NL1003484C1 - Gecombineerde luchttoevoer en rookgasafvoer met snapverbinding. - Google Patents

Description

5 GECOMBINEERDE LUCHTTOEVOER EN ROOKGASAFVOER

MET SNAPVERBINDXNG

De uitvinding heeft betrekking op een gecombi-10 neerde luchttoevoer en rookgasafvoer voor een verbran-dingsketel, in het bijzonder een centrale verwarmingsketel. Dergelijke luchttoe- en rookgasafvoerinrichtingen worden bijvoorbeeld door een dak aangebracht, teneinde de verbrandingsketel van buitenaf van verbrandingslucht te 15 voorzien en de verbrandingsgassen naar buiten af te voeren. Het verbrandingsproces vindt daardoor plaats geheel gescheiden van de binnenruimte van het gebouw waar de verbrandingsketel is opgesteld.

Dergelijke inrichtingen zijn algemeen bekend.

20 Deze omvatten gewoonlijk een buitenbuis en een daarin opgenomen binnenbuis. De rookgassen worden via de binnenbuis afgevoerd en de verbrandingslucht wordt aangevoerd via de ringvormige ruimte tussen de binnenbuis en de buitenbuis.

25 De buitenbuis bestaat uit twee buisdelen die in elkaar geschoven zijn. Ter plaatse van de verbinding wordt een kraag gevormd waaronder een opstaande rand van een slab kan vallen, teneinde inwateren te voorkomen.

Ook kan nog een bovenste deel van de buitenbuis 30 voorzien zijn van een daaroverheen geschoven kap.

Het is bekend om een dergelijke inrichting los in elkaar te schuiven, roet het risico dat tijdens het monteren, de onderdelen uit elkaar vallen.

De uitvinding beoogt nu een inrichting van de 35 in de aanhef omschreven soort te verschaffen waarbij dat bezwaar niet optreedt.

Dit doel wordt met de gecombineerde luchttoevoer en rookgasafvoer voor een verbrandingsketel bereikt, 1003484 2 door de kenmerkende maatregelen van conclusie 1. De snapverbinding maakt een snelle en betrouwbare verbinding van de verschillende buisdelen met elkaar mogelijk terwijl deze ten hoogste zeer beperkte kosten met zich 5 meebrengt. Er hoeven geen gaten geboord te worden voor bevestigingsmiddelen. De delen klikken eenvoudig in elkaar.

Een geschikte uitvoering is daarbij gekenmerkt in conclusie 2. De buisdelen zijn, na het in aangrijping 10 komen van de snapverbinding in langsrichting onverschuif-baar met elkaar verbonden.

Een zeer gunstige verdere ontwikkeling is gekenmerkt in conclusie 3. De manchet grijpt met een snapverbinding aan op het onderste buisdeel en het boven-15 ste buisdeel grijpt weer met een snapverbinding aan op de manchet.

Op zeer gunstige wijze wordt daarbij de maatregel van conclusie 4 toegepast. De radiaal uitstekende flens vormt tegelijkertijd een afdekking waaronder de 20 eerdergenoemde slab komt te liggen, zodat op eenvoudige wijze een regendichte verbinding tussen de buisdelen en een regendichte montage in het dak wordt bereikt.

De manchet is daarbij bij voorkeur van kunststof. De snapelementen kunnen hierdoor op geschikte wijze 25 de gewenste vorm worden gegeven.

Bij voorkeur wordt de maatregel van conclusie 6 toegepast.

De uitvinding zal verder worden toegelicht in de volgende beschrijving aan de hand van de bijgevoegde 30 figuren.

Figuur l toont een gedeeltelijke langsdoorsnede van een inrichting volgens de uitvinding.

Figuur 2 toont een detail volgens pijl II in fig. 1.

De in fig. 1 getoonde inrichting voor het gecombineerd toevoeren van verbrandingslucht en afvoeren van rookgassen van een verbrandingsketel, omvat een 35 1003484 3 buitenbuis 3 en een daarin opgenomen binnenbuis 2. Deze inrichting is bestemd om in een dak of dergelijke aangebracht te worden en met zijn ondereinde verbonden te worden met de genoemde verbrandingsketel. De rookgasaf-5 voer van de ketel wordt gasdicht verbonden met de binnenbuis 2 en de verbrandingsluchttoevoer wordt gasdicht verbonden met de ringvormige ruimte tussen de buitenbuis 3 en de binnenbuis 2.

Zoals fig. 1 laat zien is de buitenbuis 3 van 10 deze inrichting 1 samengesteld uit een bovenste buisdeel 4 en een onderste buisdeel 5. Het onderste buisdeel 5 is ter plaatse van de verbinding 6 in het bovenste buisdeel 3 geschoven, waarbij daar tussenin nog een nader te beschrijven manchet 15 is aangebracht.

15 De binnenbuis is met de buitenbuis 3 verbonden door middel van een afstandselement 7. Dit omvat een met een klempassing om de binnenbuis 2 aangrijpend ringvormig lijf, met een aantal uitstekende armen, die aanliggen tegen de binnenkant van het buisdeel 4, en daaraan beves-20 tigd zijn door middel van popnagels 8.

Aan de bovenkant is een kap 9 aangebracht, die door middel van een verbindingselement 13 roet de binnenbuis 2 is verbonden. Ook dit verbindingselement 13 omvat een ringvormig lijf dat met een klempassing op de binnen-25 buis 2 past.

De kap 9 valt over de bovenkant van het buisdeel 4 en schermt deze aldus af tegen direct inregenen. Aan de onderkant van de kap 9 zijn openingen 10 gevormd, waardoorheen de verbrandingslucht in het ringvormige 30 kanaal tussen de buitenbuis 3 en de binnenbuis 2 terecht kan komen.

Over de bovenkant van de binnenbuis 2 is ook een kap 11 geplaatst, die tegen directe inregening beschermt. De kap 11 is eveneens van openingen 12 voorzien, 35 in dit geval voor de afvoer van de via de buis 2 toegevoerde rookgassen.

1003484 4

Fig. 2 laat meer in het bijzonder de verbinding 6 zien tussen het bovenste buisdeel 4 en het onderste buisdeel 5 van de buitenbuis 3.

De manchet 15 omvat een buisvormig deel 16 met 5 aan het ondereinde een naar buiten uitstekende flens 20. Aan de bovenkant is een naar binnen uitstekende rand 17 aangebracht, die als aanslagrand dient voor het onderste buisdeel 5. In het buisdeel 5 is een aantal openingen 18 gevormd waarin paltanden 19 aangrijpen die aan het buis-10 deel 16 van de manchet 15 zijn gevormd. Zoals fig. 2 duidelijk laat zien hebben de paltanden 19 een zich schuin omhoog en binnenwaarts uitstrekkend oploopvlak en een loodrecht aangrijpingsvlak aan het einde daarvan. Het is duidelijk dat de manchet 15 op het einde van het buis-15 deel 5 geschoven kan worden waarbij de schuine oploop-vlakken ervoor zorgen dat het buisvormige deel 16 enigszins naar buiten en het buisdeel 5 enigszins naar binnen elastisch vervormt. Zodra de paltand 19 ter hoogte van de opening 18 is aangekomen springt deze paltand in de 20 opening 18 naar binnen, waardoor de gewenste snapverbin-ding is gevormd. De aanslagrand 17 is daarbij zodanig gevormd dat het in aangrijping komen van de paltand 19 in de opening 18 juist optreedt, wanneer de eindrand van het buisdeel 5 aanligt tegen de aanslagrand 17. Na het tot-25 standkomen van de snapverbinding is de manchet 15 dus onverschuifbaar op het buisdeel 5 gefixeerd.

Het bovenste buisdeel 4 kan vervolgens over het buisvormige deel 16 van de manchet 15 worden geschoven. Zoals is getoond omvat het bovenste buisdeel 4 openingen 30 21 die samenwerken met naar buiten uitstekende paltanden 22. Ook hier zijn de paltanden 22 voorzien van een in de opschuifrichting zich schuin uitstrekkend oploopvlak, dat overgaat in een dwars daarop staand aangrijpingsvlak. Wanneer het buisdeel 4 zover op het buisvormige deel 16 35 van de manchet 15 is geschoven dat de paltand 22 ter hoogte van de opening 21 terechtkomt, grijpt de palver-tanding aan, en wordt het buisdeel 4 door de aldus gevormde snapverbinding vergrendeld. De flens 15 vormt 1003484 5 tegelijkertijd een aanslagrand voor het ondereinde van het buisdeel 4, waarbij opgemerkt wordt dat de onderrand van het buisdeel 4 met de flens 15 in aangrijping komt, juist op het moment dat de paltand 22 in de opening 22 5 valt. De totale verbinding tussen de buisdelen 4 en 5, gevormd door tussenkomst van de manchet 15, is dus in lengterichting nagenoeg onbeweegbaar.

In fig. 2 is nog te zien dat de flens 20 een neerhangende rok 23 heeft, waardoor onder de flens 20 een 10 ruimte wordt gevormd waarin de eindrand van een met het dak verbonden slab of dergelijke kan vallen, teneinde directe inwatering te voorkomen.

Het zal verder duidelijk zijn dat doordat het bovenste buisdeel 4 over het buisvormige deel 16 van de 15 manchet 15 en dit weer over het bovenste deel van het onderste buisdeel 5 valt, geen regenwater via de verbinding 6 in de buitenbuis terecht kan komen. Het langs het bovenste deel 4 van de buitenbuis naar beneden stromende regenwater komt terecht op de flens 15 en druipt uitein-20 delijk van de rok 23 af. Eventueel in de opening 21 binnendringend regenwater loopt langs het buisvormige deel 16 van de manchet 15 naar beneden en komt eveneens bovenop de flens 15 terecht.

De uitvinding is niet beperkt tot de verbinding 25 van buisdelen door middel van een manchet, zoals hier toegelicht aan de hand van de bijgevoegde figuren. De uitvinding kan ook op zinvolle wijze worden toegepast voor een directe verbinding van twee buisdelen waarbij bijvoorbeeld in één van de buisdelen een als aanslag 30 dienende rail kan worden gevormd.

1003484

Claims (7)

5

1. Gecombineerde luchttoevoer en rookgasafvoer voor een verbrandingsketel, omvattende een buitenbuis en een daarin opgenomen binnenbuis, waarbij de buitenbuis ten minste twee over een inschuifafstand in elkaar ge- 10 schoven buisdelen omvat, waarbij de buisdelen door een snapverbinding met elkaar zijn verbonden.

2. Inrichting volgens conclusie 1, waarbij ten minste één van de buisdelen een de inschuifafstand bepalende aanslag omvat en de snapverbinding juist in aan- 15 grijping komt wanneer het andere buisdeel tegen de aanslag aanligt.

3. Inrichting volgens conclusie 1 of 2, waarbij de in elkaar geschoven buisdelen een binnenste buisdeel, een buisvormige manchet en een buitenste buisdeel omvat- 20 ten, waarbij het binnenste buisdeel in de manchet geschoven is die in het buistenste buisdeel is geschoven.

4. Inrichting volgens conclusie 4, waarbij de manchet een aanslag voor het buitenste buisdeel omvat, die gevormd word door een radiaal uitstekende flens.

5. Inrichting volgens conclusie 3 of 4, waarbij de manchet van kunststof is.

6. Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de snapverbinding ten minste één paltand aan een buisdeelen een daarmee samenwerkende 30 opening in een wand van het andere buisdeel omvat.

7. Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de binnenbuis vast met de buitenbuis is verbonden. 1003484