NL1017257C2 - Hijskraan. - Google Patents

Hijskraan. Download PDF

Info

Publication number
NL1017257C2
NL1017257C2 NL1017257A NL1017257A NL1017257C2 NL 1017257 C2 NL1017257 C2 NL 1017257C2 NL 1017257 A NL1017257 A NL 1017257A NL 1017257 A NL1017257 A NL 1017257A NL 1017257 C2 NL1017257 C2 NL 1017257C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
mast
crane
cable
elevator car
drive
Prior art date
Application number
NL1017257A
Other languages
English (en)
Inventor
Edwin Hermanus Gerard Zitteren
Original Assignee
Slechtvalk Holding B V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Slechtvalk Holding B V filed Critical Slechtvalk Holding B V
Priority to NL1017257A priority Critical patent/NL1017257C2/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL1017257C2 publication Critical patent/NL1017257C2/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B66HOISTING; LIFTING; HAULING
    • B66CCRANES; LOAD-ENGAGING ELEMENTS OR DEVICES FOR CRANES, CAPSTANS, WINCHES, OR TACKLES
    • B66C13/00Other constructional features or details
    • B66C13/52Details of compartments for driving engines or motors or of operator's stands or cabins
    • B66C13/54Operator's stands or cabins
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B66HOISTING; LIFTING; HAULING
    • B66BELEVATORS; ESCALATORS OR MOVING WALKWAYS
    • B66B9/00Kinds or types of lifts in, or associated with, buildings or other structures
    • B66B9/16Mobile or transportable lifts specially adapted to be shifted from one part of a building or other structure to another part or to another building or structure
    • B66B9/187Mobile or transportable lifts specially adapted to be shifted from one part of a building or other structure to another part or to another building or structure with a liftway specially adapted for temporary connection to a building or other structure
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B66HOISTING; LIFTING; HAULING
    • B66CCRANES; LOAD-ENGAGING ELEMENTS OR DEVICES FOR CRANES, CAPSTANS, WINCHES, OR TACKLES
    • B66C23/00Cranes comprising essentially a beam, boom, or triangular structure acting as a cantilever and mounted for translatory of swinging movements in vertical or horizontal planes or a combination of such movements, e.g. jib-cranes, derricks, tower cranes
    • B66C23/18Cranes comprising essentially a beam, boom, or triangular structure acting as a cantilever and mounted for translatory of swinging movements in vertical or horizontal planes or a combination of such movements, e.g. jib-cranes, derricks, tower cranes specially adapted for use in particular purposes

Description

\
Korte aanduiding: Hijskraan.
De uitvinding heeft betrekking op een hijskraan voorzien van een verticale mast met aan zijn bovenzijde een horizontale, 5 om een verticale zich door de mast uitstrekkende as, roteerbare giek, een besturingsruimte aan de bovenzijde van de mast van waaruit een machinist van de hijskraan deze kan besturen en transportmiddelen voor het langs de mast transporteren van de machinist.
Hijskranen, ook wel aangeduid met de term torenkranen, 10 van de bovengenoemde soort zijn algemeen bekend en worden breed toegepast tijdens bouwwerkzaamheden. Men kan hierbij onderscheiden tussen hijskranen waarvan de mast, de besturingsruimte en de giek gezamenlijk roteren om een legering nabij de voet van de mast en hijskranen waarvan de giek inclusief de besturingsruimte roteerbaar zijn gelegerd om de bovenzijde 15 van de mast, waarbij de mast dus tijdens rotatie van de giek stilstaat. Laatstgenoemde type hijskraan wordt met name toegepast bij hijskranen hoger dan 24 meter. De uitvinding richt zich nu met name, doch niet uitsluitend, op dit type hijskraan.
Van oudsher was het gebruikel ijk dat de machinist vanaf 20 de grond via trappen en rustbordessen in het inwendige van de als vakwerk geconstrueerde mast, naar de besturingsruimte begeeft. Naarmate hijskranen hoger worden, wordt deze situatie steeds onwenselijker geacht vanwege veiligheidsaspecten en arbeidsomstandigheden. Op grond van deze constatering is er een ontwikkeling gestart waarbij de machinist middels 25 een lift over tenminste een deel van de hoogte van de mast wordt verplaatst.
Een zeer gangbaar systeem hiertoe wordt gevormd door de PEGA 0209 machinisten-/inspectielift van ANC Platforms & Hoists B.V. te Eersel, Nederland. Hierbij wordt een separate liftmast naast de mast 30 van de hijskraan opgetrokken en om de 12 meter aan deze verankerd middels een ankerrek. Langs de liftmast is een liftkooi verticaal verplaatsbaar waarbij de liftmast als geleiding dienst doet. Op de gewenste uitstaphoogte is aan de buitenzijde van de kraanmast onder de besturingsruimte een uitstapbordes gemonteerd via welke de machinist vanuit de liftkooi het 35 inwendige van de kraanmast kan bereiken voor het via de laatste trappen binnen de kraanmast bereiken van de besturingsruimte bovenop de kraanmast.
1017257 2
Aan een dergelijk systeem kleven diverse bezwaren. Vanwege de liftmast en het uitstapbordes, die permanent aanwezig zijn langs de kraanmast, wordt de belasting uitgeoefend door de wind op de hijskraan inclusief het liftsysteem aanmerkelijk vergroot. Daarnaast vergt de opbouw van het 5 systeem relatief veel tijd. Zo blijkt in de praktijk de opbouw van een hijskraan op zich bijvoorbeeld ongeveer 1 dag in beslag te nemen, terwijl de opbouw van het liftsysteem 1% a 2 dagen in beslag neemt.
Het liftsysteem beschreven in het Nederlandse octrooi NL-C-1010908 heft een deel van deze bezwaren op, echter niet zonder hier 10 nieuwe bezwaren voor in de plaats te stellen. In genoemd octrooi schrift wordt een 1 iftkooigeleidingsstelsel beschreven waarbij een tweetal geleidekabels gespannen tussen twee uithouders boven- en onderaan de kraanmast zorgdragen voor geleiding van de liftkooi. Separaat is een hijsinstallatie voorzien. Voor het horizontaal houden van de vloer van 15 de liftkooi worden de geleidekabels middels spanmiddelen op een geschikte spanning gebracht. Ook aan een dergelijk systeem kleven diverse nadelen. In dit verband wordt met name vermeld dat, vanwege de relatief grote afstand tussen de liftkooi en de kraanmast er bij stroomuitval een ongewenst grote overgang is tussen de kraanmast en de liftkooi waardoor 20 evacuatie van personen niet zonder gevaar is. Daarnaast vergroot het toepassen van kabels als geleidingselementen het gevoel voor onveiligheid, gezien het inherente flexibele gedrag van kabels. Weliswaar zullen deze zich steeds stijver gaan gedragen naarmate de spanmiddelen de spanning in de kabels doen toenemen, echter hierdoor wordt eveneens het buigend 25 moment op de kraanmast vergroot, hetgeen tot een ongewenst grote mechanische belasting op de kraanmast en zijn rotatielagering kan leiden.
Tenslotte wordt nog melding gemaakt van systemen zoals beschreven in de Duitse terinzagelegging DE 3 721 673 Al en de internationale octrooiaanvrage WO91/04220. Hierin wordt een kraansysteem 30 beschreven waarbij de besturingsruimte zich aan de buitenzijde van de kraanmast bevindt. De besturingsruimte is om de kraanmast beweegbaar middels een rondgeleiding voor het volgen van de bewegingen van de giek. De rondgeleiding is op zijn beurt weer verticaal geleidbaar langs de mast zodat de besturingsruimte zich continu op dezelfde hoogte als de last van 35 de betreffende hijskraan kan bevinden. Voor het verticaal verplaatsen langs de kraanmast van de rondgeleiding met de besturingsruimte bevindt zich 10 1 7257 3 op deze besturingsruimte een aandrijfmotor met een haspel voor een kabel die via een uitstekend deel met de giek is verbonden. Ook aan dit systeem zijn nadelen verbonden. Het verticaal verplaatsbare deel heeft een aanzienlijk gewicht gelegen tussen de 3000 en 4000 kilo waardoor een 5 hijssysteem met een relatief hoog vermogen moet worden toegepast. Daarnaast wordt, vanwege de zich buiten de kraanmast uitstrekkende besturingsruimte, de windbelasting alsmede het zijdelingse buigend moment op de kraan vergroot. In het geval van storingen tenslotte is het voor de machinist gevaarlijk om vanuit de besturingsruimte in het inwendige van de kraanmast 10 te geraken alwaar zich de trappen naar beneden bevinden. Dit gevaar bestaat er enerzijds in dat er geen korte overgang is tussen de besturingsruimte en de kraanmast, terwijl er anderzijds het gevaar bestaat dat de machinist knel komt te zitten tussen de rondgaande delen en de vaste delen van het systeem die ten opzichte van elkaar bewegen zodra de kraan autonoom 15 zichzelf in een windvrije positie zet.
De uitvinding beoogt nu een hijskraan volgens de aanhef te verschaffen, met al dan niet in voorkeursuitvoeringen, een veilig en stabiel liftsysteem voor de machinist met een beperkt gewicht en een zeer beperkte windgevoeligheid. Daarnaast dient het systeem relatief eenvoudig 20 van constructie te zijn waardoor ook de kosten van het systeem beperkt blijven en het systeem in korte tijd, bijvoorbeeld binnen een dag, opgebouwd kan worden. Hiertoe wordt de hijskraan volgens de uitvinding gekenmerkt doordat de transportmiddelen zich verticaal uitstrekkende geleidingen omvatten die deel uitmaken van de mast, alsmede een zich langs 25 de mast uitstrekkend drager voorzien van loopmiddelen voor geleidende samenwerking met de geleidingen, een liftcabine star verbonden met de drager aan de buitenzijde ervan en aandrijfmiddelen voor het verticaal verplaatsen van de drager met liftcabine langs de mast.
Met voordeel wordt volgens de uitvinding gebruik gemaakt 30 van de mast zelf als geleidend element voor een drager waarmee de liftcabine star is verbonden. Toepassing van een separate liftmast is hierdoor overbodig. Vanwege de geleidende samenwerking tussen de geleidingen en de loopmiddelen is het tevens mogelijk dat de liftcabine zich relatief dicht bij de mast kan bevinden voor het veilig oversteken 35 van de machinist tussen de liftcabine en de mast. De geleidingen kunnen worden gevormd door inherente onderdelen van de mast, maar kunnen ook 1101 7 2 57 4 worden gevormd door separate geleidingselementen, bijvoorbeeld in de vorm van uitstekende profieldelen, die zijn bevestigd aan de mast.
Volgens een zeer voordelige uitvoeringsvorm wordt de hijskraan gekenmerkt doordat de liftcabine is voorzien van een naar de 5 mast gerichte afsluitbare opening voor passage van de machinist. Een dergelijke configuratie draagt er zorg voor dat de machinist zich over een zo kort mogelijke afstand buiten zowel de liftcabine en de mast hoeft te bevinden tijdens het overstappen van de een naar de ander.
De veiligheid van de hijskraan neemt verder toe indien 10 de liftcabine is voorzien van een loopbordes dat zich uitstrekt tussen de opening en de mast. Een dergelijk loopbordes kan zowel vast met de liftcabine zijn verbonden als scharnierbaar, waarbij het mogelijk is om slechts een geringe tussenruimte tussen het loopbordes en de mast te laten bestaan.
15 De geleidingen worden zeer voordelig gevormd door verticale hoekstaanders van de mast. Hierbij wordt opgemerkt dat vrijwel iedere kraanmast een vierkante horizontale doorsnede heeft met op de hoekpunten hoekstaanders.
De loopmiddelen worden geschikt gevormd door loopwielen 20 die een soepele geleiding met beperkte weerstand van de drager langs de kraanmast mogelijk maken.
De hijskraan wordt bij voorkeur gekenmerkt doordat de drager wordt gevormd door een kokerachtige constructie die zich om de mast heen uitstrekt. Een dergelijke kokerachtige constructie waarborgt een 25 stabiele geleiding van de liftcabine langs de kraanmast.
Bij toepassing van een kokerachtige constructie als drager hebben de loopwielen volgens een bijzondere voorkeursuitvoeringsvorm rotatie-assen die gelegen zijn parallel aan een horizontale diagonaal van de mast. Hierdoor kunnen de loopwielen aangrijpen op de buitenste verticale 30 hoekranden van de verticale hoekstaanders welke verticale hoekranden in het algemeen vrij zijn van onregelmatigheden zoals bevestigingsbouten zoals deze veelal op de zijkanten van de verticale hoekstaanders zijn aangebracht.
Bij een dergelijke geleiding geniet het de voorkeur 35 indien de loopwielen in hoofdzaak de vorm van een diabolo hebben waardoor 1017257 5 de loopwielen als het ware vormgesloten kunnen aangrijpen om de buitenste verticale hoekranden van de verticale hoekstaanders.
De mast van een hijskraan is in zijn algemeenheid opgebouwd uit segmenten met dezelfde lengte. Om zelfs tijdens passage langs 5 een overgang tussen dergelijke segmenten een goed geleidend contact te houden tussen de loopmiddelen en de geleidingen, voor zover deze worden gevormd door randen of vlakken van de segmenten zelf, zijn de transportmiddelen bij voorkeur voorzien van veermiddelen die werkzaam zijn tussen de loopmiddelen en de drager voor het onder voorspanning aandrukken van 10 de loopmiddelen tegen de geleidingen.
Een zeer voordelige uitvoeringsvorm van de aandrijf-middelen wordt verkregen indien deze een aandrijfkabel omvatten die is gespannen tussen de onderzijde en bovenzijde van de mast en geslagen is om tenminste een wrijvingswiel dat door een aandrijfmotor roteerbaar is 15 gelegerd ten opzichte van de liftcabine. Het grote voordeel van een dergelijke aandrijving ten opzichte van een aandrijving met een haspel, zoals bijvoorbeeld geopenbaard in de besproken aanvrage WO 91/04220, is dat toepassing van de haspel achterwege kan blijven. Toepassing van een haspel is enerzijds storingsgevoelig maar vergt anderzijds ook veel ruimte 20 en gewicht op grote hoogte. Hierbij dient men zich te bedenken dat in het geval van persoonlijk vervoer regelgeving veelal vereist dat maximaal twee lagen windingen van een kabel op een haspel mogen worden opgewonden, waardoor met name bij hogere hijskranen zeer brede haspels nodig zouden zijn.
25 Ter verhoging van de veiligheid is bijvoorbeeld een veiligheidskabel voorzien die is gespannen tussen de onderzijde en bovenzijde van de mast en dat aan de liftcabine bevestigde beveiligings-middelen zijn voorzien waardoorheen de veiligheidskabel zich uitstrekt en die blokkerend aangrijpen op de veiligheidskabel zodra de relatieve 30 snelheid tussen de liftcabine en de veiligheidskabel hoger wordt dan een drempelwaarde. Een geschikte drempelwaarde zou bijvoorbeeld 20 meter per minuut kunnen zijn. Dergelijke beveiligingsmiddelen zijn op zich bekend en voorkomen dat een liftcabine een vrije val zou maken bij onverwachts uitvallen van het liftsysteem.
1017257 6
Bij voorkeur grijpt de aandrijfkabel en/of de veiligheidskabel aan op de bovenzijde van mast onder de besturingsruimte, zodat het zicht van de machinist niet wordt belemmerd door kabels.
Tevens grijpt de aandri jfkabel en/of de veil igheidskabel 5 bij voorkeur tenminste 2,5 meter boven grondniveau aan op de onderzijde van de mast. Ter voorkoming van vandalisme kan dit niveau nog verder worden verhoogd tot bijvoorbeeld tenminste 4,0 meter.
Ter beperking van de windbelasting bevindt tenminste de aandrijfkabel zich bij voorkeur op een maximale afstand van 0,5 meter 10 van de mast. Binnen deze halve meter bevindt de aandrijfkabel zich, afhankelijk van de windrichting, nog binnen de schaduwwerkingssfeer van de mast zelf en zal deze minder de neiging hebben om te klapperen.
Het is eveneens zeer voordelig indien de aandri jfkabel zich uitstrekt tussen de mast en de liftcabine. Hierdoor is het mogelijk 15 dat de aandrijfkabel, waar de combinatie van de drager en de liftcabine feitelijk aan hangt, zich uitstrekt door het zwaartepunt van de combinatie van de drager en de liftcabine. Hierdoor wordt schrankwerking van de drager op de mast voorkomen. Afhankelijk van de geometrie en de gewichtsverdeling van de drager en de liftcabine kan het zijn dat de aandri jfkabel 20 zich uitstrekt tussen de drager en de mast of tussen de drager en de liftcabine.
Een voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding zal nu nader worden toegelicht aan de hand van de navolgende figuren.
Figuur 1 toont in perspectivisch aanzicht een hijskraan 25 volgens de uitvinding.
Figuur 2 toont in perspectivisch aanzicht een deel van het liftsysteem.
Figuur 3 toont figuur 2 in bovenaanzicht waarbij de dakplaat van de liftcabine ten dele is weggebroken.
30 Figuur 4 toont schematisch een vooraanzicht van het liftsysteem waarin ter toelichting extra een aantal aan de naar de mast gerichte zijde bevestigde componenten is weergegeven.
Figuur 5 toont een geleidingsdeel van het liftsysteem.
Hijskraan 1 in figuur 1 omvat een kraanmast 2 waarvan 35 het middelste deel niet is weergegeven en een giek 3 waarvan het lastdragende voorste uiteinde niet is weergegeven. Kraanmast 2 is aan zijn 101725? 7 onderzijde opgenomen in een stabilisatievoet 4 omvattende betonnen platen 5. Bovenop de mast 2, vlak onder giek 3, is een besturingsruimte 6 voor de machinist van de hijskraan 1 aanwezig die tezamen met giek 3 roteerbaar is ten opzichte van mast 2 om een as die samenvalt met de hartlijn van 5 mast 2. Voor het transporteren van de machinist van en naar de besturingsruimte 6 is een liftsysteem 7 voorzien dat een vierkant kokerachtig raamwerk 8 omvat dat de mast 2 omgeeft en is een star aan het raamwerk 8 verbonden liftcabine 9 voorzien.
In figuur 2 is het liftsysteem 7 meer in detail 10 weergegeven. Mast 2 bestaat uit een viertal verticale staanders 10 gevormd door vierkante kokerprofielen. De staanders 10 worden met hun naburige staanders 10 verbonden middels liggers 11 en diagonalen 12 waardoor de mast de benodigde stijfheid verkrijgt. Mast 2 is opgebouwd uit een aantal segmenten van ruim 4 meter lengte, waarvan in figuur 2 vrijwel een geheel 15 segment is weergegeven. De mast 2 wordt omgeven door het raamwerk 8. Raamwerk 8 is opgebouwd uit horizontale kokers 13, verticale strippen 14 en schoorkokers 15. Horizontale kokers 13 bevinden zich op twee verschillende verticale niveaus, waarbij de afstand tussen beide niveaus circa 1,5 meter bedraagt.
20 Liftcabine 9 is star met raamwerk 8 verbonden. In figuur 2 is door het raam 16 aan de buitenzijde van de liftcabine 9 nog een deel zichtbaar van een raam 17 dat is opgenomen in een naar de mast gekeerde schuifdeur van de liftcabine 9. Op de acht hoekpunten van raamwerk 8 bevinden zich loopwielen 18 die diagonaal naar elkaar zijn gericht en 25 aanlopen tegen de buitenranden 19 van verticale staanders 10.
In figuur 5 is een loopwiel inclusief zijn ophanging meer in detail weergegeven. Loopwiel 18 is voorzien van een groef 20 waardoor een bodemvlak 21 en twee, zich vanuit het bodemvlak 21 uitstrekkende schuine vlakken 22 zijn ontstaan. In bedrijf loopt bodemvlak 30 21 aan tegen de betreffende buitenrand 19. Schuine vlakken 22 zorgen voor een opsluiting van het raamwerk 8 om mast 2. Loopwiel 18 is roteerbaar gelegerd tussen twee lagerplaten 23 die zich uitstrekken vanaf de voorzijde van een kokervormig telescopisch deel 24. Telescopisch deel 24 is verschuifbaar binnen kokervormig vast deel 25 die vast is verbonden met 35 schetsplaat 26 en afsteunplaat 27. Tussen de afsteunplaat 27 en telescopisch deel 24 is binnen vast deel 25 een niet nader getoonde 1017257 8 drukveer werkzaam waardoor continu contact tussen het bodemvlak 21 van loopwiel 18 en buitenrand 19 van staander 10 kan worden gewaarborgd. Bevestiging van loopwiel 18 kan plaatsvinden door schetsplaat 26 te bevestigen aan raamwerk 8 ter plaatse van horizontale kokers 13.
5 Behalve hijskranen met vierkante masten, worden ook hijskranen met ronde masten toegepast zij het in veel mindere mate. Bij dergelijke ronde masten bevinden zich buisvormige verticale staanders aan de buitenomtrek van de mast. Bij een dergelijke hijskraan kunnen voordelig loopwielen worden toegepast met een hol loopoppervlak die de straal van 10 de buisvormige staander volgt waardoor vergelijkbare voordelen worden bereikt als bij toepassing van diabolovormige loopwielen bij vierkante masten.
Zoals met name in figuur 3 duidelijk is weergegeven strekken zich tussen de liftcabine 9 en de mast 2, meer specifiek tussen 15 het raamwerk 8 en mast 2, een aandrijfkabel 28 en een veiligheidskabel 29 uit. In figuur 1 zijn de aandrijfkabel 28 en de veiligheidskabel 29 weergegeven door een dikke lijn 30. Zoals uit figuur 1 blijkt zijn de kabels 28, 29 gespannen tussen de onderzijde van mast 2 en de bovenzijde van mast 2. Aan de onderuiteinden van de kabels die zich op circa 2,5 meter 20 boven het niveau van de bovenste betonplaat 5 bevinden zodat er geen gevaar is dat een persoon bekneld raakt tussen de liftcabine 9 en de bovenste betonplaat 5, strekken de kabels zich uit door aan de mast bevestigde respectievelijke ogen. Onder de ogen zijn aan de kabels gewichten bevestigd van circa 10 kg. Aan de bovenzijde grijpen de kabels 28, 29 aan direct 25 onder de besturingsruimte 6 via een niet nader getoond uitstekend deel op de mast. Aandrijfkabel 28 is binnen aandrijfkast 31 geslagen om een wrijvingswiel schematisch weergegeven door gestippelde cirkel 35 in figuur 4 welke om een horizontale as kan worden aangedreven door aandri jf-motor 32. Aandrijving van het wri jvingswiel heeft tot gevolg dat het 30 raamwerk 8 met daaraan vast de liftcabine 9 zich langs de mast 2 zal verplaatsen. Loopwielen 18 dragen hierbij zorg voor de noodzakelijke geleiding op de buitenranden 19 van staanders 10.
Veil igheidskabel 29 strekt zich uit door een veiligheidskast 33 waarbinnen niet nader getoonde bekken werkzaam kunnen 35 zijn die op zuiver mechanische indicatie op veiligheidskabel 29 kunnen aangrijpen zodra de snelheid tussen de bekken en de veiligheidskabel 29 1017257 9 te hoog wordt, bijvoorbeeld hoger dan 20 meter per minuut. Een dergelijke beveiliging is op zich bekend. In figuur 3 is tevens duidelijk het oversteekbordes 34 zichtbaar dat vast is bevestigd aan de liftcabine 9 ter plaatse van de deur ervan. Vanwege de starre geleiding tussen de mast 5 2 en raamwerk 8 kan het oversteekbordes 34 zich uitstrekken tot op slechts enkele centimeters van de mast 2.
In bedrijf neemt de machinist via niet nader getoonde trappen in het inwendige van mast 2 in de, zich enkele meters boven de stabilisatievoet 4 bevindende, liftcabine plaats, waarna door aandrijving 10 van het wrijvingswiel door aandrijfmotor 32 de liftcabine 9 zich omhoog verplaatst tot vlak onder de besturingsruimte 6. Daar verlaat de machinist de liftcabine 9 via oversteekbordes 34 om de laatste meters per trap naar de besturingsruimte 6 af te leggen. Vervolgens keert de liftcabine 9 onbemand naar beneden terug, ter beperking van de windbelasting. Zodra 15 hier behoefte toe is kan de machinist de liftcabine 9 weer naar boven laten komen, hierin plaatsnemen en zich naar beneden laten transporteren. Indien onverhoopt onderweg een technische storing optreedt waardoor de liftcabine vast komt te zitten, is het voor de machinist relatief eenvoudig en veilig mogelijk om via oversteekbordes 34 het inwendige van de mast 2 te bereiken 20 alwaar de machinist zich via de trappen naar beneden kan bewegen.
1017257

Claims (15)

1. Hijskraan voorzien van een verticale mast met aan zijn bovenzijde een horizontale, om een verticale zich door de mast 5 uitstrekkende as, roteerbare giek, een besturingsruimte aan de bovenzijde van de mast van waaruit een machinist van de hijskraan deze kan besturen en transportmiddelen voor het langs de mast transporteren van de machinist, met het kenmerk, dat de transportmiddelen zich verticaal uitstrekkende geleidingen omvatten die deel uitmaken van de mast, alsmede een zich langs 10 de mast uitstrekkende drager voorzien van loopmiddelen voor geleidende samenwerking met de geleidingen, een liftcabine star verbonden met de drager aan de buitenzijde ervan en aandrijfmiddelen voor het verticaal verplaatsen van de drager met liftcabine langs de mast.
2. Hijskraan volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat 15 de liftcabine is voorzien van een naar de mast gerichte afsluitbare opening voor passage van de machinist.
3. Hijskraan volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de liftcabine is voorzien van een loopbordes dat zich uitstrekt tussen de opening en de mast.
4. Hijskraan volgens conclusie 1, 2 of 3, met het kenmerk, dat de geleidingen worden gevormd door verticale hoekstaanders van de mast.
5. Hijskraan volgens conclusie 1, 2, 3 of 4 met het kenmerk, dat de loopmiddelen worden gevormd door loopwielen.
6. Hijskraan volgens één der voorgaande conclusies, met 25 het kenmerk, dat de drager wordt gevormd door een kokerachtige constructie die zich om de mast heen uitstrekt.
7. Hijskraan volgens conclusie 4, 5 en 6, met het kenmerk, dat de loopwielen rotatie-assen hebben gelegen parallel aan een horizontale diagonaal van de mast.
8. Hijskraan volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat de loopwielen in hoofdzaak de vorm van een diabolo hebben.
9. Hijskraan volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de transportmiddelen zijn voorzien van veermiddelen die werkzaam zijn tussen de loopmiddelen en de koker voor het onder 35 voorspanning aandrukken van de loopmiddelen tegen de geleidingen. 101 7257 4
10. Hijskraan volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de aandrijfmiddelen een aandrijfkabel omvatten die is gespannen tussen de onderzijde en bovenzijde van de mast en geslagen is om tenminste een wrijvingswiel dat door een aandrijfmotor roteerbaar is 5 gelegerd ten opzichte van de liftcabine.
11. Hijskraan volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat een veiligheidskabel is voorzien die is gespannen tussen de onderzijde en bovenzijde van de mast en dat aan de liftcabine bevestigde beveiligingsmiddelen zijn voorzien waardoorheen de veiligheidskabel zich 10 uitstrekt en die blokkerend aangrijpen op de veiligheidskabel zodra de snelheid tussen de liftcabine en de veiligheidskabel hoger wordt dan een drempelwaarde.
12. Hijskraan volgens conclusie 10 of 11, met het kenmerk, dat de aandri jfkabel en/of de veiligheidskabel aangrijpt op de bovenzijde 15 van mast onder de besturingsruimte.
13. Hijskraan volgens conclusie 10, 11 of 12 met het kenmerk, dat de aandri jfkabel en/of de veil igheidskabel aangrijpt tenminste 2,5 meter boven grondniveau.
14. Hijskraan volgens een van de conclusies 10 tot en met 20 13, met het kenmerk, dat tenminste de aandrijfkabel zich op een maximale afstand van 0,5 meter van de mast bevindt.
15. Hijskraan volgens een van de conclusies 10 tot en met 14, met het kenmerk, dat tenminste de aandrijfkabel zich uitstrekt tussen de mast en de liftcabine. 1017287
NL1017257A 2001-02-01 2001-02-01 Hijskraan. NL1017257C2 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1017257A NL1017257C2 (nl) 2001-02-01 2001-02-01 Hijskraan.

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1017257 2001-02-01
NL1017257A NL1017257C2 (nl) 2001-02-01 2001-02-01 Hijskraan.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1017257C2 true NL1017257C2 (nl) 2002-08-02

Family

ID=19772832

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1017257A NL1017257C2 (nl) 2001-02-01 2001-02-01 Hijskraan.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL1017257C2 (nl)

Cited By (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP2724973A1 (de) * 2012-10-23 2014-04-30 Liebherr-Werk Biberach GmbH Kran
CN104973515A (zh) * 2015-07-05 2015-10-14 范志甫 一种起重机多节安全操作室及其操作方法

Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FR2405895A1 (fr) * 1977-10-17 1979-05-11 Potain Sa Elevateur monte-personnel et procede pour sa mise en oeuvre
DE3721673A1 (de) * 1985-12-03 1989-01-12 Leif Uno Loftmyr Vorrichtung am fuehrerhaus eines kranes
DE9107493U1 (nl) * 1991-06-18 1992-02-06 Anton, Rudolf, 7910 Neu-Ulm, De
FR2675196A1 (fr) * 1991-04-12 1992-10-16 Hek France Echelle de secours avec ascenseur incorpore.

Patent Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FR2405895A1 (fr) * 1977-10-17 1979-05-11 Potain Sa Elevateur monte-personnel et procede pour sa mise en oeuvre
DE3721673A1 (de) * 1985-12-03 1989-01-12 Leif Uno Loftmyr Vorrichtung am fuehrerhaus eines kranes
FR2675196A1 (fr) * 1991-04-12 1992-10-16 Hek France Echelle de secours avec ascenseur incorpore.
DE9107493U1 (nl) * 1991-06-18 1992-02-06 Anton, Rudolf, 7910 Neu-Ulm, De

Cited By (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP2724973A1 (de) * 2012-10-23 2014-04-30 Liebherr-Werk Biberach GmbH Kran
DE102012020819A1 (de) * 2012-10-23 2014-05-08 Liebherr-Werk Biberach Gmbh Kran
US9809422B2 (en) 2012-10-23 2017-11-07 Liebherr-Werk Biberach Gmbh Crane
CN104973515A (zh) * 2015-07-05 2015-10-14 范志甫 一种起重机多节安全操作室及其操作方法

Similar Documents

Publication Publication Date Title
CA2805399C (en) Lift unit for ascending and descending a scaffold
JP3202055B2 (ja) シャフト装置取付け用エレベータシャフト内で移動可能な組み立て足場
US4696371A (en) Bridge bottom inspection apparatus
EP0106506A1 (en) Vertically movable working platform
AU2017346647B2 (en) Work vehicle including suspended platform
AU2013201212A1 (en) Motorized height access device for tower cranes
US20140246271A1 (en) Extension ladder incorporating a winch-operated elevator
CN115627916A (zh) 建筑施工用升降脚手架
NL1017257C2 (nl) Hijskraan.
CN213085256U (zh) 一种悬挂小车单梁门式起重机
WO2012006694A1 (en) Lift system for use in a scaffold
JPH04244173A (ja) 移動式クレーン車に取付け可能な踊り場
JP2620123B2 (ja) 建築工事用仮設揚重装置
JPH0530758B2 (nl)
JP6095410B2 (ja) バリアフリー乗下船設備
NL1013178C1 (nl) Gevelafschermingsysteem.
CN113697732A (zh) 外墙处理装置
CN217377203U (zh) 一种具有防坠落功能的堆垛机
NL1011375C2 (nl) Inspectiebordes.
US20190277043A1 (en) Work platform comprising a crane device
NL2007349C2 (nl) Transportinrichting en -systeem, alsmede werkwijze voor de toepassing daarvan.
GB2604094A (en) Improved fall arrest apparatus and method
JPS63315493A (ja) 建築用タワ−クレ−ン
CN113086100A (zh) 一种舱口防坠落装置
JPH0745778B2 (ja) リフト用蓮台の昇降方法と装置

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
VD1 Lapsed due to non-payment of the annual fee

Effective date: 20050901