NL1017691C2 - Adapter voor leidingen voor gastoestellen. - Google Patents

Adapter voor leidingen voor gastoestellen. Download PDF

Info

Publication number
NL1017691C2
NL1017691C2 NL1017691A NL1017691A NL1017691C2 NL 1017691 C2 NL1017691 C2 NL 1017691C2 NL 1017691 A NL1017691 A NL 1017691A NL 1017691 A NL1017691 A NL 1017691A NL 1017691 C2 NL1017691 C2 NL 1017691C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
adapter
tube adapter
boiler
outer tube
inner tube
Prior art date
Application number
NL1017691A
Other languages
English (en)
Inventor
Frans Gerrit Ravestein
Michel Georges F Lavrard-Meyer
Original Assignee
Ubbink Nederland Bv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Ubbink Nederland Bv filed Critical Ubbink Nederland Bv
Priority to NL1017691A priority Critical patent/NL1017691C2/nl
Priority to EP20020076129 priority patent/EP1245902B1/en
Application granted granted Critical
Publication of NL1017691C2 publication Critical patent/NL1017691C2/nl

Links

Classifications

    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F23COMBUSTION APPARATUS; COMBUSTION PROCESSES
    • F23JREMOVAL OR TREATMENT OF COMBUSTION PRODUCTS OR COMBUSTION RESIDUES; FLUES 
    • F23J13/00Fittings for chimneys or flues 
    • F23J13/02Linings; Jackets; Casings
    • F23J13/025Linings; Jackets; Casings composed of concentric elements, e.g. double walled
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F23COMBUSTION APPARATUS; COMBUSTION PROCESSES
    • F23JREMOVAL OR TREATMENT OF COMBUSTION PRODUCTS OR COMBUSTION RESIDUES; FLUES 
    • F23J13/00Fittings for chimneys or flues 
    • F23J13/04Joints; Connections
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F23COMBUSTION APPARATUS; COMBUSTION PROCESSES
    • F23JREMOVAL OR TREATMENT OF COMBUSTION PRODUCTS OR COMBUSTION RESIDUES; FLUES 
    • F23J2211/00Flue gas duct systems
    • F23J2211/10Balanced flues (combining air supply and flue gas exhaust)
    • F23J2211/101Balanced flues (combining air supply and flue gas exhaust) with coaxial duct arrangement
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F23COMBUSTION APPARATUS; COMBUSTION PROCESSES
    • F23JREMOVAL OR TREATMENT OF COMBUSTION PRODUCTS OR COMBUSTION RESIDUES; FLUES 
    • F23J2213/00Chimneys or flues
    • F23J2213/20Joints; Connections
    • F23J2213/203Joints; Connections between stack/duct and combustion apparatus
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F23COMBUSTION APPARATUS; COMBUSTION PROCESSES
    • F23JREMOVAL OR TREATMENT OF COMBUSTION PRODUCTS OR COMBUSTION RESIDUES; FLUES 
    • F23J2900/00Special arrangements for conducting or purifying combustion fumes; Treatment of fumes or ashes
    • F23J2900/13004Water draining devices associated with flues

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • General Engineering & Computer Science (AREA)
  • Quick-Acting Or Multi-Walled Pipe Joints (AREA)
  • Branch Pipes, Bends, And The Like (AREA)

Description

Adapter voer leidingen voer oastoeste] ] er.
De uitvinding heeft betrekking op een adapter voor gebruik in leidingen of pijpen van gastoestellen, in het bijzonder gasafvoerleidingen, in het bijzonder in combinatie met verbrandingsluchttoevoerleidingen, die op 5 concentrische wijze de gasafvoerleidingen omgrijpen voor het daarmee vormen van een ringvormig luchtkanaal.
Dergelijke adapters worden gebruikt om aan- en afvoerleidingen van gastoestellen te koppelen met de leidingen naar en van een uitmondingsconstructie. De 10 plaats van de adapter kan in principe overal tussen het gastoestel en de uitmondingsconstructie, in horizontale of vertikale leidinggedeelten zijn. Vaak zal de adapter worden sangebracht vlak fc; j het aasstoestel, aansluitend op de aan- en afvoerdoorgangen voorzien in dat gastoestel. 15 Dergelijke adapters kunnen ook gevormd zijn voor het vormen van een overgang tussen pijpen met verschillende diameter. Zo kunnen de aan- en afvoerdoorgangen aan de ketelzijde respectievelijk een diameter bezitten van 60 mm en 100 mm, en de leidingen naar de uitmondingsconstructie 20 een diameter van respectievelijk 80 mm en 125 mm.
De adapters kunnen voorts voorzien zijn van een condensopvang en -afvoer voor condens dat langs het bin-nenoppervlak van de gasafvoerbuis vloeit en niet in de ketel mag komen.
25 Bekende adapters bezitten een binnenbuisadapter met condensopvang en -afvoer, waaraan aangevormd is een 10 1 7691 2 aansluitpijp die axiaal een eind uitsteekt van een buiten-buisadapter, die de vorm van een mantel bezit. De conden-sopvang is een ringvormig kanaal, waarop is aangesloten een radiaal reikend afvoerpiijpje, dat door een gat in de 5 mantel steekt en waarop een verder buisje of slangetje kan worden aangesloten. Er zijn hierbij minstens twee uitvoeringen, met aansluitpijpen die respectievelijk voorzien zijn van een aansluiteind voor opname van de ketelzijdige gasafvoerbuis en van een aansluiteind voor opname door de 10 ketelzijdige qasafvoerbuis. Welke nodig is hangt af van de uitvoering van ae betreffende ketel, m hei bijzonder van de daarin opgenomen gasafvoerbuis. Deze gasafvoerbuis eindigt doorgaans op een plaats binnen het huis van de ketel, welke bereikbaar is door een gat in de huiswand 15 waarop de mantel kan worden bevestigd. Het gat kan begrensd zijn door het materiaal van de huiswand zelf, of door een gecombineerde flens/kraag, waarbij de flens bevestigd is op de huiswand en de kraag een middel vormt voor verbinding met de mantel. Mantel en binnenbuisadapter 20 worden als samenstel geplaatst, waarbij de installateur moet zorgen voor een goede aansluiting van de aansluitpijp op de in de ketel gelegen gasafvoerbuis, hetgeen lastig kan zijn vanwege het gebrek aan voldoende zicht.
Een doel van de uitvinding is hierin verbetering 2b te brengen.
Vanuit een aspect voorziet de uitvinding daartoe in een adapter voor twee concentrische leidingen voor gasstoestellen, in het bijzonder een binnenleiding voor afvoer van verbrandingsgassen van een ketel naar buiten en 3 0 een buitenste mantel die met de binnenleiding een ringvormige buitenleiding bepaalt voor toevoer van verbrandingslucht naar de ketel, omvattend een binnenbuisadapter en een buitenbuisadapter, die elk een benedeneind en een boveneind bezitten, die elk respec-35 tievelijk koppelbaar zijn met naar de ketel toe leidende verdere eerste leidingen en van de ketel af, naar een uitmondingsconstructie leidende tweede leidingen, waarbij 101 /691 3 de binnenbuisadapter voorzien is van condensopvangmiddelen en van condensafvoermiddelen en boven het benedeneind van de buitenbuisadapter voorzien is van een doorgang voor passende opname van een ketelzijdige binnenpijp.
5 Hiermee is de aanluitpijp in feite ontkoppeld van de binnenbuisadapter en kan men bij produktie en voorraad volstaan met een type binnenbuisadapter en de aansluitpijp apart produceren in twee of meer versies, naar moer-vaareind of lengte. Ook de installatie is dan 30 vereenvoudigd, daar de installateur de losse aansluitpijp gemakkelijk op de in de ketel gelegen gasafvoerbuis kan plaatsen, en daarna de adapter gecontroleerd met de buitendbuisadapter op de ketelwand en de binnenbuisadapter over de aansluitpijp kan aanbrengen. De binnenhuisadapter 15 kan voorts gemakkelijk worden ingevoerd in de buitenbuisadapter .
Opgemerkt wordt dat uit het Gebruiksmodel 29705212 een aansluitsamenstel bekend is voor verbinding van een buitenpijp en een daarmee concentrische binnenpijp 20 met aansluitbuisstompen in een ketel, welke aansluitbuis-stompen dezelfde diameter hebben als de pijpen. De aansluiting voor de buitenbuis vormt een van twee flenzen voorziene schaal, die om de buisstomp aan de ketel en om het ondereind van de bultenpljp geslagen wordt, waarna de 25 flenzen aan elkaar geklonken of gebout worden. De aansluiting voor de binnenpijp omvat een buisstuk dat om het ondereind van de binnenpijp geplaatst wordt en om het boveneind van een aansluitbuis, welke aansluitbuis zelf met het ondereind opgenomen is in de aansluitbuisstomp op 30 de ketel. Binnen de aansluitbuis is een met een versmalling gevormd buisstuk geplaatst, waarbij ter hoogte van de versmalling van het buisstuk buitenwaarts, door de aan-sluitschaal voor de buitenpijp radiaal naar buiten reikende condensafvoerpijp geplaatst is, welke condensafvoer 35 condens afvoert opgevangen in de ringvormige ruimte gevormd tussen de versmalling van het buisstuk en de aansluitbuis .
:! Γ) 1; ,· . i 4
Bij voorkeur is de doorgang gelegen ter hoogte van de condensafvoermiddelen, zodat de lengte van de binnenbuisadapter in ketelwaartse richting zo gering mogelijk is. Een dergelijke binnenbuisadapter is een-5 voudiger te produceren, in het bijzonder wordt spuitgieten dan eerder mogelijk.
Bij voorkeur bepalen de condensopvangmiddelen een ringkanaal en vormt de doorgang tevens een ringvormige binnenwand voor het ringkanaal, en heeft de wand die de 10 doorgang vormt aldus twee functies.
Hei bovenemc van de binnenbuisadapter Kan hierbij een buisstomp vormen, die overgaat in een buitenwand van het ringkanaal.
In het geval de condensafvoermiddelen een af-15 voertuit omvatten, die passend door een opening in de buitenbuisadapter reikt heeft het de voorkeur dat de afvoertuit aan de omtrek voorzien is van een opneemruimte voor een afdichtring voor afdichting tegen de opening in de buitenbuisadapter, zodat aanzuiging van lucht uit de 20 directe omgeving van de ketel wordt tegengegaan. Op eenvoudige wijze kan de opneemruimte bepaald zijn door twee in tuitrichting opeenvolgende omtreksribben aan de afvoertuit .
Voor verbetering van de nauwkeurigheid van de 25 plaatsing van ae bmnenbuisaaaptei , m een vlak awars op de buisas, heeft het de voorkeur dat de binnenbuisadapter nabij de afvoertuit voorzien is van aanslagmiddelen voor aanslag tegen het binnenoppervlak van de buitenbuisadapter, die bij voorkeur gelegen zijn aan de benedenzijde van 30 de afvoertuit.
De korte uitvoering van de binnenbuisadapter maakt het mogelijk om deze zonder het gemak waarmee de binnenbuisadapter in de buitenbuisadapter geplaatst kan worden te zeer te verminderen te voorzien van een of meer 35 van de afvoertuit af reikende radiale afstandsmiddelen voor aangrijping van het binnenoppervlak van de buitenbuisadapter. Hiermee kan de positie van de binnenhuisadap- 1 0 1 769 1 5 ter op zekere wijze althans nagenoeg volmaakt concentrisch ten opzichte van de buitenbuisadapter zijn, hetgeen de installatie van de leidingen vergemakkelijkt.
Het heeft daarbij de voorkeur dat de binnen-5 buisadapter voorzien is van een diametraal van de afvoer-tuit af reikend afstandsdeel, dat bij voorkeur voorzien is van een schuine rand. De invoering van de binnenhuisadapter wordt hierdoor vergemakkelijkt, alsook de stabiliteit van de binnenhuisadapter na plaatsing.
ÜO Pij voorkeur zij π aar. de binnenwand van de buitenbuisadapter positionenngsmiddelen voorzien voor de positionering in axiale richting van de afstandsmiddelen, zodat de binnenbuisadapter ook in axiale richting op zekere wijze juist geplaatst kan worden.
15 Verdere zekerheid in de plaatsing van de binnen buisadapter wordt verkregen doordat aan de binnenwand van de buitenbuisadapter positioneringsmiddelen voorzien zijn voor de positionering in omtreksrichting van de afstandsmiddelen.
2 0 Nog verdere zekerheid in de plaatsing van de binnenbuisadapter wordt verkregen doordat de afstandsmid-delen en de positioneringsmiddelen elkaar over een lengte in axiale richting aangrijpen, zodat kanteling van de binnenbuisadapter wordt tegengegaan.
25 Vanuit een verder aspect voorziet de uitvinding in een adapter met een ringvormig condensopvangkanaal en aansluitende afvoertuit, waarbij de bodem van het ringkanaal schuin staat ten opzichte van de hartlijn van de binnenbuisadapter, waarbij de afvoertuit aansluit aan 3 0 het laagste punt van het ringkanaal. De schuine bodem van het ringkanaal waarborgt een vloeiende condensafvoer, waarbij het dan niet bezwaarlijk is wanneer de adapter enigszins schuin gekanteld is, in een richting weg van de tuit.
35 In een uitvoering bezitten de benedeneinden van de binnenbuisadapter en de buitenbuisadapter respectievelijk een diameter van 60 mm en 100 mm en/of de ' λ C' < --> · ·;· jü i ; V h· ' 6 boveneinden van de binnenbuisadapter en de buiten- buisadapter respectievelijk een diameter van 80 mm en 125 mm.
In een verdere ontwikkeling van de adapter 5 volgens de uitvinding is de buitenbuisadapter voorzien van een daarmee als een geheel gevormd flensdeel, voor bevestiging aan een ketelhuis.
Alternatief is de buitenbuisadapter voorzien van een daarmee koppelbaar flensdeel, voor bevestiging aan een 10 ketelhuis.
Voc2 pxaaLSingsgerri&K i £ hei i ±ensöee_ voorzien van een omtreksreeks bevestigingsgaten.
Het heeft de voorkeur dat de binnenbuisadapter en de buitenbuisadapter middels spuitgieten vervaardigd 15 zijn.
Vanuit een verder aspect voorziet de uitvinding in een adapter voor gebruik in parallelle systemen, in het bijzonder een adapter voor een binnenleiding voor afvoer van verbrandingsgassen van een ketel naar buiten 20 met het benedeneind voor aansluiting aan een ketelzijdige leiding en een boveneind voor aansluiting aan een uitmon-dingszijdige leiding, waarbij de adapter voorzien is van condensopvangmiddelen en van condensafvoermiddelen, waarbij de condensopvangmiddelen een ringkanaal bepalen, en 21 waarbij ae adapter voorzien is van een doorgang voor passende opname van een ketelzijdige binnenpijp, waarbij de doorgang tevens een ringvormige binnenwand vormt voor het ringkanaal. Bij voorkeur vormt het boveneind van de buisadapter een buisstomp, die overgaat in een buitenwand 30 van het ringkanaal.
De bodem van het ringkanaal staat bij voorkeur schuin ten opzichte van de hartlijn van de buisadapter, waarbij de afvoertuit aansluit aan het laagste punt van het ringkanaal.
35 Vanuit een verder aspect voorziet de uitvinding in een samenstel van een adapter volgens de uitvinding en een ketelzijdige aansluitpijp, die losmaakbaar en passend f · 7 opgenomen is in de doorgang in de binnenbuisadapter respectievelijk adapter.
De uitvinding zal worden toegelicht aan de hand van een in de bij gevoegde tekeningen weergegeven voor-5 beelduitvoering. Getoond wordt in: figuur 1 een doorsnede door een opstelling met een adaptersamenstel volgens de uitvinding; figuur 2 een perspectivisch aanzicht op het adaptersamenstel van figuur 1; en ]C figuur ? het adapt ersamenstel van figuur 2, in uiteengenomen toestand.
In figuur 1 is weergegeven de ketel of gasstoes-tel van het gesloten type 1, waarin een niet nader weergegeven brander opgesteld is. De verbrandingsgasafvoer en 15 de verbrandingsluchttoevoer zijn hierbij concentrisch ten opzichte van elkaar. In de bovenwand 3 van het huis is een doorgang gemaakt, voor de uitwisseling van de gassen. De verbrandingslucht wordt neerwaarts door een ringvormige opening door de brander aangezogen, en de verbrandings-20 gassen worden afgevoerd via ketelvast buisstuk 55, waar op indirecte wijze de adapter 2 aangebracht is.
De adapter 2 omvat een buitenmantel 6 en een binnendeel 7, dat een buisvormige doorgang 10 bepaalt.
De mante] 6 bezit een benedengedeelte 22, dat in 25 dit voorbeeld een diameter kan hebben van 100 mm, welk gedeelte 22 via een konisch uitlopend gedeelte 23 overgaat in een breder bovengedeelte 24, dat in dit voorbeeld een diameter kan hebben van 125 mm.
Het benedengedeelte 22 is voorzien van een groef 30 28, dat met uitsteeksels 27 aan een kraag 5 van flens 4 een bajonetsluiting kan vormen. De flens 4 is voorzien van gaten 32 voor bevestiging, bijvoorbeeld middels schroeven, aan de bovenwand 3 van het ketelhuis. Op deze wijze kan de mantel 6 eenvoudig bovenop de opening in de bovenwand 3 35 geplaatst en bevestigd worden.
Zoals te zien in figuur 2 is het konische gedeelte 23 op één plaats voorzien van een gat 40, voor een 10 1 ?B9 ^ 8 nog nader te bespreken condensafvoerpijp 14.
Aan de diametraal tegenovergelegen zijde is vlak boven de overgang van het konische gedeelte 23 naar het bovengedeelte 24 middels twee zich in axiale richting 5 uitstrekkende ribbetjes 20 een opneemruimte gerealiseerd voor de rand 21 van een nog nader te bespreken schot 19.
Bovenaan is het bovengedeelte 24 voorzien van een ringvormige kamer 25, waarin een op zich bekende van een schuin radiaal binnenwaarts reikende lip voorziene 10 afdichting 26 opgenomen is. Deze afdichting 26 dicht af
Lfc06!.· GG Jjl-j ItljZ, i GG V cG - Gr Θ G G G.. \_GTi.Gc--i; J , G j t Ij CG
verder naar de uitmondingsconstructie (verder niet weergegeven) uitstrekt.
Het binnendeel of condensopvangstuk 7 bezit een 15 bovengedeelte 8, dat cirkelcilindervormig is en aan het boveneind voorzien is van een radiaal openende ringkamer 9 voor opname van een afdichtingsring 57. Hiermee wordt op afdichtende wijze een binnenbuis 29 ontvangen, die eveneens leidt naar de niet weergegeven uitmon- 20 dingsconstructie.
In de doorgang 10 is ook een ringkamer 11 voorzien, waarin een eenvoudige O-afdichtingsring 56 opgenomen is. Hierin kan een los -op de betreffende installatie afgestemd- buisstuk 50 op afdichtende wijze worden opge- 21 nomen, in axialt richting verstelbaar . Dit buisstuk SC bezit een verbreed benedengedeelte 52, waarin een radiaal naar binnen openende ringkamer 53 voorzien is voor een afdichtingsring 54. Hiermee kan op afdichtende wijze het ketelvaste buisstuk 55 ontvangen worden.
30 Het condensopvangstuk bezit een kraag 12, die de voortzetting vormt van de doorgang 10. Deze kraag bepaalt met het wandgedeelte 8 een ringvormig kanaal 13 voor opvang van condens dat langs het binnenoppervlak van de binnenbuis 29 neerwaarts vloeit en niet in de ketel 1 mag 35 komen. De bodem 31 van het ringvormige kanaal loopt schuin, en wel zodanig dat het hoogste punt weergegeven is in figuur 1 aan de linkerzijde, en het laagste punt weer- ιοί vee 9 gegeven is ter plaatse van de ingang van de afvoertuit 14. De schuine bodem is schematisch weergegeven met stippellijn S.
De afvoertuit 14 is aan de omtrek voorzien van 5 dubbele omlopende ribben 15a, 15b die een opneemruimte bepalen voor een afdichtingsring 16. Met deze ring 16 vindt afdichting plaats in het gat 50 in de mantel 6.
Beneden de afvoertuit 14 is het condensafvoer-stuk nog voorzien van twee schouders 18a en 18b die aan 10 kunnen komen tegen aldaar gelegen binnenoppervlakker, in de mantel 6, zoals weergegeven is in figuur 1. Hiermee wordt de plaats van de afvoertuit 14 in de richting naar rechts gezien op de tekening vastgelegd. Schouder 18a gaat over in verbrede onderrand 17 van de doorgang 10 en van het 15 binnendeel 7. De onderrand 17 ligt ter plaatse van de overgang van gedeelten 22 en 23 van de mantel 6.
Aan de diametraal tegenoverliggende zijde is aangevormd aan het condensopvangstuk een schot 19, dat met de eindrand 21 past in de opneemruimte tussen de eerderge-2 0 noemde ribben 2 0 en voorzien is van een schuine onderrand 19a.
Bij montage kan de installateur eerst, met overzicht, het buisstuk 50 aanbrengen op het buisstuk 55. Vervolgens pakt hij het samenste! van mantel 6 en daarin 25 reeds in de fabriek van bovenaf ingevoerd condensopvangstuk 7, dat knellend passend daarin opgenomen is. Bij dat in de fabriek invoeren zal de tuit 14 enigszins schuin neerwaarts gehouden worden, zodat dit door de opening 50 heen kan gaan. Wanneer de afdichtingsring 16 aangekomen is 30 bij de opening 50, zal kanteling in de richting M plaats kunnen vinden van het condensopvangstuk 7, waarbij de rand 21 passend tussen de ribben 20 komt te liggen. De schuine onderrand 19a vergemakkelijkt de voornoemde kantelbewe-ging. Wanneer de onderrand van het schot 19 ter plaatse 35 van de overgang naar de rand 21 op de weergegeven plaats van overgang in de wand van de mantel 6 is gekomen, zal ook de schouder 18b aanliggen. Het condensopvangstuk 7 is 1017691 10 dan vastgehouden tegen verplaatsing op de tekening gezien naar links of naar rechts, maar door de ribben 20 eveneens tegen kanteling om een lijn die dwars staat op de afvoer-hartlijn.
5 De installateur plaatst het adaptersamenstel 2 met de flens 4 op de bovenwand 3 van de ketel 1. Hierbij schuift men de doorgang 10 en de kraag 12 eenvoudig over het versmalde bovengedeelte van het buisstuk 50. Tenslotte zet men met behulp van schroeven de flens 4 vast op de 10 bovenwand 3 van het huis van de ketel 1, en legt men daartip at gened t adapter * vaso . Daarna Kan mei. op eenvoudige wijze de binnenbuis 29 en de buitenbuis 30 plaatsen .
Opgemerkt wordt dat men er ook voor kan kiezen 15 om de flens 4 vooraf te bevestigen op de bovenwand 3, en dan later de adapter 2, met de mantel 6, middels de voornoemde bajonetverbinding 27, 2 8 te bevestigen op de kraag 5 van de flens 4.
Zowel mantel 6 als condensopvangstuk 7 kunnen 20 elk als een een geheel vormend onderdeel gespuitgiet worden, bijvoorbeeld van gietalunium.
i u 1 / l. 3 I

Claims (22)

1. Adapter voor twee concentrische leidingen voor gasstoestellen, in het bijzonder een binnenleiding voor afvoer van verbrandingsgassen van een ketel naar 5 buiten en een buitenste mantel die met de binnenleiding eer. ri ncvorrr.i ge bui terJ ei d;nc bepaal t voor toevoer var verbrandingslucht naar de ketel, omvattend een binnen-buisadapter en een buitenbuisadapter, die elk een benedeneind en een boveneind bezitten, die elk respec-10 tievelijk koppelbaar zijn met naar de ketel toe leidende verdere eerste leidingen en van de ketel af, naar een uitmondingsconstructie leidende tweede leidingen, waarbij de binnenhuisadapter voorzien is van condensopvangmiddelen en van condensafvoermiddelen en boven het benedeneind van 15 de buitenbuisadapter voorzien is van een doorgang voor passende opname van een ketelzijdige binnenpijp.
2. Adapter volgens conclusie 1, waarbij de doorgang gelegen is ter hoogte van de condensafvoermiddelen. 2C 2. Adapter volgens conclusie 2, waarbij de condensopvangmiddelen een ringkanaal bepalen en de doorgang tevens een ringvormige binnenwand vormt voor het ringkanaal, waarbij de bodem van het ringkanaal bij voorkeur schuin staat ten opzichte van de hartlijn van de 25 binnenbuisadapter, waarbij de afvoertuit aansluit aan het laagste punt van het ringkanaal.
4. Adapter volgens conclusie 3, waarbij het boveneind van de binnenbuisadapter een buisstomp vormt, die overgaat in een buitenwand van het ringkanaal.
5. Adapter volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de condensafvoermiddelen een afvoertuit omvatten, die passend door een opening in de buitenbuisadapter reikt.
6. Adapter volgens conclusie 5, waarbij de afvoertuit aan de omtrek voorzien is van een opneemruimte voor een afdichtring voor afdichting tegen de opening in de buitenbuisadapter, welke opneemruimte bij voorkeur 5 bepaald is door twee in tuitrichting opeenvolgende om-treksribben aan de afvoertuit.
7. Adapter volgens conclusie 5 of 6, waarbij de binnenbuisadapter nabij de afvoertuit voorzien is van aanslagmiddelen voor aanslag tegen het binnenoppervlak van 10 de buitenbuisadapter, die bij voorkeur gelegen zijn aan de benedenzin de var. de ar voert uit .
8. Adapter volgens een der conclusies 5-7, waarbij de binnenbuisadapter voorzien is van een of meer van de afvoertuit af reikende radiale afstandsmiddelen 15 voor aangrijping van het binnenoppervlak van de buitenbuisadapter, waarbij de binnenbuisadapter bij voorkeur voorzien is van een diametraal van de afvoertuit af reikend afstandsdeel, dat bij voorkeur voorzien is van een schuine rand.
9. Adapter volgens conclusie 8, waarbij aan de binnenwand van de buitenbuisadapter positioneringsmiddelen voorzien zijn voor de positionering in axiale richting van de afstandsmiddelen.
10. Adapter volgens conclusie 8 of 9, waarbij 21 aan ae binnenwanc van de buitenhuisaoaptei positioneringe-middelen voorzien zijn voor de positionering in omtreks-richting van de afstandsmiddelen.
11. Adapter volgens een der conclusies 8-10, waarbij de afstandsmiddelen en de positioneringsmiddelen 30 elkaar over een lengte in axiale richting aangrijpen.
12. Adapter volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de benedeneinden van de binnenbuisadapter en de buitenbuisadapter verschillend zijn in diameter ten opzichte van de boveneinden van de binnen- 35 buisadapter en de buitenbuisadapter.
13. Adapter volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de benedeneinden van de bihnen- 1017691 buisadapter en de buitenbuisadapter respectievelijk een diameter hebben van 60 mm en 100 mm.
14. Adapter volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de boveneinden van de binnen- 5 buisadapter en de buitenbuisadapter respectievelijk een diameter hebben van 80 mm en 125 mm.
15. Adapter volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de buitenbuisadapter voorzien is van een daarmee als een geheel gevormd flensdeel, voor beves- jC t : cinc aar. eer ketelhuis.
16. Adapter volgens een der conclusies 1-14, waarbij de buitenbuisadapter voorzien is van een daarmee koppelbaar flensdeel, voor bevestiging aan een ketelhuis.
17. Adapter volgens conclusie 15 of 16, waarbij 15 het flensdeel voorzien is van een omtreksreeks beves- tigingsgaten.
18. Adapter volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de binnenhuisadapter en de buitenbuisadapter elk als één stuk door spuitgieten vervaardigd 20 zijn.
19. Adapter voor een binnenleiding voor afvoer van verbrandingsgassen van een ketel naar buiten met het benedeneind voor aansluiting aan een ketelzijdige leiding er. eer. boveneind voor aansluiting aan eer. uitmon- 25 dingszijdige leiding, waarbij de adapter voorzien is van condensopvangmiddelen en van condensafvoermiddelen, waarbij de condensopvangmiddelen een ringkanaal bepalen, en waarbij de adapter voorzien is van een doorgang voor passende opname van een ketelzijdige binnenpijp, waarbij de 30 doorgang tevens een ringvormige binnenwand vormt voor het ringkanaal.
20. Adapter volgens conclusie 19, waarbij het boveneind van de buisadapter een buisstomp vormt, die overgaat in een buitenwand van het ringkanaal, waarbij bij 35 voorkeur de bodem van het ringkanaal schuin staat ten opzichte van de hartlijn van de buisadapter, waarbij de afvoertuit aansluit aan het laagste punt van het ringkanaal. 1 0 1 1 u "
21. Samenstel van een adapter volgens een der voorgaande conclusies en een ketelzijdige aansluitpijp, die losmaakbaar en passend opgenomen is in de doorgang in de binnenhuisadapter respectievelijk adapter.
22. Adapter voorzien van een of meer van de in de bijgevoegde beschrijving omschreven en/of in de bij-gevoegde tekeningen getoonde kenmerkende maatregelen.
23. Samenstel voorzien van een of meer van de in de bijgevoegde beschrijving omschreven en/of in de bij-10 gevoegde tekeningen getoonde kenmerkende maatregelen. -o-o-o-o-o-o-o-o- 1017691
NL1017691A 2001-03-26 2001-03-26 Adapter voor leidingen voor gastoestellen. NL1017691C2 (nl)

Priority Applications (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1017691A NL1017691C2 (nl) 2001-03-26 2001-03-26 Adapter voor leidingen voor gastoestellen.
EP20020076129 EP1245902B1 (en) 2001-03-26 2002-03-25 Adapter for pipes for gas devices

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1017691A NL1017691C2 (nl) 2001-03-26 2001-03-26 Adapter voor leidingen voor gastoestellen.
NL1017691 2001-03-26

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1017691C2 true NL1017691C2 (nl) 2002-09-27

Family

ID=19773131

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1017691A NL1017691C2 (nl) 2001-03-26 2001-03-26 Adapter voor leidingen voor gastoestellen.

Country Status (2)

Country Link
EP (1) EP1245902B1 (nl)
NL (1) NL1017691C2 (nl)

Families Citing this family (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US8028438B2 (en) * 2004-07-02 2011-10-04 Aqualizer, Llc Moisture condensation control system
ITBG20040046A1 (it) * 2004-12-02 2005-03-02 Groppalli S R L Dispositivo per il recupero del calore dei fumi di scarico di una caldaia domestica
GB2422187B (en) 2005-09-27 2008-02-13 Zenex Technologies Ltd A flue, and a boiler including such a flue
IT1392764B1 (it) * 2009-01-28 2012-03-16 Fonderie Sime S P A Struttura di caldaia particolarmente per uso domestico
DE102017112874A1 (de) * 2017-06-12 2018-12-13 Schiedel Gmbh Anschlussvorrichtung, System aus einer Zwischenplatte und einer Anschlussvorrichtung, Vorrichtung zum Betrieb einer Feuerstätte und ein Verfahren zum Verbinden eines Doppelrohrs mit einer Feuerstätte
CN110081453B (zh) * 2018-01-26 2023-02-24 博世热力技术(上海)有限公司 锅炉气体循环装置

Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
JPS60186655A (ja) * 1984-03-07 1985-09-24 Matsushita Electric Ind Co Ltd 強制排気型ガス湯沸器の排気装置
EP0190394A2 (de) * 1984-09-18 1986-08-13 Robert Bosch Gmbh Installationseinheit mit einem Abgasrohr und einem Frischluftrohr
DE29705212U1 (de) * 1996-03-11 1997-05-22 Vaillant Joh Gmbh & Co Anschlußeinrichtung für eine Abgas-Luftleitung an ein Heizgerät

Patent Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
JPS60186655A (ja) * 1984-03-07 1985-09-24 Matsushita Electric Ind Co Ltd 強制排気型ガス湯沸器の排気装置
EP0190394A2 (de) * 1984-09-18 1986-08-13 Robert Bosch Gmbh Installationseinheit mit einem Abgasrohr und einem Frischluftrohr
DE29705212U1 (de) * 1996-03-11 1997-05-22 Vaillant Joh Gmbh & Co Anschlußeinrichtung für eine Abgas-Luftleitung an ein Heizgerät

Non-Patent Citations (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Title
PATENT ABSTRACTS OF JAPAN vol. 010, no. 029 (M - 451) 5 February 1986 (1986-02-05) *

Also Published As

Publication number Publication date
EP1245902B1 (en) 2005-10-05
EP1245902A1 (en) 2002-10-02

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL1017691C2 (nl) Adapter voor leidingen voor gastoestellen.
US4899726A (en) Furnace inducer outlet elbow
CA3043407A1 (en) Exhaust pipe system
HUT74803A (en) Acces gully , adjustable bend, adapter for connecting pipes and clay pipe with a socket
JP2016519238A5 (nl)
CN208253728U (zh) 一种排气管装置
CN209279397U (zh) 一种烟管转接头及具有其的壁挂炉
NL1013167C2 (nl) Uitmondingsconstructie voor gevel-gastoestellen.
CN210568684U (zh) 一种集成灶排风烟管
NL1016246C2 (nl) Buisstelsel voor het doorvoeren van rookgassen.
EP3156725A1 (en) Ventilation and/or flue gas discharge system comprising concentric inner and outer pipes
NL2032741B1 (en) Roof terminal adapter
CN109269109A (zh) 一种烟管转接头及具有其的壁挂炉
FR3109406B1 (fr) Dispositif de refroidissement d’un carter de turbine
CN214581163U (zh) 一种能够防止雨水倒灌的冷凝式排烟管组件
NL1003484C1 (nl) Gecombineerde luchttoevoer en rookgasafvoer met snapverbinding.
CN218719531U (zh) 一种管道连接结构、排烟组件及设备
CN219014426U (zh) 一种内排式的吸油烟机
GB2431429A (en) Fluid drainage apparatus for pipe work
CN113501079A (zh) 防滴油装置、曲柄箱及船舶
NL1023210C2 (nl) Horizontale dak- of geveldoorvoer.
NL1022411C2 (nl) Samenstel omvattende ten minste een binnenbuis en een zich evenwijdig om de binnenbuis heen uitstrekkende buitenbuis alsmede een koppelingselement.
WO2017080293A1 (zh) 管路连接装置
JP3073253U (ja) 集合排水管用システム継手ヘッダー
CN208348579U (zh) 一种厨卫用双通道止逆阀

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
VD1 Lapsed due to non-payment of the annual fee

Effective date: 20071001