NL1018453C1 - Inrichting voor het ontladen van een stapel producten. - Google Patents

Inrichting voor het ontladen van een stapel producten. Download PDF

Info

Publication number
NL1018453C1
NL1018453C1 NL1018453A NL1018453A NL1018453C1 NL 1018453 C1 NL1018453 C1 NL 1018453C1 NL 1018453 A NL1018453 A NL 1018453A NL 1018453 A NL1018453 A NL 1018453A NL 1018453 C1 NL1018453 C1 NL 1018453C1
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
products
separating plate
layer
stack
pallet
Prior art date
Application number
NL1018453A
Other languages
English (en)
Inventor
Nicola Jozef Marie Bruls
Original Assignee
Brubek B V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Brubek B V filed Critical Brubek B V
Priority to NL1018453A priority Critical patent/NL1018453C1/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL1018453C1 publication Critical patent/NL1018453C1/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65GTRANSPORT OR STORAGE DEVICES, e.g. CONVEYORS FOR LOADING OR TIPPING, SHOP CONVEYOR SYSTEMS OR PNEUMATIC TUBE CONVEYORS
    • B65G59/00De-stacking of articles
    • B65G59/02De-stacking from the top of the stack
    • B65G59/026De-stacking from the top of the stack with a stepwise upward movement of the stack

Landscapes

  • De-Stacking Of Articles (AREA)

Description

Korte aanduiding: Inrichting voor het ontladen van een stapel producten.
BESCHRIJVING
De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor 5 het ontladen van een stapel of pallet laagsgewijs gerangschikte producten, waarbij tussen elk laag producten een scheidingsplaat is opgenomen, omvattende een invoer- en een uitvoerzijde voor producten alsmede een beweegbaar in de inrichting opgenomen arm omvat, welke is voorzien van een tegen een zijkant van een bovenste laag producten 10 brengbaar steunvlak voor het in horizontale richting verplaatsen of ontladen van de bovenste laag producten naar de uitvoerzijde.
Een dergelijke inrichting is vrij algemeen bekend en wordt ingezet bij allerlei logistieke toepassingen, waarbij een stapel producten voor verdere verwerking ontstapeld of ontladen dient te worden. 15 Bij een toepassing voor het ontladen van een pallet gestapelde producten wordt gebruikt gemaakt van een grijparm, welke arm elk product aan twee zijden inklemt voor verdere opname en verwerking. Echter, indien de laag producten bestaat uit meerdere tegen elkaar gerangschikte en derhalve moeilijk bereikbare producten, is een grijparm 20 minder geschikt. Voor het ontladen van een dergelijke laag dicht opeen gepakte producten is de inzet van een arm voorzien van een zuignap meer geschikt, omdat elk product aan zijn bovenzijde bereikbaar is en met behulp van een onderdruk of vacuüm met de zuignap opneembaar is. Een dergelijke toepassing is enkel geschikt bij producten met een vlakke en 25 stevige bovenzijde, bijvoorbeeld een doos, waarbij de doos ook in het algemeen stevig dient te zijn, om beschadigingen en loslaten door de zuignap te voorkomen. Echter, bij minder stevige producten, zoals pakketten gebundelde tijdschriften of kranten of bij meer beschadigings-gevoelige producten is het ontstapelen of ontladen met behulp van een 30 grijparm of door middel van vacuüm minder geschikt. Ook de toepassing van een lepel vormig element voor het in één keer opnemen van één laag is bij J Ü: i o ' L ;-· 2 een dicht opeengestapelde pallet ongeschikt, daar de producten bij het tussen de lagen aanbrengen van het lepel vormige element beschadigd worden.
Voor dergelijke producten wordt veelal een in de boven 5 vermelde aanhef beschreven steunvlak toegepast, welk steunvlak tegen de producten aanbrengbaar is en zo de producten laagsgewijs van de stapel wegduwt c.q. afschuift in de richting van de uitvoerzijde.
Tijdens het afschuiven van een dergelijke laag producten wordt echter de onderliggende scheidingsplaat, welke voor de 10 algehele stabiliteit van de stapel of pallet tussen de lagen producten is opgenomen, meegenomen, hetgeen onwenselijk is daar zo de inrichting nabij de uitvoerzijde wordt geblokkeerd.
Als enige alternatief ter voorkoming van het afschuiven van de scheidingsplaat is het handmatig afnemen van producten 15 van de stapel of pallet, hetgeen gezien de tijd, kosten en ergonomische omstandigheden ongewenst is.
Teneinde een inrichting te verschaffen waarbij een stapel of pallet producten geautomatiseerd kan worden ontladen en waarbij voorts een verschuiven van de onderliggende scheidingsplaat door de in de 20 richting van de uitvoerzijde verplaatsende producten wordt voorkomen, wordt de inrichting overeenkomstig de uitvinding gekenmerkt, doordat het steunvlak is samengesteld uit ten minste twee deel steunen, welke deel-steunen onafhankelijk van elkaar en ten opzichte van de arm in dezelfde richting als de arm in horizontale richting verplaatsbaar zijn.
25 Voorts is de inrichting voorzien van ten minste één in verticale richting verplaatsbaar eerste contactelement, dat voorafgaand aan het afschuiven door de deel steunen op een tegen een aanvankelijk niet bewegend deel van het steunvlak aanliggend product brengbaar is. Door de bekrachtiging van één of meerdere deel steunen wordt slechts een gedeelte 30 van de laag producten in de richting van de uitvoerzijde verplaatst en dit slechts over een beperkte afstand, terwijl het product waarop het 4 Π o * f o * O t öfbo ·
J
3 eerste contactelement is geplaatst tegen verschuiven wordt gefixeerd en aldus tevens de scheidingsplaat niet verplaatst wordt, zodat een gedeelte van de scheidingsplaat vrij komt te liggen.
Doordat de inrichting tevens is voorzien van ten 5 minste één in verticale richting verplaatsbaar en op een vrijliggend deel van de scheidingsplaat aanbrengbaar tweede contactelement, kan een verder verschuiven van de scheidingsplaat door de producten nog meer worden vermeden. Op het vrijliggende deel van de scheidingsplaat wordt het tweede contactelement geplaatst, terwijl het eerste contactelement van 10 het product wordt afgenomen. Dit tweede contactelement fixeert de scheidingsplaat tegen verdere verschuiving, terwijl alle deel steunen van het steunvlak op een lijn gelegen en gelijktijdig de laag producten verder over de scheidingsplaat in de richting van de uitvoerzijde van de inrichting verplaatsen.
15 Bij een uitvoeringsvorm van een inrichting overeen komstig de uitvinding is de inrichting voorts voorzien van middelen voor het van de stapel wegnemen van een volledig vrijliggende scheidingsplaat. Bij voorkeur kunnen de middelen ten minste één zuignap omvatten, welke met behulp van een vacuüm of onderdruk op de schei dingsplaat 20 aanbrengbaar is. Anderzijds kunnen de middelen ten minste één roteerbaar wiel omvatten voor het met behulp van wrijving verplaatsen van de scheidingsplaat of ten minste één grijpelement voor het inklemmen van een zijrand van de scheidingsplaat.
Bij een vlot en soepel transport van de afgeschoven 25 producten uit de inrichting zijn overeenkomstig de uitvinding nabij de uitvoerzijde meerdere op enige afstand parallel aan elkaar gelegen over aandrijfbare rollen aangebrachte eindloze dragers geplaatst voor het naar de uitvoerzijde transporteren van de ontladen producten.
Eventueel zijn de eindloze dragers opgenomen tussen 30 van een rollenbaan deel uitmakende aandrijfbare rollen voor het verder uit de inrichting transporteren van de ontladen producten, waarbij in " ; ' - ·- ’’ j 4 ontlaadrichting gezien het voorste deel van elke drager tot boven het door de rollen gevormde transportvlak brengbaar is. Hierdoor is een snel en vloeiend transport vanuit de inrichting mogelijk zonder het risico op beschadigingen aan de producten of een blokkeren van een inrichting aan 5 de uitvoerzijde.
Voor een meer effectieve verdere verwerking van de producten zijn nabij de uitvoerzijde sensormiddelen aangebracht voor het detecteren van een ontstane tussenruimte tussen de op de stapel aanwezige producten en een ontladen rij producten. Zodoende kan eenvoudig 10 gedetecteerd worden of de ontladen producten voldoende zijn afgeschoven van de stapel, zodat de afschuivende beweging van de deel steunen kortstondig wordt onderbroken en de eindloze dragers bekrachtigd worden voor de overname en transport van de ontladen rij tot op het transportorgaan aan de uitvoerzijde. Andere van de sensormiddelen deel 15 uitmakende sensoren detecteren of de ontladen rij door het transportorgaan uit de inrichting zijn afgevoerd, alvorens de deelsteunen weer bekrachtigd worden voor het naar de uitvoerzijde afschuiven van de volgende rij producten. Zodoende wordt een eventuele blokkering van de inrichting nabij de uitvoerzijde vermeden.
20 Overeenkomstig de uitvinding zijn het aantal deel steunen waaruit het steunvlak is samengesteld afhankelijk van het aantal producten waartegen het steunvlak brengbaar is.
De uitvinding zal nu aan de hand van de tekening nader worden toegelicht welke tekening achtereenvolgens toont: 25 fig. 1 een aanzicht van een uitvoeringsvorm van een inrichting volgens de uitvinding; fign. 2A-2C een zijaanzicht van een inrichting volgens de uitvinding in verschillende bedrijfssituaties; fign. 3A tot en met 3J bovenaanzichten van de 30 inrichting volgens de uitvinding in verschillende bedrijfssituaties.
ipi ςί R *
? U · O o 'J
5
In de figuren worden overeenkomende onderdelen met identieke referentiecijfers aangeduid.
De inrichting voor het ontstapelen van een stapel of pallet laagsgewijs gerangschikte producten bezit zoals getoond in de 5 Figuur 1 een ruimtelijke constructie gevormd door een frame 10 bestaande uit staanders 10a en liggers 10b. Het frame 10 is aan een zijde open (aangeduid als de invoerzijde 2a), zodat met behulp van een steekwagen, heftruck of via een andersoortig transportmiddel, zoals een rollenbaan een pallet 1 de inrichting kan worden ingevoerd. De inrichting is tevens 10 voorzien van een uitvoerzijde 2b voor de af te voeren ontladen producten, welke uitvoerzijde 2b is voorzien van een transportmiddel 9, bijvoorbeeld een rollenbaan of een over aandrijfbare rollen aangebrachte eindloze drager. Het transportmiddel 9 kan aansluiten op of deel uitmaken van een (niet weergegeven) logistiek transportsysteem waarover de ontladen 15 producten voor verdere verwerking en behandeling worden getransporteerd.
De pallet 1 wordt via de invoerzijde op een hefinrichting 3 geplaatst, zodat de pallet 1 tijdens het laagsgewijs ontladen telkens omhoog verplaatst kan worden, zodat de te ontladen laag producten ter hoogte van de uitvoerzijde 2b op het transportmiddel 9 20 geplaatst wordt. Hiertoe is in de inrichting een hoogtesensor 13 opgenomen, welke voor de juiste positionering van de bovenste laag producten ten opzichte van de uitvoerzijde 2b de hefinrichting 3 aanstuurt.
Boven in het frame 10 is een arm 11 geplaatst, welke 25 arm 11 met geschikte verplaatsingsmiddelen in horizontale richting van en naar de uitvoerzijde 2b kan worden verplaatst. Op de arm 11 is een steunvlak 5 geplaatst, welk steunvlak 5 overeenkomstig de uitvinding is samengesteld uit meerdere deel steunen 5a-5e, welke deel steunen onafhankelijk van elkaar en ten opzichte van de arm in horizontale 30 richting verplaatsbaar zijn. Hiertoe zijn de deelsteunen elk verplaatsbaar door middel van een op zich bekend aandrijfmiddel 12. Op 1 01 8453 ' 6 deze wijze kunnen de deel steunen elk door een apart aandrijfmiddel 12 worden bekrachtigd. De aandrijfmiddelen kunnen servo-mechanisch zijn uitgevoerd, echter ook andere aandrijfmiddelen, zoals een tandheugel-overbrenging of een electro-mechanische aandrijving kunnen hiervoor 5 worden ingezet.
Met behulp van de deel steunen kan een laag producten van de pallet 1 naar de uitvoerzijde 2b worden geschoven. Dit kan plaatsvinden door de deel steunen met behulp van hun afzonderlijke aandri jfmiddelen aan te sturen, dan wel door de arm 11 in horizontale 10 richting te verplaatsen, waarbij de deel steunen 5a-5e al dan niet onbekrachtigd gezamenlijk door de arm 11 worden verplaatst.
De pallet 1 is opgebouwd uit laagsgewijs gerangschikte producten 8, waarbij tussen de lagen een scheidingsplaat 4 is aangebracht, dit om de stabiliteit van de stapel tijdens transport etc. 15 te waarborgen, maar vooral om onderling gescheiden afschuiven van de lagen mogelijk te maken. Tijdens het afschuiven van de laag producten in de richting van de uitvoerzijde 2b treedt zonder de inzet van verdere hulpmiddelen veelal een verschuiving van de onderliggende scheidingsplaat 4 op, hetgeen ongewenst is, daar hierdoor de inrichting nabij de 20 uitvoerzijde 2b wordt geblokkeerd. Ter voorkoming van dit probleem is de arm voorzien van tenminste een eerste contactelement 6a, welke verticaal en op een bekende wijze - analoog aan de aandrijving van de deelsteunen -op een product 8 in de bovenste laag plaatsbaar is en deze op de scheidingsplaat drukt. Door de bekrachtiging van één of meerdere 25 deelsteunen 5a-5e wordt slechts een gedeelte van de bovenste laag producten in de richting van de uitvoerzijde 2b verplaatst, terwijl het product waarop het eerste contactelement 6a is geplaatst tegen verschuiven wordt gefixeerd, zodat een gedeelte van de scheidingsplaat 4 vrij komt te liggen.
30 Op dit vrijliggende deel of delen van de scheidingsplaat kunnen nu, verticaal verplaatsbaar in de inrichting 1 'i t 6 *·; O ; , < 7 opgenomen, tweede contactelementen 6b worden aangebracht, terwijl het eerste contactelement van het betreffende product wordt afgenomen. De tweede contactelementen 6b fixeren de scheidingsplaat 4 tegen verdere verschuiving, terwijl alle deel steunen 5a-5e van het steunvlak 5 op een 5 lijn gelegen en gelijktijdig de bovenste laag producten verder over de scheidingsplaat 4 in de richting van de uitvoerzijde 2b van de inrichting verplaatsen. Door uitoefening van druk op de scheidingplaat 4 door de tweede contactelementen 6b wordt deze tegen verschuiven gefixeerd. Eventueel kan het contactelement 6b voorzien zijn van een zuignap 6', 10 zodat extra fixering van de scheidingsplaat met behulp van een onderdruk of vacuüm kan worden verkregen.
Onderdruk of vacuüm kan later ook worden toegepast voor het van de stapel opnemen en uit de inrichting verplaatsen van de volledig vrijliggende scheidingsplaat, nadat de volledige bovenste laag 15 producten door de deel steunen 5a-5e etc. naar de uitvoerzijde 2b zijn verplaatst en door het transportmiddel 9 zijn afgevoerd. Hiertoe is de arm 11 voorzien van meerdere zuignappen 7a, 7b etc., welke op de scheidingsplaat brengbaar zijn. De zuignappen 7a, 7b etc. kunnen op bekende (servo-pneumatische) wijze bekrachtigd worden en de 20 scheidingsplaat opnemen en tijdens het terug verplaatsen van de arm naar de uitgangspositie meevoeren de inrichting uit en elders lossen. De hefinrichting 3 verplaatst vervolgens de nieuwe laag producten omhoog ter hoogte van de uitvoerzijde 2b, waarbij de hoogtesensor 13 de exacte positie ten opzichte van de uitvoerzijde 2b detecteert.
25 De exacte functioneren van de deel steunen 5a-5e etc., de contactelementen 6 en de opneemmiddelen 7 zal nu in de figuren 2A-2C en 3A-3J verder worden toegelicht.
De schematische voorstelling in zijaanzicht van het functioneren van de inrichting volgens de uitvinding is weergegeven in de 30 fign. 2a-2c. In de inrichting, welke een invoerzijde 2a respectievelijk een uitvoerzijde 2b bezit, is een pallet 1 waarop laagsgewijs producten 8 1 01 84 5 3-« 8 zijn gerangschikt, op de hefinrichting 3 geplaatst.
De op de pallet 1 gestapelde producten 8 zijn laagsgewijs gerangschikt, in dit voorbeeld in de lagen A, B, C, D, etc. Voorts zijn de producten 8 in elke laag in de vorm van één of meerdere 5 rijen X, Y, Z, etc. gerangschikt (zie ook de fign. 3A-3J). Tussen de lagen A, B, C en D zijn scheidingsplaten 4a, 4b en 4c aangebracht, welke onder andere voor betere stabiliteit van de pallet 1 met gestapelde producten 8 tijdens het transport van de pallet zorgen. Dergelijke scheidingsplaten zijn veelal vervaardigd van karton of een andere 10 papiersoort of kunststof.
Hoewel niet getoond in de fign. 2A-2C is overeenkomstig de uitvinding het steunvlak 5 samengesteld uit meerdere deel steunen welke onafhankelijk van elkaar en ten opzichte van de (niet-weergegeven) arm in horizontale richting verplaatsbaar zijn. Hiertoe wordt niet de 15 gehele laag A in één keer verplaatst in de richting van de uitvoerzijde 2b doch kan slechts een beperkt aantal producten 8 welke in deze laag zijn gerangschikt, worden verschoven. Daarbij wordt vooraf eerst een eerste contactelement 6a op tenminste één van de producten in de bovenste laag geplaatst. Dit heeft als voordeel dat de onderliggende 20 scheidingsplaat 4a niet wordt meegenomen door de later verschuivende producten, maar blijft liggen en ter plaatse van de verschoven producten vrij komt te liggen.
Overeenkomstig de uitvinding beschikt de inrichting verder over ten minste één tweede contactelement 6b welke in verticale 25 richting verplaatsbaar is en op het net genoemde vrijgekomen deel van de scheidingsplaat 4a aangebracht kan worden. Het contactelement 6b oefent daarbij een zekere druk uit op de scheidingsplaat 4a zodat een verder verschuiven van de scheidingsplaat als gevolg van het door het steunvlak 5 in de richting van de uitvoerzijde 2b wegduwen van de laag A wordt 30 voorkomen. Het eerste contactelement 6a is daarbij natuurlijk van het aanvankelijke gefixeerde product afgenomen.
I j i ö - ^ ^ 9
Het steunvlak 5 duwt de laag A van producten 8 in de richting van de uitvoerzijde 2b, terwijl de scheidingsplaat 4a door het tweede contactelement 6b wordt tegengehouden (fig. 2B). Nabij de uitvoerzijde 2b zijn sensormiddelen 14 aangebracht, welke een ontstane 5 tussenruimte Q detecteren welke tussen aangrenzende rijen producten Ax en Ay ontstaat op het moment dat de eerste rij Ax van de laag A aan de uitvoerzijde 2b op de transportband of rollenbaan 9 terechtkomt. Op dat moment wordt de aandrijving van het steunvlak 5 even onderbroken zodat de nu ontladen rij Ax met behulp van de rollenbaan 9 uit de inrichting 10 afgevoerd kan worden. De transportrichting van de rollenbaan is in de fign. 2A-2C loodrecht op het papier.
In fig. 2C wordt de situatie getoond waarbij niet alleen de tweede rij Ay maar ook de laatste rij Az van de bovenste laag A producten 8 op de rollenbaan 9 is geplaatst voor verdere transport en 15 verwerking buiten de inrichting. Op het moment dat de volledige laag A door het steunvlak 5 op de rollenbaan 9 is ontladen, ligt de scheidingsplaat 4a welke voorheen tussen de laag A en laag B was opgenomen nu volledig vrij bovenop de laag B. Teneinde deze scheidingsplaat 4a te verwijderen is de inrichting voorts voorzien van opneemmiddelen 7 met 20 zuignappen 7a en 7b, welke met behulp van een onderdruk of vacuüm op de scheidingsplaat 4a aanbrengbaar zijn en via een extra verticale heffing (niet getoond) de scheidingsplaat 4a van de laag B op kunnen tillen en vervolgens ook horizontaal meenemen. De nu vrijliggende laag B wordt met behulp van de hefinrichting 3 omhoog verplaatst tot deze op gelijke 25 hoogte ligt met de rollenbaan 9, waarna het steunvlak 5 gestuurd door de sensormiddelen 14 de laag B rij voor rij (Bx, By, Bz) op de rollenbaan 9 duwt. Ook hier wordt eerst een product in de laag door het eerste contactelement 6a gefixeerd, waarna de vrijkomende laag 4b tussen de lagen B en C door tweede contactelementen 6b wordt vastgehouden, zodat 30 ook deze scheidingsplaat 4b niet door het verschuiven van de producten 8 in de laag B wordt meegenomen.
1018i53i 10
In de fign. 3A tot en met 3J wordt het ontladen van de pallet producten 8 nog eens toegelicht echter nu van de bovenzijde gezien. In de figuren (zie fig. 3A) is duidelijk de rangschikking van een laag producten 8 getoond, waarbij de producten dicht tegen elkaar 5 aanliggen. Het is derhalve onmogelijk om met behulp van een reeds in de stand van de techniek bekende grijparm de afzonderlijke producten en in het bijzonder het product 8' direct op te nemen en naar de uitvoerzijde 2b te transporteren. Fig. 3A toont de pallet of stapel producten 8 in de begintoestand waarbij duidelijk is te zien, dat in dit voorbeeld de laag 10 A is samengesteld uit een drietal rijen Ax, Ay, Az. Tegen de zijkant van de laag A kan het steunvlak 5 aangebracht worden, welke overeenkomstig de uitvinding is samengesteld uit meerdere, in dit uitvoeringsvoorbeeld vijf deel steunen 5a-5e. Het aantal deel steunen kan echter willekeurig zijn.
Het hiervoor reeds geschetste probleem van het 15 meenemen van de scheidingsplaat 4a te voorkomen, worden zoals in fig. 3B getoond enkel de deel steunen 5a en 5e bekrachtigd zodat deze slechts een beperkt aantal producten 8 gedeeltelijk in de richting van de uitvoerzijde 2b verplaatsen. Zoals fig. 3B duidelijk toont behouden de producten 8a-8d hun oorspronkelijke positie in de stapel, doordat op de producten 20 8c en 8d eerste contactelementen 6a zijn geplaatst (Fig. 3A), welke deze tegen verschuiving fixeren. Verder is duidelijk te zien dat ter plaatse van de deel steunen 5a en 5e een gedeelte van de schei dingsplaat 4a vrij komt te liggen. Op deze vrij1iggende delen van de scheidingsplaat 4a worden tweede contactelementen 6b aangebracht, welke de scheidingsplaat 25 4a door aandrukken op de onderliggende laag B (zie fig. 3C) fixeren en verdere verschuiving voorkomt. Vervolgens worden de overige deel steunen 5b, 5c en 5d bekrachtigd en drukken daarbij de nog niet verschoven producten 8a-8d over de scheidingsplaat 4a in de richting van de uitvoerzijde 2b.
30 In fig. 3D wordt de situatie getoond waarbij alle deel steunen 5a-5e op één lijn zijn gelegen, terwijl de scheidingsplaat 4a <- ·_ > '·5>> mv r* Λ O ! !’» · '
Mi 11 door de tweede contactelementen 6b tegen verschuiving wordt gefixeerd. De bedrijfssituatie in fig. 3D worden de deelsteunen 5a-5e etc. gezamenlijk aangedreven, bij voorkeur op een bekende, b.v. servo-pneumatische wijze zodanig dat in fig. 3E de rij Ax van de laag A op de rollenbaan 9 (zie 5 fign. 2A-2C) is geplaatst, waarbij in fig. 3F de rij Ay en in fig. 3G de laatste rij Az van de laag A op de rollenbaan 9 van de stapel is geduwd. De sensormiddelen 14 detecteren daarbij telkens de tussenruimte tussen elke opeenvolgende rij Ax, Ay, Az teneinde de aandrijving van de deelsteunen 5a-5e etc. tijdelijk te onderbreken op het moment dat één van 10 de rijen Ax danwel Ay op de rollenbaan 9 terecht is gekomen. De aandrijving van de deelsteunen 5a-5e etc. dient te worden onderbroken, teneinde de producten van elke rij met behulp van de rollenbaan 9 (of een ander geschikt transportmiddel) tijdig uit de inrichting af te voeren. Dit voorkomt een eventuele blokkering van dê inrichting.
15 In fign. 3G en 3H ligt de scheidingsplaat 4a volledig vrij. De scheidingsplaat 4a wordt daarbij nog steeds door de tweede contactelementen 6b gefixeerd op de onderliggende laag B. De inrichting is voorts voorzien van opneemmiddelen 7 bij in deze uitvoeringsvorm voorzien van een drietal zuignappen 7a-7c, welke met behulp van een 20 onderdruk of vacuüm op de scheidingsplaat 4a aangebracht kunnen worden en zo de scheidingsplaat 4a op kunnen nemen en verplaatsen. Daarbij verplaatsen eveneens de deelsteunen 5a-5e zich terug naar de uitgangspositie zoals getoond in fign. 2A en 31.
De pallet 1 zal nu met behulp van de hefinrichting 3 25 (zie fign. 2A-2C) naar boven worden verplaatst, teneinde de laag B met behulp van de hoogtesensor 13 (zie fign. 1 en 2A) op gelijke hoogte met de transportmiddelen 9 te brengen. De ontlaadcyclus van de laag B geschiedt nu op een analoge wijze als hiervoor geschetst zij het dat nu, in het geval van een andere stapel oriëntatie van de producten in de laag 30 B, de deelsteunen 5a-5b en 5d-5e worden bekrachtigd teneinde een deel van de scheidingsplaat 4b tussen de lagen B en C bloot te leggen, zonder dat 10 1 8453 i » 12 deze scheidingsplaat door het verschuiven van de producten wordt meegenomen.
Zoals fig. 3J toont zijn enkel de producten 8f en 8g nog niet verplaatst, daar de aangrenzende deel steunen 5c nog niet 5 bekrachtigd is en het product 8g door het eerste contactelement 6a is gefixeerd tegen mee schuiven door de producten 8h en 8i. Dat nu juist in deze situatie de deel steunen 5a en 5b gelijktijdig bekrachtigd is vindt zijn oorsprong in de oriëntatie en rangschikking van de producten 8 in de laag B. Indien in deze situatie enkel de deel steunen 5a en 5e zouden 10 worden bekrachtigd dat zou dit leiden tot een hoekverdraaiing van de betreffende producten 8h respectievelijk 8i, hetgeen voor een geautomatiseerde ontstapeling van de pallet ongewenst zou zijn. Een eventuele verdraaiing of verschuiving van de producten zou kunnen leiden tot een uit de stapel vallen van een product of een blokkering van de 15 inrichting nabij de uitvoerzijde 2b. Op het moment dat in de fig. 3J de tweede contactelementen 6b op het vrijliggende deel van de scheidingsplaat 4b zijn aangebracht en derhalve deze scheidingsplaat fixeren tegen verdere verschuiving, zal de deel steun 5c worden bekrachtigd, zodat de bedrijfssituatie als in fig. 3D wordt bereikt. Het door verschuiven 20 ontladen van de laag B in de richting van de uitvoerzijde 2b geschiedt nu op analoge wijze als hiervoor geschetst.
Het zal duidelijk zijn dat de transportmiddelen 9 op een willekeurige reeds bekende wijze kunnen worden ingericht. Echter een bijzondere uitvoeringsvorm van de transportmiddelen 9 kan bestaan uit een 25 rollenbaan waartussen meerdere parallel aan elkaar gelegen en over aandrijfbare rollen aangebrachte eindloze dragers zijn geplaatst, welke ter plaatse van de overgang stapel-uitvoerzijde de rij producten overnemen, ondersteunen en geleiden tot op de transportdrager 9. Hierbij kan in de ontlaadrichting gezien het voorste deel van elke drager tot 30 boven het door de rollen gevormde transportvlak gebracht worden. Dit garandeert een goede ondersteuning en transporteren van de producten van i c ; o 3 i * » 13 de pallet 1 tot op de transportdrager 9.
Voorts zal het duidelijk zijn dat de samenstelling van het steunvlak 5 willekeurig kan zijn en met name afhankelijk kan worden gemaakt van het aantal producten danwel de rangschikking van deze 5 producten in elke laag. De aansturing van elke deel steun afzonderlijk kan eenvoudig worden bewerkstelligd door middel van een PLC-besturing, welke eenvoudig geprogrammeerd kan worden voor elke rangschikking van de producten 8 in de lagen A, B, C, D etc. etc.
-v η λ r 0 -*g

Claims (13)

1. Inrichting voor het ontladen van een stapel of pallet laagsgewijs gerangschikte producten, waarbij tussen elk laag producten 5 een scheidingsplaat is opgenomen, omvattende een invoer- en een uitvoer-zijde voor producten alsmede een beweegbaar in de inrichting opgenomen arm omvat, welke is voorzien van een tegen een zijkant van een bovenste laag producten brengbaar steunvlak voor het in horizontale richting verplaatsen of ontladen van de bovenste laag producten naar de uitvoer-10 zijde, met het kenmerk, dat het steunvlak is samengesteld uit ten minste twee deelsteunen, welke deelsteunen onafhankelijk van elkaar en ten opzichte van de arm in dezelfde richting als de arm in horizontale richting verplaatsbaar zijn.
2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat 15 de inrichting is voorzien van ten minste één in verticale richting verplaatsbaar eerste contactelement, dat voorafgaand aan het afschuiven door de deelsteunen op een tegen een aanvankelijk niet bewegend deel van het steunvlak aanliggend product brengbaar is.
3. Inrichting volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, 20 dat de inrichting tevens is voorzien van ten minste één in verticale richting verplaatsbaar en op een vrijliggend deel van de scheidingsplaat aanbrengbaar tweede contactelement.
4. Inrichting volgens één of meer van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de inrichting tevens is voorzien van 25 middelen voor het van de stapel wegnemen van een volledig vrijliggende scheidingsplaat.
5. Inrichting volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat de middelen ten minste één zuignap omvatten, welke met behulp van een vacuüm of onderdruk op de scheidingsplaat aanbrengbaar is.
6. Inrichting volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat de middelen ten minste één roteerbaar wiel omvatten voor het met behulp <· r·· ί O K *3 ’ V van wrijving verplaatsen van de scheidingsplaat.
7. Inrichting volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat de middelen ten minste één grijpelement voor het inklemmen van een zijrand van de scheidingsplaat omvatten.
8. Inrichting volgens één of meer van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat nabij de uitvoerzijde meerdere op enige afstand parallel aan elkaar gelegen over aandrijfbare rollen aangebrachte eindloze dragers zijn geplaatst voor het naar de uitvoerzijde transporteren van de ontladen producten.
9. Inrichting volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat de eindloze dragers opgenomen zijn tussen van een rollenbaan deel uitmakende· aandrijfbare rollen voor het verder uit de inrichting transporteren van de ontladen producten.
10. Inrichting volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat 15 in ontlaadrichting gezien het voorste deel van elke drager tot boven het door de rollen gevormde transportvlak brengbaar is.
11. Inrichting volgens één of meer van de voorgaande conclusies, waarbij de producten in elke laag in rijen zijn gerangschikt, met het kenmerk, dat nabij de uitvoerzijde sensormiddelen zijn 20 aangebracht voor het detecteren van een ontstane tussenruimte tussen de op de stapel aanwezige producten en een ontladen rij producten.
12. Inrichting volgens één of meer van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het aantal deel steunen waaruit het steunvlak is samengesteld afhankelijk is van het aantal producten, 25 waartegen het steunvlak brengbaar is.
13. Inrichting volgens één of meer van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de arm is voorzien van meerdere aandrijfmiddelen, elk voor het aandrijven van een deel steun. \ Q; 1 3 3 ^
NL1018453A 2001-07-04 2001-07-04 Inrichting voor het ontladen van een stapel producten. NL1018453C1 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1018453A NL1018453C1 (nl) 2001-07-04 2001-07-04 Inrichting voor het ontladen van een stapel producten.

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1018453A NL1018453C1 (nl) 2001-07-04 2001-07-04 Inrichting voor het ontladen van een stapel producten.
NL1018453 2001-07-04

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1018453C1 true NL1018453C1 (nl) 2003-01-08

Family

ID=19773662

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1018453A NL1018453C1 (nl) 2001-07-04 2001-07-04 Inrichting voor het ontladen van een stapel producten.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL1018453C1 (nl)

Cited By (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP2269926A1 (en) * 2009-06-30 2011-01-05 Deutsche Post AG Unload system
EP2269925A1 (en) * 2009-06-30 2011-01-05 Deutsche Post AG Unload system
WO2022011999A1 (zh) * 2020-07-15 2022-01-20 浙江立镖机器人有限公司 一种货物装载输送系统及方法

Cited By (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP2269926A1 (en) * 2009-06-30 2011-01-05 Deutsche Post AG Unload system
EP2269925A1 (en) * 2009-06-30 2011-01-05 Deutsche Post AG Unload system
WO2011000728A2 (en) * 2009-06-30 2011-01-06 Deutsche Post Ag Unload system
WO2011000729A1 (en) * 2009-06-30 2011-01-06 Deutsche Post Ag Unload system
WO2011000728A3 (en) * 2009-06-30 2012-09-13 Deutsche Post Ag Unload system
WO2022011999A1 (zh) * 2020-07-15 2022-01-20 浙江立镖机器人有限公司 一种货物装载输送系统及方法

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US5135351A (en) Palletized storage method and apparatus
EP1693319B1 (de) Ladungsträger-Beladevorrichtung
US5375967A (en) Method and apparatus for palletizing and depalletizing
US8997993B2 (en) Stackable envelope trays
EP2809506B1 (fr) Dispositif et procédé de formation de boites d&#39;emballages avec dépilage vertical
RU2312802C2 (ru) Наложение погрузочных полок
WO2009143340A2 (en) Trays and apparatus and method for removing cartons from trays
US20120213617A1 (en) Angular load support as well as storage and order-picking system having an angular load support being applicable universally
CN212173837U (zh) 用于逐层地操作彼此堆叠地布置的件货垛层的装置
HUE028639T2 (en) Pallet emptying system
US5256028A (en) Process for handling material
US3682338A (en) Combination depalletizer and palletizer
NL8400151A (nl) Palletiseersysteem.
JP2992200B2 (ja) 箱物品積層方法及び装置
NL2018907B1 (nl) Inrichting voor het automatisch ontstapelen van een pallet waarop zich ten minste twee stapels plano’s zijn opgesteld
NL1018453C1 (nl) Inrichting voor het ontladen van een stapel producten.
NL1004494C2 (nl) Ontstapelinrichting voor het ontstapelen van een stapel houders.
AU2023220639A1 (en) Method and device for automatically stacking packages on a support in multiple layers
US8152160B2 (en) Tier sheet dispensing apparatus for a conveyor system
NL1000879C2 (nl) Inrichting voor het be- en/of ontladen van een container welke is beladen met stapels verpakkingen, zoals bijvoorbeeld eiertrays.
CN1071263C (zh) 一种处理片料叠垛的方法和设备
NL2006884C2 (nl) Werkwijze en systeem voor het verwerken van een laag producten afkomstig van een pallet.
NL1006791C2 (nl) Werkwijze en inrichting voor het transporteren van velvormige produkten.
JP3232978B2 (ja) 個装単位切出し装置
US20240002168A1 (en) Machine for separating packagings

Legal Events

Date Code Title Description
VD1 Lapsed due to non-payment of the annual fee

Effective date: 20060201