NL1018265C2 - Een frame voor het ondersteunen van een matras. - Google Patents

Description

Titel: Een frame voor het ondersteunen van een matras.

De uitvinding betreft een frame voor het ondersteunen van een matras voorzien van een eerste deel voor het afsteunen van het frame op een ondergrond, zoals een bedombouw, 5 en een tweede deel voor het aangrijpen van de onderzijde van een matras, waarbij het eerste deel verend met het tweede deel is verbonden met behulp van afstandhouders.

Een dergelijk frame is bekend uit het Gebrauchsmuster DE 29918867. Het bekende frame omvat een langwerpig raam dat op de hoekpunten daarvan voorzien is van poten. 10 Met behulp van deze poten worden de ramen op de grond geplaatst. In het raam is verder een matrasbodem aangebracht die met behulp van veren in het raam is opgehangen. Door de aanwezigheid van deze veren kan een matrasbodem bewegen ten opzichte van het raam. Dat wil zeggen dat ook de matras in gebruik ten opzichte van het raam en dus ten opzichte van de ondergrond kan bewegen.

15

Het bed volgens de stand van de techniek heeft een aantal nadelen. De veerkarakteristiek van de vering tussen het stabiele raam en de bewegende matrasbodem zal relatief laag zijn. Dat betekent dat in het gebruik de matras kan gaan deinen ten opzichte van de grond. Verder is een relatief grote afstand nodig tussen de 20 buitenrand van de matrasbodem en de binnenrand van het raam om de veren tussen beide delen te kunnen bevestigen. Als verder nadeel is te noemen dat in het gebruik de veren hun stijfheid kunnen verliezen.

Een verder nadeel van de constructie volgens de stand van de techniek is dat de veren 25 in het gebruik geluid zullen voortbrengen. Het bed kan met andere woorden in het gebruik piepen en kraken.

Het is het doel van de onderhavige uitvinding om te voorzien in een frame van het in de aanhef genoemde soort waarbij de nadelen van de stand van de techniek zoveel 30 mogelijk worden vermeden.

Dat doel wordt volgens de onderhavige uitvinding bereikt doordat de afstandhouders magneten omvatten.

'82 65 ^ 2

Door gebruik te maken van magneten kan in de eerste plaats een zeer compacte constructie worden gebruikt voor het verend ondersteunen van het tweede deel door middel van het eerste deel. De sterkte van het magneetveld tussen de magneten van het 5 eerste deel en het tweede deel zal in het gebruik niet veranderen. Dat betekent dat er gedurende de levensduur van het frame een gelijkblijvende kracht op het tweede deel wordt uitgeoefend.

Een verder belangrijk voordeel van het gebruik van magneten is dat de ondersteuning 10 door middel van de magneten geheel geluidloos is. Dat wil zeggen dat het frame volgens de uitvinding in het gebruik niet zal gaan piepen en kraken.

Volgens de uitvinding is het mogelijk dat de magneten van het eerste deel, in de gebruikstoestand van het frame, zich onder de magneten van het tweede deel bevinden.

15

Als gevolg van het eigen gewicht zal het tweede deel van het bedframe met een daarop geplaatste matras in verticale richting omlaag drukken op het eerste deel van het frame. Het is voordelig wanneer tenminste in deze verticale richting magneten zijn aangebracht tussen beide delen.

20

Volgens de uitvinding is het verder mogelijk dat het eerste deel in horizontale richting en in verticale richting aansluit op het tweede deel, waarbij zowel in horizontale als in verticale richting tussen de delen magneten zijn aangebracht, voor het uitoefenen van de magneetkracht tussen het eerste en het tweede deel in zowel horizontale als in 25 verticale richting.

Door de aanwezigheid van magneten in zowel horizontale richting als in de verticale richting wordt het frame niet alleen in verticale richting ondersteund, maar ook in horizontale richting opgesloten. Dat wil zeggen dat het tweede deel niet zijwaarts kan 30 bewegen ten opzichte van het eerste deel.

Volgens de uitvinding is het verder mogelijk dat het eerste deel een bovenzijde en een op afstand geplaatste onderzijde omvat voor het tussen de bovenzijde en de onderzijde 1 0 1 82 65 ’ 3 insluiten van het tweede deel in verticale richting, waarbij de bovenzijde via een zijwand verbonden is met de onderzijde met behulp van welke zijwand het tweede deel in horizontale richting is ingesloten.

5 Door deze maatregel wordt bereikt dat het eerste deel in hoofdzaak een doorsnede heeft van een U. Tussen de benen van deze U wordt het tweede deel aangebracht. Door de aanwezigheid van de magneten tussen beide delen wordt het tweede deel op afstand gehouden van het eerste deel. Door deze maatregelen is het tweede deel geheel opgesloten in het eerste deel.

10

Volgens de uitvinding is het verder mogelijk dat de magneten permanente magneten omvatten. Daarbij moet worden bewerkstelligd dat de permanente magneten met gelijke polen naar elkaar zijn gericht.

15 Als alternatief is het mogelijk dat de magneten elektromagneten omvatten.

Wanneer gebruik wordt gemaakt van elektromagneten is het voordelig dat het frame is verbonden met middelen voor het bekrachtigen van de elektromagneten.

20 Het gebruik van elektromagneten heeft in de eerste plaats als voordeel dat het monteren van het eerste deel en het tweede deel niet wordt bemoeilijkt door de aanwezigheid van de magneten. De magneten worden immers pas ingeschakeld op het moment dat het frame onder het matras in gebruik wordt genomen. Verder heeft de gebruiker de keuze tussen het inschakelen en het uitschakelen van de elektromagneten. Dat wil zeggen dat 25 wanneer de verende werking die kan worden bewerkstelligd met behulp van de magneten niet nodig is, de gebruiker de magneten kan uitschakelen. Pas op die momenten dat de verende werking daadwerkelijk nodig is worden de magneten aangeschakeld.

30 Volgens de uitvinding is het verder mogelijk dat de middelen voor het bekrachtigen van de elektromagneten een bedieningspaneel omvatten. Het bedieningspaneel is bijvoorbeeld zo gemonteerd dat het vanaf de bovenzijde van het matras gemakkelijk is 1 o 162 6 5ί 4 te bereiken. Dat wil zeggen dat een gebruiker op het moment dat deze in bed ligt het bedieningspaneel gemakkelijk kan benutten.

Volgens de uitvinding is het verder mogelijk dat het frame twee of meer vlakken omvat 5 die scharnierend met elkaar verbonden, waarbij ten minste één van de vlakken een eerste deel omvat voor het afsteunen van het frame op een ondergrond, zoals een bedombouw, en een tweede deel voor het aangrijpen van de onderzijde van een matras, welke delen met behulp van afstandhouders die zijn uitgevoerd met magneten met elkaar zijn verbonden. Daarbij is het mogelijk dat het frame een eerste vlak omvat voor 10 het ondersteunen van een hoofdeinde van een matras, een tweede vlak voor het ondersteunen van een middengedeelte van een matras, en een derde vlak voor het ondersteunen van een voeteneinde van een matras, waarbij het tweede vlak een eerste deel omvat voor het afsteunen van het frame op een ondergrond en een tweede deel voor het aangrijpen van de onderzijde van een matras, welke delen met elkaar zijn 15 verbonden door middel van afstandhouders die zijn uitgevoerd als magneten.

In de stand van de techniek zijn veel frames bekend van het in de aanhef genoemde soort waarbij het frame meerdere ten opzichte van elkaar verdraaibare vlakken omvat. Een gebruikelijke uitvoeringsvorm is een frame dat drie vlakken omvat, waarbij het 20 middengedeelte permanent met de vaste wereld, bijvoorbeeld de bedombouw is verbonden, en men met behulp van een eerste vlak het hoofdeinde van de matras omhoog kan bewegen met behulp van een derde vlak het voeteneinde van de matras kan bewegen. Er is ook een verdere variant bekend waarbij het frame 4, 5 of zelfs meer vlakken omvat om de matras in de door de gebruiker gewenste stand te manoeuvreren. 25

Wanneer gebruik wordt gemaakt van een frame dat meerdere vlakken omvat is het mogelijk dat elk van de vlakken op zichzelf een eerste deel en een tweede deel volgens de uitvinding omvatten. Tussen de eerste en de tweede delen zijn telkens magneten aanwezig om een verende werking te voorzien. Als alternatief is het mogelijk dat alleen 30 het tweede vlak, dat wordt gebruikt voor het ondersteunen van het middengedeelte van de matras, voorzien is van een eerste en een tweede deel volgens de uitvinding. Aan dit tweede vlak worden respectievelijk een derde vlak gemonteerd die in wezen star zijn uitgevoerd.

1018265' 5

Als alternatief is het verder mogelijk dat aan het tweede deel schamierarmen zijn verbonden, welke schamierarmen in de gebruikstoestand van het frame omhoog kunnen worden bewogen voor het uitoefenen van een kracht op de onderzijde van een 5 matras, voor het op die wijze onder een hoek plaatsen van een matras ten opzichte van het eerste deel van het frame.

Op deze manier wordt bewerkstelligd dat de gehele matras, ook als de verschillende vlakken ten opzichte van elkaar worden gescharnierd, de verende werking van de 10 magneten kan blijven benutten.

De uitvinding zal verder worden beschreven aan de hand van de bijgaande figuren waarin: 15 Figuur 1 een dwarsdoorsnede weergeeft van een eerste uitvoeringsvorm van het frame volgens de uitvinding.

Figuur 2 schematisch een frame weergeeft volgens de uitvinding dat een eerste, een tweede en een derde vlak omvat die scharnierend met elkaar zijn verbonden.

20

Figuur 3 een doorsnede weergeeft van een tweede uitvoeringsvorm van het frame volgens de uitvinding.

Figuur 4 schematisch een aanzicht weergeeft van het gehele frame volgens figuur 3.

25

In figuur 1 is in doorsnede een eerste uitvoeringsvorm van het frame 10 volgens de onderhavige uitvinding afgebeeld. Het frame 10 omvat een eerste deel 11 en een daarmee verbonden tweede deel 12. Het eerste deel 11 is in hoofdzaak U-vormig uitgevoerd. Het tweede deel 12 omvat een uitstekend gedeelte dat kan worden 30 ontvangen tussen de benen van het eerste gedeelte 11.

Tussen het eerste deel en het tweede deel zijn magneten 13, 14, 15 en 16 aangebracht. De magneten 13 zijn aangebracht aan de onderzijde van het tweede gedeelte 12 en aan ή f ï 4 g ° 5 ^ 6 de bovenzijde van een deel van het eerste gedeelte 11. De magneten 13 zijn met opzet groter afgebeeld dan de magneten 16 die zich in verticale richting boven de magneten 13 bevinden. Op de magneten 13 worden in het gebruik de grootste krachten uitgeoefend. Daarom ligt het voor de hand deze magneten 13 groter uit te voeren dan 5 de overige magneten in het systeem. Als alternatief kunnen er ter plaatse van de magneten 13 meer magneten worden bevestigd dan bijvoorbeeld ter plaatse van de magneten 16.

Naast de magneten 13 en 16 die zorgen van een opsluiting van het tweede gedeelte 12 10 in het eerste gedeelte 11 in verticale richting, zijn tussen het eerste deel 11 en het tweede deel 12 verder magneten 14 en 15 aangebracht. Deze magneten 14 en 15 zorgen voor een opsluiting in horizontale richting van het tweede deel 12 in het eerste deel 11. Aangezien het frame 10 in hoofdzaak vierhoekig is uitgevoerd wordt het tweede deel 12 met behulp van de magneten 14, 15 in horizontale richting opgesloten.

15

In figuur 1 is verder te zien dat het frame 10 wordt ondersteund door een bedombouw 17. Deze bedombouw 17 omvat onder meer een poot 18 met behulp waarvan de bedombouw op de grond wordt geplaatst.

20 Verder is in figuur 1 een matras 20 afgebeeld. Deze matras 20 steunt aan de randen daarvan bijvoorbeeld op de bovenzijde van het frame 10. In figuur 1 is het geval weergegeven dat het matras aan de randen daarvan geheel vrij hangt van het eerste deel 11. Het is ook mogelijk dat de uiterste rand van de matras 20 aanligt op de bovenzijde van het eerste deel 11. De werking van het frame 10 wordt daardoor in minimale mate 25 verminderd.

Het matras 20 wordt aan de onderzijde verder ondersteund door middel van een netwerk van draden 21. Deze draden 21 zijn met behulp van bevestigingselementen 22 bevestigd op de naar binnen gerichte zijde van het tweede deel 12. Het is ook mogelijk 30 dat de draden 21 gevlochten worden door openingen die zijn aangebracht in de wand van het tweede deel 12. Op de draden 21 kan een zekere spankracht gezet worden.

Door het aanbrengen van deze spankracht kan het aantal draden dat nodig is voor het ondersteunen van de matras tot een minimum worden beperkt. Op deze manier wordt ,018265' 7 bereikt dat de matras aan de onderzijde in hoofdzaak open is. Dit bevordert het luchten van de matras aan de onderzijde.

In figuur 2 is schematisch een matrasbodem afgebeeld die is opgebouwd uit een eerste 5 vlak 31, een middenvlak 32, en een derde vlak 33. De vlakken 31, 32, 33 zijn met behulp van scharnieren 34 met elkaar verbonden. Volgens figuur 2 omvat het tweede vlak 32 het frame 10 volgens de onderhavige uitvinding. Het eerste vlak 31 wordt gebruikt voor het ondersteunen van het hoofdeinde van een matras 20. Het derde vlak 33 wordt gebruikt voor het ondersteunen van het voeteneinde van een matras 20. Het 10 tweede vlak 32 wordt gebruikt voor het ondersteunen van het middengedeelte van de matras 20. Op het middengedeelte 32 van de matrasbodem volgens figuur 2 komen in het gebruik de meeste krachten te staan. Bovendien zal het tweede vlak 32 van de matrasbodem bij benadering tweederde van de totale lengte van de matrasbodem bedragen. Dat wil zeggen dat het tweede vlak 32 in het gebruik het meest wordt belast.

15 Door dit gedeelte 32 te voorzien van een eerste gedeelte en een tweede gedeelte zoals is aangegeven in figuur 1 kan een ondersteuning van de matras worden bewerkstelligd op de wijze die is aangegeven met verwijzing naar figuur 1, waarbij tevens het voeteneinde en het hoofdeinde van een matras in het gebruik kunnen worden geroteerd ten opzichte van de horizontaal.

20

In figuur 3 is een dwarsdoorsnede te zien van een tweede uitvoeringsvorm van een frame 30 volgens de onderhavige uitvinding. Naast een eerste deel 11 en een tweede deel 12 omvat het frame 30 ook een derde deel 33, dat via een rotatie-as 34 verbonden is met het tweede deel 12. Het derde deel 33 vormt als geheel een vlak dat kan roteren 25 ten opzichte van het tweede deel 12. Een mogelijke uitvoeringsvorm van het gehele frame 30 is te zien in figuur 4. Het frame 30 omvat een buitenrand die gevormd wordt door het eerste deel 11. In deze buitenrand is het tweede deel 12 opgesloten, terwijl een afstand tussen het eerste deel 11 en het tweede deel 12 wordt vastgehouden met behulp van de magneten 13, 14, 15 en 16. In figuur 4 is het derde deel 33 (33') gedraaid 30 getekend ten opzichte van het tweede deel 12. Dat wil zeggen dat het derde deel 33 (33') gebruikt kan worden voor het laten verplaatsen van het matras 20 ten opzichte van de horizontaal. Ondanks het feit dat de elementen 33 en 33' worden gebruikt voor het 101 8265 " δ verplaatsen van de matras, blijft het geheel van de matras, het tweede deel 12 en het derde deel 33, 33' verend op afstand ten opzichte van het eerste deel 11.

In de onderhavige beschrijving is een verwijzing gemaakt naar een eerste deel 11 en 5 een tweede deel 12. Volgens de beschrijving vormt het eerste deel 11 de buitenrand van het frame 10, 30 volgens de onderhavige uitvinding. Opgemerkt wordt dat natuurlijk ook kinematische omkering van het eerste deel en het tweede deel 11, 12 mogelijk is.

In dat geval wordt de buitenrand van het frame 10, 30 bijvoorbeeld gevormd door een element met een uitsteeksel naar binnen. Om dit uitsteeksel kan een profiel dat naar 10 buiten toe gericht U-vormig is worden opgesloten. De werking van een dergelijk frame is geheel overeenkomstig aan het frame dat is beschreven aan de hand van de figuren 1 t/m 4.

1G18265Λ

Claims (12)

1. Frame voor het ondersteunen van een matras voorzien van een eerste deel voor het afsteunen van het frame op een ondergrond, zoals een bedombouw, en een tweede deel 5 voor het aangrijpen van de onderzijde van een matras, waarbij het eerste deel verend met het tweede deel is verbonden met behulp van afstandhouders, met het kenmerk, dat de afstandhouders magneten omvatten.

2. Frame volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de magneten van het eerste deel, in 10 de gebruikstoestand van het frame, zich onder de magneten van het tweede deel bevinden.

3. Frame volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat het eerste deel in horizontale richting en in verticale richting aansluit op het tweede deel, waarbij zowel in 15 horizontale als in verticale richting tussen de delen magneten zijn aangebracht, voor het uitoefenen van de magneetkracht tussen het eerste en het tweede deel in zowel horizontale als in verticale richting.

4. Frame volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het eerste 20 deel een bovenzijde en een op afstand geplaatste onderzijde omvat voor het tussen de bovenzijde en de onderzijde insluiten van het tweede deel in verticale richting, waarbij de bovenzijde via een zijwand verbonden is met de onderzijde met behulp van welke zijwand het tweede deel in horizontale richting is ingesloten.

5. Frame volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de magneten permanente magneten omvatten.

6. Frame volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat de permanente magneten met gelijke polen naar elkaar zijn gericht. 30

7. Frame volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de magneten elektromagneten omvatten. 10182 65 ^

8. Frame volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat het frame is verbonden met middelen voor het bekrachtigen van de elektromagneten.

9. Frame volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat de middelen voor het bekrachtigen 5 van de elektromagneten een bedieningspaneel omvatten.

10. Frame volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het frame twee of meer vlakken omvat die scharnierend met elkaar verbonden, waarbij ten minste één van de vlakken een eerste deel omvat voor het afsteunen van het frame op een 10 ondergrond, zoals een bedombouw, en een tweede deel voor het aangrijpen van de onderzijde van een matras, welke delen met behulp van afstandhouders die zijn uitgevoerd met magneten met elkaar zijn verbonden.

11. Frame volgens conclusie 10, met het kenmerk, dat het frame een eerste vlak omvat 15 voor het ondersteunen van een hoofdeinde van een matras, een tweede vlak voor het ondersteunen van een middengedeelte van een matras, en een derde vlak voor het ondersteunen van een voeteneinde van een matras, waarbij het tweede vlak een eerste deel omvat voor het afsteunen van het frame op een ondergrond en een tweede deel voor het aangrijpen van de onderzijde van een matras, welke delen met elkaar zijn 20 verbonden door middel van afstandhouders die zijn uitgevoerd als magneten.

12. Frame volgens een van de conclusies 1-9, met het kenmerk, dat aan het tweede deel schamierarmen zijn verbonden, welke schamierarmen in de gebruikstoestand van het frame omhoog kunnen worden bewogen voor het uitoefenen van een kracht op de 25 onderzijde van een matras, voor het op die wijze onder een hoek plaatsen van een matras ten opzichte van het eerste deel van het frame. 1° t 8265 1