NL1016246C2 - Buisstelsel voor het doorvoeren van rookgassen. - Google Patents

Buisstelsel voor het doorvoeren van rookgassen. Download PDF

Info

Publication number
NL1016246C2
NL1016246C2 NL1016246A NL1016246A NL1016246C2 NL 1016246 C2 NL1016246 C2 NL 1016246C2 NL 1016246 A NL1016246 A NL 1016246A NL 1016246 A NL1016246 A NL 1016246A NL 1016246 C2 NL1016246 C2 NL 1016246C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
inspection tube
closing
pipe
tube
closing member
Prior art date
Application number
NL1016246A
Other languages
English (en)
Inventor
Albert-Jan Kistemaker
Nicolaas Hans Noorlander
Original Assignee
Interactive Bouwprodukten B V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Interactive Bouwprodukten B V filed Critical Interactive Bouwprodukten B V
Priority to NL1016246A priority Critical patent/NL1016246C2/nl
Priority to EP01203618A priority patent/EP1191283A1/en
Application granted granted Critical
Publication of NL1016246C2 publication Critical patent/NL1016246C2/nl

Links

Classifications

    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F23COMBUSTION APPARATUS; COMBUSTION PROCESSES
    • F23JREMOVAL OR TREATMENT OF COMBUSTION PRODUCTS OR COMBUSTION RESIDUES; FLUES 
    • F23J13/00Fittings for chimneys or flues 
    • F23J13/04Joints; Connections
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F23COMBUSTION APPARATUS; COMBUSTION PROCESSES
    • F23JREMOVAL OR TREATMENT OF COMBUSTION PRODUCTS OR COMBUSTION RESIDUES; FLUES 
    • F23J13/00Fittings for chimneys or flues 
    • F23J13/08Doors or covers specially adapted for smoke-boxes, flues, or chimneys
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F23COMBUSTION APPARATUS; COMBUSTION PROCESSES
    • F23JREMOVAL OR TREATMENT OF COMBUSTION PRODUCTS OR COMBUSTION RESIDUES; FLUES 
    • F23J2211/00Flue gas duct systems
    • F23J2211/10Balanced flues (combining air supply and flue gas exhaust)
    • F23J2211/101Balanced flues (combining air supply and flue gas exhaust) with coaxial duct arrangement
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F23COMBUSTION APPARATUS; COMBUSTION PROCESSES
    • F23JREMOVAL OR TREATMENT OF COMBUSTION PRODUCTS OR COMBUSTION RESIDUES; FLUES 
    • F23J2213/00Chimneys or flues
    • F23J2213/20Joints; Connections
    • F23J2213/203Joints; Connections between stack/duct and combustion apparatus
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F23COMBUSTION APPARATUS; COMBUSTION PROCESSES
    • F23JREMOVAL OR TREATMENT OF COMBUSTION PRODUCTS OR COMBUSTION RESIDUES; FLUES 
    • F23J2213/00Chimneys or flues
    • F23J2213/60Service arrangements
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F23COMBUSTION APPARATUS; COMBUSTION PROCESSES
    • F23JREMOVAL OR TREATMENT OF COMBUSTION PRODUCTS OR COMBUSTION RESIDUES; FLUES 
    • F23J2900/00Special arrangements for conducting or purifying combustion fumes; Treatment of fumes or ashes
    • F23J2900/13004Water draining devices associated with flues

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • General Engineering & Computer Science (AREA)
  • Sampling And Sample Adjustment (AREA)
  • Quick-Acting Or Multi-Walled Pipe Joints (AREA)

Description

Titel: Buisstelsel voor het doorvoeren van rookgassen
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een buisstelsel voor het doorvoeren van rookgassen, omvattende een rookgasdoorvoer-buis met een toevoerbuissegment en een afvoerbuissegment; een inspectiebuis, waarvan een hartlijn een hoek maakt met een hartlijn 5 van het toevoerbuissegment; en een losneembaar afsluitorgaan voor het afdichtend afsluiten van de inspectiebuis, omvattende een sluitplaat en afdichtmiddelen voor het tot stand brengen van een gas-dichte afsluiting tussen genoemd afsluitorgaan en de inspectiebuis.
Een dergelijk buisstelsel is in de praktijk bekend, en fungeert 10 bijvoorbeeld als binnenbuissegment van een T-vormig tussenstuk dat voorts een T-vormig buitenbuissegment omvat. Een dergelijk tussenstuk maakt deel uit van een met een verwarmingsketel verbonden buis-systeem, waarbij het binnenbuissegment voor de doorvoer van rookgassen en het buitenbuissegment voor de doorvoer van lucht dient.
15 Het bekende buisstelsel omvat een rookgasdoorvoerbuis met een toevoerbuissegment en een afvoerbuissegment, waarbij de hartlijnen van het toevoerbuissegment en het afvoerbuissegment een hoek van ongeveer 93° met elkaar maken. Het toevoerbuissegment is bestemd om te worden gemonteerd op een staande rookgasafvoerbuis van de 20 verwarmingsketel, waarvan de hartlijn verticaal is georiënteerd. In gemonteerde toestand van het buisstelsel maakt de hartlijn van het afvoerbuissegment derhalve een hoek van ongeveer 3° met de horizontaal. Het vrije uiteinde van het afvoerbuissegment is voorzien van een mof voor het opnemen van een liggende rookgas-25 afvoerbuis. In het hiernavolgende zal het buisstelsel in de gemonteerde toestand worden beschreven.
Het buisstelsel omvat voorts een inspectiebuis, die zich uitstrekt in het verlengde van het afvoerbuissegment. De hartlijnen van de inspectiebuis en het toevoerbuissegment maken derhalve een 30 hoek van ongeveer 87° met elkaar.
Het vrije uiteinde van de inspectiebuis is open, waardoor het mogelijk is de liggende rookgasafvoerbuis te inspecteren. Tijdens normaal bedrijf is het vrije uiteinde afgesloten door middel van een afsluitorgaan, dat doorgaans cilindervormig is, en enerzijds een 2 open uiteinde en anderzijds een gesloten uiteinde omvat. Het afsluitorgaan heeft zodanige afmetingen, dat hij over het buitenoppervlak van de inspectiebuis kan worden geschoven. Daarbij vormt het gesloten uiteinde een sluitplaat die tegen het vrije uiteinde 5 van de inspectiebuis kan aanliggen. Het afsluitorgaan omvat bij zijn open uiteinde een inwendige afdichtring waarmee het afsluitorgaan gasdicht aan kan sluiten op het buitenoppervlak van de inspectiebuis. Voor een inspectiebeurt kan het afsluitorgaan op eenvoudige wijze van de inspectiebuis worden geschoven, en na de inspectiebeurt 10 kan het afsluitorgaan eveneens op eenvoudige wijze weer op de inspectiebuis worden aangebracht.
Tijdens bedrijf kan in de liggende rookgasafvoerbuis condens-vorming optreden. Het is niet gewenst dat condenswater in de liggende rookgasafvoerbuis blijft staan of naar buiten loopt. Met 15 het oog hierop is voorzien in de reeds beschreven oriëntatie van de hartlijn van het afvoerbuissegment, waarbij genoemde hartlijn een hoek van ongeveer 3° met de horizontaal maakt. Aangezien de liggende rookgasafvoerbuis in het verlengde van het afvoerbuissegment is opgesteld, maakt de hartlijn van de liggende rookgasafvoerbuis 20 eveneens een hoek van ongeveer 3° met de horizontaal. Hierdoor zal condenswater dat eventueel in de liggende rookgasafvoerbuis wordt gevormd, onder invloed van de zwaartekracht in de richting van het afvoerbuissegment stromen, en vervolgens via het toevoerbuissegment en de staande rookgasafvoerbuis naar de verwarmingsketel stromen.
25 Condenswater dat eventueel in de rookgasdoorvoerbuis wordt gevormd, zal ook via het toevoerbuissegment en de staande rookgasafvoerbuis naar de verwarmingsketel stromen.
Een nadeel van het bekende buisstelsel is gelegen in het feit, dat condenswater dat in de inspectiebuis terechtkomt, niet terug kan 30 stromen in de verwarmingsketel, maar in plaats daarvan zich ophoopt en bij het afsluitorgaan terechtkomt. Hierdoor kan het afsluitorgaan worden aangetast, hetgeen kan resulteren in lekkage van rookgassen via het vrije uiteinde van de inspectiebuis. Tevens kan hierdoor een persoon die een inspectie wil uitvoeren, bij het verwijderen van het 35 afsluitorgaan onverwacht geconfronteerd worden met een hoeveelheid water die uit de inspectiebuis stroomt.
Het is een eerste belangrijk doel van de uitvinding de ophoping van condenswater in de inspectiebuis te voorkomen, zodat de genoemde ongewenste effecten niet kunnen optreden, zonder de vormgeving van 40 het buisstelsel te wijzigen.
3
Een ander nadeel van het bekende buisstelsel is, dat het inwendige van de inspectiebuis een loze ruimte vormt, die een storende invloed heeft op de stroming van de rookgassen in de rook-gasdoorvoerbuis.
5 Het is een tweede belangrijk doel van de uitvinding om verstoring van de stroming van de rookgassen te voorkomen of althans te beperken, zonder de vormgeving van het buisstelsel te wijzigen.
Om genoemde doelen te bereiken, voorziet de uitvinding in een buisstelsel met een afsluitorgaan dat is bestemd om althans 10 gedeeltelijk in het inwendige van de inspectiebuis te worden geplaatst. Een dergelijk buisstelsel heeft het kenmerk, dat het afsluitorgaan is ingericht om de sluitplaat op een positie op afstand van het vrije uiteinde van de inspectiebuis in het inwendige van de inspectiebuis te brengen, waarbij de afdichtmiddelen zijn 15 ingericht om een gasdichte afsluiting tussen de sluitplaat en het binnenoppervlak van de inspectiebuis tot stand te brengen.
Bij een voorkeursuitvoeringsvorm van het buisstelsel is het afsluitorgaan ingericht om de sluitplaat op een zodanige positie te brengen, dat condenswater dat op een naar de rookgasdoorvoerbuis 20 gerichte zijde van de sluitplaat neerslaat, van genoemde zijde in het toevoerbuissegment terechtkomt. Bij deze voorkeursuitvoeringsvorm sluit het afsluitorgaan de inspectiebuis in zijn geheel af, zodat condenswater niet in de inspectiebuis terecht kan komen.
25 De uitvinding heeft voorts betrekking op een afsluitorgaan voor een buisstelsel met een rookgasdoorvoerbuis en een inspectiebuis.
De uitvinding zal nader worden toegelicht aan de hand van de hiernavolgende beschrijving van een voorkeursuitvoeringsvorm van een 30 buisstelsel volgens de uitvinding onder verwijzing naar de tekening, waarin gelijke verwijzingscijfers gelijke of vergelijkbare onderdelen aanduiden, en waarin: figuur 1 een langsdoorsnede is van een T-vormig tussenstuk dat een bekend buisstelsel omvat, en 35 figuur 2 een langsdoorsnede is van een voorkeursuitvoeringsvorm van een buisstelsel volgens de uitvinding.
Figuur 1 toont een in de praktijk bekend T-vormig tussenstuk, in zijn algemeenheid aangeduid met het verwijzingscijfer 1, zoals 40 deze is gemonteerd- op een met een verwarmingsketel verbonden staande ft ' '* 4 rookgasafvoerbuis. Het tussenstuk 1 omvat een buisstelsel 10 dat fungeert als binnenbuissegment en een buitenbuissegment 30, waarbij het buisstelsel 10 kleinere dwarsafmetingen heeft dan het buitenbuissegment 30 en met radiale tussenruimte is aangebracht in het 5 inwendige van het buitenbuissegment 30. Op het buitenoppervlak van het buisstelsel 10 zijn een aantal afstandhouders 60 verschaft, die dienen om het buisstelsel 10 en het buitenbuissegment 30 op afstand van elkaar te houden. Het buisstelsel 10 dient voor de doorvoer van rookgassen die afkomstig zijn van de verwarmingsketel, en het 10 buitenbuissegment 30 dient voor de doorvoer van lucht naar de verwarmingsketel.
Het buisstelsel 10 is T~vormig, en omvat een liggend deel 11 en een staand deel 12. Het staande deel 12 dient voor aansluiting op 15 een met de verwarmingsketel verbonden staande rookgasafvoerbuis 25, waarvan de hartlijn verticaal is georiënteerd. In gemonteerde toestand, zoals getoond in figuur 1, sluit een gedeelte van het binnenoppervlak van de staande rookgasafvoerbuis 25 aan op het buitenoppervlak van het staande deel 12. Een gedeelte van het 20 buitenoppervlak van het staande deel 12 wordt omsloten door een afdichtring 14, zodat de verbinding tussen de staande rookgasafvoerbuis 25 en het staande deel 12 gasdicht is.
Vanaf een uiteinde 15 van het liggende deel 11 strekt zich een mofgedeelte 16 uit, waarbij het buitenoppervlak van een afdichtring 25 17 aanligt tegen een gedeelte van het binnenoppervlak van genoemd mofgedeelte 16. Het mofgedeelte 16 heeft een grotere diameter dan het overige gedeelte van het liggende deel 11, en dient voor aansluiting van het buisstelsel 10 op een (niet-weergegeven) liggende rookgasafvoerbuis. Met behulp van de afdichtring 17 kan een 30 gasdichte aansluiting worden gerealiseerd.
Tijdens bedrijf stromen rookgassen via het staande deel 12 het buisstelsel 10 binnen, en via het mofgedeelte 16 verlaten de rookgassen het buisstelsel 10 weer.
Een gedeelte van het liggende deel 11 dat zich in axiale 35 richting uitstrekt vanaf een uiteinde 19 tot de omtrek van het staande deel 12, fungeert als een inspectiebuis 20. Daarbij kunnen via het open uiteinde 19 zowel het liggende deel 11 als de liggende rookgasafvoerbuis die zich in het verlengde van genoemd liggend deel 11 uitstrekt, worden geïnspecteerd.
5
Tijdens normaal bedrijf is het uiteinde 19 afgesloten door een afsluitorgaan 50, dat is vormgegeven als een cilindervormige dop met een gesloten bodemdeel 51 en een cilinderwand 52. Het gesloten bodemdeel 51 ligt aan tegen het uiteinde 19, waarbij de cilinderwand 5 52 zich uitstrekt buiten de inspectiebuis 20. Bij een vrij uiteinde 53 omvat het afsluitorgaan 50 een inwendige afdichtring 54, die met zijn buitenoppervlak afdichtend aansluit op het een gedeelte van het binnenoppervlak van de cilinderwand 52, en die met zijn binnen-oppervlak afdichtend aansluit op het buitenoppervlak van de 10 inspectiebuis 20. Aldus sluit het bodemdeel 51 van het afsluitorgaan 50 de inspectiebuis 20 af, waarbij de afdichtring 54 een gasdichte afsluiting realiseert.
Het buitenbuissegment 30 is evenals het buisstelsel 10 T-vormig 15 met een liggend deel 31 en een staand deel 32. Het liggende deel 31 omvat een uiteinde 33, waarbij de inspectiebuis 20 zich uitstrekt door genoemd uiteinde 33. Bij het uiteinde 33 is een dekselgedeelte 34 op het liggende deel 31 aangebracht, waarbij genoemd dekselgedeelte 34 een cilinderwand 35 omvat die zich uitstrekt vanaf 20 een basisplaat 36. Een gedeelte van het binnenoppervlak van de cilinderwand 35 sluit aan op een gedeelte van het buitenoppervlak van het liggende deel 31. De cilinderwand 35 omvat een gedeelte 38 met een grotere diameter dan het overige gedeelte van de cilinderwand 35. Het buitenoppervlak van een afdichtring 39 ligt aan 25 tegen het binnenoppervlak van het gedeelte 38, terwijl het binnenoppervlak van de afdichtring 39 aanligt tegen een gedeelte van het buitenoppervlak van het liggende deel 31. Aldus is de aansluiting van het dekselgedeelte 34 op het liggende deel 31 gasdicht.
30 Voor een inspectiebeurt wordt allereerst het dekselgedeelte 34 verwijderd. Vervolgens kan het afsluitorgaan 50 op eenvoudige wijze handmatig van de inspectiebuis 20 worden geschoven. Als de inspectie voltooid is, kan het afsluitorgaan 50 weer op de inspectiebuis 20 worden geschoven, totdat het bodemdeel 51 aanligt tegen het uiteinde 35 19. Daarna kan het dekselgedeelte 34 weer worden aangebracht op het liggende deel 31.
De inspectiebuis 20 dient ter inspectie van het liggende deel 11 van het buisstelsel 10 en de liggende rookgasafvoerbuis. Tijdens 40 bedrijf vormt het inwendige van de inspectiebuis 20 een loze ruimte, 6 die een nadelige invloed heeft op de stroming van de rookgassen in het buisstelsel 10.
Tijdens bedrijf kan condensvorming in de liggende rookgasafvoerbuis optreden. Teneinde eventueel condenswater af te voeren 5 uit de liggende rookgasafvoerbuis, is het gewenst dat de liggende rookgasafvoerbuis onder een hoek met de horizontaal wordt opgesteld. Met het oog hierop maakt de hartlijn van het mofgedeelte 16 een hoek van ongeveer 93° met de hartlijn van het staande deel 12. Aangezien de hartlijn van het staande deel 12 correspondeert met de hartlijn 10 van de verticaal georiënteerde staande rookgasafvoerbuis 25, maakt de hartlijn van het mofgedeelte 16 met de horizontaal een hoek van ongeveer 3°. De liggende rookgasafvoerbuis, die zich in het verlengde van het mofgedeelte 16 uitstrekt, maakt derhalve eveneens een hoek van ongeveer 3° met de horizontaal. Aldus wordt bereikt dat 15 condenswater dat in de liggende rookgasafvoerbuis wordt gevormd, onder invloed van de zwaartekracht in de richting van het mofgedeelte 16 stroomt, en uiteindelijk via het staande deel 12 in de verwarmingsketel terechtkomt.
Bij het bekende buisstelsel 10 corresponderen de hartlijnen van 20 het mofgedeelte 16 en de inspectiebuis 20 met elkaar. De hartlijn van de inspectiebuis 20 maakt derhalve een hoek van ongeveer 87° met de hartlijn van het staande deel 12 en een hoek van ongeveer 3° met de horizontaal. Deze oriëntatie van de inspectiebuis 20 heeft als ongewenst effect, dat eventueel condenswater dat in de inspectiebuis 25 wordt gevormd, zich in de inspectiebuis 20 ophoopt.
Figuur 2 toont een voorkeursuitvoeringsvorm van een buisstelsel 2 volgens de uitvinding. Het buisstelsel 2 kan onderdeel uitmaken van een tussenstuk zoals getoond in figuur 1, en is bij deze 30 voorkeursuitvoeringsvorm grotendeels op dezelfde wijze vormgegeven als het in figuur 1 getoonde buisstelsel 10.
Het buisstelsel 2 omvat een afsluitorgaan 50 dat is vormgegeven als een cilinder waarvan een kops uiteinde is afgesloten door middel van een sluitplaat 51, en waarvan een ander kops uiteinde open is en 35 een radiaal georiënteerd ringvormig aanslagdeel 55 omvat. Daarbij is de diameter van de buitenomtrek van het aanslagdeel 55 groter dan de diameter van de buitenomtrek van een tussendeel 52 dat de verbinding vormt tussen de sluitplaat 51 en het aanslagdeel 55. Bij de sluitplaat 51 is het afsluitorgaan 50 voorzien van een uitwendige 40 afdichtring 54, waarbij het binnenoppervlak van genoemde afdichtring 7 54 aansluit op een gedeelte van het buitenoppervlak van het tussen-deel 52.
Figuur 2 toont hoe het afsluitorgaan is gepositioneerd ten opzichte van het buisstelsel 2. De afmetingen van het tussendeel 52 5 en de sluitplaat 51 zijn zodanig gekozen, dat deze onderdelen van het afsluitorgaan 50 in het inwendige van de inspectiebuis 20 kunnen worden ingebracht. Daarbij sluit het buitenoppervlak van de afdicht-ring 54 aan op een gedeelte van het binnenoppervlak van de inspectiebuis 20. Het aanslagdeel 55 ligt aan tegen het uiteinde 19 10 van de inspectiebuis 20.
Een belangrijk aspect van de uitvinding is, dat de sluitplaat 51 en de afdichtring 54 zich op afstand van het uiteinde 19 bevinden. Bij de in figuur 2 getoonde voorkeursuitvoeringsvorm van het buisstelsel 2 volgens de uitvinding is de lengte van het 15 afsluitorgaan 50 enigszins groter dan de lengte van de inspectiebuis 20. Dit heeft als voordeel, dat condenswater dat neerslaat op een naar het mofgedeelte 16 gerichte zijde van de sluitplaat 51 onder invloed van de zwaartekracht van genoemde sluitplaat 51 rechtstreeks in het staande deel 12 valt. De lengte van het afsluitorgaan 50 kan 20 echter ook kleiner zijn dan of in hoofdzaak gelijk zijn aan de lengte van de inspectiebuis 20. Met een uitvoeringsvorm waarbij de lengte van het afsluitorgaan 50 kleiner is dan de lengte van de inspectiebuis 20 wordt echter alleen een verbetering van de stroming van de rookgassen bewerkstelligd ten opzichte van het bekende buis-25 stelsel 10. Een uitvoeringsvorm waarbij de lengte van het afsluitorgaan 50 in hoofdzaak gelijk is aan of groter is dan de lengte van de inspectiebuis 20 is gunstig met het oog op het voorkomen van condensvorming en ophoping van condenswater in de inspectiebuis 20, waarbij het van voordeel is als de afdichtring 54 30 zich nabij de sluitplaat 51 bevindt.
Het aanslagdeel 55 is van voordeel bij het positioneren van het afsluitorgaan 50 in de inspectiebuis 20. Het aanslagdeel 55 is bij deze voorkeursuitvoeringsvorm vormgegeven als een radiaal gerichte ring, maar zou bijvoorbeeld ook kunnen zijn vormgegeven als een 35 gesloten cirkelronde plaat.
Het tussendeel 52 is bij deze voorkeursuitvoeringsvorm cilindervormig, maar kan ook een willekeurige andere vorm hebben. Wanneer het afsluitorgaan 50 is voorzien van een aanslagdeel 55, dient het tussendeel 52 om een verbinding tussen de sluitplaat 51 en 40 het aanslagdeel 55 te vormen.
8
De oriëntatie van de inspectiebuis 20, het staande deel 12 en het mofgedeelte 16 ten opzichte van elkaar kan anders zijn dan reeds is beschreven. Belangrijk aspect hierbij is, dat de hartlijn van de inspectiebuis 20 een hoek maakt met de hartlijn van het staande deel 5 12, waarbij genoemde hoek een waarde heeft die aanzienlijk groter is dan 0° en aanzienlijk kleiner is dan 180°.
Het buisstelsel 2 kan ook bijvoorbeeld geschikt zijn om te worden gemonteerd op een niet-verticale rookgasafvoerbuis.
In figuur 2 is te zien, dat de sluitplaat 51 van het afsluit-10 orgaan 50 bij deze voorkeursuitvoeringsvorm een in hoofdzaak verticale oriëntatie heeft. Dit is niet essentieel; de sluitplaat 51 zou een andere stand ten opzichte van de verticaal kunnen innemen.
Voor een uitvoeringsvorm waarbij het afsluitorgaan 50 dient om condensvorming en ophoping van condens in de inspectiebuis 20 te 15 voorkomen, is het belangrijk dat de afdichtring 54 de inspectiebuis 20 afsluit op een gedeelte waar de inspectiebuis aansluit op de omtrek van het staande deel 12.
Het zal voor de deskundige duidelijk zijn dat de omvang van de 20 onderhavige uitvinding niet is beperkt tot de in het voorgaande besproken voorbeelden, maar dat diverse wijzigingen en modificaties daarvan mogelijk zijn zonder af te wijken van de omvang van de uitvinding zoals gedefinieerd in de aangehechte conclusies.

Claims (10)

1, Buisstelsel voor het doorvoeren van robkgassen, omvattende: - een rookgasdoorvoerbuis met een toevoerbuissegment en een afvoerbui ssegment; - een inspectiebuis, waarvan een hartlijn een hoek maakt met een 5 hartlijn van het toevoerbuissegment; en - een losneembaar afsluitorgaan voor het afdichtend afsluiten van de inspectiebuis, omvattende een sluitplaat en afdichtmiddelen voor het tot stand brengen van een gasdichte afsluiting tussen genoemd afsluitorgaan en de inspectiebuis; 10 met het kenmerk, dat het afsluitorgaan (50) is ingericht om de sluitplaat (51) op een positie op afstand van het vrije uiteinde (19) van de inspectiebuis (20) in het inwendige van de inspectiebuis (20) te brengen, waarbij de afdichtmiddelen zijn ingericht om een gasdichte afsluiting tussen 15 het buitenoppervlak van het afsluitorgaan (50) en het binnen-oppervlak van de inspectiebuis (20) tot stand te brengen.
2. Buisstelsel volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het afsluitorgaan (50) is ingericht om de sluitplaat (51) op een 20 zodanige positie te brengen, dat condenswater dat op een naar de rookgasdoorvoerbuis (12,16) gerichte zijde van de sluitplaat (51) neerslaat, van genoemde zijde in het toevoerbuissegment (12) terechtkomt.
3. Buisstelsel volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de afdichtmiddelen ten minste één afdichtring (54) omvatten, die wordt gedragen door het buitenoppervlak van het afsluitorgaan (50).
4. Buisstelsel volgens een willekeurige der conclusies 1-3, met 30 het kenmerk, dat het afsluitorgaan (50) is voorzien van een aanslag-orgaan (55) dat is ingericht om aan te liggen tegen het vrije uiteinde (19) van de inspectiebuis (20), alsmede van een verbindingsorgaan (52) voor het verbinden van de sluitplaat (51) met genoemd aanslagorgaan (55).
5. Buisstelsel volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat de lengte van het verbindingsorgaan (52) in hoofdzaak overeenkomt met de lengte van de inspectiebuis (20).
6. Buisstelsel volgens conclusie 4 of 5, met het kenmerk, dat het verbindingsorgaan (52) buisvormig is.
7. Buisstelsel volgens een willekeurige der conclusies 4-6, met het kenmerk, dat het aanslagorgaan (55) ringvormig is.
8. Afsluitorgaan voor een buisstelsel met een rookgasdoorvoerbuis en een inspectiebuis, omvattende een sluitplaat en afdichtmiddelen voor het tot stand brengen van een gasdichte afsluiting tussen genoemd afsluitorgaan en de inspectiebuis, met het kenmerk, dat de 15 dwarscontour van de sluitplaat (51) een zodanige vorm en afmetingen heeft, dat genoemde sluitplaat (51) in het inwendige van de inspectiebuis (20) kan worden geplaatst; en dat de afdichtmiddelen zijn ingericht om een gasdichte afsluiting tussen het afsluitorgaan (50) en het binnenoppervlak van de inspectiebuis (20) tot stand te 20 brengen.
9. Afsluitorgaan volgens conclusie 8, gekenmerkt door een aanslagorgaan (55) dat is ingericht om aan te liggen tegen het vrije uiteinde (19) van de inspectiebuis (20) en door een verbindings- 25 orgaan (52) voor het verbinden van de sluitplaat (51) met genoemd aanslagorgaan (55).
10. Buisstelsel voor het doorvoeren van rookgassen, omvattende: - een staand deel (12) dat is bestemd om te worden gemonteerd op een 30 staande rookgasafvoerbuis (25) van een verwarmingsketel, waarvan de hartlijn verticaal is georiënteerd; - een liggend deel (11), enerzijds voorzien van een inspectiebuis (20), waarbij de hartlijn van genoemde inspectiebuis (20) een hoek maakt met de hartlijn van het staande deel (12), en anderzijds 35 voorzien van een mofgedeelte (16) voor het opnemen van een liggende rookgasafvoerbuis, waarbij de hartlijn van genoemd mofgedeelte (16) correspondeert met de hartlijn van de inspectiebuis (20); en - een losneembaar afsluitorgaan (50) voor het afdichtend afsluiten van de inspectiebuis (20), omvattende een sluitplaat (51) en een 40 afdichtring (54); met: het kenmerk, dat het binnenoppervlak van de afdichtring (54) afdichtend aansluit op een gedeelte van het buitenoppervlak van het afsluitorgaan (50)/ en dat de sluitplaat (51) en de afdichtring (54) zodanig zijn 5 vormgegeven, dat ze in het inwendige van de inspectiebuis (20) kunnen worden ingebracht, waarbij het buitenoppervlak van de afdichtring (54) afdichtend aansluit op een gedeelte van het binnenoppervlak van de inspectiebuis (20).
NL1016246A 2000-09-22 2000-09-22 Buisstelsel voor het doorvoeren van rookgassen. NL1016246C2 (nl)

Priority Applications (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1016246A NL1016246C2 (nl) 2000-09-22 2000-09-22 Buisstelsel voor het doorvoeren van rookgassen.
EP01203618A EP1191283A1 (en) 2000-09-22 2001-09-24 Pipe system for discharging flue gases

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1016246 2000-09-22
NL1016246A NL1016246C2 (nl) 2000-09-22 2000-09-22 Buisstelsel voor het doorvoeren van rookgassen.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1016246C2 true NL1016246C2 (nl) 2002-03-25

Family

ID=19772128

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1016246A NL1016246C2 (nl) 2000-09-22 2000-09-22 Buisstelsel voor het doorvoeren van rookgassen.

Country Status (2)

Country Link
EP (1) EP1191283A1 (nl)
NL (1) NL1016246C2 (nl)

Families Citing this family (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP1532398A2 (fr) * 2002-06-06 2005-05-25 Christopher Luijer Organe de raccordement d'une chaudiere a un conduit d'evacuation
FR2841968B1 (fr) * 2002-07-08 2005-01-21 Christophe Mijndert Hen Luijer Organe d'un raccordement d'une chaudiere a un conduit d'evacuation
GB201008806D0 (en) * 2010-05-26 2010-07-14 Heat Recovery Solutions Ltd Heat exchange unit
CZ34402U1 (cs) * 2020-08-10 2020-09-22 ALMEVA EAST EUROPE s.r.o. Trubková sestava pro vložkování spalinových cest

Citations (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE2050162B1 (de) * 1970-10-13 1972-03-09 Muecher Hermann Verschluss fuer die blindenden von muffenrohren
US4603680A (en) * 1984-12-10 1986-08-05 Carrier Corporation Furnace inducer outlet box assembly
DE9111394U1 (nl) * 1991-09-13 1992-01-23 Viessmann, Hans, Dr., 3559 Battenberg, De
GB2303419A (en) * 1995-07-20 1997-02-19 Rite Vent Limited Flue junction piece
DE20006951U1 (de) * 2000-04-04 2000-07-06 Reitz Eberhard Rohrstück

Family Cites Families (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US4923221A (en) * 1989-01-25 1990-05-08 Cameron Iron Works U.S.A., Inc. Safety connection into passages in a tubular body
DE9311424U1 (de) * 1993-07-30 1993-10-21 Skoberne Willi Rohrleitungs-Formstück für Abgasanlagen für Brennwertgeräte
DE20022107U1 (de) * 2000-12-30 2001-03-01 Rehau Ag & Co Vorrichtung für den Einsatz in Abgasanlagen

Patent Citations (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE2050162B1 (de) * 1970-10-13 1972-03-09 Muecher Hermann Verschluss fuer die blindenden von muffenrohren
US4603680A (en) * 1984-12-10 1986-08-05 Carrier Corporation Furnace inducer outlet box assembly
DE9111394U1 (nl) * 1991-09-13 1992-01-23 Viessmann, Hans, Dr., 3559 Battenberg, De
GB2303419A (en) * 1995-07-20 1997-02-19 Rite Vent Limited Flue junction piece
DE20006951U1 (de) * 2000-04-04 2000-07-06 Reitz Eberhard Rohrstück

Also Published As

Publication number Publication date
EP1191283A1 (en) 2002-03-27

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL1016246C2 (nl) Buisstelsel voor het doorvoeren van rookgassen.
JP2537735B2 (ja) ピッグ対応型3方バタフライ弁
NZ238758A (en) Underground meter box.
NZ275873A (en) Access gully comprises lower and upper housing, an outlet, an inlet pipe and a dip-tube trap with a grid in the lower housing
JPH03107A (ja) 濾過装置の容器
US9377125B2 (en) Shut-off device for pipe
KR20080003788U (ko) 파이프 성형 스트레이너
EP1131576B1 (en) Device for cleaning a filter
RU2002110297A (ru) Способ и устройство для очистки фильтра
KR200445623Y1 (ko) 스트레이너 일체형 파이프 성형 볼밸브
CN207019295U (zh) 一种“不同轴”的平衡式壁挂炉烟管
NL1017691C2 (nl) Adapter voor leidingen voor gastoestellen.
US20180079054A1 (en) Tank Assembly and Method of Use
JPS58128144A (ja) 化学処理塔の液流収集器
CN107000721A (zh) 用于主缸的制动液容器的阀
RU173138U1 (ru) Устройство для ввода и извлечения оборудования под давлением
NL192532C (nl) Brandkraan.
US582507A (en) Edouard marchaut and albert dormoy
NL1002144C2 (nl) Doorstroomexpansievat.
FR3080444B1 (fr) Echangeur thermique comprenant des tubulures de raccordement pour l'alimentation et l'evacuation d'un fluide caloporteur
JP6909718B2 (ja) ガス回収容器
US527197A (en) Wort-cooler
RU168717U1 (ru) Корпус фильтра для горизонтально расположенной магистрали
JPH0212375Y2 (nl)
UA155222U (uk) Універсальний пристрій запускання внутрішньотрубних засобів у трубопровід

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
PD2B A search report has been drawn up
VD1 Lapsed due to non-payment of the annual fee

Effective date: 20060401