NL192934C - Verbrandingsgasafvoerkanaal. - Google Patents

Description

1 192934

Verbrandingsgasafvoerkanaal

De uitvinding heeft betrekking op een verbrandingsgasafvoerkanaal voor een gasgestookt verwarmingsapparaat, welk kanaal gevormd is uit pijpmateriaal en dubbelwandig is, met binnen- en buitenpijpdelen, waarbij 5 opeenvolgende buitenpijpdelen ineenschuifbare koppelingdelen hebben.

Een dergelijk verbrandingsgasafvoerkanaal is bekend uit het Amerikaanse octrooischrift 3.430.549. Bij de dakdoorgang heeft het binnenpijpdeel een uitstekende kraag via welke deze gelast is of anderzins verbonden is met het buitenpijpdeel. Het kanaal wordt naar onder verlengd door het opschuiven van een aantal afzonderlijke, enkelwandige binnen- en buitenpijpdelen.

10 Het opbouwen van een dergelijk afvoerkanaal is daardoor lastig.

De uitvinding beoogt een verbrandingsgasafvoerkanaal van de in de aanhef omschreven soort te verschaffen dat eenvoudig en snel is op te bouwen.

Volgens de uitvinding wordt dit bereikt doordat het kanaal is opgebouwd uit althans via de koppeling-delen van buitenpijpdelen onder tussenkomst van afdichtmiddelen te verbinden pijpeenheden, waarvan elk 15 een buitenpijpdeel en een hierin gemonteerd binnenpijpdeel heeft, waarbij nabij althans een uiteinde van het binnenpijpdeel de ringvormige ruimte tussen het buiten- en het binnenpijpdeel door een overbruggings-middel is begrensd. Hierdoor kunnen de pijpeenheden eenvoudig in elkaar geschoven worden waarbij direct de buitenpijpdelen en eventueel de binnenpijpdelen van op elkaar volgende pijpdelen met elkaar worden verbonden en direct het dubbelwandige kanaal ontstaat.

20 Wanneer de binnenpijpdelen niet onderling verbonden worden dan dient ter verkrijging van gesloten ringkanaaldelen er ook een overbruggingsmidde! nabij het andere uiteinde van het binnenpijpdeel aanwezig te zijn (figuur 2).

Wanneer zoals ook bekend uit Amerikaans octrooischrift 3.430.549 het verbrandingsgasafvoerkanaal opeenvolgende binnenpijpdelen ineenschuifbare koppelingdelen hebben, kan volgens de uitvinding voor het 25 vormen van een overbruggingsmiddel bij elke pijpeenheid (25) het binnenpijpdeel (16) een verwijd uiteinde met koppeiingdeel hebben, waarin het andere uiteinde van het binnenpijpdeel van een volgende pijpeenheid kan worden geschoven (figuur 3). Aldus doet de isolatie door dubbelwandigheid ondanks het toepassen van pijpeenheden niet onder voor die van het bekende verbrandingsgasafvoerkanaal.

30 De uitvinding zal verder worden toegelicht in de volgende beschrijving aan de hand van een in de figuren getoond uïtvoeringsvoorbeeld.

Figuur 1 toont in gedeeltelijk weggebroken perspectivisch aanzicht een verbrandingsgasafvoerkanaal in een dakdoorvoersamenstel die verder een verbrandingsluchttoevoerkanaal omvat,

Figuur 2 toont schematisch het verbrandingsgasafvoerkanaal van figuur 1 ter verduidelijking van de 35 handelingen voor het op een gewenste maat inkorten daarvan.

Figuur 3 toont een gedeeltelijke langsdoorsnede van een op het verbrandingsgasafvoerkanaal van figuur 1 aansluitbaar pijpdeel.

Het dakdoorvoersamenstel 1 van figuur 1 omvat een verbrandingsgasafvoerkanaal 2 en een concentrisch 40 daaromheen aangebracht verbrandingsluchttoevoerkanaal 3. Dit samenstel is doorgevoerd door een dak 4. Voor een waterdichte doorvoer is de buitenste buis, de verbrandingsluchtbuis afgedicht opgenomen in een aansluitstuk 5, dat op de plaats van een dakpan in het dak wordt opgenomen. Het verbrandingsgasafvoerkanaal 2 omvat een buitenpijpdeel 15 en een daarin opgenomen binnenpijpdeel 16 dat, op een verwijd gedeelte 20 aan het ondereinde na, een buitendiameter heeft die kleiner is dan de binnendiameter 45 van het pijpdeel 15. Aldus wordt tussen het binnenpijpdeel 16 en het pijpdeel 15 een isolerende luchtlaag 14 opgesloten. Het pijpdeel 15 is in het verbrandingsluchttoevoerkanaal 3 gemonteerd door middel van een aantal afstandhouders 7, die aan zowel het pijpdeel 15 als aan de verbrandingsluchtbuis zijn bevestigd. Bovenop het pijpdeel 15 is een afschermkap 18 gemonteerd, die inregenen in het gasafvoerkanaal voorkomt. Bovendien is een kap 17 om het boveneinde van pijpdeel 15 gemonteerd dat inregenen in het 50 luchttoevoerkanaal voorkomt en bovendien ervoor zorgt dat verbrandingsgas niet direct in het iucht-toevoerkanaal aangezogen kan worden.

Aan het ondereinde omvat het luchttoevoerkanaal 3 een kap 8 met een doorvoer voor het gasafvoerkanaal 2 en een aansluitpijp 9 die naar de verbrandingsluchttoevoer van het verwarmingsapparaat leidt.

55 Het binnenpijpdeel 16 is nabij zijn ondereinde in het pijpdeel 15 gecentreerd door het eerdergenoemde verwijde gedeelte 20. Nabij het boveneinde wordt het binnenpijpdeel 16 gecentreerd gehouden door een in het pijpdeel 15 ingedrukte ril 19.