NL1016246C2

NL1016246C2 - Tubing system for passing flue gases.

Info

Publication number: NL1016246C2
Application number: NL1016246A
Authority: NL
Inventors: Albert-Jan Kistemaker; Nicolaas Hans Noorlander
Original assignee: Interactive Bouwprodukten B V
Priority date: 2000-09-22
Filing date: 2000-09-22
Publication date: 2002-03-25
Also published as: EP1191283A1

Description

Titel: Buisstelsel voor het doorvoeren van rookgassenTitle: Piping system for passing flue gases

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een buisstelsel voor het doorvoeren van rookgassen, omvattende een rookgasdoorvoer-buis met een toevoerbuissegment en een afvoerbuissegment; een inspectiebuis, waarvan een hartlijn een hoek maakt met een hartlijn 5 van het toevoerbuissegment; en een losneembaar afsluitorgaan voor het afdichtend afsluiten van de inspectiebuis, omvattende een sluitplaat en afdichtmiddelen voor het tot stand brengen van een gas-dichte afsluiting tussen genoemd afsluitorgaan en de inspectiebuis.The present invention relates to a pipe system for passing flue gases, comprising a flue gas passage pipe with a supply pipe segment and a discharge pipe segment; an inspection tube, a center line of which forms an angle with a center line 5 of the supply pipe segment; and a releasable closing member for sealingly closing the inspection tube, comprising a closing plate and sealing means for establishing a gas-tight seal between said closing member and the inspection tube.

Een dergelijk buisstelsel is in de praktijk bekend, en fungeert 10 bijvoorbeeld als binnenbuissegment van een T-vormig tussenstuk dat voorts een T-vormig buitenbuissegment omvat. Een dergelijk tussenstuk maakt deel uit van een met een verwarmingsketel verbonden buis-systeem, waarbij het binnenbuissegment voor de doorvoer van rookgassen en het buitenbuissegment voor de doorvoer van lucht dient.Such a tube system is known in practice, and functions, for example, as an inner tube segment of a T-shaped intermediate piece which furthermore comprises a T-shaped outer tube segment. Such an intermediate piece forms part of a pipe system connected to a heating boiler, wherein the inner pipe segment serves for the passage of flue gases and the outer pipe segment serves for the passage of air.

15 Het bekende buisstelsel omvat een rookgasdoorvoerbuis met een toevoerbuissegment en een afvoerbuissegment, waarbij de hartlijnen van het toevoerbuissegment en het afvoerbuissegment een hoek van ongeveer 93° met elkaar maken. Het toevoerbuissegment is bestemd om te worden gemonteerd op een staande rookgasafvoerbuis van de 20 verwarmingsketel, waarvan de hartlijn verticaal is georiënteerd. In gemonteerde toestand van het buisstelsel maakt de hartlijn van het afvoerbuissegment derhalve een hoek van ongeveer 3° met de horizontaal. Het vrije uiteinde van het afvoerbuissegment is voorzien van een mof voor het opnemen van een liggende rookgas-25 afvoerbuis. In het hiernavolgende zal het buisstelsel in de gemonteerde toestand worden beschreven.The known pipe system comprises a flue gas feed-through pipe with a supply pipe segment and a discharge pipe segment, the axes of the supply pipe segment and the discharge pipe segment making an angle of approximately 93 ° with each other. The supply pipe segment is intended to be mounted on a standing flue gas discharge pipe of the heating boiler, the axis of which is oriented vertically. In the assembled state of the pipe system, the center line of the drain pipe segment therefore makes an angle of approximately 3 ° with the horizontal. The free end of the discharge pipe segment is provided with a sleeve for receiving a horizontal flue gas discharge pipe. In the following, the tubing in the mounted state will be described.

Het buisstelsel omvat voorts een inspectiebuis, die zich uitstrekt in het verlengde van het afvoerbuissegment. De hartlijnen van de inspectiebuis en het toevoerbuissegment maken derhalve een 30 hoek van ongeveer 87° met elkaar.The pipe system further comprises an inspection pipe which extends in line with the discharge pipe segment. The center lines of the inspection tube and the supply tube segment therefore make an angle of approximately 87 ° with each other.

Het vrije uiteinde van de inspectiebuis is open, waardoor het mogelijk is de liggende rookgasafvoerbuis te inspecteren. Tijdens normaal bedrijf is het vrije uiteinde afgesloten door middel van een afsluitorgaan, dat doorgaans cilindervormig is, en enerzijds een 2 open uiteinde en anderzijds een gesloten uiteinde omvat. Het afsluitorgaan heeft zodanige afmetingen, dat hij over het buitenoppervlak van de inspectiebuis kan worden geschoven. Daarbij vormt het gesloten uiteinde een sluitplaat die tegen het vrije uiteinde 5 van de inspectiebuis kan aanliggen. Het afsluitorgaan omvat bij zijn open uiteinde een inwendige afdichtring waarmee het afsluitorgaan gasdicht aan kan sluiten op het buitenoppervlak van de inspectiebuis. Voor een inspectiebeurt kan het afsluitorgaan op eenvoudige wijze van de inspectiebuis worden geschoven, en na de inspectiebeurt 10 kan het afsluitorgaan eveneens op eenvoudige wijze weer op de inspectiebuis worden aangebracht.The free end of the inspection tube is open, making it possible to inspect the horizontal flue gas discharge tube. During normal operation, the free end is closed by means of a closing member, which is generally cylindrical, and comprises on the one hand an open end and on the other hand a closed end. The closing member has dimensions such that it can be slid over the outer surface of the inspection tube. The closed end then forms a closing plate which can abut against the free end 5 of the inspection tube. The closing member comprises at its open end an internal sealing ring with which the closing member can connect in a gas-tight manner to the outer surface of the inspection tube. Before an inspection, the closing member can be slid off the inspection tube in a simple manner, and after the inspection, the closing member can also be fitted on the inspection tube again in a simple manner.

Tijdens bedrijf kan in de liggende rookgasafvoerbuis condens-vorming optreden. Het is niet gewenst dat condenswater in de liggende rookgasafvoerbuis blijft staan of naar buiten loopt. Met 15 het oog hierop is voorzien in de reeds beschreven oriëntatie van de hartlijn van het afvoerbuissegment, waarbij genoemde hartlijn een hoek van ongeveer 3° met de horizontaal maakt. Aangezien de liggende rookgasafvoerbuis in het verlengde van het afvoerbuissegment is opgesteld, maakt de hartlijn van de liggende rookgasafvoerbuis 20 eveneens een hoek van ongeveer 3° met de horizontaal. Hierdoor zal condenswater dat eventueel in de liggende rookgasafvoerbuis wordt gevormd, onder invloed van de zwaartekracht in de richting van het afvoerbuissegment stromen, en vervolgens via het toevoerbuissegment en de staande rookgasafvoerbuis naar de verwarmingsketel stromen.During operation, condensation may occur in the horizontal flue gas discharge pipe. It is not desirable for condensed water to remain in the horizontal flue gas outlet pipe or to run out. In view of this, the orientation of the axis of the discharge pipe segment has already been described, said axis making an angle of approximately 3 ° with the horizontal. Since the horizontal flue gas outlet pipe is arranged in line with the outlet pipe segment, the center line of the horizontal flue gas outlet pipe 20 also makes an angle of approximately 3 ° with the horizontal. As a result, condensation water that may be formed in the horizontal flue gas discharge pipe will flow under the influence of gravity in the direction of the discharge pipe segment, and then flow via the supply pipe segment and the standing flue gas discharge pipe to the heating boiler.

25 Condenswater dat eventueel in de rookgasdoorvoerbuis wordt gevormd, zal ook via het toevoerbuissegment en de staande rookgasafvoerbuis naar de verwarmingsketel stromen.Condensed water that may be formed in the flue gas transit pipe will also flow to the heating boiler via the supply pipe segment and the standing flue gas discharge pipe.

Een nadeel van het bekende buisstelsel is gelegen in het feit, dat condenswater dat in de inspectiebuis terechtkomt, niet terug kan 30 stromen in de verwarmingsketel, maar in plaats daarvan zich ophoopt en bij het afsluitorgaan terechtkomt. Hierdoor kan het afsluitorgaan worden aangetast, hetgeen kan resulteren in lekkage van rookgassen via het vrije uiteinde van de inspectiebuis. Tevens kan hierdoor een persoon die een inspectie wil uitvoeren, bij het verwijderen van het 35 afsluitorgaan onverwacht geconfronteerd worden met een hoeveelheid water die uit de inspectiebuis stroomt.A drawback of the known pipe system resides in the fact that condensation water which ends up in the inspection pipe cannot flow back into the heating boiler, but instead accumulates and ends up at the closing member. As a result, the closing member can be attacked, which can result in leakage of flue gases via the free end of the inspection tube. Also, as a result of this, a person wishing to carry out an inspection may be unexpectedly confronted with a quantity of water flowing out of the inspection tube when removing the closing member.

Het is een eerste belangrijk doel van de uitvinding de ophoping van condenswater in de inspectiebuis te voorkomen, zodat de genoemde ongewenste effecten niet kunnen optreden, zonder de vormgeving van 40 het buisstelsel te wijzigen.It is a first important object of the invention to prevent the accumulation of condensed water in the inspection tube, so that the said undesired effects cannot occur without changing the design of the tube system.

33

Een ander nadeel van het bekende buisstelsel is, dat het inwendige van de inspectiebuis een loze ruimte vormt, die een storende invloed heeft op de stroming van de rookgassen in de rook-gasdoorvoerbuis.Another drawback of the known pipe system is that the interior of the inspection pipe forms an empty space which has a disturbing influence on the flow of the flue gases in the flue gas feed-through pipe.

5 Het is een tweede belangrijk doel van de uitvinding om verstoring van de stroming van de rookgassen te voorkomen of althans te beperken, zonder de vormgeving van het buisstelsel te wijzigen.It is a second important object of the invention to prevent or at least limit disruption of the flow of the flue gases, without changing the design of the tubular system.

Om genoemde doelen te bereiken, voorziet de uitvinding in een buisstelsel met een afsluitorgaan dat is bestemd om althans 10 gedeeltelijk in het inwendige van de inspectiebuis te worden geplaatst. Een dergelijk buisstelsel heeft het kenmerk, dat het afsluitorgaan is ingericht om de sluitplaat op een positie op afstand van het vrije uiteinde van de inspectiebuis in het inwendige van de inspectiebuis te brengen, waarbij de afdichtmiddelen zijn 15 ingericht om een gasdichte afsluiting tussen de sluitplaat en het binnenoppervlak van de inspectiebuis tot stand te brengen.To achieve the stated objectives, the invention provides a tubular system with a closing member which is intended to be placed at least partially in the interior of the inspection tube. Such a tubular system is characterized in that the closing member is adapted to bring the closing plate at a position at a distance from the free end of the inspection tube into the interior of the inspection tube, the sealing means being arranged to provide a gas-tight seal between the closing plate and to create the inner surface of the inspection tube.

Bij een voorkeursuitvoeringsvorm van het buisstelsel is het afsluitorgaan ingericht om de sluitplaat op een zodanige positie te brengen, dat condenswater dat op een naar de rookgasdoorvoerbuis 20 gerichte zijde van de sluitplaat neerslaat, van genoemde zijde in het toevoerbuissegment terechtkomt. Bij deze voorkeursuitvoeringsvorm sluit het afsluitorgaan de inspectiebuis in zijn geheel af, zodat condenswater niet in de inspectiebuis terecht kan komen.In a preferred embodiment of the tubular system, the closing member is adapted to bring the closing plate into such a position that condensation water that settles on a side of the closing plate directed towards the flue gas feed-through tube 20, from said side, enters the supply pipe segment. In this preferred embodiment, the closing member closes the inspection tube as a whole, so that condensed water cannot get into the inspection tube.

25 De uitvinding heeft voorts betrekking op een afsluitorgaan voor een buisstelsel met een rookgasdoorvoerbuis en een inspectiebuis.The invention furthermore relates to a closing member for a tubular system with a flue gas feed-through pipe and an inspection pipe.

De uitvinding zal nader worden toegelicht aan de hand van de hiernavolgende beschrijving van een voorkeursuitvoeringsvorm van een 30 buisstelsel volgens de uitvinding onder verwijzing naar de tekening, waarin gelijke verwijzingscijfers gelijke of vergelijkbare onderdelen aanduiden, en waarin: figuur 1 een langsdoorsnede is van een T-vormig tussenstuk dat een bekend buisstelsel omvat, en 35 figuur 2 een langsdoorsnede is van een voorkeursuitvoeringsvorm van een buisstelsel volgens de uitvinding.The invention will be further elucidated on the basis of the following description of a preferred embodiment of a tubular system according to the invention with reference to the drawing, in which like reference numerals indicate like or similar parts, and in which: figure 1 is a longitudinal section of a T shaped intermediate piece comprising a known pipe system, and figure 2 is a longitudinal section of a preferred embodiment of a pipe system according to the invention.

Figuur 1 toont een in de praktijk bekend T-vormig tussenstuk, in zijn algemeenheid aangeduid met het verwijzingscijfer 1, zoals 40 deze is gemonteerd- op een met een verwarmingsketel verbonden staande ft ' '* 4 rookgasafvoerbuis. Het tussenstuk 1 omvat een buisstelsel 10 dat fungeert als binnenbuissegment en een buitenbuissegment 30, waarbij het buisstelsel 10 kleinere dwarsafmetingen heeft dan het buitenbuissegment 30 en met radiale tussenruimte is aangebracht in het 5 inwendige van het buitenbuissegment 30. Op het buitenoppervlak van het buisstelsel 10 zijn een aantal afstandhouders 60 verschaft, die dienen om het buisstelsel 10 en het buitenbuissegment 30 op afstand van elkaar te houden. Het buisstelsel 10 dient voor de doorvoer van rookgassen die afkomstig zijn van de verwarmingsketel, en het 10 buitenbuissegment 30 dient voor de doorvoer van lucht naar de verwarmingsketel.Figure 1 shows a T-shaped intermediate piece known in practice, generally indicated by the reference numeral 1, as it is mounted on a standing flue gas pipe connected to a heating boiler. The spacer 1 comprises a tube system 10 that functions as an inner tube segment and an outer tube segment 30, wherein the tube system 10 has smaller transverse dimensions than the outer tube segment 30 and is arranged with radial spacing in the interior of the outer tube segment 30. On the outer surface of the tube system 10 are provides a plurality of spacers 60 which serve to keep the tubing 10 and the outer tubing segment 30 spaced apart. The pipe system 10 serves for the passage of flue gases from the heating boiler, and the outer pipe segment 30 serves for the passage of air to the heating boiler.

Het buisstelsel 10 is T~vormig, en omvat een liggend deel 11 en een staand deel 12. Het staande deel 12 dient voor aansluiting op 15 een met de verwarmingsketel verbonden staande rookgasafvoerbuis 25, waarvan de hartlijn verticaal is georiënteerd. In gemonteerde toestand, zoals getoond in figuur 1, sluit een gedeelte van het binnenoppervlak van de staande rookgasafvoerbuis 25 aan op het buitenoppervlak van het staande deel 12. Een gedeelte van het 20 buitenoppervlak van het staande deel 12 wordt omsloten door een afdichtring 14, zodat de verbinding tussen de staande rookgasafvoerbuis 25 en het staande deel 12 gasdicht is.The pipe system 10 is T-shaped, and comprises a lying part 11 and a standing part 12. The standing part 12 serves for connection to a standing flue gas discharge pipe 25 connected to the heating boiler, the axis of which is oriented vertically. In the mounted state, as shown in Figure 1, a portion of the inner surface of the standing flue gas discharge pipe 25 connects to the outer surface of the standing part 12. A part of the outer surface of the standing part 12 is enclosed by a sealing ring 14, so that the connection between the standing flue gas discharge pipe 25 and the standing part 12 is gas-tight.

Vanaf een uiteinde 15 van het liggende deel 11 strekt zich een mofgedeelte 16 uit, waarbij het buitenoppervlak van een afdichtring 25 17 aanligt tegen een gedeelte van het binnenoppervlak van genoemd mofgedeelte 16. Het mofgedeelte 16 heeft een grotere diameter dan het overige gedeelte van het liggende deel 11, en dient voor aansluiting van het buisstelsel 10 op een (niet-weergegeven) liggende rookgasafvoerbuis. Met behulp van de afdichtring 17 kan een 30 gasdichte aansluiting worden gerealiseerd.A socket portion 16 extends from one end 15 of the lying portion 11, the outer surface of a sealing ring 17 abutting against a portion of the inner surface of said socket portion 16. The socket portion 16 has a larger diameter than the remaining portion of the lying portion part 11, and serves for connection of the tubular system 10 to a (not shown) horizontal flue gas discharge pipe. A gas-tight connection can be realized with the aid of the sealing ring 17.

Tijdens bedrijf stromen rookgassen via het staande deel 12 het buisstelsel 10 binnen, en via het mofgedeelte 16 verlaten de rookgassen het buisstelsel 10 weer.During operation, flue gases flow into the pipe system 10 via the standing part 12, and through the sleeve part 16 the flue gases leave the pipe system 10 again.

Een gedeelte van het liggende deel 11 dat zich in axiale 35 richting uitstrekt vanaf een uiteinde 19 tot de omtrek van het staande deel 12, fungeert als een inspectiebuis 20. Daarbij kunnen via het open uiteinde 19 zowel het liggende deel 11 als de liggende rookgasafvoerbuis die zich in het verlengde van genoemd liggend deel 11 uitstrekt, worden geïnspecteerd.A portion of the lying part 11 extending in an axial direction from an end 19 to the circumference of the standing part 12 functions as an inspection tube 20. Thereby, via the open end 19, both the lying part 11 and the lying flue gas discharge pipe can extending in line with said horizontal part 11 are inspected.

55

Tijdens normaal bedrijf is het uiteinde 19 afgesloten door een afsluitorgaan 50, dat is vormgegeven als een cilindervormige dop met een gesloten bodemdeel 51 en een cilinderwand 52. Het gesloten bodemdeel 51 ligt aan tegen het uiteinde 19, waarbij de cilinderwand 5 52 zich uitstrekt buiten de inspectiebuis 20. Bij een vrij uiteinde 53 omvat het afsluitorgaan 50 een inwendige afdichtring 54, die met zijn buitenoppervlak afdichtend aansluit op het een gedeelte van het binnenoppervlak van de cilinderwand 52, en die met zijn binnen-oppervlak afdichtend aansluit op het buitenoppervlak van de 10 inspectiebuis 20. Aldus sluit het bodemdeel 51 van het afsluitorgaan 50 de inspectiebuis 20 af, waarbij de afdichtring 54 een gasdichte afsluiting realiseert.During normal operation the end 19 is closed by a closing member 50, which is designed as a cylindrical cap with a closed bottom part 51 and a cylinder wall 52. The closed bottom part 51 abuts the end 19, the cylinder wall 52 extending outside the inspection tube 20. At a free end 53, the closing member 50 comprises an internal sealing ring 54 which sealingly connects with its outer surface to a portion of the inner surface of the cylinder wall 52 and which sealingly connects with its inner surface to the outer surface of the cylinder 10. inspection tube 20. Thus, the bottom part 51 of the closing member 50 closes the inspection tube 20, the sealing ring 54 realizing a gas-tight seal.

Het buitenbuissegment 30 is evenals het buisstelsel 10 T-vormig 15 met een liggend deel 31 en een staand deel 32. Het liggende deel 31 omvat een uiteinde 33, waarbij de inspectiebuis 20 zich uitstrekt door genoemd uiteinde 33. Bij het uiteinde 33 is een dekselgedeelte 34 op het liggende deel 31 aangebracht, waarbij genoemd dekselgedeelte 34 een cilinderwand 35 omvat die zich uitstrekt vanaf 20 een basisplaat 36. Een gedeelte van het binnenoppervlak van de cilinderwand 35 sluit aan op een gedeelte van het buitenoppervlak van het liggende deel 31. De cilinderwand 35 omvat een gedeelte 38 met een grotere diameter dan het overige gedeelte van de cilinderwand 35. Het buitenoppervlak van een afdichtring 39 ligt aan 25 tegen het binnenoppervlak van het gedeelte 38, terwijl het binnenoppervlak van de afdichtring 39 aanligt tegen een gedeelte van het buitenoppervlak van het liggende deel 31. Aldus is de aansluiting van het dekselgedeelte 34 op het liggende deel 31 gasdicht.The outer tube segment 30 is, just like the tubing 10, T-shaped with a lying part 31 and a standing part 32. The lying part 31 comprises an end 33, the inspection tube 20 extending through said end 33. At the end 33 there is a cover part 34 mounted on the lying part 31, said cover part 34 comprising a cylinder wall 35 extending from a base plate 36. A part of the inner surface of the cylinder wall 35 connects to a part of the outer surface of the lying part 31. The cylinder wall 35 comprises a portion 38 with a larger diameter than the remaining portion of the cylinder wall 35. The outer surface of a sealing ring 39 abuts the inner surface of the portion 38, while the inner surface of the sealing ring 39 abuts a portion of the outer surface of the lying part 31. The connection of the cover part 34 to the lying part 31 is thus gas-tight.

30 Voor een inspectiebeurt wordt allereerst het dekselgedeelte 34 verwijderd. Vervolgens kan het afsluitorgaan 50 op eenvoudige wijze handmatig van de inspectiebuis 20 worden geschoven. Als de inspectie voltooid is, kan het afsluitorgaan 50 weer op de inspectiebuis 20 worden geschoven, totdat het bodemdeel 51 aanligt tegen het uiteinde 35 19. Daarna kan het dekselgedeelte 34 weer worden aangebracht op het liggende deel 31.For an inspection, the cover portion 34 is first of all removed. The closing member 50 can then be manually pushed off the inspection tube 20 in a simple manner. When the inspection is complete, the shut-off member 50 can be slid onto the inspection tube 20 again, until the bottom part 51 rests against the end 19. The cover part 34 can then be fitted again on the lying part 31.

De inspectiebuis 20 dient ter inspectie van het liggende deel 11 van het buisstelsel 10 en de liggende rookgasafvoerbuis. Tijdens 40 bedrijf vormt het inwendige van de inspectiebuis 20 een loze ruimte, 6 die een nadelige invloed heeft op de stroming van de rookgassen in het buisstelsel 10.The inspection tube 20 serves to inspect the horizontal part 11 of the pipe system 10 and the horizontal flue gas discharge pipe. During operation, the interior of the inspection tube 20 forms an empty space, 6 which has an adverse effect on the flow of the flue gases in the tube system 10.

Tijdens bedrijf kan condensvorming in de liggende rookgasafvoerbuis optreden. Teneinde eventueel condenswater af te voeren 5 uit de liggende rookgasafvoerbuis, is het gewenst dat de liggende rookgasafvoerbuis onder een hoek met de horizontaal wordt opgesteld. Met het oog hierop maakt de hartlijn van het mofgedeelte 16 een hoek van ongeveer 93° met de hartlijn van het staande deel 12. Aangezien de hartlijn van het staande deel 12 correspondeert met de hartlijn 10 van de verticaal georiënteerde staande rookgasafvoerbuis 25, maakt de hartlijn van het mofgedeelte 16 met de horizontaal een hoek van ongeveer 3°. De liggende rookgasafvoerbuis, die zich in het verlengde van het mofgedeelte 16 uitstrekt, maakt derhalve eveneens een hoek van ongeveer 3° met de horizontaal. Aldus wordt bereikt dat 15 condenswater dat in de liggende rookgasafvoerbuis wordt gevormd, onder invloed van de zwaartekracht in de richting van het mofgedeelte 16 stroomt, en uiteindelijk via het staande deel 12 in de verwarmingsketel terechtkomt.Condensation may occur in the horizontal flue gas outlet pipe during operation. In order to discharge any condensed water from the horizontal flue gas discharge pipe, it is desirable that the horizontal flue gas discharge pipe be arranged at an angle to the horizontal. In view of this, the center line of the socket part 16 makes an angle of about 93 ° with the center line of the standing part 12. Since the center line of the standing part 12 corresponds to the center line 10 of the vertically oriented standing flue gas exhaust pipe 25, the center line of the socket portion 16 with the angle of approximately 3 ° horizontally. The horizontal flue gas discharge pipe, which extends in line with the socket section 16, therefore also makes an angle of approximately 3 ° with the horizontal. In this way it is achieved that condensed water that forms in the horizontal flue gas discharge pipe flows under the influence of gravity in the direction of the socket part 16, and ultimately ends up in the heating boiler via the standing part 12.

Bij het bekende buisstelsel 10 corresponderen de hartlijnen van 20 het mofgedeelte 16 en de inspectiebuis 20 met elkaar. De hartlijn van de inspectiebuis 20 maakt derhalve een hoek van ongeveer 87° met de hartlijn van het staande deel 12 en een hoek van ongeveer 3° met de horizontaal. Deze oriëntatie van de inspectiebuis 20 heeft als ongewenst effect, dat eventueel condenswater dat in de inspectiebuis 25 wordt gevormd, zich in de inspectiebuis 20 ophoopt.In the known tubular system 10, the center lines of the socket portion 16 and the inspection tube 20 correspond to each other. The axis of the inspection tube 20 therefore makes an angle of about 87 ° with the axis of the standing part 12 and an angle of about 3 ° with the horizontal. This orientation of the inspection tube 20 has the undesirable effect that any condensed water that is formed in the inspection tube 25 accumulates in the inspection tube 20.

Figuur 2 toont een voorkeursuitvoeringsvorm van een buisstelsel 2 volgens de uitvinding. Het buisstelsel 2 kan onderdeel uitmaken van een tussenstuk zoals getoond in figuur 1, en is bij deze 30 voorkeursuitvoeringsvorm grotendeels op dezelfde wijze vormgegeven als het in figuur 1 getoonde buisstelsel 10.Figure 2 shows a preferred embodiment of a tubular system 2 according to the invention. The tube system 2 can form part of an intermediate piece as shown in figure 1, and in this preferred embodiment is largely designed in the same way as the tube system 10 shown in figure 1.

Het buisstelsel 2 omvat een afsluitorgaan 50 dat is vormgegeven als een cilinder waarvan een kops uiteinde is afgesloten door middel van een sluitplaat 51, en waarvan een ander kops uiteinde open is en 35 een radiaal georiënteerd ringvormig aanslagdeel 55 omvat. Daarbij is de diameter van de buitenomtrek van het aanslagdeel 55 groter dan de diameter van de buitenomtrek van een tussendeel 52 dat de verbinding vormt tussen de sluitplaat 51 en het aanslagdeel 55. Bij de sluitplaat 51 is het afsluitorgaan 50 voorzien van een uitwendige 40 afdichtring 54, waarbij het binnenoppervlak van genoemde afdichtring 7 54 aansluit op een gedeelte van het buitenoppervlak van het tussen-deel 52.The tubular system 2 comprises a closing member 50 which is designed as a cylinder of which a head end is closed by means of a closing plate 51, and of which another head end is open and comprises a radially oriented annular stop part 55. The diameter of the outer circumference of the stop part 55 is larger than the diameter of the outer circumference of an intermediate part 52 which forms the connection between the closing plate 51 and the stop part 55. At the closing plate 51, the closing member 50 is provided with an external sealing ring 54 wherein the inner surface of said sealing ring 54 connects to a portion of the outer surface of the intermediate member 52.

Figuur 2 toont hoe het afsluitorgaan is gepositioneerd ten opzichte van het buisstelsel 2. De afmetingen van het tussendeel 52 5 en de sluitplaat 51 zijn zodanig gekozen, dat deze onderdelen van het afsluitorgaan 50 in het inwendige van de inspectiebuis 20 kunnen worden ingebracht. Daarbij sluit het buitenoppervlak van de afdicht-ring 54 aan op een gedeelte van het binnenoppervlak van de inspectiebuis 20. Het aanslagdeel 55 ligt aan tegen het uiteinde 19 10 van de inspectiebuis 20.Figure 2 shows how the closing member is positioned with respect to the pipe system 2. The dimensions of the intermediate part 52 and the closing plate 51 are chosen such that these parts of the closing member 50 can be inserted into the interior of the inspection tube 20. The outer surface of the sealing ring 54 then connects to a portion of the inner surface of the inspection tube 20. The stop part 55 abuts the end 19 of the inspection tube 20.

Een belangrijk aspect van de uitvinding is, dat de sluitplaat 51 en de afdichtring 54 zich op afstand van het uiteinde 19 bevinden. Bij de in figuur 2 getoonde voorkeursuitvoeringsvorm van het buisstelsel 2 volgens de uitvinding is de lengte van het 15 afsluitorgaan 50 enigszins groter dan de lengte van de inspectiebuis 20. Dit heeft als voordeel, dat condenswater dat neerslaat op een naar het mofgedeelte 16 gerichte zijde van de sluitplaat 51 onder invloed van de zwaartekracht van genoemde sluitplaat 51 rechtstreeks in het staande deel 12 valt. De lengte van het afsluitorgaan 50 kan 20 echter ook kleiner zijn dan of in hoofdzaak gelijk zijn aan de lengte van de inspectiebuis 20. Met een uitvoeringsvorm waarbij de lengte van het afsluitorgaan 50 kleiner is dan de lengte van de inspectiebuis 20 wordt echter alleen een verbetering van de stroming van de rookgassen bewerkstelligd ten opzichte van het bekende buis-25 stelsel 10. Een uitvoeringsvorm waarbij de lengte van het afsluitorgaan 50 in hoofdzaak gelijk is aan of groter is dan de lengte van de inspectiebuis 20 is gunstig met het oog op het voorkomen van condensvorming en ophoping van condenswater in de inspectiebuis 20, waarbij het van voordeel is als de afdichtring 54 30 zich nabij de sluitplaat 51 bevindt.An important aspect of the invention is that the closing plate 51 and the sealing ring 54 are spaced from the end 19. In the preferred embodiment of the tubular system 2 according to the invention shown in Figure 2, the length of the closing member 50 is slightly greater than the length of the inspection tube 20. This has the advantage that condensation water precipitates on a side of the socket part 16 the closing plate 51 falls directly into the standing part 12 under the influence of the gravity of said closing plate 51. However, the length of the closing member 50 can also be smaller than or substantially equal to the length of the inspection tube 20. However, with an embodiment in which the length of the closing member 50 is smaller than the length of the inspection tube 20, only an improvement is achieved. of the flow of the flue gases effected with respect to the known tube system 10. An embodiment in which the length of the closing member 50 is substantially equal to or greater than the length of the inspection tube 20 is advantageous in view of the prevention of condensation and accumulation of condensation water in the inspection tube 20, wherein it is advantageous if the sealing ring 54 is located near the closing plate 51.

Het aanslagdeel 55 is van voordeel bij het positioneren van het afsluitorgaan 50 in de inspectiebuis 20. Het aanslagdeel 55 is bij deze voorkeursuitvoeringsvorm vormgegeven als een radiaal gerichte ring, maar zou bijvoorbeeld ook kunnen zijn vormgegeven als een 35 gesloten cirkelronde plaat.The stop part 55 is advantageous when positioning the closing member 50 in the inspection tube 20. In this preferred embodiment, the stop part 55 is designed as a radially directed ring, but could also be designed, for example, as a closed circular plate.

Het tussendeel 52 is bij deze voorkeursuitvoeringsvorm cilindervormig, maar kan ook een willekeurige andere vorm hebben. Wanneer het afsluitorgaan 50 is voorzien van een aanslagdeel 55, dient het tussendeel 52 om een verbinding tussen de sluitplaat 51 en 40 het aanslagdeel 55 te vormen.The intermediate part 52 is cylindrical in this preferred embodiment, but can also have any other shape. When the closing member 50 is provided with a stop part 55, the intermediate part 52 serves to form a connection between the closing plate 51 and 40 the stop part 55.

88

De oriëntatie van de inspectiebuis 20, het staande deel 12 en het mofgedeelte 16 ten opzichte van elkaar kan anders zijn dan reeds is beschreven. Belangrijk aspect hierbij is, dat de hartlijn van de inspectiebuis 20 een hoek maakt met de hartlijn van het staande deel 5 12, waarbij genoemde hoek een waarde heeft die aanzienlijk groter is dan 0° en aanzienlijk kleiner is dan 180°.The orientation of the inspection tube 20, the upright part 12 and the socket part 16 relative to each other may be different than already described. An important aspect here is that the axis of the inspection tube 20 makes an angle with the axis of the standing part 12, wherein said angle has a value that is considerably greater than 0 ° and considerably smaller than 180 °.

Het buisstelsel 2 kan ook bijvoorbeeld geschikt zijn om te worden gemonteerd op een niet-verticale rookgasafvoerbuis.The tubular system 2 may also be suitable, for example, for mounting on a non-vertical flue gas discharge pipe.

In figuur 2 is te zien, dat de sluitplaat 51 van het afsluit-10 orgaan 50 bij deze voorkeursuitvoeringsvorm een in hoofdzaak verticale oriëntatie heeft. Dit is niet essentieel; de sluitplaat 51 zou een andere stand ten opzichte van de verticaal kunnen innemen.In figure 2 it can be seen that the closing plate 51 of the closing member 50 in this preferred embodiment has a substantially vertical orientation. This is not essential; the closing plate 51 could assume a different position with respect to the vertical.

Voor een uitvoeringsvorm waarbij het afsluitorgaan 50 dient om condensvorming en ophoping van condens in de inspectiebuis 20 te 15 voorkomen, is het belangrijk dat de afdichtring 54 de inspectiebuis 20 afsluit op een gedeelte waar de inspectiebuis aansluit op de omtrek van het staande deel 12.For an embodiment in which the closing member 50 serves to prevent condensation and accumulation of condensation in the inspection tube 20, it is important that the sealing ring 54 closes the inspection tube 20 at a portion where the inspection tube connects to the circumference of the standing part 12.

Het zal voor de deskundige duidelijk zijn dat de omvang van de 20 onderhavige uitvinding niet is beperkt tot de in het voorgaande besproken voorbeelden, maar dat diverse wijzigingen en modificaties daarvan mogelijk zijn zonder af te wijken van de omvang van de uitvinding zoals gedefinieerd in de aangehechte conclusies.It will be apparent to those skilled in the art that the scope of the present invention is not limited to the examples discussed above, but that various modifications and modifications thereof are possible without departing from the scope of the invention as defined in the appended claims. conclusions.

Claims

1, Tubing system for passing through robotic gases, comprising: - a flue gas feed pipe with a supply pipe segment and a discharge pipe segment; - an inspection tube, a center line of which makes an angle with a center line of the supply pipe segment; and - a releasable closing member for sealingly closing the inspection tube, comprising a closing plate and sealing means for establishing a gas-tight seal between said closing member and the inspection tube; 10, characterized in that the closing member (50) is arranged to bring the closing plate (51) at a position at a distance from the free end (19) of the inspection tube (20) into the interior of the inspection tube (20), wherein the sealing means are adapted to establish a gas-tight seal between the outer surface of the closing member (50) and the inner surface of the inspection tube (20).

2. Pipe system according to claim 1, characterized in that the closing member (50) is arranged to bring the closing plate (51) in such a position that condensation water is placed on a side of the flue gas conduit pipe (12, 16) that faces the closing plate (51) is deposited from said side into the supply pipe segment (12).

Pipe system according to claim 1 or 2, characterized in that the sealing means comprise at least one sealing ring (54) which is supported by the outer surface of the closing member (50).

4. Pipe system according to any of claims 1-3, characterized in that the closing member (50) is provided with a stop member (55) which is adapted to abut against the free end (19) of the inspection tube (20), as well as a connecting member (52) for connecting the closing plate (51) to said stop member (55).

The pipe system according to claim 4, characterized in that the length of the connecting member (52) substantially corresponds to the length of the inspection pipe (20).

Pipe system according to claim 4 or 5, characterized in that the connecting member (52) is tubular.

Pipe system according to any of claims 4-6, characterized in that the stop member (55) is annular.

8. Closing member for a tubular system with a flue gas passage tube and an inspection tube, comprising a closing plate and sealing means for establishing a gas-tight seal between said closing member and the inspection tube, characterized in that the transverse contour of the closing plate (51) is such has the shape and dimensions that said closing plate (51) can be placed inside the inspection tube (20); and that the sealing means are arranged to establish a gas-tight seal between the closing member (50) and the inner surface of the inspection tube (20).

9. Closure member according to claim 8, characterized by a stop member (55) adapted to abut against the free end (19) of the inspection tube (20) and by a connecting member (52) for connecting the closing plate (51) with said stop member (55).

10. Pipe system for passing flue gases, comprising: - a standing part (12) which is intended to be mounted on a standing flue gas discharge pipe (25) of a heating boiler, the axis of which is oriented vertically; - a lying part (11), on the one hand provided with an inspection tube (20), wherein the axis of said inspection tube (20) forms an angle with the axis of the standing part (12), and on the other hand provided with a socket part (16) for receiving a horizontal flue gas outlet pipe, the center line of said socket portion (16) corresponding to the center line of the inspection tube (20); and - a releasable closing member (50) for sealingly closing the inspection tube (20), comprising a closing plate (51) and a sealing ring (54); characterized in that the inner surface of the sealing ring (54) sealingly connects to a portion of the outer surface of the closing member (50) / and in that the closing plate (51) and the sealing ring (54) are shaped such that they the interior of the inspection tube (20) can be inserted, the outer surface of the sealing ring (54) sealingly connecting to a portion of the inner surface of the inspection tube (20).