NL1018639C2

NL1018639C2 - Inrichting voor het verzamelen van verschillende soorten afval.

Info

Publication number: NL1018639C2
Application number: NL1018639A
Authority: NL
Inventors: Willem Jan Achterberg
Original assignee: Kliko Container B V
Priority date: 2001-07-26
Filing date: 2001-07-26
Publication date: 2003-01-28
Also published as: BE1015054A3

Description

. *,

Inrichting voor het verzamelen van verschillende soorten afval

De uitvinding betreft een inrichting voor het verzamelen van afval, omvattende een inworpzuil voorzien van een afsluitbare inworpopening, tenminste een 5 verzamelorgaan dat in verbinding is met de inworpzuil, leidingmiddelen door middel waarvan de inworpzuil is verbonden met een verzamelorgaan, alsmede aandrijfmiddelen voor het door de leidingmiddelen voorbewegen van afval vanaf de inworpzuil naar het verzamelorgaan.

Een dergelijke inrichting is bekend uit DE-A-2407393. De inworpzuil bevindt 10 zich daarbij boven de grond en is verbonden met een ondergrondse houder, bijvoorbeeld een metalen container. Dergelijke inrichtingen bezitten het voordeel dat zij visueel aantrekkelijker zijn. De nogal omvangrijke container is aan het oog onttrokken, terwijl de inworpzuil vrij klein is en een goede vormgeving heeft.

De inworpzuil is bij deze bekende inrichting gescheiden van het 15 verzamelorgaan, zodanig dat de plaatsing van beide onafhankelijk kan worden gekozen. De inworpzuil kan bijvoorbeeld midden op een voetgangersgebied worden geplaatst, terwijl het verzamelorgaan nabij een aangrenzende weg of dergelijke kan worden opgenomen in verband met het lossen door middel van een vrachtwagen.

De inworpzuil is verbonden met een leidingnetwerk via welk het ingeworpen 20 afval op pneumatische wijze kan worden getransporteerd. De bekende inrichting heeft een vrij grote omvang, en is geschikt voor toepassing bij complete woonblokken. Doel van de uitvinding is een inrichting voor het verzamelen van afVal te verschaffen die voor allerlei toepassingen geschikt is, en waarmee een goede vulgraad van de verzamelcontainers kan worden verkregen. Dat doel wordt bereikt doordat de A

25 aandrijfmiddelen een heen en weer beweegbare plunjer omvatten.

De plunjer zorgt bij de inrichting volgens de uitvinding voor het transport van het afval door de leiding. Een dergelijke plunjer is relatief eenvoudig, en is daardoor ook geschikt voor kleinschalige toepassingen. Bovendien kan het afval enigszins worden samengeperst door middel van de plunjer, zodat een goede vulgraad van de 30 afvalcontainer is verzekerd.

101 8639 1 2 t

Voordeel van de inrichting volgens de uitvinding is tevens dat tenminste twee afzonderlijke verzamelorganen kunnen zijn voorzien, die elk door middel van een eigen leidingmiddel zijn verbonden met de inworpzuil via een wisselorgaan door middel waarvan telkens een der verzamelorganen in verbinding brengbaar is met de 5 inworpzuil.

Bij deze uitvoeringsvorm kan met één enkele inworpzuil worden volstaan hetgeen niet alleen goedkoper is maar ook een minder opvallende plaatsing van de gehele inrichting oplevert.

Het wisselorgaan is bestuurbaar door middel van een keuzeorgaan, welk 10 keuzeorgaan is uitgevoerd voor het kiezen van een afvalsoort en het verbinden van het voor de gekozen afvalsoort geschikte verzamelorgaan met de inwoipzuil. Het keuzeorgaan kan bijvoorbeeld bediend worden door middel van een persoonsgebonden chipkaart.

Elk verzamelorgaan kan een in de bodem opgenomen houder omvatten, terwijl 15 elke houder door middel van een in de ondergrond opgenomen leiding kan zijn verbonden met de inworpzuil.

Het afval kan in de leidingen verplaatsbaar zijn onder invloed van de zwaartekracht bij eeh voldoend afschot, en/of door middel van perslucht, van een zuiger, enzovoorts.

20 Op bekende wijze kan de inworpopening van de inworpzuil geopend worden door middel van een autorisatiemiddel, zoals een chipkaart. Tevens kunnen middelen zijn voorzien voor het wegen van de in de inworpzuil ingeworpen porties afVal.

De inrichting volgens de uitvinding is ook voor automatisch bedrijf geschikt. In dat geval is de inworpopening voorzien van herkenningsmiddelen voor het herkennen 25 van een aangeboden afvalbak, welke afvalbak een codedrager, zoals een chip, bezit.

De huishoudens die gebruik maken van een dergelijke inrichting beschikken over afvalbakken, die elk bestemd zijn voor een bepaald soort afval. Elke afvalbak is door middel van de codedrager herkenbaar. Een inrichting met meerdere afvalbakken is bekend uit NL-A-9402227.

30 Verder kunnen detectiemiddelen zijn voorzien voor het detecteren van de vulgraad van elk verzamelorgaan, alsmede voor het afgeven van een waarschuwingssignaal wanneer een vooraf bepaalde vulgraad is overschreden.

1018639* 3

Vervolgens zal de uitvinding nader worden toegelicht aan de hand van een in de figuren weergegeven uitvoeringsvoorbeeld.

Figuur 1 toont een bovenaanzicht op een inrichting volgens de uitvinding.

Figuur 2 toont een gedeeltelijk zijaanzicht, gedeeltelijk in doorsnede.

5 De in figuur 1 weergegeven inrichting volgens de uitvinding omvat een inworpzuil 1, alsmede een viertal containers 2,3,4 en 5.

De bovenzijde van de inworpzuil is afgesloten door middel van een deksel 6, dat via het nog te beschrijven keuzeorgaan 7 op elektronische wijze kan worden geopend.

Aan de onderzijde van de inworpzuil 1 bevindt zich een wisselorgaan 8, waarop 10 een viertal leidingen 9,10,11 en 12 is aangesloten die elk zijn verbonden met een respectievelijke container 2,3,4 en 5.

Het wisselorgaan omvat een gebogen wand 13 met een viertal aansluitgaten 14, 15,16 en 17, waarop respectievelijk de leidingen 9,10, 11 en 12 zijn aangesloten.

Binnen de gebogen wand 13 is een basis 30 met een overeenkomstig gebogen 15 wand 18 verdraaibaar, voorzien van een kamer 19 waarop de onderzijde van de inwoipzuil 1 uitmondt. In deze kamer 19 bevindt zich een zuiger/cilinderinrichting, voorzien van een plunjer of duworgaan 21.

In de in figuur 1 weergegeven toestand is door middel van het keuzeorgaan 7 de afvalcontainer 4 gekozen, doordat het zich in de wand 18 bevindende gat 22 is 20 uitgelijnd ten opzichte van de met container 4 verbonden leiding 11.

Zodra de hoeveelheid afval via de inworpzuil 1 in kamer 19 is terechtgekomen, wordt het duworgaan 20 geactiveerd, waarbij de zuiger 21 het afval de leiding 11 induwt. Na die actie wordt de zuiger 21 teruggetrokken tot binnen de wand 18, waarna de inrichting geschikt is voor het kiezen en afvoeren van de volgende hoeveelheid 25 afval.

De achtereenvolgens in de leidingen geduwde hoeveelheden afval komen niet direct in de betreffende containers terecht, maar worden achtereenvolgens aangedrukt door volgende ladingen afval. Daardoor zal ook enige compressie rond afval optreden, waardoor een goede vulling van de containers is verzekerd.

30 1018639

Claims

1. Inrichting voor het verzamelen van afval, omvattende een inworpzuil (1) voorzien van een afsluitbare inworpopening (6), tenminste een verzamelorgaan (2-5) 5 dat in verbinding is met de inworpzuil (1), leidingmiddelen (9-12) door middel waarvan de inworpzuil (1) is verbonden met een verzamelorgaan (2-5), alsmede aandrijfmiddelen (20,21) voor het door de leidingmiddelen (9-12) voortbewegen van afval vanaf de inworpzuil (1) naar het verzamelorgaan (2-5), met het kenmerk dat de aandrijfmiddelen een heen en weer beweegbare plunjer (20,21) omvatten. 10

2. Inrichting volgens conclusie 1, waarbij de plunjer (20,21) beweegbaar is tussen een teruggetrokken positie waarin hij ligt aan de zijde van de inworpzuil (1) afgekeerd van de zijde waar zich de leidingmiddelen (9-12) bevinden, en een vooruitgeschoven positie voorbij de inworpzuil (1). 15

3. Inrichting volgens conclusie 1, waarbij tenminste twee afzonderlijke verzamelorganen (2-5) zijn voorzien, die elk door middel van een eigen leidingmiddel (9-12) zijn verbonden met de inworpzuil (1) via een wisselorgaan (8) door middel waarvan telkens een der verzamelorganen (2-5) in verbinding brengbaar is met de 20 inworpzuil (1).

4. Inrichting volgens conclusie 3, waarbij het wisselorgaan (8) bestuurbaar is door middel van een keuzeorgaan (7), welk keuzeorgaan (7) is uitgevoerd voor het kiezen van een afvalsoort en het verbinden van het voor de gekozen afvalsoort 25 geschikte verzamelorgaan (2-5) met de inworpzuil (1).

5. Inrichting volgens conclusie 3 of 4, waarbij de plunjer (20,21) is opgenomen op het wisselorgaan (8), zodanig dat de plunjer (20,21) heen en weer beweegbaar is met betrekking tot het leidingmiddel (9-12) dat via dat wisselorgaan (8) is verbonden met 30 de inworpzuil (1). 1018639 '

6. Inrichting volgens conclusie 5, waarbij het wisselorgaan (8) een geleiding (13, 18. omvat die verdraaibaar is rond een verticale draaihartlijn tussen tenminste twee leidingmiddelen (9-12).

7. Inrichting volgens conclusie 6, waarbij de geleiding twee concentrische wanddelen (13,18) omvat, waarvan een wanddeel (18) draaibaar is met het wisselorgaan, en het andere wanddeel stationair is, welke wanddelen (13,18) respectievelijke openingen (14-17; 22) bezitten die ten opzichte van elkaar kunnen worden uitgelijnd. 10

8. Inrichting volgens conclusie 7, waarbij elke opening (14-17) in de stationaire wand is aangesloten op een leiding (9-12).

9. Inrichting volgens conclusie 7 of 8, waarbij het draaibare wanddeel (18) is verbonden aan een draaibare basis (30). 15

10. Inrichting volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de inworpopening (6) van de inworpzuil (1) geopend kan worden door middel van een autorisatiemiddel, zoals een chipkaart.

11. Inrichting volgens conclusie 10, waarbij de inworpopening is voorzien van herkenningsmiddelen voor het herkennen van een aangeboden afvalbak, welke afvalbak een codedrager, zoals een chip, bezit. *

12. Inrichting volgens conclusie 10 en 11, waarbij besturingsmiddelen zijn 25 voorzien door middel waarvan het wisselorgaan bestuurbaar is op basis van een door het herkenningsmiddel geïdentificeerde afvalbak.

13. Inrichting volgens één der voorgaande conclusies, waarbij weegmiddelen zijn voorzien voor het wegen van het in de inworpzuil (1) porties ingeworpen afval. 30 101 8639 '

14. Inrichting volgens één der voorgaande conclusies, waarbij detectiemiddelen zijn voorzien voor het detecteren van de vulgraad van elk verzamelorgaan (2-5), alsmede voor het afgeven van een waarschuwingssignaal wanneer een vooraf bepaalde vulgraad is overschreden. 1 101 8639 i