NL1003485C2 - Gecombineerde luchttoevoer en rookgasafvoer met gasdicht verbindingselement. - Google Patents

Description

GECOMBINEERDE LUCHTTOEVOER EN ROOKGASAFVOER 5 MET GASDICHT VERBINDINGSELEMENT

De uitvindinding heeft betrekking op een gecombineerde luchttoevoer en rookgasafvoer voor een verbran-10 dingsketel, zoals in het bijzonder een centrale verwarmingsketel. Een dergelijke gecombineerde luchttoevoer en rookgasafvoer wordt gewoonlijk door het dak van een woning waarin de CV-ketel is opgesteld, aangebracht.

De gecombineerde luchttoevoer en rookgasafvoer 15 zorgt er daarbij voor dat het verbrandingsproces in de verbrandingsketel geheel gescheiden van de binnenruimte van de woning plaatsvindt.

Een dergelijke inrichting omvat op gebruikelijke wijze een buitenbuis en een daarin opgenomen binnen-20 buis. Door de binnenbuis wordt de rookgas afgevoerd en door de tussenruimte tussen de binnenbuis wordt verbrandingslucht aangevoerd. Om te verzekeren dat de binnenbuis over zijn gehele lengte gesloten is, worden de binnenbuis en de buitenbuis gewoonlijk los in elkaar geschoven zodat 25 geen bevestigingselementen door de wand van de binnenbuis aangebracht behoeven te worden. Dit heeft echter het bezwaar dat de inrichting lastig te monteren is, omdat deze snel uit elkaar valt.

De uitvinding beoogt nu een gecombineerde 30 luchttoevoer en rookgasafvoer voor een verbrandingsketel te verschaffen waarbij dit bezwaar niet optreedt.

Dit doel wordt bij de inrichting volgens de uitvinding bereikt, door de maatregelen zoals gekenmerkt in conclusie 1. Door de klempassing tussen de binnenbuis 35 en het ringvormige lijf van het verbindingselement wordt een stevige fixatie gerealiseerd, terwijl toch de binnenbuis geheel vrij van doorboringen blijft, die de gasdichtheid zouden kunnen compromiteren.

1003485 2

Bij voorkeur wordt de maatregel van conclusie 2 toegepast. Het verbindingselement kan dan zonder probleem over een afstand op de binnenbuis worden geschoven en pas op de definitieve plaats wordt de klemverbinding gereali-5 seerd.

Bij voorkeur wordt daarbij de maatregel van conclusie 3 toegepast. Het buitenwaarts expanderen van de binnenbuis geschiedt bij voorkeur wanneer het verbindingselement reeds is aangebracht.

10 Daarbij kan op gunstige wijze de maatregel van conclusie 4 worden toegepast. Aldus wordt verzekerd dat het bevestigingselement ook na lange tijd betrouwbaar op de juiste plaats gefixeerd blijft.

Een geschikte uitvoering van een verbindings-15 element is gekenmerkt in conclusie 5. De armen verzekeren automatisch een juiste centrering van de binnenbuis ten opzichte van de buitenbuis.

Daarbij wordt bij voorkeur de maatregel van conclusie 6 toegepast.

20 Het afstandselement zoals hier beschreven kan op zeer geschikte wijze uitgevoerd worden als een deel van een extrusieprofiel. Aldus kan een zeer nauwkeurige maatvoering van het ringvormige element worden gerealiseerd zodat de klempassing telkens op betrouwbare wijze 25 kan worden gevormd.

De uitvinding zal verder worden toegelicht in de volgende beschrijving aan de hand van de bijgevoegde figuren.

30 Figuur 1 toont een gedeeltelijke langsdoorsnede van een voorbeeld van een gecombineerde luchttoevoer en rookgasafvoer volgens de uitvinding.

Figuur 2 toont een detail volgens pijl II in fig. 1. Figuur 3 toont een dwarsdoorsnede volgens III-III in 35 fig. 1.

De gecombineerde luchttoevoer en rookgasafvoer is in fig. 1 in zijn algemeenheid aangegeven met verwij- 1003485 3 zingscijfer 1. Deze inrichting omvat een buitenbuis 2 en een daarin opgenomen binnenbuis 3. De buitenbuis is op nog nader te beschrijven wijze samengesteld uit een bovenste deel 4 en een daarin geschoven onderste deel 5.

5 Het onderste deel 5 ligt aan tegen een in het bovenste deel 4 gevormde ril 6.

In het bovenste deel 4 is een kap 7 gevormd aan de onderkant waarvan openingen 8 zijn gevormd die in verbinding staan met de tussenruimte tussen de buitenbuis 10 2 en de binnenbuis 3. Aan de onderzijde van de inrichting is een verloopstuk 14 aangebracht waarin het ringvormige luchttoevoerkanaal tussen de binnenbuis 3 en de buitenbuis 2 verbonden is met een luchtaansluiting 19 die zijdelings op een afstand van de de rookgasafvoer vormen-15 de binnenbuis 3 is gepositioneerd. De luchttoevoer 19 en de gasafvoerbuis 3 worden op verder op zichzelf bekende wijze met aansluitingen van een verbrandingsketel verbonden.

Aan de bovenzijde van de inrichting is een kap 20 9 aangebracht die het direct inregenen voorkomt. In het bovenste gedeelte van de binnenbuis 3 zijn openingen 10 aangebracht, waardoorheen het verbrandingsgas naar buiten stroomt.

De binnenbuis 3 is met de buitenbuis 2 verbon-25 den door een afstandselement 27 aan de bovenkant en een verbindingselement in de vorm van een afstandselement 13 meer naar onderen.

Het afstandselement 13 is in doorsnede in fig.

3 weergegeven. Volgens een voorkeursuitvoeringsvorm is 30 dit afstandselement 13 een stuk extrusieprofiel. Hierdoor kan de gewenste nauwkeurigheid voor relatief geringe kosten worden bereikt.

Het afstandselement 13 omvat een ringvormig lijf 15 dat met een klempassing aangrijpt op de binnen-35 buis 3. Deze klempassing is tot stand gebracht door, nadat het afstandselement 13 op de buis 3 is geschoven, de buis 3 van binnenuit te expanderen. Daarbij zijn bij het getoonde uitvoeringsvoorbeeld aan weerszijde van het 1003485 4 ringvormige lijf 15 rillen 20 in de binnenbuis geforceerd die het afstandselement 13 in elk geval in verticale richting opsluiten.

Het ringvormige lijf 15 draagt drie armen 16, 5 die aan hun einde weer voorzien zijn van een dwars uitstekend deel 17. De dwarse delen 17 liggen aan tegen de binnenwand van de buitenbuis 5.

Aan de bovenzijde van de inrichting is een buisvormig element 30 toegepast. Het buisvormige element 10 30 is aan zijn boveneinde voorzien van een uitstekende rand 31 die een afdekking vormt van een ringvormig druk-vereffeningskanaal 28 dat zich via het afstandselement 27 naar buiten tot bij de gasafvoeropeningen 10 uitstrekt.

Het buisvormige element 30 is met de binnenbuis 15 3 verbonden door een klempassing. Deze klempassing is tot stand gebracht voor het bovenste gedeelte 32 van de binnenbuis 3, ter hoogte van het buisvormig element 30 buitenwaarts te expanderen.

De onderrand van het buisvormige element 30 20 rust tegen het afstandselement 27 dat zelf weer in benedenwaartse richting rust tegen een in het bovenste deel 4 van de buitenbuis 2 gevormde ril 33.

Nadat de klempassing is gevormd door het expanderen van deel 32 is de kap 9 aangebracht. Deze is op de 25 binnenbuis 3 bevestigd doordat door geschikte openingen in de kap 9 stekende lippen 34 van de binnenbuis 3 zijn omgebogen.

Bij de aldus verkregen inrichting 1 zijn de binnenbuis en buitenbuis dus onlosmakelijk met elkaar 30 verbonden. De buitenbuis 2 kan niet ten opzichte van de binnenbuis 3 naar beneden schuiven doordat de ril 20 aanligt tegen de dwarsdelen 17 van het afstandselement 13 en kan niet naar boven schuiven ten opzichte van de binnenbuis 3 doordat de ril 33 aan de onderzijde aanligt 35 tegen het afstandselement 27 dat weer aan de onderzijde aanligt tegen het door de klempassing vast met de binnenbuis 3 verbonden buisvormig deel 30.

1003485 5

Het samenstellen van de inrichting kan op een aantal verschillende manieren gebeuren. Bijvoorbeeld geschiedt dit als volgt.

Eerst worden het bovenste deel 4 en het onder-5 ste deel 5 van de buitenbuis 2 in elkaar geschoven totdat het onderste deel 5 aanligt tegen de ril 6 in het bovenste deel 4. Overigens is aan het ondereinde van het bovenste deel 4 een kraag 26 gevormd, waaronder met het dak verbonden plaatvormig afdichtingsmateriaal opgenomen 10 kan worden, teneinde een regendichte doorvoer door het dak te vormen.

De binnenbuis 3 wordt voorzien van het af-standselement 13. Dit wordt op de binnenbuis 3 gefixeerd door het expanderen van de binnenbuis 3 ter plaatse van 15 het ringvormige lijf 15. Vervolgens wordt de binnenbuis met daarop het afstandselement 13 van onderaf in de buitenbuis 2 gestoken, totdat de dwarse delen 17 van het afstandselement 13 aanliggen tegen de ril 20 in de buitenbuis. Het boveneinde van de binnenbuis steekt dan aan 20 de bovenzijde buiten de kap 7 uit. Vervolgens wordt het afstandselement 27 over de binnenbuis 3 geschoven en in het boveneinde van de kap 7 totdat dit aanligt tegen de ril 33. Daarna wordt het buisvormig element 30 over de binnenbuis geschoven totdat dit weer aanligt tegen het 25 afstandselement 27 en wordt het bovenste deel 32 van de binnenbuis 3 geëxpandeerd zodat een klempassing met het buisvormige element 30 wordt gevormd. Ten slotte wordt de kap 9 over de tanden 34 geschoven en worden deze tanden 34 omgebogen.

30 Als alternatief kan het bovenste gedeelte 21 van de binnenbuis 3 reeds te voren geëxpandeerd zijn, waarbij, tijdens de montage, het verbindingselement 12 op het einde van de binnenbuis 3 wordt geperst, tot in de juiste positie.

1003485

Claims (7)

5

1. Gecombineerde luchttoevoer en rookgasafvoer voor een verbrandingsketel, omvattende een buitenbuis en een daarin opgenomen binnenbuis, waarbij de binnenbuis door ten minste één verbindingselement met de buitenbuis 10 is verbonden, welk verbindingselement een gesloten, met een klempassing om de binnenbuis liggend ringvormig lijf omvat.

2. Inrichting volgens conclusie l, waarbij de klempassing is verwezenlijkt door het ringvormige lijf op 15 een kleinere diameter en/of de binnenbuis op een grotere diameter te forceren.

3. Inrichting volgens conclusie 2, waarbij de binnendiameter van het ringvormige lijf enigszins groter is dan de nominale buitendiameter van de binnenbuis en de 20 klempassing verwezenlijkt is door de binnenbuis ter plaatse van het ringvormige lijf buitenwaarts te expanderen.

4. Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij het verbindingselement een afstands- 25 element is voor het in stand houden van een afstand tussen de buitenbuis en de binnenbuis, welk afstandsele-ment van het ringvormige lijf uitstekende armen omvat die met hun einden aanliggen tegen de buitenbuis.

5. Inrichting volgens conclusie 4, waarbij de 30 armen aan hun einden dwarse delen dragen die aanliggen tegen de binnenwand van de buitenbuis en daarmee door bevestigingsmiddelen zoals popnagels zijn verbonden.

6. Inrichting volgens conclusie 4 of 5, waarbij het afstandselement een deel is van een extrusieprofiel.

7. Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de binnenbuis en de buitenbuis tot een geheel met elkaar zijn verbonden. 1003485