NL1020564C2 - Nokpan met ge´ntegreerde rookgasafvoer en verbrandingsluchttoevoer. - Google Patents

Nokpan met ge´ntegreerde rookgasafvoer en verbrandingsluchttoevoer. Download PDF

Info

Publication number
NL1020564C2
NL1020564C2 NL1020564A NL1020564A NL1020564C2 NL 1020564 C2 NL1020564 C2 NL 1020564C2 NL 1020564 A NL1020564 A NL 1020564A NL 1020564 A NL1020564 A NL 1020564A NL 1020564 C2 NL1020564 C2 NL 1020564C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
tube
pan
ridge
pipe
supply
Prior art date
Application number
NL1020564A
Other languages
English (en)
Inventor
Jurgen Johannes Jacobus Egging
Original Assignee
Interactive Bouwprodukten B V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Interactive Bouwprodukten B V filed Critical Interactive Bouwprodukten B V
Priority to NL1020564A priority Critical patent/NL1020564C2/nl
Priority to GB0310420A priority patent/GB2388381B/en
Priority to IE2003/0343A priority patent/IE84044B1/en
Application granted granted Critical
Publication of NL1020564C2 publication Critical patent/NL1020564C2/nl

Links

Classifications

    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F23COMBUSTION APPARATUS; COMBUSTION PROCESSES
    • F23LSUPPLYING AIR OR NON-COMBUSTIBLE LIQUIDS OR GASES TO COMBUSTION APPARATUS IN GENERAL ; VALVES OR DAMPERS SPECIALLY ADAPTED FOR CONTROLLING AIR SUPPLY OR DRAUGHT IN COMBUSTION APPARATUS; INDUCING DRAUGHT IN COMBUSTION APPARATUS; TOPS FOR CHIMNEYS OR VENTILATING SHAFTS; TERMINALS FOR FLUES
    • F23L17/00Inducing draught; Tops for chimneys or ventilating shafts; Terminals for flues
    • F23L17/02Tops for chimneys or ventilating shafts; Terminals for flues
    • F23L17/04Balanced-flue arrangements, i.e. devices which combine air inlet to combustion unit with smoke outlet
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04DROOF COVERINGS; SKY-LIGHTS; GUTTERS; ROOF-WORKING TOOLS
    • E04D1/00Roof covering by making use of tiles, slates, shingles, or other small roofing elements
    • E04D1/30Special roof-covering elements, e.g. ridge tiles, gutter tiles, gable tiles, ventilation tiles
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04DROOF COVERINGS; SKY-LIGHTS; GUTTERS; ROOF-WORKING TOOLS
    • E04D13/00Special arrangements or devices in connection with roof coverings; Protection against birds; Roof drainage; Sky-lights
    • E04D13/004Protection against birds, mice or the like
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04DROOF COVERINGS; SKY-LIGHTS; GUTTERS; ROOF-WORKING TOOLS
    • E04D1/00Roof covering by making use of tiles, slates, shingles, or other small roofing elements
    • E04D1/30Special roof-covering elements, e.g. ridge tiles, gutter tiles, gable tiles, ventilation tiles
    • E04D2001/304Special roof-covering elements, e.g. ridge tiles, gutter tiles, gable tiles, ventilation tiles at roof intersections, e.g. valley tiles, ridge tiles
    • E04D2001/305Ridge or hip tiles
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04DROOF COVERINGS; SKY-LIGHTS; GUTTERS; ROOF-WORKING TOOLS
    • E04D1/00Roof covering by making use of tiles, slates, shingles, or other small roofing elements
    • E04D1/30Special roof-covering elements, e.g. ridge tiles, gutter tiles, gable tiles, ventilation tiles
    • E04D2001/307Special roof-covering elements, e.g. ridge tiles, gutter tiles, gable tiles, ventilation tiles for passages in the roof surface
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04DROOF COVERINGS; SKY-LIGHTS; GUTTERS; ROOF-WORKING TOOLS
    • E04D1/00Roof covering by making use of tiles, slates, shingles, or other small roofing elements
    • E04D1/30Special roof-covering elements, e.g. ridge tiles, gutter tiles, gable tiles, ventilation tiles
    • E04D2001/309Ventilation tiles

Description

Titel: Nokpan met geïntegreerde rookgasafvoer en verbrandings- luchttoevoer
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een nokpan die is bestemd om op de nok van een dak te worden gemonteerd.
In de praktijk komt het geregeld voor dat een nokpan wordt gebruikt om een met een verwarmingsketel verbonden concentrisch 5 buisstelsel door te laten. Dit is vooral het geval bij dakconstructies die geen nokbalk omvatten. Bij dergelijke constructies bevindt zich in de nok een ruimte die is afgesloten door middel van een rij aaneengesloten nokpannen. Die ruimte kan worden gebruikt om het buisstelsel door te laten, waarbij het alleen nog nodig is dat 10 een nokpan van een opening wordt voorzien.
Een nadeel van de hierboven beschreven praktische gang van zaken is dat het aanbrengen van een. opening in een nokpan een lastige, bijkomende handeling is. Bovendien dient het buisstelsel aan de buitenzijde te worden voorzien van een afdekorgaan, o.a. om 15 te voorkomen dat regenwater of vogels in het inwendige van het buisstelsel terecht kunnen komen. Hiermee wordt een ontsierende constructie op de nok van het dak verkregen.
Het is een doel van de onderhavige uitvinding ten minste één van de hierboven genoemde twee nadelen op te heffen. Dit doel wordt 20 bereikt door middel van een nieuwe nokpan die de volgende onderdelen omvat: een buitenste toevoerbuis; een binnenste afvoerbuis die kleinere radiale afmetingen heeft dan de toevoerbuis en die zich met radiale tussenruimte in het inwendige van de toevoerbuis uitstrekt; en een met de toevoerbuis verbonden bruggedeelte dat dient om de 25 nokpan vast te zetten op de nok van het dak, waarbij de afvoerbuis en de toevoerbuis zich uitstrekken door het bruggedeelte.
De binnenste afvoerbuis van de nokpan volgens de uitvinding is bestemd om te worden aangesloten op een binnenste buis van een met de verwarmingsketel verbonden concentrisch buisstelsel, en de 30 buitenste toevoerbuis van de nokpan volgens de uitvinding is bestemd om te worden aangesloten op een buitenste buis van het buisstelsel. Het bruggedeelte dient om de nokpan op de nok van een dak vast te zetten. Wanneer de nokpan op de nok van het dak is aangebracht, rust :·*" f** *1 l v h ,ë 2 de nokpan door middel van het bruggedeelte op aangrenzende dakpannen.
De radiale afmetingen van de toevoerbuis en de zich daarbinnen uitstrekkende afvoerbuis kunnen zodanig worden gekozen, dat de 5 toevoerbuis voldoende klein is om door de ruimte in de nok van een dak zonder nokbalk naar de binnenzijde te worden doorgelaten. De nokpan volgens de uitvinding kan ook worden toegepast voor daken met nokbalk. Echter, in dergelijke toepassingen dient de nokbalk van een opening te worden voorzien.
10 De nokpan volgens de uitvinding is geschikt om te worden aan gesloten op buisstelsels van verschillende soorten verwarmingsketels, zoals HR-ketels en VR-ketels.
Onder toepassing van de nokpan volgens de uitvinding kan het aanbrengen van een opening in een nokpan of een dakpan achterwege 15 blijven. Het met de verwarmingsketel verbonden buisstelsel kan immers worden aangesloten op de afvoerbuis en de toevoerbuis van de nokpan, die dienen voor de afvoer van rookgassen door het dak respectievelijk de toevoer van verbrandingslucht door het dak. Daarbij kan afdekking van de afvoerbuis en de toevoerbuis 20 geïntegreerd met de nokpan worden gerealiseerd, waardoor een veel fraaier uiterlijk wordt verkregen dan wanneer een afzonderlijk afdekorgaan wordt toegepast. Wanneer bovendien de' kleur van de nokpan volgens de uitvinding wordt aangepast aan de kleur van de overige nokpannen van het dak waarop de nokpan dient te worden 25 aangebracht, dan wordt een onopvallende constructie verkregen.
De onderhavige uitvinding heeft voorts betrekking op een koppelorgaan dat dient om de nokpan volgens de uitvinding te verbinden met het conventionele buisstelsel.
30 De onderhavige uitvinding zal nader worden toegelicht aan de hand van de hiernavolgende beschrijving van een nokpan en een koppelorgaan volgens de uitvinding onder verwijzing naar de tekening, waarin gelijke verwijzingscijfers gelijke of vergelijkbare onderdelen aanduiden, en waarin: 35 figuur 1 een schematisch perspectivisch aanzicht is van een nokpan en een koppelorgaan volgens de uitvinding, zoals gemonteerd op een conventioneel dak waarvan een gedeelte opengewerkt is weergegeven; figuur 2 een schematisch vooraanzicht is van een nokpan en een koppelorgaan volgens de uitvinding, zoals gemonteerd op het 40 conventionele dak dat is getoond in figuur 1; 1 0 2 058 4 3 figuur 3 een perspectivisch aanzicht is van een nokpan volgens de uitvinding; en figuur 4 een dwarsdoorsnede is van een nokpan volgens de uitvinding.
5 Figuren 1 en 2 tonen schematisch een nokpan 1 en een koppel- orgaan 2 volgens de uitvinding, zoals gemonteerd op een conventioneel dak 3. Omwille van de duidelijkheid is het koppel-orgaan 2 in ontkoppelde toestand afgebeeld, op enige afstand van de nokpan 1.
10 Het getoonde dak 3 omvat twee dakdelen 10, 11 die zich onder een hoek ten opzichte van elkaar uitstrekken. De plaats waar de dakdelen 10, 11 op elkaar aansluiten, wordt hiernavolgend aangeduid als nok 12. In het getoonde voorbeeld is de binnenzijde van het dak 3 gedefinieerd als de zijde van het dak 3 waar de dakdelen 10, 11 een 15 hoek kleiner dan 180' met elkaar maken, terwijl de buitenzijde van het dak 3 is gedefinieerd als de zijde van het dak 3 waar de dakdelen 3 een hoek groter dan 180° met elkaar maken.
Elk van beide dakdelen 10, 11 omvat aan de binnenzijde dakspanten 13, 14 die op onderling regelmatige afstand van elkaar zijn 20 aangebracht. In de nok 12 van het dak 3 sluiten steeds een dakspant 13 van het ene dakdeel 10 en een dakspant 14 van het andere dakdeel 11 op elkaar aan.
Voorts omvat elk van beide dakdelen 10, 11 panlatten 15 die zich in het vlak van het betreffende dakdeel 10, 11 uitstrekken in 25 een richting in hoofdzaak haaks op de dakspanten 13, 14. De panlatten 15 dienen voor het ondersteunen van rijen aanééngesloten, op zich bekende dakpannen 16 die aan de buitenzijde van het dak 3 zijn aangebracht.
Op de nok 12 van het dak 3 is een rij aaneengesloten, op zich 30 bekende, boogvormige nokpannen 17 aangebracht, waarbij elke nokpan 17 aansluit op enerzijds een aantal bovenste dakpannen 18 van het ene dakdeel 10 en anderzijds een aantal bovenste dakpannen 19 van het andere dakdeel 11. Door middel van de nokpannen 17 wordt een ruimte die zich bevindt tussen genoemde bovenste dakpannen 18, 19 35 afgesloten. De nokpan 1 volgens de uitvinding is geschikt om in de rij van conventionele nokpannen 17 te worden geplaatst.
In het onderstaandé zullen de nokpan 1 en het koppelorgaan 2 in meer. detail worden beschreven, waarbij voor de nokpan 1 mede naar 40 figuren 3 en 4 wordt verwezen.
* r Γ; i;a 4
De nokpan 1 omvat een binnenste afvoerbuis 20 die dient voor het afvoeren van rookgassen die bijvoorbeeld van een (niet-getoonde) verwarmingsketel afkomstig zijn. Een bovenzijde 21 van de afvoerbuis 20 is afgesloten door middel van een topdeksel 22. In de nabijheid 5 van het topdeksel 22 is de afvoerbuis 20 voorzien van ten minste één afvoeropening 23. In het getoonde voorbeeld omvat de afvoerbuis 20 twee tegenover elkaar gelegen afvoeropeningen 23.
Met veel voordeel zijn de radiale afmetingen van het topdeksel 22 groter dan die van de afvoerbuis 20, zodat het topdeksel 22 aan 10 alle kanten uitsteekt buiten de afvoerbuis 20. Hiermee wordt bijvoorbeeld schuin inregenen van de afvoerbuis 20 door de afvoeropeningen 23 tegengegaan.
De nokpan 1 omvat voorts een buitenste toevoerbuis 30 die dient voor het toevoeren van verbrandingslucht aan de verwarmingsketel, en 15 die dè binnenste afvoerbuis 20 in radiale richting omsluit. Bij voorkeur strekken de afvoerbuis 20 en de toevoerbuis 30 zich concentrisch ten opzichte van elkaar uit, waarbij een bovenste deel 24 van de afvoerbuis 20, dat de ten minste ene afvoeropening 23 omvat, zich voorbij een bovenzijde 31 van de toevoerbuis 30 uit-20 strekt. Een ringvormige ruimte die zich bevindt tussen de afvoerbuis 20 en de toevoerbuis 30 is bij de bovenzijde 31 van de toevoerbuis 30 afgesloten door middel van een middendeksel 32. Het middendeksel 32 is bij voorkeur boogvormig. In de nabijheid van het middendeksel 32 is de toevoerbuis 30 voorzien van ten minste één toevoeropening 25 33. In het getoonde voorbeeld omvat de toevoerbuis 30 twee tegenover elkaar gelegen rijen van toevoeropeningen 33.
Met veel voordeel zijn de radiale afmetingen van het middendeksel 32 groter dan die van de toevoerbuis 30, zodat het .middendeksel 32 aan alle kanten uitsteekt buiten de toevoerbuis 30.
30 Hiermee wordt bijvoorbeeld schuin inregenen van de toevoerbuis 30 door de toevoeropeningen 33 tegengegaan.
Bij voorkeur omvat de buitenste toevoerbuis 30 een overgangs-deel 34 waarin de radiale afmetingen van de buitenste toevoerbuis 30 toenemen in de richting van een onderzijde 35 naar de bovenzijde 31, 35 zodat ter plaatse van de toevoeropeningen 33 voldoende radiale tussenruimte voor het inlaten van lucht is.
Met veel voordeel zijn de toevoeropeningen 33 zodanig gepositioneerd ten opzichte van de afvoeropeningen 23, dat het ontstaan van drukverschillen tussen rookgasafvoer en verbrandings-40 luchttoevoer wordt vermeden. Hiertoe dienen de afvoeropeningen 23 en 5 de toevoeropeningen 33 in overeenkomende richtingen toegang te verschaffen tot de afvoerbuis 20 respectievelijk de toevoerbuis 30, hetgeen in het getoonde voorbeeld het geval is. In het geval van windvlagen zullen de afvoerbuis 20 en de toevoerbuis 30 in gelijke 5 mate worden belast.
De nokpan 1 is voorzien van een boogvormig bruggedeelte 40 dat met de toevoerbuis 30 is verbonden. De afvoerbuis 20 en de toevoerbuis 30 strekken zich door het bruggedeelte 40 uit, waarbij een bovenste deel 36 van de toevoerbuis 30, dat de toevoeropeningen 33 10 omvat, zich voorbij dit bruggedeelte 40 uitstrekt. Het bruggedeelte 40 dient om de nokpan 1 vast te zetten op het dak 3, waarbij één omtreksrand 41 aansluit op ten minste één bovenste dakpan 18 van het ene dakdeel 10 en een andére omtreksrand 42 aansluit op ten minste één bovenste dakpan 19 van het andere dakdeel 11. De kromming van 15 het bruggedeelte 40 komt bij voorkeur overeen met de kromming van de conventionele nokpannen 17. Tevens komen de afmetingen van het bruggedeelte 40 bij voorkeur overeen met de afmetingen van de nokpannen 17. Met voordeel is een binnenzijde van het bruggedeelte 40 voorzien van een getand rooster 43 dat dient om het vastzetten van de nokpan 20 1 in cement te vergemakkelijken.
De nokpan 1 is bestemd om te worden aangebracht op een positie tussen twee dakspanten 13, 14. In de constructie van het getoonde conventionele dak 3 bevindt zich op een dergelijke positie een ruimte tussen de bovenste dakpannen 18 van het ene dakdeel 10 en de 25 bovenste dakpannen 19 van het andere dakdeel 11. De radiale afmetingen van de toevoerbuis 30 zijn met veel voordeel zodanig afgestemd op de afmetingen van genoemde ruimte, dat de toevoerbuis 30 voldoende klein is om door deze ruimte naar de binnenzijde van het dak 3 te worden doorgelaten. Uiteraard zijn de radiale 30 afmetingen van de afvoerbuis 20 en die van de toevoerbuis 30 zodanig op elkaar afgestemd, dat de toevoerbuis 30 in staat is de afvoerbuis 20 in radiale richting te omsluiten.
In het getoonde voorbeeld zijn zowel de afvoerbuis 20 als de toevoerbuis 30 vormgegeven als platte buizen met twee in hoofdzaak 35 vlakke zijden 25, 26, 37, 38 die zich in hoofdzaak parallel ten opzichte van elkaar uitstrekken. De vlakke zijden 25, 26, 37, 38 strekken zich uit in een richting in hoofdzaak haaks op een boog-richting van het bruggëdeelte 40.
Behalve de twee genoemde vlakke zijden 25, 26, 37, 38 kunnen de 40 afvoerbuis 20 en de toevoerbuis 30 nog twee vlakke zijden hebben, 1 o η ^ h h 6 waarbij de radiale doorsnede rechthoekvormig is. Bij een dergelijke vormgeving van de afvoerbuis 20 en de toevoerbuis 30 sluiten de zijden bij voorkeur via afgeronde hoeken op elkaar aan. De zijden kunnen echter ook via scherpe hoeken op elkaar aansluiten.
5 Een andere mogelijkheid is, dat de afvoerbuis 20 en de toevoer buis 30 behalve de twee vlakke zijden 25, 26, 37, 38 ook twee gekromde zijden hebben.
Niettegenstaande hetgeen hierboven is opgemerkt, is het ook mogelijk de nokpan 1 te monteren op een conventioneel dak dat een 10 nokbalk omvat (dit type conventioneel dak is niet getoond). In dat geval dient een opening in de nokbalk te worden aangebracht voor het doorlaten van de toevoerbuis 30 en de zich daarbinnen uitstrekkende afvoerbuis 20. De nokpan 1 kan dan eventueel door middel van schroeven op de nokbalk worden vastgezet, waarbij het rooster 43 15 geen functie heeft en achterwege kan worden gelaten.
Het koppelorgaan 2 volgens de uitvinding dient om de binnenste afvoerbuis 20 en de buitenste toevoerbuis 30 te verbinden met een conventioneel buisstelsel (niet getoond) dat eveneens een binnenste 20 afvoerbuis en een buitenste toevoerbuis omvat, en dat bijvoorbeeld is verbonden met een verwarmingsketel. De buizen van het conventionele buisstelsel zijn vormgegeven als ronde buizen.
Het koppelorgaan 2 omvat een binnenste koppelbuis 50 en een buitenste koppelbuis 60, waarbij de buitenste koppelbuis 60 de 25 binnenste koppelbuis 50 in radiale richting omsluit. Met het oog op het vergemakkelijken van de productie en de assemblage van het koppelorgaan 2 omvat de buitenste koppelbuis 60 bij voorkeur twee helften 61, 62 die met elkaar zijn verbonden.
Een onderzijde 51 van de binnenste koppelbuis 50 is bestemd om 30 op een op zich bekende wijze te worden aangesloten op een bovenzijde van de binnenste afvoerbuis van het conventionele buisstelsel, terwijl een onderzijde 63 van de buitenste koppelbuis 60 is bestemd om op een op zich bekende wijze te worden aangesloten op een bovenzijde van de buitenste toevoerbuis van het conventionele buis-35 stelsel.
Een bovenzijde 52 van de binnenste koppelbuis 50 is bestemd om op een op zich bekende wijze te worden aangesloten op een onderzijde 27 van de binnenste afvoerbuis 20 van de nokpan 1, terwijl een bovenzijde 64 van de buitenste koppelbuis 60 is bestemd om op een op 't Γ: '.
7 zich bekende wijze te worden aangesloten op de onderzijde 35 van de buitenste toevoerbuis 30 van de nokpan 1.
Op basis van het bovenstaande zal het duidelijk zijn dat de onderlinge opstelling, de vormgeving en de afmetingen van de onder-5 zijden 51, 63 van de binnenste koppelbuis 50 en de buitenste koppel-buis 60 zijn afgestemd op de onderlinge opstelling, de vormgeving en de afmetingen van de bovenzijden van de afvoerbuis en de toevoerbuis van het conventionele buisstelsel. Voorts zal het duidelijk zijn dat de onderlinge opstelling, de vormgeving en de afmetingen van de 10 bovenzijden 52, 64 van de binnenste koppelbuis 50 en de buitenste koppelbuis 60 zijn afgestemd op de onderlinge opstelling, de vormgeving en de afmetingen van de onderzijden 27, 35 van de afvoerbuis 20 en de toevoerbuis 30 van de nokpan 1. In het getoonde voorbeeld hebben de onderzijden 51, 63 van de binnenste koppelbuis 50 en de 15 buitenste koppelbuis 60 derhalve een cirkelvormige radiale doorsnede, terwijl de bovenzijden 52, 64 van de binnenste koppelbuis 50 en de buitenste koppelbuis 60 een sleufvormige radiale doorsnede met twee in hoofdzaak parallelle omtrekslijnen hebben. Het getoonde koppelorgaan 2 omvat een bovenste deel 4 waarin de binnenste koppel-20 buis 50 en de buitenste koppelbuis 60 zijn gevormd als platte buizen, een onderste deel 6 waarin de binnenste koppelbuis 50 en de buitenste koppelbuis 60 zijn gevormd als ronde buizen, en een middendeel 5 waarin de ronde buisvorm van de koppelbuizen 50, 60 en de platte buisvorm van de koppelbuizen 50, 60 in elkaar overgaan.
25 Teneinde te voorkomen dat de gasstroom door het koppelorgaan 2 wordt beïnvloed door variaties in de grootte van het doorstroom-oppervlak van de binnenste koppelbuis 50, komt.de grootte van het sleufvormige doorstroomoppervlak van de binnenste koppelbuis 50 ter plaatse van het bovenste deel 4 met voordeel in hoofdzaak overeen 30 met de grootte van het cirkelvormige doorstroomoppervlak van de binnenste koppelbuis 50 ter plaatse van het onderste deel 6.
Teneinde te voorkomen dat de luchtstroom door het koppelorgaan 2 wordt beïnvloed door variaties in de grootte van het doorstroomoppervlak van de buitenste koppelbuis 60, komt de grootte van het 35 ovale ringvormige doorstroomoppervlak van de buitenste koppelbuis 60 ter plaatse van het bovenste deel 4 met voordeel in hoofdzaak overeen met de grootte van het cirkelronde ringvormige doorstroomoppervlak van de buitenste koppelbuis 60 ter plaatse van het onderste deel 6.
1 fi O fi f· A
8
Een belangrijke functie van het koppelorgaan 2 is het verbinden van de afvoerbuis 20 en de toevoerbuis 30 van de nokpan 1 met de afvoerbuis en de toevoerbuis van een conventioneel buisstelsel. Het koppelorgaan 2 is in staat uiteinden met een verschillende doorsnede 5 en verschillende afmetingen in radiale richting met elkaar te verbinden. Het koppelorgaan 2 kan in axiale richting telescopisch ten opzichte van de nokpan 1 worden verschoven, waardoor het koppelorgaan 2 op verschillende axiale posities met de nokpan 1 kan worden verbonden. Hierdoor is een toepassing van de nokpan 1 bij allerlei 10 soorten daken mogelijk, ongeacht bijvoorbeeld de dikte van een (niet-getoonde) isolatielaag.
Het zal voor een deskundige duidelijk zijn dat de omvang van de onderhavige uitvinding niet is beperkt tot de in het voorgaande 15 besproken voorbeelden, maar dat diverse wijzigingen en modificaties daarvan mogelijk zijn zonder af te wijken van de omvang van de uitvinding zoals gedefinieerd in de aangehechte conclusies.
I ü 2 0 5 6 4

Claims (22)

1. Nokpan (1) die is bestemd om op de nok (12) van een dak (3) te worden gemonteerd, omvattende: - een buitenste toevoerbuis (30); - een binnenste afvoerbuis (20) die kleinere radiale afmetingen 5 heeft dan de toevoerbuis (30) en die zich met radiale tussenruimte in het inwendige van de toevoerbuis (30) uitstrekt; en - een met de toevoerbuis (30) verbonden bruggedeelte (40) dat dient om de nokpan (1) vast te zetten op de nok (12) van het dak (3), waarbij de afvoerbuis (20) en de toevoerbuis (30) zich uitstrekken 10 door het bruggedeelte (40).
2. Nokpan (1) volgens conclusie 1, waarbij ten minste een substantieel gedeelte van zowel de afvoerbuis (20) als de toevoerbuis (30) is gevormd als een platte buis met twee in hoofdzaak 15 vlakke zijden (25, 26; 37, 38) die zich in hoofdzaak parallel ten opzichte van elkaar uitstrekken.
3. Nokpan (1) volgens conclusie 1 of 2, waarbij de afvoerbuis (20) en de toevoerbuis (30) zich concentrisch ten opzichte van elkaar 20 uitstrekken.
4. Nokpan (1) volgens een willekeurige der conclusies 1-3, waarbij het bruggedeelte (40) boogvormig is.
5. Nokpan (1) volgens conclusie 4 voor zover afhankelijk van conclusie 2, waarbij de vlakke zijden (25, 26; 37, 38) zich in een richting in hoofdzaak haaks op een boogrichting van het bruggedeelte (40) uitstrekken.
6. Nokpan (1) volgens een willekeurige der conclusies 1-5, waarbij 30 een binnenzijde van het bruggedeelte (40) is voorzien van ëen getand rooster (43).
7. Nokpan (1) volgens een willekeurige der conclusies 1-6, waarbij een bovenzijde (21) van de afvoerbuis (20) is afgesloten door middel 35 van een topdeksel (22), en waarbij in de nabijheid van het topdeksel (22) ten minste één afvoeropening (23) in de afvoerbuis (20) is aangebracht.
8. Nokpan (1) volgens conclusie 7, waarbij de radiale afmetingen van het topdeksel (22) groter zijn dan die van de afvoerbuis (20), waarbij het topdeksel (22) aan alle kanten uitsteekt buiten de 5 afvoerbuis (20) .
9. Nokpan (1) volgens conclusie 7 of 8, waarbij de afvoerbuis (20) twee tegenover elkaar gelegen afvoeropeningen (23) omvat.
10. Nokpan (1) volgens een willekeurige der conclusies 7-9, waarbij een bovenste deel (24) van de afvoerbuis (20), dat de ten minste ene afvoeropening (23) omvat, zich voorbij een bovenzijde (31) van de toevoerbuis (30) uitstrekt.
11. Nokpan (1) volgens conclusie 10, waarbij een ringvormige ruimte die zich bevindt tussen de afvoerbuis (20) en de toevoerbuis (30) bij de bovenzijde (31) van de toevoerbuis (30) is afgesloten door middel van een middendeksel (32), en waarbij in de nabijheid van het middendeksel (32) ten minste één toevoeropening (33) in de toevoer-20 buis (30) is aangebracht.
12. Nokpan (1) volgens conclusie 11, waarbij de radiale afmetingen van het middendeksel (32) groter zijn dan die van de toevoerbuis (30), waarbij het topdeksel (32) aan alle kanten uitsteekt buiten de 25 afvoerbuis (30).
13. Nokpan (1) volgens conclusie 11 of 12, waarbij het middendeksel (32) boogvormig is.
14. Nokpan (1) volgens een willekeurige der conclusies 11-13, waarbij de toevoerbuis (30) twee tegenover elkaar gelegen rijen van toevoeropeningen (33) omvat.
15. Nokpan (1) volgens een willekeurige dér conclusies 11-14, 35 waarbij een bovenste deel (36) van de toevoerbuis (30), dat de ten minste ene toevoeropening (33) omvat, zich voorbij het bruggedeelte (40) uitstrekt.
16. Nokpan (1) volgens een willekeurige der conclusies 11-15, 40 waarbij de ten minste ene afvoeropening (23) en de ten minste ene \ > 4 'J i ) ·*Λ ΐ*» A \ toevoeropening (33) in overeenkomende richting toegang verschaffen tot de afvoerbuis (20) respectievelijk de toevoerbuis (30).
17. Koppelorgaan (2), omvattende een buitenste koppelbuis (60) en 5 een binnenste koppelbuis (50) die kleinere radiale afmetingen heeft dan de buitenste koppelbuis (60) en die zich met radiale tussenruimte in het inwendige van de buitenste koppelbuis (60) uitstrekt, waarbij onderzijden (51; 63) van de binnenste koppelbuis (50) en de buitenste koppelbuis (60) een cirkelvormige radiale doorsnede 10 hebben, en waarbij bovenzijden (52; 64) van de binnenste koppelbuis (50) en de buitenste koppelbuis (60) een sleufvormige radiale doorsnede met twee in hoofdzaak parallelle omtrekslijnen hebben.
18. Koppelorgaan (2) volgens conclusie 17, omvattende: 15. een bovenste deel (4) waarin de binnenste koppelbuis (50) en de buitenste koppelbuis (60) zijn gevormd als platte buizen; - een onderste deel (6) waarin de binnenste koppelbuis (50) en de buitenste koppelbuis (60) zijn gevormd als ronde buizen; en - een middendeel (5) waarin de ronde buisvorm van de koppelbuizen 20 (50; 60) en de platte buisvorm van de koppelbuizen (50; 60) in elkaar overgaan.
19. Koppelorgaan (2) volgens conclusie 17 of 18, waarbij de buitenste koppelbuis (60) twee helften (61, 62) omvat die met elkaar 25 zijn verbonden.
20. Koppelorgaan (2) volgens een willekeurige der conclusies 17-19, waarbij de binnenste koppelbuis (50) en de buitenste koppelbuis (60) zich concentrisch ten opzichte van elkaar uitstrekken. 30
21. Samenstel van een nokpan (1) volgens een willekeurige der conclusies 1-16 en een koppelorgaan (2) volgens een willekeurige der conclusies 17-20, waarbij de bovenzijde (52) van de binnenste koppelbuis (50) van het koppelorgaan (2) is aangesloten op een 35 onderzijde (27) van de binnenste afvoerbuis (20) van de nokpan (1), en waarbij de bovenzijde (64) van de buitenste koppelbuis (60) van het koppelorgaan (2) is aangesloten op een onderzijde (35) van de buitenste toevoerbuis (30) van de nokpan (1). 1 l < ' A I U J· .. i
22. Samenstel volgens conclusie 21, waarbij het koppelorgaan (2) in axiale richting telescopisch ten opzichte van de nokpan (1) verschuifbaar is. 1 010 5 £ 4
NL1020564A 2002-05-08 2002-05-08 Nokpan met ge´ntegreerde rookgasafvoer en verbrandingsluchttoevoer. NL1020564C2 (nl)

Priority Applications (3)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1020564A NL1020564C2 (nl) 2002-05-08 2002-05-08 Nokpan met ge´ntegreerde rookgasafvoer en verbrandingsluchttoevoer.
GB0310420A GB2388381B (en) 2002-05-08 2003-05-07 Ridge-tile having an integrated flue gas discharge and combustion air supply
IE2003/0343A IE84044B1 (en) 2003-05-07 Ridge-tile with integrated flue gas discharge and combustion air supply

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1020564 2002-05-08
NL1020564A NL1020564C2 (nl) 2002-05-08 2002-05-08 Nokpan met ge´ntegreerde rookgasafvoer en verbrandingsluchttoevoer.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1020564C2 true NL1020564C2 (nl) 2003-11-11

Family

ID=19774524

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1020564A NL1020564C2 (nl) 2002-05-08 2002-05-08 Nokpan met ge´ntegreerde rookgasafvoer en verbrandingsluchttoevoer.

Country Status (2)

Country Link
GB (1) GB2388381B (nl)
NL (1) NL1020564C2 (nl)

Families Citing this family (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FR2863636B1 (fr) * 2003-12-10 2006-02-24 Conseils Etudes Et Recherches En Gestion De Lair Cerga Sortie de ventilation en faitage
GB2423814B (en) * 2005-02-10 2010-07-28 Conseils Etudes Et Recherches En Gestion De Lair Cerga Roof ridge ventilation outlet
GB2528982B (en) * 2014-08-08 2020-09-02 Ventive Ltd A cowl for a ventilation system

Citations (7)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB2049757A (en) * 1979-05-19 1980-12-31 Dunbrik Yorks Ltd Ridge Tiles
EP0171504A2 (en) * 1984-08-09 1986-02-19 State Industries, Inc. Water heater construction and method of heating water
GB2183819A (en) * 1986-01-15 1987-06-10 Willian R R & J Ltd Roof ventilator
US4782743A (en) * 1986-02-19 1988-11-08 Quinnell Geoffrey C Ridge tile with ventilating aperture
NL9000096A (nl) * 1990-01-15 1991-08-01 Burgerhout Bv Verbrandingsgas-afvoerkanaal.
FR2672374A3 (fr) * 1991-02-01 1992-08-07 Muelink & Grol Bv Installation pour l'admission d'air de combustion et l'evacuation de gaz de fumee.
FR2696489A1 (fr) * 1992-10-01 1994-04-08 Goubaud Michel Ventilation de chute, en particulier pour couverture en tuiles comportant au moins une partie ondulée.

Family Cites Families (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB2373264A (en) * 2000-12-12 2002-09-18 Gledhill Water Storage Ridge tile for a roof, boiler flue terminal and boiler installation

Patent Citations (7)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB2049757A (en) * 1979-05-19 1980-12-31 Dunbrik Yorks Ltd Ridge Tiles
EP0171504A2 (en) * 1984-08-09 1986-02-19 State Industries, Inc. Water heater construction and method of heating water
GB2183819A (en) * 1986-01-15 1987-06-10 Willian R R & J Ltd Roof ventilator
US4782743A (en) * 1986-02-19 1988-11-08 Quinnell Geoffrey C Ridge tile with ventilating aperture
NL9000096A (nl) * 1990-01-15 1991-08-01 Burgerhout Bv Verbrandingsgas-afvoerkanaal.
FR2672374A3 (fr) * 1991-02-01 1992-08-07 Muelink & Grol Bv Installation pour l'admission d'air de combustion et l'evacuation de gaz de fumee.
FR2696489A1 (fr) * 1992-10-01 1994-04-08 Goubaud Michel Ventilation de chute, en particulier pour couverture en tuiles comportant au moins une partie ondulée.

Also Published As

Publication number Publication date
IE20030343A1 (en) 2003-11-12
GB2388381B (en) 2005-09-21
GB2388381A (en) 2003-11-12
GB0310420D0 (en) 2003-06-11

Similar Documents

Publication Publication Date Title
KR950008104B1 (ko) 다중 벽 굴뚝
US7506645B2 (en) Oven or grill burner, venturi tube, mounting for a thermocouple and/or an igniter, and process for fabricating said burner
US7458888B2 (en) Chimney termination cap
NL1020564C2 (nl) Nokpan met ge´ntegreerde rookgasafvoer en verbrandingsluchttoevoer.
CA2329865A1 (en) Components for roof assemblies
US8396355B2 (en) Heater
US11022301B2 (en) Heater
US5284126A (en) High performance combustion heater
US2898839A (en) Sheet metal chimneys
US20140034046A1 (en) Low profile vent terminal with variable exhaust angle
US10988936B2 (en) Pergola louver tilt system
NL1001688C2 (nl) Brander met gesegmenteerd branderdek.
US7500454B2 (en) High efficiency water heater
US20110244405A1 (en) Low nox burner for a water heater
WO2003089824A3 (en) Corrugated pipe coupling having six degrees of freedom
CN109936979B (zh) 红外线农用加热器
ES2346294T3 (es) Dispositivo universal para proporcionar pasos en cubiertas de techo.
NL1014637C2 (nl) Bochtstuk voor uitmondingsconstructies.
US5897434A (en) Chimney cap hood
US20060009146A1 (en) Homogeneous vent cap
US9739490B2 (en) Radiant heat reflector wing
US6254257B1 (en) Recessed light fixture and reflector
NL1017351C2 (nl) Dakdoorvoersysteem.
GB2110807A (en) Flue terminals
US2427413A (en) Chimney hood

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
SD Assignments of patents

Owner name: INTERACTIVE B.V.

Effective date: 20070228

V1 Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20101201