NL1017120C2 - Werkwijze voor het telen van bolgewas. - Google Patents

Description

!

Werkwijze voor het telen van bolgewas.

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het telen van een bolgewas, omvattende het in een substraat plaatsen daarvan en het plaatsen van het 5 substraat met gewas in een cel bij het toevoegen van water.

Een dergelijke werkwijze wordt bijvoorbeeld voor het telen van irissen, lelies en hyacinten gebruikt. Bij het opkweken van irissen en andere bolgewassen worden deze na preparatie in het koelhuis ontsmet en in de volle grond geplant in kassen. Daarna duurt het ongeveer tien weken voor deze in bloei komen. Dat wil zeggen de ruimte in 10 de kassen dient gedurende tien weken gebruikt te worden. De ruimte in kassen is kostbaar. Bovendien gaat zeker in koudere omgevingen verhoudingsgewijs veel energie verloren en zijn de stookkosten van groot belang voor de kostprijs van dergelijke gewassen. Bovendien wordt het voor bepaalde gewassen steeds moeilijker personeel te vinden voor het poten en oogsten. Zo worden bijvoorbeeld irissen door personeel dat 15 op de knieën steunt, geplant. Door overheidsinstanties wordt dit werk steeds minder acceptabel geacht.

In het verleden is getracht bolgewassen zoals irissen aan te brengen in een houder waarin gaas op enige afstand van de bodem gespannen is. Het gewas wordt op het gaas geplaatst en op enigerlei wijze overeind gehouden. Onder het gaas wordt water 20 aangebracht en het gewas kan in dit water dat bijvoorbeeld met een eb- vloedsysteem * werkt, wortelen. Dergelijke houders werden in cellen opgeslagen Door een dergelijke opslag in houders die bijvoorbeeld boven elkaar geplaatst kunnen worden, kunnen bijzonder veel gewassen op een zeer kleine ruimte aangebracht worden. Daardoor neemt de energiebehoefte per gewas aanzienlijk af. Bovendien kunnen de 25 omstandigheden waaronder een dergelijke gewas groeit, nauwkeurig geregeld worden.

Gebleken is echter dat gewassen die geplaatst worden op gaas onwenselijke groeiontwikkelingen geven. Stengels blijken dun en kort te worden zodat dergelijke gewassen bijzonder moeilijk te verkopen zijn. Bovendien bestaat het probleem dat bij het verwijderen van het gewas de wortels los van het gaas gesneden moeten worden 30 omdat deze met het gaas verstrengeld zijn.

Het is het doel van de onderhavige uitvinding deze nadelen te vermijden. Dit doel wordt bij een hierboven beschreven werkwijze verwezenlijkt doordat het substraat een 1017120 2 korrelig materiaal omvat, dat bij het aanbrengen van het bolgewas ten minste gedeeltelijk verplaatst wordt teneinde de onderzijde van het gewas op te nemen.

Door het gebruik van korrelig materiaal waarin het bolgewas enige mate ingedrukt wordt, ontstaat niet langer het probleem van het verwijderen van het gewas 5 na de teelt. Bovendien is verrassenderwijs gebleken dat de nadelen aangetroffen in de stand der techniek zijnde een inferieur produkt niet langer optreden. Het gewas kan thans een aanzienlijk deel van de levensduur daarvan in cellen opgeslagen worden met alle voordelen vandien.

Bijvoorbeeld irissen hoeven niet langer tien weken in een kas te staan maar 10 kunnen drie tot vier weken in een cel aangebracht worden. Daarna kan het gewas gedurende korte tijd in de kas gebracht worden. Daardoor is het eveneens mogelijk het gewas in de kas op tafels te kweken.

Het korrelige materiaal kan elk in de stand der techniek bekend materiaal zijn. Bovendien kan in extra Ondersteuning voor het gewas voorzien worden. Deze extra laag kan uit hetzelfde of uit een afwijkend materiaal bestaan.

Volgens een van voordeel zijnde uitvoering van de uitvinding omvat het korrelachtige materiaal kalkhoudend materiaal. Meer in het bijzonder is gebleken dat schelpen een bijzonder positief effect hebben op groei en ontwikkeling van het gewas.

20 Vanzelfsprekend is de houder waarin het korrelvormig materiaal aangebracht is, voorzien van watertoevoer en afvoermiddelen. De temperatuur in de cel zal afhankelijk van het gewas op optimale wijze gekozen worden.

Door het opkweken in een houder kan een bijzonder hoge dichtheid van gewas verkregen worden. Als voorbeeld wordt voor irissen een waarde van 300 gewassen per 25 m2 genoemd. Verrassenderwijs is gebleken dat indien de temperatuur in de cel waarin de gewassen in de houders aangebracht zijn, wat hoger gekozen wordt, de temperatuur in de kas later wat lager gekozen kan worden. Daardoor kunnen verdere besparingen op stookkosten verkregen worden omdat het minder energie kost om een cel te verwarmen dan een deel van een kas.

30 Nadat het gewas volgroeid is, kan dit uit het korrelachtige materiaal genomen worden. Eventueel nog aanhechtend korrelig materiaal kan met behulp van trilsystemen van de wortels los gemaakt worden. Daarna kan het korrelig materiaal op enigerlei wijze gereinigd worden bijvoorbeeld met stomen of op andere wijze onschadelijke 1017120 3 bacteriën en dergelijke te verwijderen. Daarna kan het korrelige materiaal opnieuw gebruikt worden.

Indien de hierboven beschreven schelpen toegepast worden, in het bijzonder bij het opkweken van irissen worden bijvoorkeur schelpen gebruikt met een afmeting van 5 5 -20 mm.

Door de gecontroleerde omstandigheden waaronder het gewas in een cel kan opgroeien en in verhoudingsgewijs korte tijd dat het gewas in de kas verkeert, samen met het op eenvoudige wijze kunnen reinigen van het substraat, is het mogelijk een aanzienlijke besparing op bestrijdingsmiddelen te verwezenlijken waardoor teelt van 10 dergelijke gewassen milieuvriendelijker wordt.

Hoewel hierboven beschreven is dat de uitvinding in het bijzonder toepasbaar is voor irissen, is het ook mogelijk deze voor andere bolgewassen, knollen en andere bewortelde gewassen toe te passen.

Een voorbeeld van de werkwijze volgens de uitvinding is in bijgaande figuren 1-3 15 afgebeeld.

Daarbij toont fig. 1 een bolgewas 1 zoals een iris. Met 2 is een houder aangegeven voorzien van een enigszins op afstand van de bodem aangebrachte waterafvoer 5. In de houder wordt een laag 3 schelpen gestort. De hoogte van deze laag is ongeveer 3 cm. Vervolgens wordt het bolgewas 1 in deze schelpen gedrukt op 20 zodanige wijze dat de wortels zich bij voorkeur onder het schelpenniveau bevinden (fig. 2). Daarna wordt een tweede laag korrelig materiaal zoals schelpen, welke eventueel een andere afmeting of andere kwaliteit kunnen hebben, aangebracht en deze is met 4 aangegeven (fig. 3). De hoogte van deze laag kan eveneens ongeveer 3 cm zijn. Indien vervolgens water in de houder aangebracht wordt, kan dit tot een niveau 25 bepaald door de waterafvoer 5 stijgen. Daarna kan de houder in een cel gebracht worden en aldan niet regelmatig van verder water voorzien worden.

De verblijftijd in een cel kan bijvoorbeeld 3-4 weken zijn, waarna het gewas in de kas onder omstandigheden met licht kan volgroeien. Dit kan gebeuren door het aanbrengen op speciale kweektafels. Daarbij blijft het gewas bij voorkeur in de houders 30 2.

Hoewel de uitvinding hierboven aan de hand van een voorkeursuitvoering beschreven is, zullen bij degene bekwaam in de stand der techniek dadelijk varianten opkomen die voor de hand liggend zijn na het bovenstaande en liggen binnen het bereik 1017120 4 van de bijgaande conclusies. Zo is het mogelijk de kweekmethode volgens de onderhavige uitvinding te combineren met enige andere in de stand der techniek bekende methoden voor het telen, oogsten en uitvoeren van andere mechanische handelingen aan gewassen.

1017120

Claims (12)

1. Werkwijze voor het telen van een bolgewas, omvattende het in een substraat plaatsen daarvan en het plaatsen van het substraat met gewas in een cel bij het 5 toevoegen van water, met het kenmerk, dat het substraat een korrelig materiaal omvat, dat bij het aanbrengen van het bolgewas ten minste gedeeltelijk verplaatst wordt teneinde de onderzijde van het gewas op te nemen.

2. Werkwijze volgens conclusie 1, omvattende het na het plaatsen in een substraat aanbrengen van een steun voor dat bolgewas.

3. Werkwijze volgens conclusie 2, waarbij die steun een verdere laag korrelvoimig materiaal omvat,

4. Werkwijze volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij dat korrelvormige materiaal kalkhoudend is.

5. Werkwijze volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij dat korrelvormige 15 materiaal schelpen omvat.

6. Werkwijze volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij dat bolgewas lelies omvat

7. Werkwijze volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij dat bolgewas hyacinten omvat.

8. Werkwijze volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij dat bolgewas irissen omvat.

9. Werkwijze volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij dat bolgewas narcissen omvat.

10. Werkwijze volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij die laag een dikte 25 van ongeveer 3 cm heeft.

11. Werkwijze volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de temperatuur in die cel ongeveer 20° C is.

12. Schelpen te gebruiken bij een werkwijze voor het telen van een bolgewas, waarbij die schelpen in een houder gebracht worden en in die laag schelpen dat 30 bolgewas geplaatst wordt. 1017120