opening in het benedenonderdeel voor de tweede bevestigings-20 organen, en het bredere gedeelte is aangebracht om geplaatst te zijn tegen het oppervlak van het benedenonderdeel gericht weg van het spatbord. Zo worden het spatbord en het benedenonderdeel gedrukt tussen het tweede einddeel van het bovenonderdeel en het bredere gedeelte. Het voordeel van dit systeem is dat het eenvoudig is, maar tegelijkertijd is het een constructie die goed werkt. Het bredere gedeelte is eenvoudigweg vorm-25 gegeven zodat wanneer dit tegen het benedenonderdeel wordt gedrukt het op hetzelfde moment de opening van het benedenonderdeel bedekt, en zo voorkomt dat water beweegt vanaf de bandzijde van het spatbord naar de buitenzijde daarvan. Een voordeel van een bovenonderdeel van dit type is ook dat het systeem al op zijn plaats worden gehouden wanneer de bevestigingsorganen van het tweede einddeel eerst zijn aange-30 bracht door het spatbord en het bovenonderdeel naar de juiste positie daarvan wordt gedraaid. Dan hoeft een monteur zijn of haar handen niet te gebruiken om de onderdelen op zijn plaats te houden.
In een de voorkeur hebbende uitvoeringsvorm van de uitvinding is het beneden- i ; 7 onderdeel voorzien van een borst, die past in de langwerpige opening van het spatbord en die een hoogte heeft die ruwweg overeenkomt met de dikte van het spatbord, waarbij de ondersteuningsstang is ingericht om te stoten tegen de borst wanneer het systeem is aangebracht. Een dergelijke borst is in hoofdzaak onelastisch, waarbij het contact-5 punt dat wordt gevormd tussen de borst, die de ondersteuningsstang ondersteunt vanaf de richting van het wiel van het voertuig, en de ondersteuningsstang stevig zal zijn, en gedurende het aanbrengen zal het contactpunt het de boogvormige steun mogelijk maken om te buigen op de ontworpen manier bij het verzwakte gedeelte zodat het stevig kan worden vastgemaakt op de ondersteuningsstang. De borst zal ook voorkomen dat 10 het spatbord te stevig wordt gedrukt tussen de ondersteuningsstang en het benedenon-derdeel. Daarbij verhoogt het de duurzaamheid van het spatbord.
In een voorkeur hebbende uitvoeringsvorm van de uitvinding is een versteviging aangebracht aan beide zijden van het boogvormige steundeel van het bovenonderdeel. Wanneer het bovenonderdeel stevig wordt vastgemaakt voorkomt deze versteviging dat 15 het bovenonderdeel buigt op andere plaatsen dan gewenst is, langs de boog van het steundeel, aan beide zijden van het verzwakte gedeelte.
Een weer ander de voorkeur hebbend bevestigingssysteem volgens de uitvinding omvat een afdekplaat om te voorkomen dat water beweegt door de langwerpige opening van het spatbord, vanaf de zijde van het spatbord die gericht is naar de band, naar 20 de eerste zijde. De standaarden vereisen dat de spatborden geen gaten moeten hebben die water zouden doorlaten. De afdekplaat volgens de uitvinding kan worden aangebracht ofwel op de eerste zijde of op de tweede zijde van het spatbord. De afdekplaat kan bijvoorbeeld worden aangebracht om het hele systeem te bedekken, dat wil zeggen om te bewegen over het bovenonderdeel en de ondersteuningsstang van het spatbord. 25 De afdekplaat is bij voorkeur aangebracht tussen het spatbord en het bovenonderdeel. De openingen zijn dus gevormd in de afdekplaat voor de eerste en tweede bevesti-gingsorganen. Naast het voorkomen van de doorgang van water kan de afdekplaat het systeem beschermen tegen viezigheid, en geeft het een beter voorkomen aan het systeem.
30 Hieronder wordt de uitvinding meer in detail beschreven met verwijzing naar de bijgevoegde figuren, waarin: figuur 1 schematisch het bovenonderdeel toont volgens de uitvinding te zien van één zijde; 8 figuur 2 schematisch het bovenonderdeel van figuur 1 toont gezien van boven; figuur 3 schematisch het bovenonderdeel van figuur 1 getoond gezien van de voorzijde; figuur 4 schematisch in vergroting een gedeelte van het bovenelement van figuur 5 1 toont; figuur 5 schematisch een benedenonderdeel volgens de uitvinding toont gezien van één zijde; figuur 6 schematisch het benedenonderdeel van figuur 5 toont te zien van boven; figuur 7 schematisch de dwarsdoorsnede toont van het benedenonderdeel van 10 figuur 5; figuur 8 schematisch het spatbordbevestigingssysteem volgens de uitvinding toont en een spatbord bevestigt met het systeem, zoals te zien is vanaf één zijde; figuur 9 schematisch het spatbordbevestigingssysteem volgens figuur 8 toont en het spatbord, vanaf de tweede zijde van het spatbord en gezien naar achter, rekening 15 houdend met de bewegingsrichting van het voertuig; figuur 10 schematisch het spatbordbevestigingssysteem volgens figuur 8 toont en . het spatbord, vanaf de eerste zijde van het spatbord en gezien naar voren, rekening houdend met de bewegingsrichting van het voertuig; figuren 11, 12 en 13 schematisch het bevestigingssysteem tonen volgens de uit-20 vinding en de verschillende stappen van het aanbrengen van een spatbord bevestigt met het systeem, gedeeltelijk opengewerkt, en gezien van één zijde; figuur 14 schematisch, zoals te zien is vanaf één zijde, een systeem volgens de uitvinding toont die een afdekplaat omvat die is aangebracht tussen het spatbord en het bovenonderdeel; 25 figuur 15 schematisch het systeem van figuur 14 toont zoals te zien is vanaf bo ven; figuur 16 schematisch, gezien vanaf één zijde, het systeem volgens de uitvinding toont dat een afdekplaat bevat die is aangebracht over het systeem; en figuur 17 schematisch het systeem van figuur 16 toont gezien van boven.
30 De figuren 1, 2, 3 en 4 tonen het bovenonderdeel 12 van een de voorkeur heb bend spatbordbevestigingssysteem 10 volgens de uitvinding, waarbij het bovenonderdeel een eerste einddeel 14 en een tweede einddeel 16 heeft, en daartussen een boogvormig steundeel 18. Een opening 20 is gevormd in het eerste einddeel 14 voor eerste 9 bevestigingsorganen, dat wil zeggen voor de bout 22. Tweede bevestigingsorganen 24 zijn gevormd in het tweede einddeel 16, waarbij de tweede organen een nekgedeelte 26 omvatten en een breder gedeelte 28. Een verzwakkingsopening 30 is gevormd in het midden van de boog van het steundeel 18. Een eerste versteviging 32 is gevormd in de 5 verbinding tussen het steundeel 18 en het eerste einddeel 14 door het vormgeven van het gedeelte 12 zodat het midden van het eerste einddeel 14 hoger is dan de randen daarvan. Op dezelfde wijze, is een tweede versteviging 34 gevormd in de verbinding tussen het steundeel 18 en het tweede einddeel 16 door het vormgeven van het midden van het tweede einddeel 16 dat hoger geplaatst is dan de randen daarvan. Een verzwak-10 kingsgedeelte 30 zou ook iets anders kunnen zijn dan een opening. Het steundeel 18 zou bijvoorbeeld gevormd kunnen zijn zodat het een gedeelte heeft dan dunner is dan de omliggende gedeelten. Het belangrijkste is dat het steundeel 18 gemakkelijker gebogen kan worden bij het verzwakkingsgedeelte 30 dan bij andere gedeelten.
De figuren 5, 6 en 7 tonen eeri voordelig benedenonderdeel 36 van het spatbord-15 bevestigingssysteem 10 volgens de uitvinding, waar het benedenonderdeel een eerste einddeel 38 en een tweede einddeel 40 heeft. Een opening 42 voor eerste bevestigingsorganen, d.w.z. de bout 22, is gevormd in het eerste einddeel 38. In de figuren is de bout 22 vastgelast aan de opening 42, dat wil zeggen als een vast deel van het benedenonderdeel 36. Dus wanneer het systeem 10 wordt aangebracht heeft een monteur min-20 der losse onderdelen te hanteren. Een opening 44 voor de tweede bevestigingsorganen 24 is gevormd in een tweede einddeel 40. Ruwweg bij het midden van het benedenonderdeel 36, tussen de openingen 42 en 44 is een platform 46 gevormd. Voor enige extra bevestigingsvereisten, bijvoorbeeld voor klinknagels, zijn openingen 48 en 50 in de einddelen 38 en 40 van het benedenonderdeel gevormd. Om het vlakke benedenonder-25 deel 36 te verstevigen zijn de langsranden 52 en 54 omlaag gebogen. De opening 44 en het bredere gedeelte 28 zijn vormgegeven zodat het bredere deel 28 kan bewegen slechts door de opening 44 wanneer het bovenonderdeel 12 in een bijna verticale positie ten opzichte van het benedenonderdeel 36 is. Wanneer het bredere deel 28 geschroefd is door de opening 44, en wanneer de boven- en benedenonderdelen gedraaid 30 zijn om parallel te zijn, dan is het bredere gedeelte 28 breder dan de opening 44, zodat bijvoorbeeld in een positie die getoond is in figuur 1 de boven- en benedenonderdelen aan elkaar vergrendeld zijn. Wanneer het bredere gedeelte 28 is aangebracht, zal het de opening 44 bedekken en zo zal het voorkomen dat water beweegt door de opening 44.
10
Het vlak van dat oppervlak 58 van het aangebrachte spatbord 56 dat gericht is van de band, alsook het vlak 60 dat gericht is naar de band, is aangegeven door streeplijnen in de figuren 1, 4 en 5. Figuur 5 toont hoe het platform 46 ruwweg even hoog is als de dikte van het spatbord 56. Bij voorkeur is het platform 46 enigszins hoger gevormd, 5 bijvoorbeeld 0,5 mm hoger, dan de dikte van het spatbord. Anders zou de ondersteu-ningsstang 72 die aanstoot tegen het platform 46 contact maken met het oppervlak 58 van het spatbord wanneer de hoogte van het spatbord 56 wordt ingesteld en zou het plaatsen belemmeren. Bovendien is te zien hoe de oppervlakken 62, 64, 66 en 68 van de boven- en onderdelen zijn gevormd zodat deze boogvormig zijn op een vergelijk-10 bare wijze als het spatbord 56. De oppervlakken 62 en 64 van het bovenonderdeel zijn bedoeld om gepositioneerd te worden tegen het convexe oppervlak 58 van het spatbord, en deze zijn bij voorkeur enigszins meer boogvormig dan het oppervlak 58. Het bovenoppervlak 68 van het benedenonderdeel is bedoeld om geplaatst te worden tegen het concave oppervlak 60 van het spatbord, en is dus enigszins minder boogvormig dan het 15 oppervlak 60. Op deze wijze worden de oppervlakken op een vastere manier op elkaar bevestigd wanneer het systeem 10 op zijn plaats wordt aangebracht. Het benedenop-pervlak 70 van het benedenonderdeel in de richting van de band van het voertuig is aangeduid door een stippellijn in de figuren 1,4 en 5. Het oppervlak 66 van het bredere gedeelte 28 van de tweede bevestigingsorganen is bedoeld om geplaatst te worden te-20 gen het benedenoppervlak 70 van het benedenonderdeel 36, en het is gevormd om hiertegen zo vast mogelijk te worden gedrukt als mogelijk is.
In de figuren 1 en 4 geeft de streeplijn de plaats weer van het spatbord 56 en de stippellijn de plaats van het benedenoppervlak 70 van het benedenonderdeel 36, in een situatie waar de tweede bevestigingsorganen 24 van het bovenonderdeel op hun plaats 25 geschroefd zijn via de opening 44, en het bovenonderdeel 36 rust op de plaats daarvan dankzij het eigen gewicht. Dan wordt het in hoofdzaak vlakke oppervlak 64 van het tweede einddeel 16 van het bovenonderdeel tegen het convexe oppervlak 58 van het spatbord gedrukt, en wordt het oppervlak 66 van het bredere gedeelte 28 van de tweede bevestigingsorganen gedrukt tegen het benedenoppervlak 70 van het benedenonderdeel. 30 In deze toestand, wanneer de eerste bevestigingsorganen 22 nog niet zijn vastgemaakt, is er in hoofdzaak ruimte tussen de oppervlakken 62 van het eerste einddeel 14, dat bedoeld is om geplaatst te worden tegen het spatbord 56, en het convexe bovenoppervlak 58 van het spatbord, waarbij de ruimte in de voorkeur hebbende uitvoering van de 11 uitvinding bij voorkeur enkele millimeters is, bijvoorbeeld 3 tot 6 mm.
Wanneer, in de situatie volgens figuur 1, een poging wordt gedaan om het eerste einddeel 14 van het bovenonderdeel te buigen naar het oppervlak 58 van het spatbord, dan drukken de oppervlakken 64 en 28 het bovenonderdeel 12, het spatbord 56 en het 5 benedenonderdeel 36 zelfs nog vaster tegen elkaar aan. Wanneer de bout 22 en de moer 22b die zijn te zien in de figuren 12 en 13 stevig worden vastgedraaid, zal het bovenonderdeel 12, het spatbord 56 en het benedenonderdeel 36 dus vastgemaakt zijn bij de eerste bevestigingsorganen 22. Zo lang de bout 22 en de moer 22b niet zijn vastgemaakt, kan de positie van het systeem 10 en het spatbord 56 relatief gemakkelijk wor-10 den ingesteld.
De figuren 8, 9 en 10 tonen een spatbord 56 dat is bevestigd door een systeem 10 volgens de uitvinding aan de ondersteuningsstang 72 met een in hoofdzaak cirkelvormige dwarsdoorsnede. Het spatbord 56 is bevestigd aan twee ondersteuningsstangen 72. Het spatbord 56 is bedoeld om bevestigd te worden aan beide ondersteuningsstan-15 gen 72 met behulp van twee systemen 10 volgens de uitvinding, maar de figuren 9 en 10 tonen de bevestiging met slechts één systeem 10, om de langwerpige opening 74 die gevormd is in het kunststofspatbord 56 duidelijker te tonen. De bout 22 en de tweede bevestigingsorganen 24 zijn ingericht om door de opening 74 te gaan. Dankzij de langwerpige vorm van de opening 74 kan de positie van het bevestigingssysteem ge-20 makkelijk worden bijgesteld in het vlak van het oppervlak van het spatbord 56. Bij voorkeur is er slechts één opening 74 voor de eerste en tweede bevestigingsorganen 22 en 24, maar er kunnen natuurlijk ook meerdere openingen zijn.
De figuren 11, 12 en 13 tonen de verschillende stappen van het aanbrengen van het spatbordbevestigingssysteem 10 volgens de op een ondersteuningsstang 72. In fi-25 guur 11 zijn de tweede bevestigingsorganen in het tweede einddeel 16 van het bovenonderdeel aangebracht door de langwerpige opening 74 van het spatbord en de opening 44 in het benedenonderdeel, en het bovenonderdeel 12 is gedraaid om parallel te verlopen aan het benedenonderdeel 36 en het spatbord 56. Het bovenonderdeel 12 leunt aangezien het wordt ondersteund door een schamierachtige entiteit die wordt gevormd 30 door het oppervlak 64 van het bovenonderdeel, de tweede bevestigingsorganen 24 en de openingen 74 en 44. In deze positie kan de ondersteuningsstang 72 onder de boog van het bovenonderdeel 12 worden gebracht, zodat de stang beweegt tussen het bovenonderdeel 12 en de bout 22. Het platform 46 van het onderdeel wordt geplaatst door de 12 langwerpige opening 74 van het spatbord, zodat het oppervlak daarvan ruwweg op hetzelfde niveau ligt als het concave oppervlak 58 van het spatbord. Het benedenoppervlak 70 van het benedenonderdeel wordt getoond door een stippellijn.
Figuur 12 toont een situatie die overeenkomt met die van figuur 1, waar het bo-5 venonderdeel 12 gedraaid is in een horizontaal vlak. De bout 22 wordt geleid door de opening 20 van het bovenonderdeel en de moer 22b wordt losjes gedraaid op de draad van de bout 22. De ondersteuningsstang 72 wordt geplaatst onder de boog van het steundeel 18 van het bovenonderdeel. De stang wordt ofwel tussen het bovenonderdeel 12 en de bout 22 gebracht in de situatie die wordt getoond in figuur 11, of het systeem 10 10 wordt geschroefd in de stang 72 met een dwarsbeweging ten opzichte van de bewe gingsrichting van het voertuig. De figuur toont hoe de boogvormige straal van het buitenoppervlak van de ondersteuningsstang 72 enigszins kleiner is dan de boogvormige straal van het binnenoppervlak 56 van het steundeel. In deze situatie kunnen het steundeel 18 en dus ook het spatbord 56 bewogen worden in de richting van de stang 72. Als 15 de tweede bevestigingsorganen 24 niet al vast worden gedrukt kan het systeem 10 tegelijkertijd worden bewogen ten opzichte van het spatbord 56 in de richting van de langwerpige opening 74 van het spatbord. In de situatie van figuur 12 kan de positie van het spatbord 56 dus worden ingesteld ten opzichte van de ondersteuningsstang 72.
Figuur 13 geeft het systeem volgens figuur 12 weer wanneer de moer 22b stevig 20 is vastgedraaid. De bout 22 en de moer 22b drukken het spatbord 56 stevig tussen het eerste einddeel 14 van het bovenonderdeel en het eerste einddeel 38 van het benedenonderdeel. Het vastdraaien van de bout 22 en de moer 22b veroorzaakt tegelijkertijd dat het spatbord 56 en het tweede einddeel 40 van het tweede onderdeel worden gedrukt tussen het oppervlak 64 dat tegen het spatbord aanligt en het bredere gedeelte 28.
25 Wanneer het eerste einddeel 14 van het bovenonderdeel omlaag wordt gebracht naar het spatbord 56 zal het binnenoppervlak 76 van het steundeel contact maken met het oppervlak van de ondersteuningsstang 72 van het spatbord. De ondersteuningsstang 72 is ook in contact met het in hoofdzaak onelastische platform 46. Wanneer het drukken van het eerste einddeel 14 van het bovenonderdeel wordt voortgezet heeft het 30 steundeel 18 de neiging om te buigen. De verzwakte opening 30 die gevormd is in het steundeel is de eerste om te bezwijken, en het steundeel wordt gebogen bij die opening 30. Om te voorkomen dat de verbindingen tussen het steundeel en de einddelen van het bovenonderdeel worden rechtgemaakt zijn deze punten voorzien van verstevigingen 32 13 en 34. De verzwakte opening 30 en de verstevigingen 32 en 34 zorgen ervoor dat twee hoofdcontactpunten 78 en 80 worden gevormd tussen het steundeel en de ondersteu-ningsstang 72 van het spatbord, tussen de opening 30 en de verstevigingen 32 en 34. Het derde contactpunt 82 van de ondersteuningsstang 72 is geplaatst tussen de onder-5 steuningssteun 72 en het platform 46 die de stang ondersteunt vanaf de zijde van het wiel. Het platform 46 is niet noodzakelijk voor het systeem 10, maar de stang 72 kan ook contact maken met het daadwerkelijke oppervlak 58 van het spatbord. De ondersteuningsstang 72 van het spatbord is dus dicht tegen het systeem 10 bij drie contactpunten. Zonder het op inventieve wijze buigen van het steundeel 18 zou het boogvor-10 mige steundeel slechts vanaf boven naar het platform 47 tegen de ondersteuningsstang 72 drukken, waardoor de klemkracht zwakker zou zijn. Door het systeem 10 volgens de uitvinding of de ondersteuningsstang 72 vorm te geven, is het mogelijk om zelfs meer contactpunten te vormen.
De figuren 14 en 15 geven schematisch een systeem 10 weer volgens de uitvin-15 ding waarbij een afdekplaat 84 is aangebracht tussen het spatbord 56 en het bovenonderdeel 12 om te voorkomen dat water beweegt vanaf de bandzijde van het spatbord 56 naar de eerste zijde van het spatbord. De afdekplaat 84 is voorzien van een gat 86 voor de bout 22 en een gat 88 voor het tweede bevestigingsorgaan 24. De ondersteuningsstang 72 maakt geen contact met het platform 46 in de toepassing die is getoond in de 20 figuren. Dit zou eenvoudig zijn te realiseren door het vormen van een geschikt gat in de bedekkingsplaat 84 door het verhogen van de hoogte van het platform 46.
De figuren 16 en 17 tonen een systeem 10 waarbij de bedekkingsplaat 90 is aangebracht om het gehele systeem 10 te bedekken. Behalve de bedekkingsplaat 90 is het systeem 10 van de figuren 16 en 17 is gelijk aan datgeen is gepresenteerd in figuur 13. 25 In de rand 92 van de bedekkingsplaat 72 is een diepe uitsparing 94 gevormd bij de ondersteuningsstang 72, waarbij de uitsparing enigszins smaller is dan de ondersteuningsstang 72 wanneer de bedekkingsplaat 90 niet is aangebracht. De bedekkingsplaat 90 is gemaakt van een enigszins veerkrachtig materiaal, zoals kunststof, waarbij de uitsparing 94 zal vervormen zodat de ondersteuningsstang 72 in de uitsparing 94 kan worden 30 gedrukt, waardoor de bedekkingsplaat 90 stevig en vast is gefixeerd op de ondersteuningsstang 72. Een bedekkingsplaat 90 van dit soort kan worden ontworpen om een gewenste gedaante te hebben, bijvoorbeeld om het voorkomen daarvan te verbeteren en de luchtweerstand te verminderen. De rand 72 van de bedekkingsplaat is zo vast moge- 14 lijk vastgemaakt tegen het spatbord 56 om de doorgang van water te voorkomen.
De bedekkingsplaat kan ook gevormd zijn zodat deze kan worden aangebracht tussen het spatbord 56 en het benedenonderdeel 36. Dan zou deze opnieuw de openin-gen moeten hebben voor de eerste en tweede bevestigingsorganen. De bedekkingspla-5 ten volgens de uitvinding zijn bij voorkeur gemaakt van kunststoffen of van metaal.
Het is duidelijk voor de vakman dat de uitvinding niet beperkt is tot de hierboven beschreven voorbeeld, maar dat de uitvinding kan worden gevarieerd binnen de reikwijdte van de conclusies die hieronder worden weergegeven.
Claims (14)
1. Bevestigingssysteem (10) voor een spatbord voor het bevestigen van een spatbord (56) aan een ondersteuningsstang (72) van een spatbord, welk bevestigingssys-5 teem (10) omvat: een bovenonderdeel (12) dat in hoofdzaak is bedoeld om geplaatst te worden op de eerste zijde (58) van het geplaatste spatbord, waarbij het bovendeel een in hoofdzaak vlak eerste einddeel (14) en een tweede einddeel (16) heeft, en tussen de einddelen een steundeel (18), dat zich boogvormig uitstrekt vanaf het geplaatste spatbord, voor het 10 bevestigen van het systeem (10) aan de ondersteuningsstang (72) van het spatbord, waarbij de boog die wordt gevormd door het binnenoppervlak (76) van het steundeel enigszins groter is, bij voorkeur 1 tot 2 mm groter, dan de diameter van de ondersteuningsstang (72) van het spatbord, en een in hoofdzaak vlak benedenonderdeel (36) dat bedoeld is om geplaatst te wor-15 den op de tweede zijde (60) van het spatbord en met een eerste einddeel (38) en een tweede einddeel (40), eerste bevestigingsorganen (22,22b) voor het bevestigen van de eerste einddelen (14,38) van de boven- en benedenonderdelen en het spatbord (58) aan elkaar, en tweede bevestigingsorganen (24) voor het bevestigen van tweede einddelen (16, 20 40) van de boven- en benedenonderdelen en het spatbord (56) aan elkaar, , waarbij een opening (20, 42) verloopt door de eerste einddelen (14, 38) van de bovenen benedenonderdelen voor de eerste bevestigingsorganen, en waarbij een opening (44) verloopt door het tweede einddeel (40) van het benedenonderdeel voor het tweede be-vestigingsorgaan (24), en waarbij ten minste een langwerpige en in hoofdzaak nauwe 25 opening (74) is voorzien door het spatbord (56) voor de eerste en tweede bevestigingsorganen (22,22b, 24), met het kenmerk, dat in het boogvormige steundeel (18) van de ondersteuning ten minste een verzwakt gedeelte (30) is aangebracht dat in hoofdzaak zwakker is dan de rest van het steundeel, op welk gedeelte het steundeel (18) is ingericht om te buigen 30 wanneer het systeem (10) wordt vastgemaakt, en dat de tweede bevestigingsorganen (24) zijn ingericht om een integraal deel te zijn van het tweede einddeel (16) van het bovenonderdeel, waarbij gedurende het aanbrengen de tweede bevestigingsorganen (24) zijn ingericht om ten minste gedeeltelijk aangebracht te zijn door de langwerpige ' ? i o opening (74) van het spatbord en door de opening (44) van het benedenonderdeel voor de tweede bevestigingsorganen, naar de tweede zijde (60) van het spatbord zodat de tweede bevestigingsorganen (24) zijn ingericht tegen het oppervlak (70) van het benedenonderdeel welk oppervlak is gericht weg van het spatbord, om het spatbord en het 5 benedenonderdeel (36) tussen het tweede einddeel (16) van het benedenonderdeel en de bevestigingsorganen (24) te drukken.
2. Systeem (10) volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de bevestigingsorganen (24) een en hetzelfde in hoofdzaak stijve lichaam omvatten, en dat deze zijn inge- 10 richt om stationair verbonden te zijn met het tweede einddeel (16) van het bovenonderdeel.
3. Systeem (10) volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de tweede bevestigingsorganen (24) een nekgedeelte (26) omvatten, dat is ingericht aan het einde 15 van het tweede einddeel (16) van het bovenonderdeel en dat nauwer is dan de langwerpige opening (74) van het spatbord, waarbij een vlak breder gedeelte (28) dat breder is dan die langwerpige opening (74), is bevestigd aan het nekgedeelte, en dat, wanneer het systeem (10) is aangebracht, het nekdeel (26) geplaatst zal zijn door de langwerpige opening (74) van het spatbord en de opening (44) in het benedenonderdeel voor de 20 tweede bevestigingsorganen, en dat het bredere gedeelte (28) is ingericht, wanneer het systeem (10) is aangebracht, om geplaatst te zijn tegen het oppervlak (70) van het benedenonderdeel welk oppervlak is gericht weg van het spatbord, om het spatbord (56) en het benedenonderdeel (36) tussen het tweede einddeel (16) van het bovenonderdeel en het bredere deel (28) te drukken om te voorkomen dat water beweegt door de lang- 25 werpige opening (74) van het spatbord naar de eerste zijde (58) van het spatbord.
4. Systeem (10) volgens conclusie 1, 2 of 3, met het kenmerk, dat het tweede einddeel (16) van het bovenonderdeel in hoofdzaak vlak is op dat oppervlak (64) dat bedoeld is om geplaatst te worden tegen het spatbord (56). 30
5. Systeem.(10) volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het benedenonderdeel (36) is voorzien van een borst (46), die past in de langwerpige (74) van het spatbord en die een hoogte heeft die ruwweg overeenkomt met de dikte van het spatbord (56), waarbij de ondersteuningsstang (72) is ingericht om te stoten tegen de borst gedurende het aanbrengen van het systeem (10).
6. Systeem (10) volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, 5 dat wanneer de boven- en benedenonderdelen (12,36) en het spatbord (56) tegen elkaar worden bevestigd slechts met behulp van de tweede bevestigingsorganen (24) er een substantiële afstand is, bij voorkeur 3 tot 6 millimeter, tussen het vlak van het oppervlak (62) van het eerste einddeel (14) dat bedoeld is om geplaatst te worden tegen de eerste zijde van het spatbord en het vlak van het oppervlak (58) van het spatbord. 10
7. Systeem (10) volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat een versteviging (32, 34) is aangebracht in de verbindingen tussen het boogvormige steundeel (18) en het eerste einddeel (14) van het bovenonderdeel (12), en 15. het boogvormige steundeel (18) en het tweede einddeel (16) van het bovenonder deel (12).
8. Systeem (10) volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het verder een bedekkingsplaat (84,90) omvat om te voorkomen dat water beweegt 20 door de langwerpige opening (74) van het spatbord naar de eerste zijde (58) van het spatbord.
9. Systeem (10) volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat openingen zijn gevormd en de bedekkingsplaat (84) voor de eerste en tweede bevestigingsorganen (22, 25 24), en dat, wanneer het systeem (10) is aangebracht, de bedekkingsplaat (84) geplaatst is tussen het spatbord (56) en het bovenonderdeel (12).
10. Systeem (10) volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat de bedekkingsplaat (90) is ingericht om bevestigd te worden op de ondersteuningsstang (72) van het spat- 30 bord met behulp van bevestigingsorganen (94), aan de bovenzijde van het gehele bevestigde systeem (10).
11. Systeem (10) volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het binnenoppervlak (76) van het boogvormige steundeel van het bovenonderdeel in hoofdzaak een gedeelte is van een imaginaire cirkel.
12. Systeem (10) volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, 5 dat de dwarsdoorsnede van de ondersteuningsstang (72) in hoofdzaak een cirkel is.s
13. Systeem (10) volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het bovenonderdeel (12) is gemaakt van een in hoofdzaak langwerpig, plaatachtig materiaal waar een boogvormig steundeel (18) is gevormd in het centrale deel van het 10 materiaal, waarbij in hoofdzaak vlakke einddelen (14, 16) zijn aangebracht om zich uit te strekken naar buiten vanaf beide einden van het steundeel.
14. Systeem (10) volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het benedenonderdeel (36) gemaakt is van een in hoofdzaak langwerpig, plaatvor- 15 mig materiaal, waar een platform (46) gevormd is in het centrale deel van het benedenonderdeel (36) voor het ondersteunen van de ondersteuningsstang (72) van het spatbord, en dat de langere randen (52, 54) van het benedenonderdeel (36) gebogen zijn in de tegenovergestelde richting van het platform (46) om het benedenonderdeel te verstijven. 20 $ $ $ $ $ φ j|e$
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
FI20001730 | 2000-08-01 | ||
FI20001730A FI110249B (fi) | 2000-08-01 | 2000-08-01 | Lokasuojan kiinnitysjärjestelmä |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL1018676C1 true NL1018676C1 (nl) | 2002-02-05 |
Family
ID=8558833
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL1018676A NL1018676C1 (nl) | 2000-08-01 | 2001-08-01 | Bevestigingssysteem voor een spatbord. |
Country Status (7)
Country | Link |
---|---|
CZ (1) | CZ11598U1 (nl) |
DE (1) | DE20112559U1 (nl) |
FI (1) | FI110249B (nl) |
FR (1) | FR2812609B3 (nl) |
GB (1) | GB2365396B (nl) |
IT (1) | ITTO20010761A1 (nl) |
NL (1) | NL1018676C1 (nl) |
Families Citing this family (6)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
ITRM20020643A1 (it) * | 2002-12-23 | 2004-06-24 | Domar S R L | Parafango per automezzi dotato di mezzi di fissaggio ad aggancio/sgancio rapido. |
US8960725B2 (en) | 2012-01-27 | 2015-02-24 | Caterpillar Inc. | Hollow fender |
US8882152B2 (en) | 2012-01-27 | 2014-11-11 | Caterpillar Inc. | Fender assembly |
DE102015118505B4 (de) * | 2015-10-29 | 2022-02-17 | Franz Sauermann Gmbh | Befestigungsvorrichtung |
EP3623265B1 (en) * | 2018-09-13 | 2022-03-02 | Oy Parlok AB | A mudguard bracket arrangement and a use of a mudguard bracket arrangement |
DE202024100372U1 (de) | 2023-08-19 | 2024-02-14 | RocketAudio Traffic GmbH | Vorrichtung zum Auffangen und Sammeln von Schmutzpartikeln und Feinstaub |
Family Cites Families (3)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
DE3617628A1 (de) * | 1986-05-26 | 1987-12-03 | Dunlop Ag | Halterung fuer kotfluegel |
DE9401381U1 (de) * | 1994-01-27 | 1994-04-07 | Köver GmbH & Co. KG Metall- und Kunststoffverarbeitung, 21614 Buxtehude | Kotflügelhalter |
GB9803612D0 (en) * | 1998-02-21 | 1998-04-15 | Boydell & Jacks Limited | A mudguard bracket assembly |
-
2000
- 2000-08-01 FI FI20001730A patent/FI110249B/fi not_active IP Right Cessation
-
2001
- 2001-07-04 GB GB0116279A patent/GB2365396B/en not_active Expired - Lifetime
- 2001-07-18 FR FR0109624A patent/FR2812609B3/fr not_active Expired - Lifetime
- 2001-07-19 CZ CZ200112191U patent/CZ11598U1/cs not_active IP Right Cessation
- 2001-07-31 IT IT2001TO000761A patent/ITTO20010761A1/it unknown
- 2001-07-31 DE DE20112559U patent/DE20112559U1/de not_active Expired - Lifetime
- 2001-08-01 NL NL1018676A patent/NL1018676C1/nl not_active IP Right Cessation
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
FR2812609A3 (fr) | 2002-02-08 |
GB0116279D0 (en) | 2001-08-29 |
FR2812609B3 (fr) | 2002-07-12 |
FI20001730A (fi) | 2002-03-01 |
FI20001730A0 (fi) | 2000-08-01 |
CZ11598U1 (cs) | 2001-10-04 |
FI110249B (fi) | 2002-12-31 |
GB2365396A (en) | 2002-02-20 |
ITTO20010761A1 (it) | 2003-01-31 |
GB2365396B (en) | 2003-12-03 |
DE20112559U1 (de) | 2001-10-31 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
US5382035A (en) | Vehicle running board assembly | |
US5454453A (en) | Break-away bracket for attaching cross member | |
US5215331A (en) | Structural member for a trailer chassis frame | |
JP5001499B2 (ja) | 車軸固定取り付け装置 | |
EP1972506A1 (en) | Underrun protector mounting structure of vehicle | |
NL8105182A (nl) | Carosserie voor een kleine auto. | |
US20060202443A1 (en) | Fifth wheel slider assembly | |
NL1018676C1 (nl) | Bevestigingssysteem voor een spatbord. | |
EP3461653B1 (en) | Axle clamping arrangement | |
EP1726490A1 (en) | Vehicle body front part structure of automobile | |
US5641180A (en) | Vehicle subframe assembly | |
US5193837A (en) | Universally adjustable trailer hitch | |
US5333904A (en) | Header transport support bracket | |
JP7227555B2 (ja) | 車両前部構造 | |
EP2421743B1 (en) | A device for attaching a stay to a vehicle frame and a vehicle comprising the device | |
EP1580044A1 (en) | Connection between a wheel axle of a vehicle and a said wheel axle carrying trailing arm | |
NL1023548C2 (nl) | Wielasophanging. | |
JP3593863B2 (ja) | 車両用バンパ保持装置 | |
BE1012863A3 (nl) | Verbeterde bevestiging van een laadbak of dergelijke op een onderbouw van een voertuig. | |
NL1004901C2 (nl) | Autobus voorzien van veiligheidsmiddelen zoals een rolbeugel en werkwijze voor het samenstellen van een autobus. | |
JPH0714089Y2 (ja) | 車両のシート用ストライカ取付部構造 | |
EP0459636A2 (en) | Vehicle seat attachment | |
EP1133412B1 (en) | A motor vehicle bumper mounting assembly | |
JP4350339B2 (ja) | トラック用サイドガード | |
JP2004532764A (ja) | 調整可能な固定装置 |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
VD2 | Lapsed due to expiration of the term of protection |
Effective date: 20070801 |