NL1016494C2 - Inrichting en werkwijze voor het bereiden van opgeschuimde melk. - Google Patents

Inrichting en werkwijze voor het bereiden van opgeschuimde melk. Download PDF

Info

Publication number
NL1016494C2
NL1016494C2 NL1016494A NL1016494A NL1016494C2 NL 1016494 C2 NL1016494 C2 NL 1016494C2 NL 1016494 A NL1016494 A NL 1016494A NL 1016494 A NL1016494 A NL 1016494A NL 1016494 C2 NL1016494 C2 NL 1016494C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
milk
heating
container
temperature
cup
Prior art date
Application number
NL1016494A
Other languages
English (en)
Inventor
Lambertus Jan Pezij
Original Assignee
Pezy Dev B V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Pezy Dev B V filed Critical Pezy Dev B V
Priority to NL1016494A priority Critical patent/NL1016494C2/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL1016494C2 publication Critical patent/NL1016494C2/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A47FURNITURE; DOMESTIC ARTICLES OR APPLIANCES; COFFEE MILLS; SPICE MILLS; SUCTION CLEANERS IN GENERAL
    • A47JKITCHEN EQUIPMENT; COFFEE MILLS; SPICE MILLS; APPARATUS FOR MAKING BEVERAGES
    • A47J43/00Implements for preparing or holding food, not provided for in other groups of this subclass
    • A47J43/10Egg-whisks; Cream-beaters, i.e. hand implements or hand-driven devices
    • A47J43/1075Hand-driven mixing devices with reciprocating or oscillating tools
    • A47J43/1081Hand-driven mixing devices with reciprocating or oscillating tools with rectilinearly reciprocating tools

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Food Science & Technology (AREA)
  • Apparatus For Making Beverages (AREA)
  • Food-Manufacturing Devices (AREA)

Description

Korte aanduiding: Inrichting en werkwijze voor het bereiden van opgeschuimde melk
De uitvinding heeft betrekking op inrichting volgens het inleidende gedeelte van conclusie 1 alsmede op een werkwijze volgens het inleidende gedeelte van conclusie 15. Een dergelijke inrichting en een dergelijke werkwijze zijn bekend uit het Amerikaanse octrooischrift 5 939 122.
5 Voor het opschuimen van melk voor gebruik als ingrediënt van "cappuccino" wordt meestal stoom of een mengsel uit stoom en lucht in de melk geblazen, waardoor deze opgewarmd wordt en opschuimt. Nadelig hieraan is, dat het genereren van stoom onder druk ofwel omslachtig is ofwel kostbare apparatuur vergt.
10 Teneinde deze bezwaren te ondervangen zijn diverse mechanische opschuimvoorzieningen voorgesteld, waarmee lucht in de melk kan worden gebracht onafhankelijk van het opwarmen van de melk.
In de Europese octrooiaanvrage 0 713 669 is bijvoorbeeld voorgesteld een beker met een heen en weer beweegbare plunjer toe te passen voor 15 het opschuimen van de melk. Ook het genoemde Amerikaans octrooischrift 5 939 122 beschrijft het gebruik van een dergelijke beker. Daarin wordt verder voorgesteld de melk koud of voorverwarmd op te kloppen en, indien de melk koud is opgeklopt maar warm melkschuim gewenst wordt, de opgeklopte melk in een magnetron oven te verwarmen.
20 Verder is uit de praktijk een klopper bekend die onder de benaming "Swizzle Stick" wordt aangeboden door de Amerikaanse firma Whittard of Chelsea. Deze klopper bestaat uit een speciaal gevormde garde aan een steel die bediend wordt door de steel tussen de vlakke handen te houden en deze ten opzichte van elkaar heen en weer te bewegen, zodat de steel en de 25 garde roterend heen en weer bewegen, waarbij de garde in de melk gehouden wordt.
Hoewel deze oplossingen effectief zijn in de zin dat deze het genereren van stoom onder druk overbodig maken, kleven ook daaraan in de A ; ·. ·'· /. "'· /1 I ü \ & o -· 2 praktijk verschillende nadelen.Het reinigen is omslachtig en tijdrovend en moet met grote frequentie worden uitgevoerd en het opschuimeffect varieert vrij sterk. Verder brandt de melk bij het opwarmen gemakkelijk aan.
Het is een doel van de uitvinding een oplossing te verschaffen 5 waarmee het bereiden van op geschuimde melk voor "cappuccino" eenvoudiger en betrouwbaarder kan worden uitgevoerd.
Dit doel wordt volgens de onderhavige uitvinding bereikt door een inrichting volgens conclusie 1 te verschaffen. Een dergelijke inrichting is speciaal geschikt om de werkwijze volgens conclusie 15 uit te voeren.
10 Door de melk op te warmen in de houder waarin deze tot opschui men wordt gebracht gaat minder warmte verloren dan bij het verwarmen van de melk in een aparte houder waarna de melk wordt overgebracht in de houder waarin de melk tot opschuimen wordt gebracht. Dat het verwarmen van de melk zo wordt beheerst dat de melk niet verder dan tot een maxi-15 mumtemperatuur in het genoemde bereik wordt verwarmd, is voordelig voor de betrouwbaarheid van de opschuimende werking en van de stabiliteit van het verkregen schuim. Verder wordt daardoor het aankoeken van melkbe-standdelen tegengegaan. Door dit laatste effect is de inrichting eenvoudig te reinigen en hoeft een volledige reiniging telkens pas uitgevoerd te worden 20 nadat een relatief groot aantal porties melk is opgeschuimd.
Verder is de warmteoverdracht in de melk bij opwarmen voorafgaand aan het opschuimen beter dan na het opschuimen, hetgeen voordelig is voor het tegengaan van plaatselijke oververwarming van de melk en voor het beperken van de opwarmtijd. Bij verwarmen van de melk tijdens het op-25 schuimen wordt lokale oververwarming tegengegaan door de mengwerking van de opschuimbehandeling. Ook deze mengwerking maakt het mogelijk een relatief groot vermogen toe te voeren en zo een korte opwarmtijd te realiseren zonder overmatige plaatselijke oververwarming van de melk. De benodigde opwarmtijd wordt bij toepassing van de uitvinding ook bekort, 3 doordat de melk slechts tot een relatief lage temperatuur verwarmd hoeft te worden.
Bijzonder voordelige uitwerkingen van de uitvinding zijn neergelegd in de afhankelijke conclusies.
5 Navolgend wordt de uitvinding nader geïllustreerd en toegelicht aan de hand van een uitvoeringsvoorbeeld met verwijzing naar de tekening, daarbij toont: fig. 1 een opengewerkt perspectivisch aanzicht van een inrichting volgens een eerste uitvoeringsvoorbeeld van de uitvinding, 10 fig. 2 een schematische, perspectivische weergave van een houder en een verwarming van een inrichting volgens een tweede uitvoeringsvoorbeeld van de uitvinding, fig. 3 een schematische, perspectivische, opengewerkte weergave van een houder en een verwarming van een inrichting volgens een derde 15 uitvoeringsvoorbeeld van de uitvinding, fig. 4 een schematische, perspectivische weergave van een inrichting volgens een vierde uitvoeringsvoorbeeld van de uitvinding, fig. 5 een schematische, perspectivische weergave van een houder en een verwarmingselement van een inrichting volgens een vijfde uitvoe-20 ringsvoorbeeld van de uitvinding, en fig. 6 een zijaanzicht in dwarsdoorsnede van een inrichting volgens een zesde uitvoeringsvoorbeeld van de uitvinding.
Allereerst wordt het in fig. 1 getoonde, op dit moment de meeste voorkeur genietende uitvoeringsvoorbeeld van de uitvinding besproken.
25 De in fig. 1 getoonde inrichting is samengesteld uit een houder in de vorm van een beker 1 voor het opnemen van melk, een opschuimstruc-tuur 2 voor het inbrengen van lucht in de melk in de beker en een verwar-mingseenheid 3 afzonderlijk van de opschuimstructuur 2. De beker 1 is uitgevoerd als een beker en vervaardigd uit roestvast staal. De uitvinding kan 30 ook uit een ander materiaal zijn vervaardigd, zoals aluminium of een kunst- i Π 1 .·' 'V; j;ei ü *J l Vj ‘V 7 ·,·* 4 stof, maar metaal geniet vanwege de goede warmte geleidende eigenschappen de voorkeur en van de metalen is roestvast staal aantrekkelijk vanwege de duurzaamheid in dagelijks gebruik. De opschuimstructuur 2 is samengesteld uit een deksel 4 voor het spatdicht afsluiten van de beker 1, een door 5 het deksel 4 heen reikende stang 5 met aan een uiteinde een handgreep 6 en aan het andere uiteinde een schijfvormige plunjer 7 met doorlaten 8. De verwarmingseenheid 3 van de inrichting volgens dit voorbeeld bevat als hoofdcomponenten een behuizing 13, een elektrisch verwarmingselement 10 en een thermostatische regeleenheid 11. De thermostatische regeleenheid is 10 ingericht voor het verwarmen van de melk in de beker tot een maximum temperatuur tussen 35 °C en 70 °C en bij voorkeur tussen 38 °C en 68 °C.
De thermostatische regeleenheid 11 kan eventueel instelbaar zijn, zodat de gebruiker de temperatuur tot welke de melk verwarmd wordt naar eigen keuze kan instellen.
15 Voor het verbinden van het verwarmingselement 10 en de thermo statische regeleenheid 11 met het lichtnet is de verwarmingseenheid 3 voorzien van een netsnoer 12.
De voorgestelde inrichting is speciaal geschikt voor het als volgt bereiden van opgeschuimde melk voor "cappuccino". Allereerst wordt melk 20 in de beker 1 gebracht. Deze melk kan bijvoorbeeld een bewaartemperatuur van ca. 4 °C of kamertemperatuur hebben. De beker 1 kan dan reeds op de verwarmingseenheid 3 staan of daarop geplaatst worden nadat de melk daarin is gebracht. Vervolgens wordt het verwarmen van de melk gestart door het verwarmingselement 10 in te schakelen. Dit kan geschieden door 25 een stekker van het netsnoer 12 in een wandcontactdoos te steken of door het bedienen van een (niet getoonde) schakelaar. Bij voorkeur na het opwarmen, maar desgewenst ook al tijdens het opwarmen van de melk in de beker 1 wordt de handgreep 6 een aantal keren snel heen en weer bewogen, waardoor de stang 5 met daaraan de plunjer 7 snel op en neer beweegt in de 30 beker 1 die de op te schuimen melk bevat. De melk in de beker 1 wordt * 5 daarbij tot opschuimen gebracht doordat lucht in de melk wordt gebracht en in de vorm van luchtbellen wordt ingesloten. Het verwarmen van de melk in de beker wordt daarbij begrensd tot een maximum temperatuur die ligt tussen 35 °C en 70 °C en bij voorkeur tussen 38 °C en 68 °C.
5 Door de melk op te warmen in de beker 1 waarin deze tot opschui men wordt gebracht hoeft geen opgewarmde melk overgebracht te worden in de beker 1 en worden bijbehorende warmteverliezen vermeden. Het is derhalve niet nodig de melk tot ver boven de gewenste serveer- of consumptie-temperatuur op te warmen. Van dit voordeel wordt gebruik gemaakt door 10 het verwarmen van de melk beheerst uit te voeren, zodat de melk niet verder dan tot een maximumtemperatuur in het genoemde bereik wordt verwarmd. Dat de melk tot een relatief lage maximum temperatuur wordt verwarmd is voordelig voor de betrouwbaarheid waarmee het beoogde op-schuimeffect en daarmee een stabiel schuim wordt verkregen. Bij verwar-15 men tot boven een temperatuur van 68 °C en vooral boven een temperatuur van 70 °C verbreken chemische verbindingen in de melk, waardoor deze niet goed meer tot opschuimen te brengen is. Verder is het beperken van de maximum temperatuur die bereikt wordt voordelig, omdat daardoor het aankoeken van de melk wordt tegengegaan. Door dit laatste effect is de in-20 richting eenvoudig te reinigen en hoeft het volledig reinigen niet veelvuldig uitgevoerd te worden. Wanneer melkschuim voor een aantal porties "cappuccino" moet worden bereid is het veelal voldoende de beker 1 en de opschuimstructuur 2 met enige regelmaat om te spoelen. Slechts wanneer de inrichting langere tijd niet gebruikt wordt is het wenselijk dat deze gron-25 dig gereinigd wordt met onder meer een reinigingsmiddel.
Bij toepassing van de voorgestelde werkwijze is het mogelijk het verwarmen van de melk relatief snel uit te voeren zonder dat daardoor plaatselijk substantiële oververwarming van de melk optreedt. De warmteoverdracht in de melk bij opwarmen voorafgaand aan het opschuimen is be-30 ter dan na het opschuimen, omdat de isolerende werking van de luchtbellen 6 in het schuim ontbreekt. Bij verwarmen van de melk tijdens het opschuimen wordt lokale oververwarming van de melk tegengegaan doordat de melk tijdens de opschuimbehandeling intensief wordt omgeroerd. In het bijzonder wanneer de temperatuur van de melk de gewenste maximum tempe-5 ratuur nadert is geforceerd mengen van de melk door de opschuimbehandeling effectiever voor het tegengaan van oververwarming dan warmtetransport door de niet-opgeschuimde melk. Het opschuimen van de melk wordt daarom bij voorkeur gestart voordat de melk de beoogde maximumtemperatuur heeft bereikt. De opwarmtijd is verder kort, doordat de melk slechts tot 10 weinig boven de gewenste serveertemperatuur hoeft te worden verwarmd.
Volgens het onderhavige voorbeeld wordt het verwarmen van de melk thermostatisch geregeld, doordat de thermostatische regeleenheid 11 de temperatuur van het als een opwarmplaat uitgevoerde verwarmingselement 10 aftast en het verwarmingselement 10 naar een lager vermogen 15 schakelt als de temperatuur daarvan een waarde overschrijdt die iets boven de beoogde maximum temperatuur van de melk ligt. Doordat de opwarmplaat 10 in intensief thermisch contact met de beker 1 en de zich daarin bevindende melk verkeert is de temperatuur van de opwarmplaat 10 nauw gerelateerd aan de temperatuur van de melk in de beker en derhalve een 20 betrouwbare indicatie van de melk in de beker.
Het is ook mogelijk de uitvinding zonder thermostatische regeling toe te passen, bijvoorbeeld door de effectieve warmteoverdracht naar de melk zo te kiezen dat de evenwichtstemperatuur de maximumtemperatuur vormt of benadert. Een thermostatische regeling van de energietoevoer kan 25 ook worden verkregen door een verwarmingselement met een positieve tem-peratuurscoëfficiënt toe te passen, waarin de regeling van de temperatuur is geïntegreerd. Dat de melktemperatuur in de houder 1 wordt afgetast en het verwarmen wordt geregeld in afhankelijkheid van de afgetaste melktemperatuur biedt echter het voordeel, dat de melk snel op gewarmd kan worden Η C' ' ' l·.' J.
7 tot de beoogde maximumtemperatuur zonder dat dit leidt tot oververwarmen van de melk.
In reactie op het bereiken van de afschakeltemperatuur kan de thermostatische regeleenheid 11 het verwarmingselement 10 geheel uit-5 schakelen of terugschakelen naar een lager vermogen. Het reduceren van het aan de melk toegevoerde vermogen tot een warmhoudvermogen, waarbij de melktemperatuur de bereikte maximale temperatuur niet overschrijdt geniet de voorkeur, omdat dan de melk warm gehouden wordt en de gebruiker het opschuimen of serveren van de melk enige tijd na het bereiken van 10 de maximumtemperatuur kan uitvoeren zonder dat de melk te sterk afgekoeld raakt. Het is ook mogelijk het verwarmingselement telkens opnieuw in te schakelen als de temperatuur van de melk onder een bepaalde temperatuur daalt.
Om het plaatselijk oververwarmen van melk in de houder verder 15 tegen te gaan is het mogelijk, het verwarmen uit te voeren met gedurende ten minste een eerste fase ten minste een eerste, aan de melk toegevoerd vermogen en, vanaf het bereiken van ten minste een bepaalde temperatuur van de melk, met gedurende ten minste een tweede fase ten minste een tweede, aan de melk toegevoerd vermogen dat geringer is dan het eerste 20 vermogen. De melk wordt dan, zolang deze vrij koud is, zeer snel verwarmd, hetgeen de totale opwarmtijd bekort. Wanneer de melk warm geworden is, wordt deze langzamer verder verwarmd, hetgeen het gevaar van plaatselijke oververwarming tegengaat. Een zeer snelle opwarming met een zeer gering gevaar van plaatselijke oververwarming van de melk wordt verkregen 25 indien het aan de melk toegevoerde vermogen continu met het stijgen van de melktemperatuur wordt gereduceerd. Dit kan bijvoorbeeld gerealiseerd worden met een elektrisch verwarmingselement met positieve tempera-tuurscoëfficiënt als beschreven, dat een weerstand heeft die sterk stijgt met de temperatuur van het verwarmingselement.
8
Het verwarmingselement 10 en de thermostatische regeleenheid 11 zijn onder gebracht in de behuizing 13 en de beker 1 is van de behuizing 13 afneembaar. Doordat de melkhouder 1 van de verwarming 3 te scheiden is, kan het deel van de inrichting dat in gebruik in contact met melk komt ge-5 makkelijk gescheiden worden van het deel van de inrichting dat is bestemd voor het verwarmen van de beker en dat door de aanwezigheid van bijvoorbeeld hittebestendige en isolerende materialen of de aanwezigheid van elektrische circuits niet waterbestendig is. De in gebruik in aanraking met de melk komende delen van de inrichting kunnen daardoor gemakkelijk gerei-10 nigd worden, desgewenst in een vaatwasmachine.
De behuizing 13 heeft een opstaande rand 14 die een uitstekende positioneringsstructuur vormt, welke positioneringsstructuur een ruimte voor het opnemen van een gedeelte van de beker 1 begrenst. Dankzij de positioneringsstructuur wordt de beker 1 in gebruik op zijn plaats in de behui-15 zing gehouden, ook tijdens het snel heen en weer bewegen van de handgreep 6 voor het opschuimen van melk, waarbij het moeilijk is de beker uitsluitend handmatig precies gepositioneerd te houden ten opzichte van bijvoorbeeld een verwarmingsplaat. De opstaande rand 14 zorgt er verder voor, dat het ontsnappen van warmte langs de beker 1 wordt tegengegaan en warmte 20 ook via een ondergelegen gedeelte van de opstaande wand van de beker 1 naar de melk wordt doorgeleid.
Fig. 2 toont een beker 31 en een de verwarming bevattende behuizing 43 van een inrichting volgens een alternatieve uitvoeringsvorm van de uitvinding. De beker 31 en de behuizing 43 kunnen bijvoorbeeld gecombi-25 neerd worden met voorzieningen 4-8 voor het opschuimen van melk zoals weergegeven in fig. 1. De behuizing is uitgevoerd als een verwarmingscas-sette 43 en in de beker 31 is een cassette-sleuf 45 uitgespaard voor het uit-neembaar opnemen van de cassette 43. De cassette 43 kan in een met pijlen 46 weergegeven richting in de cassette-sleuf 45 geplaatst worden. Een der-30 gelijke verwarmingscassette 43 neem bijzonder weinig plaats in en kan bij- Λ i 9 voorbeeld in de beker 43 opgeborgen worden wanneer deze niet gebruikt wordt. Na het gebruik van de inrichting kan de cassette 43 uit de beker 31 worden genomen en kan de beker 31 eenvoudig worden gereinigd, bijvoorbeeld in een vaatwasser of met de hand. De cassette 43 komt niet in contact 5 met de melk en wordt daarom niet door melk verontreinigd.
Ook in fig 3 zijn een beker 61 en een verwarmingseenheid 63 zonder bijbehorende opschuimvoorzieningen weergegeven. De verwarmingseenheid 63 is uitgevoerd als een inductiespoel 70 die een veld genereert dat de metalen beker 61 verwarmt. De inrichting is voorzien van een tempera-10 tuurssensor 71 van de thermostatische regeling voor het in gebruik aftasten van de melktemperatuur in de beker. Deze sensor 71 meet in feite de temperatuur van de bodem van de beker 61, maar deze temperatuur wijkt door het intensieve warmte-uitwisselend contact tussen de beker 61 en de melk weinig van de melktemperatuur af, zodat de meetwaarde in hoge mate re-15 presentatief is voor de temperatuur van de melk in de beker 61.
Een voordeel van verwarming van de melk door inductie in een houder uit een elektrisch geleidend materiaal is, dat bij verwijdering van de houder de energieopname en -afgifte door de inductiespoel automatisch sterk wordt beperkt. Hierdoor wordt oververhitting van het verwarmings-20 gedeelte van de inrichting bij afgenomen beker tegengegaan.
In fig. 4 is een inrichting voor het verwarmen en opschuimen van melk weergegeven, die is samengesteld uit een beker 91, een opschuimvoor-ziening in de vorm van een staafmixer 92 met een garde 108 en een verwarming 93 in de vorm van een infraroodstraler 100 met een reflector 109 25 die afgegeven straling naar de houder 91 toe bundelt. De straler 100 wordt gedragen door een draagarm 110 die middels een klem 111 losneembaar aan de beker 91 is gekoppeld.
De drager 110 is thermisch gevoelig uitgevoerd en heeft een tempe-ratuursafhankelijk variabele geometrie. In reactie op het bereiken van een 30 bepaalde temperatuur van de houder 91, die vooral via de klem 111 wordt 10 1 o .
10 doorgegeven en die nauw samenhangt met de melktemperatuur, verplaatst de drager 110 de straler 100 vanuit een eerste, naar de beker 91 gerichte positie met een bepaalde energie-transmissie naar de melk naar een tweede positie met een geringere energietransmissie naar de melk. Aldus wordt de 5 energieoverdracht naar de melk automatisch gereduceerd in reactie op het stijgen van de temperatuur van de melk, zonder dat het nodig is de stroom door de straler 100 te regelen. Het principe van een straler of een andere energieomzetter die in reactie op een met de melktemperatuur samenhangende temperatuur verplaatst naar een positie of stand waarin deze minder 10 energie afgeeft aan de melk is ook toepasbaar in combinatie met bijvoorbeeld een verwarmingselement dat warmte aan de melk overdraagt doordat het over een bepaald oppervlak in contact verkeert met de melk. Door het verwarmingselement zo te bewegen dat het contactoppervlak met de beker of anders uitgevoerde melkhouder verkleind wordt, wordt de warmteover-15 dracht naar de melk gereduceerd.
Indien als straler een lamp wordt gebruikt die zichtbaar licht uitzendt, kan deze bovendien zodanig zijn geplaatst en uitgevoerd, dat in ge-bruikstoestand een bepaalde hoeveelheid door de lamp uitgezonden licht per tijdseenheid de inrichting verlaat indien de lamp in de bovenomschreven 20 tweede positie verkeert en geen of een geringere hoeveelheid door de lamp uitgezonden licht per tijdseenheid de inrichting verlaat indien de lamp in de bovenomschreven eerste positie verkeert. Door de inrichting afgegeven licht dient dan tevens als signalering dat het opwarmen van de melk is voltooid.
De temperatuursafhankelijke verandering van geometrie van de 25 drager 110 is verkregen, doordat de drager 110 een bimetaal omvat.
In fig. 5 zijn een beker 121 en een verwarming 123 van een inrichting volgens een verder uitvoeringsvoorbeeld van de uitvinding weergege-ven.Volgens dit uitvoeringsvoorbeeld is de energieomzetter uitgevoerd als een halogeenlamp 130 die in een vaste positie is geïnstalleerd. Door de lamp 30 130 uitgezonden straling wordt gebundeld door de reflector 139 en via een : < 11 spiegel 141 gereflecteerd naar de beker 121 waarin zich de op te schuimen melk bevindt. De beker 121 is bij voorkeur enigszins transparant in het gebied waar het licht de beker 121 bereikt. Hierdoor kan een belangrijk deel van de straling doordringen in de melk en wordt de melk rechtstreeks ver-5 warmd in plaats van via de beker 121. Dit is op zijn beurt voordelig voor het verder tegengaan van oververwarming van de melk. Ook de drager 140 is uitgevoerd als een bimetaal. Hierdoor wordt in gebruik de spiegel 141 naarmate de melk in de beker 121 warmer wordt zo gekanteld, dat de energietoevoer naar de beker 121 wordt gereduceerd.
10 De inrichting volgens het in fïg. 6 getoonde uitvoeringsvoorbeeld heeft een bekergedeelte 151 dat vast is verbonden met een behuizingsge-deelte 163 waarin een keramisch verwarmingselement 160 met positieve temperatuurscoëfficiënt is ondergebracht. Het door dit verwarmingselement 160 opgenomen en afgegeven vermogen daalt bij het bereiken van een be-15 paalde temperatuur sterk, zodat het een thermostatisch zelfregelend gedrag vertoont.
De beker 151 is afgesloten met een deksel 154, waar een bedie-ningsstang 155 doorheen reikt. Het deksel 154 heeft een geleidingsopening die de bedieningsstang 155 geleidt. De bedieningsstang 155 is voorzien van 20 een bedieningsknop 156 en draagt aan een ondergelegen uiteinde een rooster 157 met openingen. Aan zijn onderzijde is de bodem afgedicht door een bodemplaat 170 die met een afdichting 171 aansluit op wanden van de beker 151.
De bodem 170 van de beker 151 is uit een materiaal dat warmte 25 beter geleidt dan de wanden van de beker 151. Aldus wordt een effectieve warmteoverdracht naar de melk verkregen, maar weinig warmteoverdracht naar de wanden van de beker 151 verkregen. Verder heeft materiaal dat warmte slecht geleidt, indien het warmer is dan lichaamstemperatuur een lagere gevoelstemperatuur dan een beter geleidend materiaal met dezelfde 30 temperatuur. Toepassing van warmte slecht geleidend materiaal voor de 12 wanden van de beker is aldus ook voordelig voor het tegengaan van ver-brandingsgevaar of althans het bij aanraking oncomfortabel warm aanvoelen van de beker 151 gevuld met verwarmde melk.
Het materiaal van de bodem 170 van de beker 151 heeft verder een 5 grotere warmtebestendigheid dan de wanden van de beker 151 en voor het verarmen van melk in de beker 151 is onder de bodem 170 het verwarmingselement 160 geplaatst. Ter elektrische isolatie van het verwarmingselement 160 ten opzichte van de bodem 170 is tussen het verwarmingselement 160 en de bodem 170 een isolatie 172 geplaatst. Ook deze elektrische 10 isolatie vormt een goede warmtegeleider. Doordat de bodem 170 uit een warmtebestendiger materiaal is vervaardigd dan de wanden van de beker 151 kan het merendeel van de beker zijn vervaardigd uit relatief goedkoop materiaal, dat tegen lage kosten te verwerken is en dat een grote vormge-vingsvrijheid biedt, zoals kunststof, terwijl toch een goede warmtebesten-15 digheid in het gebied waar door het verwarmingselement warmte wordt afgegeven wordt verkregen.
De beker 151 heeft een omlaag uitstekende flens 175 die een elastische spanner 174 draagt. De spanner 174 klemt het verwarmingselement 160 tegen de isolatie 172 die op zijn beurt tegen de bodem 170 steunt. Hier-20 door wordt een effectieve warmteoverdracht ook bij verschillende mates van uitzetten van verschillende delen van de constructie bij verwarming door het verwarmingselement gewaarborgd. De bladveervormige spanner zorgt er verder voor, dat de afdichting 171 voortdurend onder voorspanning ingeklemd wordt gehouden ook als kunststof delen van het apparaat onder in-25 vloed van warmte en tijd kruip vertonen.
Doordat de spanner op afstand van het verwarmingselement 160 tegen de flens 175 steunt en de spanner slechts langs een lijn in contact verkeert met het verwarmingselement 160 wordt bovendien voldoende thermische isolatie van de flens ten opzichte van het verwarmingselement 30 160 verkregen.
Jt H Λ r ' ; ί ' 13 ί j
Het verwarmingselement 160 bevindt zich verder binnen een behuizing 163 die zich om de flens 175 heen uitstrekt. De flens 175 begrenst een kamer waarin het verwarmingselement zich bevindt en schermt het verwarmingselement 160 af van de behuizing 163. Van buiten aan te raken 5 wanden van het apparaat die in gebruik niet in contact met melk verkeren en daardoor een beheerste temperatuur hebben zijn aldus afgeschermd van het verwarmingselement 160 en blijven daardoor zo koel dat deze, bijvoorbeeld tijdens het opschuimen van melk, met de blote hand vastgehouden kunnen worden.
10 De behuizing 163 is aan zijn onderzijde afgesloten door een bodem 173 die door klikvingers 176 is verbonden met de flens 175. De behuizing 163 wordt tussen de beker 151 en de bodem 173 vastgehouden. Tussen de bodem 173 en de behuizing door verloopt nog een netsnoer 162.
Het zal de deskundige uit het bovenstaande duidelijk zijn, dat de 15 vele afwijkingen van de bovenomschreven voorbeelden mogelijk zijn zonder het raamwerk van de onderhavige uitvinding te verlaten.

Claims (20)

1. Inrichting voor het bereiden van melkschuim voor "cappuccino" koffie, omvattende een houder (1; 31; 61; 91; 121; 151) voor het opnemen van melk en een opschuimstructuur (2; 92) voor het inbrengen van lucht in melk in de houder (1; 31; 61; 91; 121; 151), gekenmerkt door een verwar- 5 ming (3; 43; 63; 93; 123; 160) afzonderlijk van de opschuimstructuur (2; 92) en ingericht voor het verwarmen van melk in de houder (1; 31; 61; 91; 121; 151) tot een maximum temperatuur tussen 35 °C en 70 °C.
2. Inrichting volgens conclusie 1, waarbij de verwarming (3; 43; 63; 93; 123; 160) is ingericht voor het verwarmen van melk in de houder (1; 31; 10 61; 91; 121; 151) tot een maximum temperatuur die ligt tussen 38 °C en 68°C.
3. Inrichting volgens conclusie 1 of 2, verder omvattende een thermostatische regeling (11; 71; 110; 140) voor het regelen van de verwarming (3; 43; 63; 93; 123; 160).
4. Inrichting volgens conclusie 3, waarbij de thermostatische regeling (11; 71; 110; 140) een temperatuursaftaster (77; 110; 140) voor het in gebruik aftasten van de melktemperatuur in de houder (1; 31; 61; 91; 121) heeft.
5. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de ver-20 warming (3; 43; 63) is ondergebracht in een behuizing (13; 43) en waarbij de houder (1; 31; 61; 91; 121) van genoemde behuizing (13; 43) afneembaar of losneembaar is.
6. Inrichting volgens conclusie 5, waarbij genoemde behuizing een uitstekende positioneringsstructuur (14) omvat welke positioneringsstruc- 25 tuur een ruimte voor het opnemen van ten minste een gedeelte van de houder (1) begrenst.
7. Inrichting volgens conclusie 5, waarbij genoemde behuizing (43) een verwarmingscassette vormt en waarbij genoemde houder (31) een cas-sette-opnemer (45) voor het uitneembaar opnemen van genoemde cassette (43) omvat.
8. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de ver warming (93; 123) een energieomzetter (100; 130) en een drager (110; 140) omvat, waarbij de drager (110; 140) thermisch gevoelig is en een tempera-tuursafhankelijk variabele geometrie heeft voor het in reactie op het bereiken van een bepaalde melktemperatuur in de houder (91; 121) verplaatsen 10 van een bundel door de energieomzetter (100; 130) uitgezonden energie vanuit een eerste stand met een bepaalde energie-transmissie naar de melk naar een tweede stand met een geringere energietransmissie naar de melk.
9. Inrichting volgens conclusie 8, waarbij de energieomzetter een lamp (130) is die zodanig is geplaatst en uitgevoerd, dat in gebruikstoestand 15 een bepaalde hoeveelheid door de lamp (130) uitgezonden licht per tijdseenheid de inrichting verlaat indien de energiebundel in genoemde tweede stand verkeert en geen of een geringere hoeveelheid door de lamp (130) uitgezonden licht per tijdseenheid de inrichting verlaat indien de lamp in genoemde eerste stand verkeert.
10. Inrichting volgens conclusie 9, waarbij de drager een bimetaal om vat.
11. Inrichting volgens een der conclusies 1-7, waarbij de verwarming een inductiespoel (70) omvat.
12. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de ver-25 warming een verwarmingselement (160) in thermisch warmteoverdragende relatie met een warmteoverdrachtsgedeelte (170) van de houder (151) omvat, welk warmteoverdrachtsgedeelte (170) is vervaardigd uit een materiaal dat warmte beter geleidt dan materialen waaruit andere gedeeltes waaronder ten minste een wandgedeelte van de houder (151) zijn vervaardigd. 1 cm; ·· ~
13. Inrichting volgens conclusie 12, waarbij het warmteoverdrachtsge-deelte van de houder (151) ten minste een gedeelte van de bodem (170) van de houder (151) vormt.
14. Inrichting volgens conclusie 12 of 13, verder omvattende een veer-5 element (174) dat het warmteoverdrachtsgedeelte (170) van de houder (151) met voorspanning afdichtend tegen aangrenzende delen van de houder (151) klemt.
15. Werkwijze voor het bereiden van opgeschuimde melk voor "cappuccino" omvattende het in een houder (1; 31; 61; 91; 121; 151) op- 10 schuimen van de melk door het inbrengen van lucht en het in die houder (1; 31; 61; 91; 121; 151) verwarmen van melk, met het kenmerk, dat het verwarmen van de melk in de houder (1; 31; 61; 91; 121; 151) wordt begrensd tot een maximum temperatuur die ligt tussen 35 °C en 70 °C, en ten minste voorafgaand aan of tijdens het opschuimen wordt uitgevoerd.
16. Werkwijze volgens conclusie 15, waarbij het verwarmen van de melk in de houder (1; 31; 61; 91; 121; 151) wordt begrensd tot een maximum temperatuur die ligt tussen 38 °C en 68°C.
17. Werkwijze volgens conclusie 15 of 16, waarbij het verwarmen thermostatisch wordt geregeld.
18. Werkwijze volgens conclusie 17, waarbij de melktemperatuur in de houder (1; 31; 61; 91; 121) wordt afgetast en waarbij het verwarmen wordt geregeld in afhankelijkheid van de afgetaste melktemperatuur.
19. Werkwijze volgens conclusie 18, waarbij het verwarmen wordt uitgevoerd met gedurende ten minste een eerste fase ten minste een eerste, 25 aan de melk toegevoerd vermogen en, vanaf het bereiken van ten minste een bepaalde temperatuur van de melk, met gedurende ten minste een tweede fase ten minste een tweede, aan de melk toegevoerd vermogen dat geringer is dan genoemd eerste vermogen.
20. Werkwijze volgens conclusie 18 of 19, waarbij vanaf het bereiken 30 van genoemde maximale temperatuur aan de melk toegevoerd vermogen wordt gereduceerd tot een warmhoudvermogen en waarbij de melktempera-tuur bij toevoer van het warmhoudvermogen beperkt blijft tot de bereikte maximale temperatuur. y„ /’’v ··: v - ·> !i : .·'·.· ' ' ^ β
NL1016494A 2000-10-27 2000-10-27 Inrichting en werkwijze voor het bereiden van opgeschuimde melk. NL1016494C2 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1016494A NL1016494C2 (nl) 2000-10-27 2000-10-27 Inrichting en werkwijze voor het bereiden van opgeschuimde melk.

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1016494A NL1016494C2 (nl) 2000-10-27 2000-10-27 Inrichting en werkwijze voor het bereiden van opgeschuimde melk.
NL1016494 2000-10-27

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1016494C2 true NL1016494C2 (nl) 2002-05-01

Family

ID=19772310

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1016494A NL1016494C2 (nl) 2000-10-27 2000-10-27 Inrichting en werkwijze voor het bereiden van opgeschuimde melk.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL1016494C2 (nl)

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FR2929824A1 (fr) * 2008-04-15 2009-10-16 Seb Sa Procede de moussage du lait.

Citations (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US2513577A (en) * 1946-07-17 1950-07-04 Guard It Mfg Co Pasteurizer
EP0713669A1 (en) 1994-11-22 1996-05-29 FRABOSK CASALINGHI S.p.A. Milk jug with froth-forming device for making "cappucino" and the like
US5939122A (en) 1996-09-23 1999-08-17 Brady; Frank A. Method for frothing liquids
DE29815634U1 (de) * 1998-08-31 2000-01-05 Wulf & Co Emsa Werk Kanne mit Aufschäumvorrichtung und Schäumsieb
EP1038483A1 (en) * 1999-03-23 2000-09-27 FRABOSK CASALINGHI S.p.A. Apparatus for emulsified milk based hot beverages

Patent Citations (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US2513577A (en) * 1946-07-17 1950-07-04 Guard It Mfg Co Pasteurizer
EP0713669A1 (en) 1994-11-22 1996-05-29 FRABOSK CASALINGHI S.p.A. Milk jug with froth-forming device for making "cappucino" and the like
US5939122A (en) 1996-09-23 1999-08-17 Brady; Frank A. Method for frothing liquids
DE29815634U1 (de) * 1998-08-31 2000-01-05 Wulf & Co Emsa Werk Kanne mit Aufschäumvorrichtung und Schäumsieb
EP1038483A1 (en) * 1999-03-23 2000-09-27 FRABOSK CASALINGHI S.p.A. Apparatus for emulsified milk based hot beverages

Cited By (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FR2929824A1 (fr) * 2008-04-15 2009-10-16 Seb Sa Procede de moussage du lait.
WO2009136125A1 (fr) * 2008-04-15 2009-11-12 Seb Sa Procede de moussage du lait
CN102006805A (zh) * 2008-04-15 2011-04-06 Seb公司 用于产生奶泡沫的方法
CN102006805B (zh) * 2008-04-15 2014-03-12 Seb公司 用于产生奶泡沫的方法

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US6100504A (en) Liquid pitcher and separate warming system
US6606937B2 (en) Self-heating hot beverage serving urn and method
US20080173185A1 (en) Toaster with mini cooker
WO2010040981A2 (en) Electrical appliances and components
US4917006A (en) Expansion thermostat for cooking grill
EP0276480B1 (en) Plastic decanter with warmer apparatus and method of use
NL1016494C2 (nl) Inrichting en werkwijze voor het bereiden van opgeschuimde melk.
KR101998519B1 (ko) 전골요리 및 고기구이 겸용 조리기
EP0783861A1 (en) Electrically-heated appliance
US5004617A (en) Method of heating food
US20220202242A1 (en) Bread toaster accessory for melting cold solid spreads
AU2007330587A1 (en) Egg cooking utensil
US2625642A (en) Automatic heater for coffee makers and the like
US2515514A (en) Cabinet for preparation and serving of hot beverages
US2778920A (en) Deep pan cooker
JP2594233Y2 (ja) 電気調理器
RU23365U1 (ru) Электрический аппарат для приготовления напитка и водонагревательный сосуд
WO2023117102A1 (en) Device and method for dispensing volatile substances
JP3099384U (ja) 食品加熱・保温器
JPS62299618A (ja) 高周波加熱装置
TR2022014286A1 (tr) Bi̇r tepsi̇
JP2000210202A (ja) 電気加熱調理器
JPH0137545Y2 (nl)
JPS624264Y2 (nl)
JP2001346694A (ja) 調理用焼き器

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
VD1 Lapsed due to non-payment of the annual fee

Effective date: 20060501