NL1014120C2 - Rolvlonder. - Google Patents

Description

Titel: Rolvlonder

De uitvinding heeft betrekking op een rolvlonder, voorzien van een bovenzijde voor het in bedrijfstoestand ondersteunen van een verticaal opgerichte rol, met een kunststoffen bovendek met een onder het bovendek gelegen en 5 met het bovendek verbonden kunststoffen steunstructuur, welke steunstructuur tenminste twee aan weerszijden van de rolvlonder gelegen langwerpige framedelen omvat.

Dergelijke rolvlonders zijn uit de praktijk bekend en worden gebruikt bij het vervoer van rollen staal. Ge-10 bruikelijk is een rolvlonder van deze soort vervaardigd uit hout en voorzien van een vlak houten bovendek waarop een rol staal rechtstandig kan worden geplaatst.

Eveneens is een dergelijk vlonder bekend uit US 5 868 080/ de hierin getoonde vlonder is vervaardigd uit 15 kunststof en heeft framedelen die aan de oppervlakte van de vlonder liggen en zorgen voor een stroef oppervlak.

Nadelig aan de bekende rolvlonders is dat deze tijdens transport vaak beschadigd raken, waardoor schade aan de op de rolvlonder geplaatste rol kan ontstaan en het 20 handlingproces verstoord wordt. Hergebruik van een reeds gebruikt rolvlonder zelden mogelijk. Verder is nadelig dat bij het verplaatsen van de houten rolvlonders zeer snel houtsplinters van de vlonders losraken. Een dergelijke vervuiling van de omgeving door houtsplinters kan ongewenst of 25 zelfs gevaarlijk zijn.

De uitvinding heeft tot doel deze nadelen op te heffen door een rolvlonder te verschaffen die sterk genoeg is voor het dragen van een rol staal, bestand is tegen het handlingproces en meerdere malen gebruikt kan worden.

30 Hiertoe voorziet de uitvinding in een rolvlonder van de hiervoor aangeduide soort, gekenmerkt doordat het bovendek nabij een randgedeelte voorzien is van uitsparingen die althans deels de framedelen vrijgeven.

10141 20^» 2

Doordat de rolvlonder volgens de uitvinding is voorzien van een met framedelen versterkte steunstructuur die een kunstoffen bovendek ondersteunt, wordt een rolvlonder verkregen die licht, sterk, en duurzaam is, in het bijzon-5 der doordat hijslussen tijdens het heffen van de vlonder aangrijpen op de vrij liggende framedelen en daardoor geen slijtage aan de vlonder veroorzaken.

De rolvlonder volgens de uitvinding kan met voordeel uit twee gelijkvormige delen bestaan, waardoor wordt be-10 reikt dat de matrijskosten voor het vervaardigen van de rolvlonder aanzienlijk verminderd worden.

De uitvinding zal nader worden toegelicht aan de hand van een uitvoerige beschrijving van een uitvoerings-voorbeeld van de uitvinding aan de hand van de tekening.

15 Hierin toont: fig. 1 in perspectief een bovenaanzicht van een rolvlonder volgens de uitvinding, fig. 2 in perspectief een onderaanzicht van een rolvlonder volgens de uitvinding, 20 fig. 3 in perspectief een bovenaanzicht van een an der rolvlonder volgens de uitvinding, fig. 4 in perspectief een bovenaanzicht van een deel van de rolvlonder uit fig. 3, en fig. 5 in perspectief een rolvlonder volgens de uit-25 vinding in bedrijfstoestand.

In fign. 1 en 2 is een voorbeeld van een uitvoering van een rolvlonder 1 volgens de uitvinding getoond. De rolvlonder 1 heeft een bovendek 2 dat in bovenaanzicht in hoofdzaak vierkant van vorm is. Het oppervlak van het bo-30 vendek 2 is in hoofdzaak vlak om in bedrijfstoestand een axiaal uiteinde van een rol staal te ondersteunen. Het bovendek 2 is voorzien van een aantal openingen 10 t/ml9 die het gewicht van de rolvlonder 1 verminderen zonder de sterkte van de rolvlonder 1 negatief te beïnvloeden. In een 35 centraal gedeelte van het bovendek 2 is een aangrijpklos 3 gelegen die boven het vlak van het bovendek 2 uitsteekt. De 1014120 * 3 aangrijpklos 3 is voorzien van een uitstekende aangrijprand 23, gelegen langs een gedeelte van de omtreksrand van de aangrijpklos 3.

Aan een eerste zijde 4 van de rolvlonder 1 is het 5 bovendek 2 aan de onderzijde voorzien van een centraal zijdeel 5. Aan de tegenover gelegen zijde 24 van de rolvlonder 1 is een tweede centraal zijdeel 25 gelegen dat overeenkomstig het zijdeel 5 is uitgevoerd. De beschrijving van het zijdeel 5 geldt derhalve mutatis mutandis ook voor het zij-10 deel 25. Het zijdeel 5 strekt zich vanaf het bovendek 2 naar beneden uit, en strekt zich in een lengterichting uit over een centraal deel van de zijde 4 van het bovendek 2.

De van het bovendek 2 afgekeerde onderzijde 6 van het zijdeel 5 is in hoofdzaak vlak zodat het zijdeel 5 een voet 15 voor het bovendek 2 vormt. Het zijdeel 5 is voorzien van een doorlopende, ronde opening 7 waarvan een axiale as zich op afstand van en evenwijdig aan het bovendek 2 uitstrekt.

De hoeken van de zijde 4 van de rolvlonder 1 zijn elk aan de onderzijde van het bovendek 2 voorzien van res-20 pectieve kopstukken 8 en 38. De kopstukken 8 en 38 zijn gelijkvormig maar onderling gespiegeld uitgevoerd. Het kopstuk 8 is voorzien van een doorlopende opening 9 die in lijn ligt met de opening 7 van het zijdeel 5. Het kopstuk 8 is verbonden met het zijdeel 5 door middel van een tussen-25 stuk 40, waarbij het tussenstuk 40 de lijn van de openingen 7 en 9 vrijlaat. Op met kopstuk 8 overeenkomstige wijze is het kopstuk 38 voorzien van een doorlopende opening 39 die in lijn ligt met de opening 7 van het zijdeel 5. Het kopstuk 38 is met een tussenstuk 50 verbonden met het zijdeel 30 5, waarbij het tussenstuk 50 de lijn van de openingen 7 en 9 vrijlaat.

In de doorlopende openingen 9, 7 en 39 van de rolvlonder 1 is een ronde buis 30 geplaatst. De buis 30 is in de openingen 9, 7, 39 gefixeerd door fixatiemiddelen, bij-35 voorbeeld in de vorm van niet getoonde fixatiebouten. De buis 30 kan bijvoorbeeld uit staal zijn vervaardigd. De A ^ ^ ) \J i Λ ‘ ' Γ"%· 4 buis 30 verstevigt de rolvlonder 1 aanzienlijk, zodat rol-vlonder 1 hoge belastingen kan weerstaan. De uitvinding is niet beperkt tot de hier genoemde metalen uitvoering van het langwerpige framedeel 30; de uitvinding kan ook worden 5 toegepast uit andere materialen, zoals al dan niet gewapende kunststoffen en composieten waarmee een voldoende versteviging van de rolvlonder 1 kan worden verkregen. Ook is de uitvinding niet beperkt tot de in het uitvoeringsvoor-beeld getoonde ronde dwarsdoorsnede van het langwerpige 10 framedeel; zo kan het langwerpige framedeel ook worden uitgevoerd met een andere dwarsdoorsnedevorm zoals bijvoorbeeld een ovaal, een rechthoek al dan niet met afgeronde hoeken, en I-vormig.

In bovenaanzicht is het bovendek 2 aan een randge-15 deelte van de zijde 4 ter hoogte van de tussenstukken 40, 50 voorzien van respectieve uitsparingen 41, 51. Deze uitsparingen 41, 51 reiken zover vanaf de rand van het bovendek 2 naar binnen dat de buis 30 vrijgegeven wordt. De uitsparingen 41, 51 kunnen in bedrijf een hijslus opnemen, 20 waarbij de hijslus op de vrij liggende delen van de buis 30 rust.

Het zijdeel 5 is in een centraal deel nabij de onderzijde 6 voorzien van een uitsparing 55. Deze uitsparing 55 strekt zich uit over de volledige diepte van het zijdeel 25 5 en is naar buiten toe afgerond door middel van een afron ding 56. De uitsparing 55 kan in bedrijf een spanband opnemen, die gebruikt wordt voor het fixeren van een op de rolvlonder 1 geplaatste rol.

Het zijdeel 5 is in dit voorbeeld gedeeltelijk hol 30 uitgevoerd door uitsparingen 58, 59 die aan weerszijden van de uitsparing 55 zijn aangebracht in een richting dwars op het bovendek 2. Door het hol uitvoeren van het zijdeel 5 wordt een verlaging van het gewicht van de rolvlonder 1 verkregen zonder de sterkte van de rolvlonder 1 aan te tas-35 ten.

5

Het zijdeel 5 is aan de van het bovendek 2 afgekeerde zijde verbonden met een onderdek 60, dat aan de naar buiten gekeerde onderzijde in hoofdzaak vlak is. In een centraal gedeelte van het onderdek 60 is een opening 20 5 aangebracht die zodanig groot is dat indien twee rolvlon-ders 1 gestapeld worden, de aangrijpklos 3 van de ondergelegen vlonder door de opening 20 wordt opgenomen zodat het onderdek van de bovenste vlonder op het bovendek van de onderste vlonder rust. Hiermee wordt bereikt dat rolvlonders 10 1 op een compacte wijze gestapeld kunnen worden. Het onder dek 60 is verder voorzien van een aantal openingen 81 t/m 84, waarmee het gewicht van de rolvlonder 1 beperkt wordt zonder de sterkte van de rolvlonder 1 negatief te beïnvloeden.

15 Een middenlijn van de rolvlonder is gelegen tussen en evenwijdig aan de zijdelen 5 en 25. Weerszijden van deze middenlijn zijn twee verbindingsdelen 71, 72 gelegen. Het verbindingsdeel 71 is gelegen nabij de middenlijn aan de zijde van het zijdeel 5 en strekt zich vanaf de rand van de 20 rolvlonder 1 evenwijdig aan de middenlijn uit in de richting van het centrum van de rolvlonder 1 tot in hoofdzaak ter hoogte van de aangrijpklos 3. Het verbindingsdeel 71 strekt zich tevens uit van het onderdek 60 naar het bovendek 2 uit. Het verbindingsdeel 72 is gelegen nabij de mid-25 denlijn aan de zijde van het zijdeel 25 en strekt zich vanaf de rand van de rolvlonder 1 evenwijdig aan de middenlijn uit in de richting van het centrum van de rolvlonder 1 tot in hoofdzaak ter hoogte van de aangrijpklos 3. Het verbindingsdeel 71 strekt zich tevens uit van het onderdek 60 30 naar het bovendek 2 uit.

Aan de tegenover gelegen zijde van de rolvlonder 1 zijn op overeenkomstige wijze verbindingsdelen 73, 74 gelegen. Hierbij ligt het verbindingsdeel 74 op lijn met het verbindingsdeel 71 en ligt het verbindingsdeel 73 in lijn 35 met het verbindingsdeel 72. De verbindingsdelen 71 t/m 74 zijn zodanig in lijn gelegen dat de verbindingsdelen 71 t/m 101412 Ο"" 6 74 met het bovendek 2 en het onderdek 60 een tunnel 75 bepalen die zich uitstrekt in een centraal gedeelte van de rolvlonder 1 tussen het bovendek 2 en onderdek 60 evenwijdig aan de twee zijdelen 5, 25. Door deze tunnelvormige 5 structuur 75 wordt een lichte en sterke verbinding verkregen tussen het het bovendek 2 en onderdek 60 waardoor de sterkte van de rolvlonder 1 aanzienlijk verhoogd is met een slechts geringe toename in gewicht. Daarnaast is het mogelijk een spanband door de tunnel 75 te voeren om een in be-10 drijfstoestand op de rolvlonder 1 geplaatste rol te fixeren.

Zoals reeds hiervoor beschreven is het zijdeel 25 op gelijke wijze uitgevoerd als het zijdeel 5. In de fign. 2 en 3 zijn kortheidshalve de kopstukken 8', 38', de uitspa-15 ringen 41', 51', 55', en de buis 30' aangeduid.

In het beschreven voorbeeld is de rolvlonder 1 eendelig uitgevoerd doordat, op de metalen framedelen 30, 30' na, de rolvlonder 1 uit aaneen gesloten kunststof is vervaardigd. Dit heeft tot voordeel dat de vervaardiging van 20 de rolvlonder 1 op eenvoudige wijze kan plaats hebben, door bijvoorbeeld de rolvlonder 1 in een matrijs te vervaardigen en daarna de metalen framedelen 30, 30' te installeren.

In gebruik wordt een lege rolvlonder 1 door middel van een kraan met een grijper opgetild waarbij de grijper 25 de rand 23 van de aangrijpklos 3 aanvat. Hierbij geeft de rand 23 voor een verbeterd houvast voor de grijper. Vervolgens wordt de rolvlonder 1 verplaatst naar een gewenste positie en neergezet.

In fig. 5 is een rolvlonder volgens de uitvinding 30 getoond, waarop een rol staal R op het bovendek van de rolvlonder 1 geplaatst is. Hierbij valt de centrale opening van de rol over de aangrijpklos 3. De op de rolvlonder 1 geplaatste rol wordt op de rolvlonder gefixeerd worden door twee kruisbanden, waarvan de eerste kruisband 110 via de 35 doorgangen 55, 55' in de zijdelen 5 en 25 van de rolvlonder 1 over de rol R verloopt en waarvan de tweede kruisband 120 101412 0- 7 via de tunnel 75 over de rol R verloopt, dwars op de eerste kruisband 110. Beide kruisbanden 110, 120 worden aangetrokken en vastgezet met niet getoonde spanmiddelen zodat de rol R stevig met het vlonder 1 is verbonden.

5 Voor het ophijsen van een vlonder met een daarop ge plaatste rol wordt gebruik gemaakt van twee hijslussen. De eerste hijslus 130 wordt in de hijsopeningen 41, 41' aan een zijde van de rolvlonder 1 gebracht, waarbij de hijslus 130 aanligt op de vrijliggende delen van de buis 30, 30'.

10 De tweede hijslus 140 wordt op overeenkomstige wijze aangebracht in de hijsopeningen 51, 51' aan de tegenover gelegen zijde van de rolvlonder 1, waarbij de hijslus 140 aanligt op de vrijliggende delen van de buis 30, 30'. Met de aldus aangebrachte hijslussen 130, 140 kan de rolvlonder 1 met 15 rol R opgehesen en verplaatst worden. Voordelig hierbij is dat de hijslussen 130, 140 slechts op de buizen 30, 30' aangrijpen, waardoor geen slijtage van de rolvlonder 1 optreedt door mogelijk schuren van de hijslussen. Daarbij zijn de hijslussen goed opgesloten in de hijsopeningen 41, 20 41', 51, 51' en kunnen niet verschuiven. Doordat de buizen 30, 30' de hijskrachten opnemen en via de zijdelen 5, 25 en via de tunnelstructuur 75 verdelen over de gehele rolvlonder 1 wordt bereikt dat de rolvlonder tijdens gebruik niet bezwijkt.

25 Voor het verplaatsen van de rolvlonder met de daarop geplaatste rol kan ook gebruik gemaakt worden van een heftruck. Hierbij wordt de vork van de heftruck geplaatst tussen het bovendek en het onderdek, met de vorkbenen aan weerszijden van de tunnel 75.

30 Doordat de rolvlonder volgens de uitvinding vervaar digd is van kunststof met metalen framedelen, is de kans dat tijdens gebruik deeltjes van de rolvlonder losraken sterk teruggebracht. Hierdoor kan de rolvlonder volgens de uitvinding ook worden toegepast in omgevingen waar het 35 voorkomen van verontreiniging door vreemde deeltjes vermeden dient te worden.

'- " ίj2 0½ 8

In de fign. 3 en 4 is een uitvoeringvariant van een rolvlonder volgens de uitvinding getoond. De getoonde rol-vlonder 100 is in bedrijfstoestand zoals getoond in fig. 3 geheel gelijk aan de rolvlonder 1 zoals hierboven beschre-5 ven. De rolvlonder 100 omvat echter twee delen, te weten een eerste deel 200 en een tweede deel 300, die in gemonteerde toestand zoals getoond in fig. 3, voorzien zijn van metalen framedelen 250, 350. Beide delen 200, 300 zijn identiek. In hoofdzaak is de uitvoering van de rolvlonder 10 zoals getoond in het eerste uitvoeringsvoorbeeld in een richting dwars op de metalen framedelen in twee gelijke helften verdeeld. De aldus vrijgekomen uiteinden van de halve zijdelen 5', 25' van deel 200 zijn voorzien van respectieve koppelelementen 230, 240. De koppelelementen 230, 15 240 zijn zodanig uitgevoerd dat deze koppelelementen op vormgelijke koppelelementen van een gelijk vlonderdeel kunnen aangrijpen. Op overeenkomstige wijze is de nu gehalveerde aangrijpklos 3' van twee koppelelementen 210, 220 die eveneens zijn uitgevoerd zodanig dat deze koppelelemen-20 ten op vormgelijke koppelelementen van een gelijk vlonderdeel kunnen aangrijpen. Hierdoor kunnen de twee identieke delen 200, 300 gekoppeld worden om een rolvlonder 100 te vormen. Vervolgens kunnen de metalen buizen 250, 350 of anders gevormde framedelen in de daarvoor bestemde openingen 25 gebracht worden en aan de delen 200, 300 bevestigd worden. Hierdoor wordt een sterke rolvlonder 100 verkregen.

De delen 200, 300 zijn elk eendelig uit kunststof vervaardigd. Bij voorkeur is de hiervoor gebruikte kunststof geheel of gedeeltelijk gerecyclede kunststof.

30 Doordat de twee helften 200, 300 gelijk van vorm zijn wordt bereikt dat dezelfde mal gebruik kan worden voor het vervaardigen van beide helften. Hierdoor worden de ver-vaardigingskosten verlaagd. Overigens is de uitvinding niet beperkt tot een of tweedelig uitgevoerde rolvlonder; de 35 uitvinding voorziet ook in de toepassing van meerdelig uitgevoerde rolvlonder.

101412 0- 9

In een andere, niet getoonde uitvoeringsvariant van de uitvinding zijn de koppelelementen van het deel 200 uit-gevoerd als vormsluitende koppelelementen, bijvoorbeeld door middel van in elkaar grijpende zwaluwstaartverbindin-5 gen. Hierdoor wordt een extra betrouwbare verbinding tussen de twee delen verkregen.

1Πΐβ·ιοη~ 1 ° i i L ü

Claims (11)

1. Rolvlonder, voorzien van een bovenzijde voor het in bedrijfstoestand ondersteunen van een verticaal opgerichte rol, met een kunststoffen bovendek (2) met een onder het bovendek gelegen en met het bovendek verbonden kunststoffen 5 steunstructuur (5, 8, 8', 25, 38, 38'), welke steunstruc-tuur tenminste twee aan weerszijden van de rolvlonder gelegen langwerpige framedelen (30, 30', 250, 350) omvat, met het kenmerk, dat het bovendek (2) nabij een randgedeelte voorzien is van uitsparingen (41, 41', 51, 51') die althans 10 deels de framedelen (30, 30', 250, 350) vrijgeven.

2. Inrichting volgens conclusie 1, gekenmerkt door een op afstand van en evenwijdig aan het bovendek (2) gelegen kunststoffen onderdek (60).

3. Inrichting volgens conclusie 2, gekenmerkt door een 15 tussen het bovendek (2) en het onderdek (60) gelegen kunststoffen verbindingstructuur (71-74).

4. Inrichting volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de verbindingsstructuur (71-74) een tunnel (75) omvat.

5. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, geken-20 merkt door doorvoermiddelen (55, 55', 56, 75) ingericht voor het onder het bovendek (2) doorvoeren van spanbanden.

6. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het bovendek (2) in een centraal gedeelte voorzien is van een boven het bovendek uitstekende aan- 25 grijpklos (3).

7. Inrichting volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat de aangrijpklos (3) voorzien is van een zich in hoofdzaak evenwijdig aan het bovendek uitstrekkende flens (23).

8. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met 30 het kenmerk, dat de rolvlonder tenminste twee delen (200, 300. omvat, die door de langwerpige framedelen zijn verbonden. i <J 1 4 i c Ü*

9. Inrichting volgens conclusie 8, gekenmerkt door een eerste deel (200), omvattende een eerste helft van het bovendek (2) en de steunstructuur (5, 8, 8', 25, 38, 38'), en een tweede deel (300) omvattende een tweede helft van het 5 bovendek (2) en de steunstructuur (5, 8, 8', 25, 38, 38'), waarbij het eerste deel (200) en het tweede deel (300) ge-lijkvormig zijn uitgevoerd.

10. Inrichting volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat het eerste deel (200) en het tweede deel (300) van comple- 10 mentair gevormde koppeldelen (210, 220, 230, 240) zijn voorzien.

11. Inrichting volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de kunststof tenminste gedeeltelijk uit gerecyclede kunststof bestaat. 1 s. 1 \