NL1017348C1 - Panelensysteem. - Google Patents

Description

Korte aanduiding: Panelensysteem.

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een panelensysteem voor het verschaffen van een dragende, in het bijzonder beloopbare, tijdelijke vloer over een ondergrond, in het bijzonder over een bouwterrein. Het panelensysteem omvat meerdere in 5 hoofdzaak rechthoekige panelen, die met hun zijkanten aan elkaar grenzend tot een vloer kunnen worden samengesteld, en koppelmiddelen voor het losneembaar koppelen van naburige panelen in het gebied van hun aan elkaar grenzende zijkanten.

Een panelensysteem volgens de aanhef van conclusie 1 is in 10 verschillende uitvoeringsvormen bekend.

DS 4 440 363 en DE 32 18 155 tonen bekende systemen, waarbij koppelelementen zijn voorzien, die in gaten in de bovenzijde van de te koppelen panelen moeten worden gestoken. Deze koppelelementen zijn onpraktisch in het gebruik, kunnen gemakkelijk zoek raken en zijn 15 gevoelig voor beschadiging.

EP 0 135 749 toont een systeem waarbij elk paneel aan tegenoverliggende zijkanten respectievelijk is voorzien van een eerste koppelorgaan en van een tweede koppelorgaan. Hierbij kan het eerste koppelorgaan van een paneel in vormgesloten ingrijping worden 20 gebracht met het tweede koppelorgaan van het aangrenzende paneel. Bij dit bekende systeem zijn de koppelorganen integraal aangevormd aan het paneel, zodat een aantal nadelen van dè eerdergenoemde bekende systemen worden vermeden. Een belangrijk nadeel van het uit EP 0 135 749 bekende systeem is echter dat het systeem het niet toelaat 25 gemakkelijk een paneel te verwijderen dat tussen twee andere panelen in ligt. Dit is bijvoorbeeld gewenst indien men met het systeem op een bouwterrein een beloopbaar pad heeft aangelegd en het pad plaatselijk even moet worden opgebroken voor het passeren van een bouwkraan, vrachtwagen, aan te leggen leiding, etc.

30 De onderhavige uitvinding heeft als doel een verbeterd panelensysteem te verschaffen.

De onderhavige uitvinding bereikt dit doel door het verschaffen van een panelensysteem volgens de conclusie 1.

1017348 - 2 -

Het panelensysteem volgens de uitvinding voorziet in het gebruik van steunelementen, die elk in het gebied van de aangrenzende zijkanten van twee gekoppelde panelen onder de panelen op de ondergrond rusten. De kantelbaarheid van de steunelementen biedt de 5 mogelijkheid om een paneel los te nemen van het steunelement terwijl het naburige paneel gekoppeld blijft met het betreffende steunelement. Hierdoor wordt de beoogde mogelijkheid verkregen om een paneel uit een reeks panelen weg te nemen zonder de gehele reeks te moeten losnemen. Verder biedt de kantelasconstructie tussen de 10 panelen en het steunelement ook de mogelijkheid tot aanpassing van de tijdelijke vloer aan oneffenheden in de ondergrond.

De voor het losnemen van een paneel vereiste kantelbeweging van het steunelement kan worden verkregen door het steunelement zelf te kantelen en/of door het - bij de los te nemen zijkant - optillen van 15 een paneel als gevolg waarvan het steunelement kantelt.

Het systeem kan een kantelhefboom omvatten, die integraal is met het steunelement of losneembaar daarmee kan worden verbonden, voor het doen kantelen van het steunelement.

Het systeem kan een optil/draagorgaan omvatten, dat koppelbaar 20 is met een paneel voor het optillen en/of dragen van het paneel.

Bijvoorbeeld is het optil/draagorgaan voorzien van een handgreep en een steel zodat men niet hoeft te bukken.

Bij voorkeur heeft een steunelement een langwerpige voet aan de onderzijde met een lengte die bij voorkeur ongeveer overeenkomt met 25 de lengte van de te koppelen zijkanten van de panelen.

Bij voorkeur bedraagt de breedte van de langwerpige voet tussen 10 centimeter en 30 centimeter, zodat de voet voldoende steunvlak heeft maar de breedte van de voet het kantelen niet onnodig bemoeilijkt.

30 Bij voorkeur heeft de langwerpige voet aan zijn langszijden naar beneden stekende langsribben, waarmee een effectieve ondersteuning van de panelen in zachte grond kan worden verkregen.

Bij voorkeur is de voet vervaardigd uit (hergebruikt) kunststof materiaal, teneinde het gewicht van de voet gering te houden.

35 In een voorkeursuitvoeringsvorm, zoals omschreven in conclusie 2, is erin voorzien dat de aan het steunelement aangebrachte eerste koppelorganen elk een steunkom vormen, alsmede een op de steunkom aansluitende sleuf met een bijbehorende mond, waarbij de monden van 1017348 - 3 - de eerste koppelorganen hoger liggen dan de steunkoinmen en in horizontale richting verder uiteen dan de steunkommen, en waarbij de tweede koppelorganen elk een tegensteunelement omvatten, dat via de mond in de sleuf van het bijbehorende eerste koppelorgaan kan worden 5 gebracht en in de steunkom past.

In een alternatieve uitvoeringsvorm, zoals omschreven in conclusie 13, is erin voorzien dat het aan een paneel aangebrachte tweede koppelorgaan een steunkom vormt, alsmede een op de steunkom aansluitende sleuf met een bijbehorende mond, waarbij de mond van het 10 tweede koppelorgaan lager ligt dan de steunkom en in horizontale richting gezien naar buiten ten opzichte van de steunkom, en waarbij de eerste koppelorganen elk een tegensteunelement omvatten, dat via de mond in de sleuf van het bijbehorende tweede koppelorgaan kan worden gebracht en in de steunkom past.

15 Verdere voordelige uitvoeringsvormen van het systeem volgens de uitvinding alsmede bijbehorende koppelstukken zullen hierna nader worden toegelicht aan de hand van de tekening. Daarbij toont:

Fig. la in zijaanzicht een deel van twee panelen en een steunelement van een voorkeursuitvoeringsvorm van het panelensysteem 20 volgens de uitvinding in gekoppelde toestand,

Fig'. lb de panelen en het steunelement van figuur la tijdens het ontkoppelen van een paneel,

Fig. 2 in vooraanzicht een paneel en het daarmee gekoppelde steunelement volgens figuur la, 25 Fig. 3a in zijaanzicht een deel van twee panelen en een steunelement van een alternatieve uitvoeringsvorm van het panelensysteem volgens de uitvinding in gekoppelde toestand,

Fig. 3b de panelen en het steunelement van figuur 3a direct na het ontkoppelen van een paneel, 30 Fig. 4a in zijaanzicht een paneel volgens figuren la,lb, alsmede een aanhaakbaar koppelorgaan,

Fig. 4b het koppelorgaan van figuur 4a in aanzicht volgens pijl IV in figuur 4a,

Fig. 5a in zijaanzicht een koppelstuk en een paneel van het 35 systeem volgens de uitvinding, en

Fig. 5b het koppelstuk van figuur 5a volgens pijl V in figuur 5a.

10 17 3 A 8 - 4 -

Aan de hand van de figuren la, lb en 2 zal hieronder een voorkeursuitvoeringsvorm van het panelensysteem volgens de uitvinding worden toegelicht.

Het panelensysteem is bestemd voor het verschaffen van een 5 ladingdragende, in het bijzonder beloopbare, vloer, die tijdelijk over een ondergrond, in het bijzonder op een bouwterrein, kan worden gelegd. Door het aanbrengen van een dergelijke vloer of looppad op een bouwterrein kan worden verhinderd dat de bouwvakkers te maken krijgen met het oneffen oppervlak van het bouwterrein, met water en 10 modder; kortom kunnen de arbeidsomstandigheden worden verbeterd. Ook kan vervuiling en beschadiging van bouwmaterialen en gereedschappen worden voorkomen.

Het panelensysteem omvat meerdere in hoofdzaak rechthoekige 15 panelen, die met hun zijkanten aan elkaar grenzend tot een vloer kunnen worden samengesteld. De panelen kunnen een breedte hebben die zodanig is dat een reeks in eikaars verlengde liggende panelen een begaanbaar looppad vormen, hetgeen in het huidige voorbeeld het geval is (zie figuur 2). Voor een breder vloeroppervlak, of indien de 20 panelen smal zijn, kunnen natuurlijk meerdere panelen naast elkaar worden gelegd. Zoals later zal blijken, voorziet het systeem in voordelige uitvoeringen daarvan in allerlei mogelijke vormgevingen van de vloer.

25 In de figuren la, lb zijn twee identieke panelen 1, 2 gedeeltelijk weergegeven. De panelen 1, 2 zijn in dit voorbeeld vervaardigd uit aluminium, maar andere uitvoeringen, bijvoorbeeld in staal of in hout (gedeeltelijk), zijn natuurlijk ook mogelijk. Bij voorkeur zijn de panelen 1,2 voorzien van een anti-slipprofiel.

30

In figuur 2 is te herkennen dat in dit voorbeeld een enkel paneel 2 is verkregen uit meerdere naast elkaar liggende paneeldelen, die aan hun langsranden zijn voorzien van een naar beneden wijzende flens, die onderaan tot een kraalrand is gevormd. De paneeldelen zijn 35 op geschikte wijze permanent aan elkaar bevestigd.

Om verschuiven van de panelen 1,2 te voorkomen en een stabiele vloer te vormen is voorzien in nader toe te lichten koppelmiddelen 1017348 - 5 - voor het losneembaar koppelen van naburige panelen 1, 2 in het gebied van hun aan elkaar grenzende kopse zijkanten.

In de figuren la,lb en 2 is te herkennen dat het systeem een 5 steunelement 3 omvat, dat is ingericht om - in het gebied van de aangrenzende zijkanten van twee te koppelen panelen 1,2 - onder de panelen 1,2 op de ondergrond te rusten. Het steunelement 3 bestaat in de getoonde uitvoeringsvorm voornamelijk uit een langwerpige voet 4 met een lengte die in het getoonde voorbeeld iets groter is dan de 10 breedte van het paneel 2.

De voet 4 is aan zijn beide langsranden voorzien van een naar beneden stekende ribbe 5. Nabij elk uiteinde van de voet 4 is op de bovenzijde van de voet 4 een eerste koppelorganensamenstel 5 15 aangebracht met twee eerste koppelorganen 6,7. Deze eerste koppelorganen 6,7 zijn star, dat wil zeggen als starre elementen zonder beweegbare onderdelen, uitgevoerd. Het steunelement 3 en de beide eerste koppelorganensamenstellen 5 bevinden zich wanneer de vloer gereed is onder de panelen 1, 2.

20 Aan elk kopse einde van de panelen 1,2 is een star tweede koppelorgaan 9,8 aangebracht.

Een samenstel 5 van aan het steunelement 3 aangebrachte eerste koppelorganen 6, 7 wordt hier gevormd door een blokvormig lichaam, 25 bijvoorbeeld van aluminium. Voor elk eerste koppelorgaan 6,7 is in het blok een steunkom 10, 11 gevormd, alsmede een op de steunkom 10, 11 aansluitende en zich vanaf de steunkom 10,11 schuin naar boven uitstrekkende sleuf 12, 13 met een bijbehorende mond 14, 15. De sleuven 12, 13 zijn tegengesteld gericht ten opzichte van een 30 denkbeeldig verticaal middenloodvlak van het steunelement 3.

De monden 14, 15 van de eerste koppelorganen 6,7 liggen hoger dan de steunkommen 10, 11 en in horizontale richting verder uiteen dan de steunkommen 10,11.

35 De tweede koppelorganen 8, 9 zijn eveneens star, dus zonder bewegende onderdelen uitgevoerd. De tweede koppelorganen 8, 9 omvatten elk een tegensteunelement 16, 17, dat van bovenaf via de 1 ft 1 7 ? h 8 r' ·../ j if * - 6 - mond 14, 15 in de sleuf 12, 13 van het bijbehorende eerste koppelorgaan 6,7 kan worden gebracht en in de steunkom 10, 11 past.

In dit voorbeeld is elk tegensteunelement 16, 17 deel van een 5 geëxtrudeerd aluminium profielelement 20, 21, dat aan de kopse kant van het paneel 1, 2 is aangebracht. Hierbij heeft het profielelement 20, 21 een opstaande flens 23, 24, die aan de onderzijde naar buiten gebogen verloopt en daar aansluit op het daarmee integrale tegensteunelement 16, 17.

10 Het tegensteunelement 16, 17 is hier buisvormig met een in hoofdzaak cilindrische buitenomtrek. De bijbehorende steunkom 10, 11 heeft een steunkomwand, die in een onderste deel daarvan in hoofdzaak halfcirkelvormig is met een diameter overeenkomstig de diameter van het tegensteunelement 16, 17.

15

Het profielelement 20, 21 heeft ter hoogte van de bovenzijde van het paneel 2 een naar buiten stekende afdekflens 25, 26, die zich boven het tegensteunelement 16, 17 bevindt.

20 Het buisvormige tegensteunelement 16, 17 bevindt zich nabij de ondergrens van het paneel 1,2 en steekt daar zelfs iets onder uit. De ronde vorm van het tegensteunelement 16, 17 is voordelig als het paneel 1,2 in de hand wordt gedragen.

De uitvoering van de profielelement 20, 21 is bij voorkeur 25 zodanig dat - bij een stapeling van panelen 1, ,2 op elkaar - het tegensteunelement 20, 21 op de afdekflens 25, 26 van een onderliggend paneel rust.

Elk profielelement 20, 21 heeft verder een overlappingsflens 30 28, 29, die zich over een randgebied van de bovenzijde van het paneel 2,1 uitstrekt. Verder is de bijbehorende afdekflens 25, 26 op een lager niveau voorzien dan de overlappingsflens. Hierdoor wordt bereikt dat een eventueel verschil in hoogte tussen beide panelen 1,2 als gevolg van een oneffenheid in het bouwterrein, niet leidt tot een 35 gevaarlijke drempel bij de overgang van het ene paneel naar het andere paneel.

1017348 - 7 -

In dit voorbeeld strekken de profielelementen 20, 21 zich uit over de hele lengte van de kopse kant van de panelen 2,1. In een variant zijn er meerdere korte tegensteunelementen aan de betreffende zijde van het paneel aangebracht.

5

Uit figuur la valt eenvoudig af te leiden dat men bij plaatsing van de vloer het steunelement 3 op de ondergrond kan leggen en vervolgens het tweede koppelorgaan 8, 9 van een paneel 1,2 in vormgesloten ingrijping kan brengen met het bijbehorende eerste 10 koppelorgaan 6,7. Hiertoe volstaat het om het buisvormige deel 16, 17 van elk profielelement 20, 21 boven de bijbehorende mond 14, 15 te brengen en vervolgens via de sleuf 12, 13 in de bijbehorende steunkom 10, 11 te laten zakken.

15 De vormgesloten ingrijping kan een zekere mate van speling hebben, maar is zodanig dat elk paneel 1,2 in het vlak van het paneel en in verticale richting is geborgd ten opzichte van het op de ondergrond rustende steunelement 3. In de figuren la, lb is te herkennen dat de sleuven 12, 13 elk zijn begrensd door een binnenste 20 sleufwand en een buitenste sleufwand, waarbij de buitenste sleufwand zich tot' een grotere hoogte uitstrekt dan de binnenste sleufwand.

Deze uitvoering vergemakkelijkt de invoer van de tegensteunelementen 16, 17 in de monden 14, 15 en is verder van voordeel bij het losnemen van de koppeling.

25

De borging van de panelen 1,2 is zodanig dat de panelen 1,2 niet omhoog kunnen bewegen ten opzichte van het steunelement 3. Die borging wordt gerealiseerd door het feit dat de monden 14, 15 verder naar buiten liggen dan de steunkommen 10, 11, zodat een verticaal 30 omhoog bewegen van de tegensteunelementen 16, 17 geblokkeerd wordt door de binnenste sleufwanden.

De in elkaar grijpende eerste en tweede koppelorganen, zoals is te zien in figuur la, vormen verder een zich in hoofdzaak evenwijdig 35 aan de betreffende zijkant van elk van de panelen 1, 2 uitstrekkende kantelas voor een mogelijke kanteling van het steunelement 3 ten opzichte van het paneel 1,2.

- 8 -

In figuur lb is te herkennen dat de vormgesloten ingrijping van de koppelorganen 6,8, dus de koppeling van paneel 2 met steunelement 3, gemakkelijk losneembaar is door kanteling van het steunelement 3 om de kantelas die is gevormd door de ineengrijpende koppelorganen 5 7,9, die de koppeling van het betreffende steunelement 3 met het andere paneel 1 vormen, en het optillen van het los te nemen paneel 2 ten opzichte van het steunelement 3. Door de kanteling van het steunelement 3 kan de tegensteun 16 nu vanuit de steunkom 10 omhoog verplaatsen door de sleuf 12 en bij de mond 14 vrijkomen van het 10 eerste- koppelorgaan 5. De kanteling van het steunelement 3 kan worden bereikt door het steunelement 3 zelf te kantelen en/of door het paneel 2 bij de los te nemen kopse kant op te tillen. Opgemerkt wordt dat bij het optillen van de betreffende kopse kant van het paneel 2, dat paneel 2 aan zijn andere kopse kant kan scharnieren om de 15 kantelas die is gevormd door het aan die kant aanwezige steunelement en het paneel 2.

Voor de kanteling kan erin zijn voorzien dat een losse kantelhefboom wordt gebruikt, die in aangrijping wordt gebracht met 20 het steunelement 3 of kan een dergelijke hefboom permanent aan het steunelement 3 zijn aangebracht.

Het zal duidelijk zijn dat de in figuur lb getoonde kanteling van het steunelement 3 alleen plaatsvindt indien die kanteling 25 gewenst is. Gewoonlijk zal het gewicht van de panelen 1,2 voldoende zijn om te waarborgen dat de kanteling niet onbedoeld zal optreden.

Uiteraard zijn ook andere oplossingen denkbaar om de kanteling te realiseren, waarbij het ook denkbaar is dat de voet 4 plat op de 30 ondergrond blijft liggen en alleen de samenstellen 5 de kantelbeweging uitvoeren. Een starre montage van de samenstellen 5 aan het steunelement 3 verdient echter de voorkeur vanwege de robuustheid en kostprijs.

35 Het zal duidelijk zijn dat in een niet getoonde variant de eerste koppelorganen 5 kunnen zijn gevormd door een profiel, bijvoorbeeld een geëxtrudeerd profiel, dat zich over een aanmerkelijk 1017348 - 9 - deel van de lengte, of de hele lengte, van het steunelement 3 uitstrekt.

Aan de hand van de figuren 3a, 3b zal nu een andere 5 uitvoeringsvorm van het panelensysteem volgens de uitvinding worden toegelicht. In de figuren 3a, 3b zijn onderdelen die overeenkomen met de onderdelen volgens de figuren la,lb voorzien van dezelfde verwijzingscijfers. In essentie vormt de uitvoeringsvorm die nu zal worden toegelicht de omgekeerde versie van de eerder beschreven 10 voorkeursuitvoeringsvorm.

In de figuren 3a, 3b is te herkennen dat aan de kopse kanten van elk paneel 1,2 een tweede koppelorgaan 50, 51 is aangebracht met een van onderen toegankelijke steunkom 52, 53. Bij elke steunkom 52, 15 53 behoort een daarop aansluitende sleuf, die gezien van de steunkom schuin naar onderen is gericht in de richting vanaf het paneel naar buiten. Elke sleuf eindigt onderaan bij een bijbehorende mond, waarbij de mond lager ligt dan de steunkom en in horizontale richting gezien naar buiten ten opzichte van de steunkom.

20 Op het steunelement 3 is hier een, bijvoorbeeld geëxtrudeerd, profielelement 60 aangebracht, dat zich hier over de lengte van het steunelement 3 uitstrekt. Het profielelement 60 vormt de beide eerste koppelorganen, die elk een buisvormig tegensteunelement 61, 62 omvatten. De buisvormige tegensteunelementen 61, 62 zijn voorzien aan 25 de bovenste langsranden van een U-vormig lijf van het profielelement 60.

Het zal duidelijk zijn dat een paneel 1,2 met zijn tweede koppelorgaan 50, 51 in vormgesloten ingrijping met het bijbehorende 30 tegensteunelement 61, 62 ook in deze "omgekeerde" uitvoering een koppeling van de panelen 1,2 in het vlak van de panelen oplevert en tevens verhindert dat de eenmaal neergelegde panelen 1,2 onbedoeld omhoog kunnen bewegen.

35 Bij voorkeur is erin voorzien dat elk paneel aan twee tegenover elkaar gelegen zijkanten is voorzien van tweede koppelorganen en dat de andere zijkanten niet zijn voorzien van geïntegreerde koppelorganen. Toch kan het gewenst zijn een koppeling tot stand te 1017348 - 10 - brengen tussen twee haaks op elkaar gerichte panelen van het type zoals getoond in de figuren la, lb. Om dat mogelijk te maken voorziet het systeem in een aanhaakbaar koppelorgaan 70 volgens figuur 4a, 4b. Dit koppelorgaan 70 heeft een haakorgaan 71 voor het vasthaken van 5 het koppelorgaan 70 aan een niet van een tweede koppelorgaan voorziene zijkant van een paneel 1,2.

Bijvoorbeeld zijn de panelen 1, 2 aan de bovenzijde voorzien van perforaties waarbij het haakorgaan 71 is voorzien van een in een perforatie passende borgnok 72.

10

In de praktijk kan het ook gewenst zijn met hun langszijden naast elkaar liggende panelen 1,2 te koppelen, waarbij die langszijden dan niet zijn voorzien van geïntegreerde tweede koppelorganen. Voor die situatie is voorzien in een koppelstuk voor 15 het koppelen van niet van tweede koppelorganen voorziene zijkanten van naast elkaar liggende panelen. Een voorbeeld van een dergelijk koppelstuk 80 is getoond in de figuren 5a, 5b.

Het koppelstuk 80 heeft een opstaande flens 81, die tussen de 20 zijkanten van de te koppelen panelen komt, alsmede een bovenflens 82, die de aangrenzende randgebieden van de bovenzijde van de panelen overdekt, en een onderste flens 83, die zich onder de aangrenzende randgebieden van de onderzijde van de panelen uitstrekt.

Indien de panelen aan de bovenzijde zijn voorzien van 25 perforaties, zoals getoond in figuur 5a, is , de bovenflens 82 met voordeel voorzien van borgnokken 84, die in een perforatie van een paneel steken.

De uitvinding voorziet ook in een oplossing waarbij een enkele 30 steunelement meerdere, bijvoorbeeld twee, naast elkaar liggende panelen draagt, zodat de panelen smal kunnen blijven en daardoor gemakkelijk hanteerbaar.

1 0 1 7 3 4 8

Claims (23)

1. Panelensysteem voor het verschaffen van een, in het bijzonder beloopbare, tijdelijke vloer over een ondergrond, in het bijzonder 5 over een bouwterrein, omvattende: - meerdere in hoofdzaak rechthoekige panelen, die met hun zijkanten aan elkaar grenzend tot een vloer kunnen worden samengesteld, en - koppelmiddelen voor het losneembaar koppelen van naburige panelen in het gebied van hun naburige zijkanten, 10 met het kenmerk, dat het systeem een steunelement omvat, dat is ingericht om - in het gebied van de aangrenzende zijkanten van twee te koppelen panelen - onder de panelen op de ondergrond te rusten, dat de koppelmiddelen zijn ingericht voor het verschaffen van een 15 koppeling tussen de twee te koppelen panelen via het steunelement, dat de koppelmiddelen voor de koppeling van elk van de panelen met het steunelement een eerste koppelorgaan en een tweede koppelorgaan omvatten, die respectievelijk aan het steunelement en het paneel zijn 20 aangebracht, welke eerste en tweede koppelorganen in een vormgesloten ingrijping kunnen worden gebracht, zodanig dat het paneel in het vlak van het paneel en in verticale richting is geborgd ten opzichte van het op de 25 ondergrond rustende steunelement en zodanig dat, de in elkaar grijpende eerste en tweede koppelorganen verder een zich in hoofdzaak evenwijdig aan de betreffende zijkant van het paneel uitstrekkende kantelas vormen voor een mogelijke kanteling van het steunelement ten opzichte van het paneel, 30 en welke eerste en tweede koppelorganen zodanig zijn uitgevoerd dat de vormgesloten ingrijping daarvan losneembaar is door kanteling van het steunelement om de kantelas die is gevormd door de ineengrijpende koppelorganen die de koppeling van het betreffende steunelement met 35 het andere paneel vormen en het optillen van het los te nemen paneel ten opzichte van het steunelement. HH 7 3 41 - 12 -

2. Panelensysteem volgens conclusie 1, waarbij de aan het steunelement aangebrachte eerste koppelorganen elk een steunkom vormen, alsmede een op de steunkom aansluitende sleuf met een bijbehorende mond, waarbij de monden van de eerste koppelorganen 5 hoger liggen dan de steunkommen en in horizontale richting verder uiteen dan de steunkommen, en waarbij de tweede koppelorganen elk een tegensteunelement omvatten, dat via de mond in de sleuf van het bijbehorende eerste koppelorgaan kan worden gebracht en in de steunkom past. 10

3. Panelensysteem volgens conclusie 2, waarbij de sleuf van het eerste koppelorgaan is begrensd door een binnenste sleufwand en een buitenste sleufwand, waarbij de buitenste sleufwand zich tot een grotere hoogte uitstrekt dan de binnenste sleufwand. 15

4. Panelensysteem volgens conclusie 2 of 3, waarbij het tegensteunelement een cilindrische buitenomtrek heeft, en waarbij de steunkom een steunkomwand heeft, die aan in een onderste deel daarvan in hoofdzaak halfcirkelvormig is met een diameter overeenkomstig de 20 diameter van het tegensteunelement.

5. Panelensysteem volgens een of meer van de conclusies 2-4, waarbij het tegensteunelement zich over de lengte van de zijkant van het paneel uitstrekt. 25

6. Panelensysteem volgens een of meer van de conclusies 2-5, waarbij het tegensteunelement deel is van een, bijvoorbeeld geëxtrudeerd, profielelement, dat aan de zijkant van het paneel is aangebracht. 30

7. Panelensysteem volgens conclusie 6, waarbij het profielelement een opstaande flens heeft, die aan de onderzijde naar buiten gebogen verloopt en daar aansluit op het tegensteunelement.

8. Panelensysteem volgens conclusie 6 of 7, waarbij het profielelement ter hoogte van de bovenzijde van het paneel een naar buiten stekende afdekflens heeft, die zich boven het tegensteunelement bevindt. 1017348 - 13 -

9. Panelensysteem volgens conclusie 8, waarbij - bij stapeling van panelen op elkaar - het tegensteunelement op de afdekflens van een onderliggend paneel rust. 5

10. Panelensysteem volgens conclusie 8 of 9, waarbij het profiel een overlappingsflens heeft, die zich over een randgebied van de bovenzijde van het paneel uitstrekt, en waarbij de afdekflens op een lager niveau is voorzien. 10

11. Panelensysteem volgens een of meer van de conclusies 2-10, waarbij de eerste koppelorganen van een steunelement op in langsrichting van het steunelement uiteen gelegen plaatsen zijn voorzien. 15

12. Panelensysteem volgens een of meer van de conclusies 2-10, waarbij de eerste koppelorganen zijn gevormd door een profiel dat zich over een aanmerkelijk deel van de lengte van het steunelement uitstrekt. 20

13. Panelensysteem volgens conclusie 1, waarbij het aan een paneel aangebrachte tweede koppelorgaan een steunkom vormt, alsmede een op de steunkom aansluitende sleuf met een bijbehorende mond, waarbij de mond van het tweede koppelorgaan lager ligt dan de steunkom en in 25 horizontale richting gezien naar buiten ten opzichte van de steunkom, en waarbij de eerste koppelorganen elk een tegensteunelement omvatten, dat via de mond in de sleuf van het bijbehorende tweede koppelorgaan kan worden gebracht en in de steunkom past.

14. Panelensysteem volgens conclusie 13, waarbij het tegensteunelement een cilindrische buitenomtrek heeft, en waarbij de steunkom een steunkomwand heeft, die aan in een bovenste deel daarvan halfcirkelvormig is met een diameter overeenkomstig de diameter van het tegensteunelement. 35

15. Panelensysteem volgens conclusie 13 of 14, waarbij de tegensteunelementen deel uitmaken van een enkel profiel, dat zich over de lengte van het steunelement uitstrekt. 1 9 1 7 3 48 - 14 -

16. Panelensysteem volgens een of meer van de voorgaande conclusies, waarbij elk paneel aan twee tegenover elkaar gelegen zijkanten is voorzien van tweede koppelorganen. 5

17. Panelensysteem volgens conclusie 16, waarbij verder is voorzien in een aanhaakbaar koppelorgaan, dat een haakorgaan heeft voor het vasthaken van het koppelorgaan aan een niet van een tweede koppelorgaan voorziene zijkant van een paneel en dat koppelbaar is 10 met een tweede koppelorgaan, dat is aangebracht aan een ander paneel.

18. Panelensysteem volgens conclusie 17, waarbij het paneel aan de bovenzijde is voorzien van perforaties, en waarbij het haakorgaan is voorzien van een in een perforatie passende borgnok. 15

19. Panelensysteem volgens een of meer van de voorgaande conclusies 16-18, waarbij verder is voorzien in een koppelstuk voor het koppelen van niet van tweede koppelorganen voorziene zijkanten van naast elkaar liggende panelen. 20

20. Panelensysteem volgens conclusie 19, waarbij het koppelstuk een opstaande flens heeft, die tussen de zijkanten van de te koppelen panelen komt, alsmede een bovenflens, die de aangrenzende randgebieden van de bovenzijde van de panelen overdekt, en een 25 onderste flens, die zich onder de aangrenzende .randgebieden van de onderzijde van de panelen uitstrekt.

21. Panelensysteem volgens conclusie 20, waarbij de panelen aan de bovenzijde zijn voorzien van perforaties en waarbij de bovenflens is 30 voorzien van borgnokken, die in een perforatie van een paneel steken.

22. Op de ondergrond te plaatsen steunelement volgens een of meer van de voorgaande conclusies.

23. Paneel volgens een of meer van de voorgaande conclusies. 1017348