NL1016243C2

NL1016243C2 - Tweeslags compressieremmen op een viertaktmotor met gebruik van hydraulische lash-regeling.

Info

Publication number: NL1016243C2
Application number: NL1016243A
Authority: NL
Inventors: Jeffrey S Zsoldos; Joseph Schmidt; John B Bartel
Original assignee: Mack Trucks
Priority date: 1999-09-22
Filing date: 2000-09-22
Publication date: 2003-06-11
Also published as: AU5370400A; AU764337B2; ITMI20002040A0; SE522368C2; GB0023330D0; SE0003355D0; GB2354551B; IT1318878B1; GB2354551A; SE0003355L; ITMI20002040A1; CA2317625A1; DE10047141A1; US6293248B1; NL1016243A1; BR0005268A; JP2001123812A; FR2798701A1; DE10047141B4

Description

Tweeslags compressieremmen op een viertaktmotor met gebruik van hydraulische lash-regeling

ACHTERGROND VAN DE UITVINDING

1. Gebied van de uitvinding

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op het gebied van compressieremmen op een motor.

5 2. Beschrijving van de achtergrond der techniek

Het remmen op een motor is een bewerkingsmodus van een motor waarbij de motor wordt geherconfigureerd tijdens de werking om een remeffect te verschaffen aan een daarmee verbonden voertuig. Dit kan gewenst zijn of zelfs noodzakelijk 10 zijn wanneer de gebruikelijke wielremmen onvoldoende zijn om een volledige remwerking te verschaffen. Een voorbeeld is een behoefte voor een krachtige en langdurige remwerkwijze bij steile hellingen, zoals bij bergwegen. Het remmen op de motor wordt met name toegepast bij grote voertuigen met grote wiel-15 gewichten en een overeenkomstig groot moment, en in de gevallen waarbij de gebruikelijke wielremmen kunnen gaan afnemen of zelfs volledig wegvallen bij omstandigheden van grote belasting of tijdens langdurig achtereenvolgend gebruik.

Een motorrem van het compressietype werkt door het 20 openen van de inlaatkleppen tijdens een inlaatslag en door het openen van de uitlaatkleppen bij of nabij het einde van de compressieslag van een daarmee verbonden cilinder. Tijdens de compressieslag van een motor wordt de lucht in een cilinder gecomprimeerd, wat een vermogensinvoer vereist van de motor.

25 Bij de normale motorwerking volgt de verbrandingsslag de compressieslag en verdient deze het vermogen terug dat was uitgeoefend tijdens de compressieslag. Tijdens het compressieremmen betekent het openen van de uitlaatklap nabij het uiteinde van een compressieslag echter dat er geen expansie van de gecom-30 primeerde lucht plaatsvindt. In plaats daarvan wordt de lucht eenvoudigweg afgelaten uit de motor. Het netto resultaat is dat tijdens het remmen op de motor de motor geen vermogen genereert maar slechts vermogen opneemt. Het compressieremmen op de motor is derhalve een efficiënt remsysteem dat kan worden 35 gebruikt als supplement bij of als substituut voor de gebrui- - 2 - kelijke wielremmen, en kan worden toegepast voor herhaalde en langdurige remwerkingen.

De op deze techniek betrekking hebbende compressie-remmen werken in het algemeen als een viertaktcompressierem, 5 waarbij een uitlaatklepopening wordt verkregen en een inlaat-klepopening wordt verkregen tijdens elke twee omwentelingen van de krukas. Viertaktremmen wordt gewoonlijk uitgevoerd omdat de meeste grote motoren in hun aard een viertaktmotor zijn, waarbij de kleppenvolgorde is ontworpen voor een opening 10 per cyclus. FIG. 1 toont echter een grafiek welke het toegenomen remvermogen dat wordt verkregen toont bij een tweeslags-remsysteem ten opzichte van een vierslags remsysteem. Compres-sieremmen volgens de stand der techniek, een vierslags systeem, is derhalve veel minder efficiënt dan het zou kunnen 15 zijn.

Compressieremmen volgens de techniek is kenmerkend gebaseerd op een mechanische verbinding van een bepaalde soort om de compressierem te activeren en om compressieremhandelin-gen over te dragen aan een of meer kleppen. Hoewel dergelijke 20 verbindingen duurzaam zijn, is het daarmee niet mogelijk om veel variaties in het systeem aan te brengen. Mechanische verbindingen zijn ontworpen voor een bepaalde motor en een bepaalde toepassing. Mechanische verbindingen maken derhalve niet op eenvoudige wijze variaties mogelijk, zoals verschil-25 lende tijdsinstellingen tussen de motoren en verschillende mo-tortijdsinstellingen gebaseerd op de omgevingskenmerken, zoals temperatuur van de inlaatlucht, de druk of de vochtigheid daarvan. Een extra nadeel is dat de compressieremmen volgens de techniek vaak vereisen dat de gebruikelijke klepbediening 30 ten behoeve van de remwerkingen wordt uitgeschakeld. Verder zijn de compressieremmen volgens de techniek vaak gebaseerd en afhankelijk van extra verbindingen of inrichtingen welke afzonderlijk van een klepgroefmechanisme bestaan, wat extra kosten vereist alsmede modificatie van een motor om te kunnen 35 functioneren.

Derhalve blijft er behoefte in de techniek aan verbeteringen voor systemen van motorremmen.

- 3 -

SAMENVATTING VAN DE UITVINDING

Een tweeslags compressiereminrichting wordt verschaft volgens een eerste aspect van de uitvinding. Het tweeslags compressieremapparaat omvat een hydraulische lash-regelaar 5 voor positief vermogen, geplaatst in het verplaatsingstraject van een vermogensschommelstuk en geschikt voor het openen van ten minste een daarmee verbonden klep, wanneer een hydraulische vloeistof zich bevindt in de hydraulische lash-regelaar voor positief vermogen, en een hydraulische lash-regelaar voor 10 compressieremmen geplaatst op een compressieremschommelstuk en geplaatst over de daarmee verbonden ten minste ene motorklep en welke geschikt is voor het openen van de daarmee verbonden ten minste ene klep wanneer de hydraulische vloeistof zich bevindt in de hydraulische lash-regelaar voor de compressierem, 15 waarbij in een positieve vermogensmodus de hydraulische vloeistof zich bevindt in de hydraulische lash-regelaar voor positief vermogen om de ten minste ene daarmee verbonden klep te bedienen terwijl de hydraulische lash-regelaar voor de compressierem niet de ten minste ene daarmee verbonden klep be-20 dient, en in een compressieremmodus de hydraulische vloeistof zich bevindt in de hydraulische lash-regelaar voor compressieremmen om de ten minste ene daarmee verbonden klep te bedienen terwijl de hydraulische lash-regelaar voor positief vermogen niet de ten minste ene daarmee verbonden klep bedient 25 zodat ten minste een uitlaatklep wordt geopend nabij een bovenste dodepuntpositie van een daarmee verbonden zuiger terwijl ten minste een inlaatklep is geopend nabij een onderste dodepuntpositie van de daarmee verbonden zuiger om een tweeslags motorcompressierem te vormen.

30 Een werkwijze van een tweeslags compressierem op een viertaktmotor met gebruikmaking van een hydraulische lash-regelaar wordt verschaft volgens een tweede aspect van de uitvinding. De werkwijze omvat de stappen van het aflaten van een hydraulische vloeistof in een hydraulische lash-regelaar voor 35 positief vermogen, en het houden van een hydraulische vloeistof in een hydraulische lash-regelaar van een compressierem, waarbij een schommelstukbeweging wordt overgedragen aan ten minste één uitlaatklep en aan ten minste één inlaatklep om een tweeslags motorcompressieremwerkwijze te vormen.

- 4 -

Een werkwijze van een tweeslags compressierem op een viertaktmotor met gebruikmaking van een hydraulische lash-regelaar geplaatst op een schommelstuk wordt verschaft volgens een derde aspect van de uitvinding. De werkwijze omvat de 5 stappen van het aflaten van een hydraulische vloeistof in een hydraulische lash-regelaar voor positief vermogen, het overdragen van de hydraulische vloeistof van de hydraulische lash-regelaar voor positief vermogen aan een hydraulische lash-regelaar voor compressieremmen, en het houden van de hydrauli-10 sche vloeistof in de hydraulische lash-regelaar voor compressieremmen, waarbij een aflaatschommelstukbeweging wordt overgedragen aan ten minste een aflaatklep nabij een bovenste do-depuntpositie van een daarmee verbonden cilinder en een in-laatschommelstukbeweging wordt overgedragen aan ten minste een 15 inlaatklep nabij een onderste dodepuntpositie van een daarmee verbonden cilinder om de tweeslags compressierem uit te voeren.

De bovengenoemde alsmede andere eigenschappen en voordelen van de onderhavige uitvinding zullen hierna duide-20 lijker worden begrepen uit de volgende beschrijving van de voorkeursuitvoeringsvorm ervan, wanneer deze samen met de bij-gevoegde tekeningen wordt beschouwd.

KORTE BESCHRIJVING VAN DE TEKENINGEN 25 FIG. 1 toont een grafiek welke het toegenomen remver- mogen toont dat beschikbaar is in een tweeslagsremsysteem ten opzichte van een vierslagsremsysteem.

FIG. 2 toont een grafiek van klepopeningsgevallen voor een normaal positief-vermogen-werkingsmodus van een mo-30 tor.

FIG. 3 toont een grafiek van klepopeningsgevallen voor een tweeslags compressierem volgens de onderhavige uitvinding .

FIG. 4A-4C tonen een tweeslags compressiereminrich-35 ting volgens de onderhavige uitvinding.

FIG. 5 en 6 tonen een eerste uitvoeringsvorm van een schommelstuk en een hydraulische lash-regelaarconfiguratie.

FIG. 7 toont een hydraulische fluïdumregelinrichting voor het bedienen van de hydraulische lash-regelaar voor posi- - 5 - tief vermogen en de hydraulische lash-regelaar voor compres-sieremmen.

FIG. 8 en 9 tonen een tweede uitvoeringsvorm van een schommelstuk en een hydraulische lash-regelaarconfiguratie.

5 FIG. 10 toont een stroomschema van een eerste uitvoe ringsvorm van een werkwijze volgens de onderhavige uitvinding.

FIG. 11 toont een stroomschema van een tweede uitvoeringsvorm van een werkwijze volgens de onderhavige uitvinding.

10 GEDETAILLEERDE BESCHRIJVING VAN DE VOORKEURSUITVOE

RINGSVORMEN

Het compressieremmen haalt zijn voordeel uit de heen-en-weergaande beweging van de zuigers van de motor teneinde vermogen te absorberen en een remwerking uit te voeren. Bij 15 een vierslags compressierem, zijn de inlaatkleppen geopend tijdens een inlaatslag om de cilinders met lucht te vullen en zijn de uitlaatkleppen geopend bij of nabij het bovenste dode punt van een compressieslag om de gecomprimeerde lucht af te laten, maar zonder dat er verbranding plaatsvindt (brandstof 20 is in het algemeen niet aanwezig in de cilinders tijdens het remmen op de motor). Dit is ongeveer analoog aan de normale werkingsmodus voor positief vermogen zoals weergegeven in de grafiek van FIG. 2. In de grafiek stelt de horizontale as de hoek voor van de rotatie van de krukas, terwijl de verticale 25 as de nokkenhoogte (in inches) voorstelt. In de modus van positief vermogen vindt de opening van de uitlaatklep ongeveer tussen 100 graden ongeveer 405 graden van de rotatie van de krukas plaats, terwijl de bediening van de inlaatklep plaatsvindt tussen ongeveer 315 graden tot ongeveer 595 graden van 30 de krukasrotatie.

FIG. 3 toont een grafiek van de gevallen van de klep-opening voor een tweeslags compressierem volgens de onderhavige uitvinding. Zoals blijkt uit de grafiek, zijn bij een tweeslags compressierem de inlaat- en de uitlaatkleppen geopend 35 bij elke omwenteling van de krukas, waardoor een extra remver-mogen wordt verkregen ten opzichte van een vierslags compressierem (zie FIG. 1). De gevallen van opening van de uitlaatklep 306 vinden plaats bij ongeveer -45 graden en opnieuw bij ongeveer 315 graden van de rotatie van de krukas, terwijl de 40 gevallen van opening van de inlaatklep 308 plaatsvinden bij - 6 - ongeveer 35 graden en opnieuw bij ongeveer 395 graden van de rotatie van de krukas.

De FIG. 4A-4C tonen een tweeslags compressierem in de richting 400 volgens de onderhavige uitvinding. De inrichting 5 400 omvat een schommelstuk 404 voor positief vermogen, een remschommelstuk 407, een hydraulische lash-regelaar 411 omvattende een hydraulische lash-regelaar 409 voor positief vermogen en een hydraulische lash-regelaar 410 voor de compressierem, alsmede een klep 413. Het dient te worden begrepen dat de 10 klep 413 een klepsteel van een inlaat- of uitlaatklep kan zijn, maar tevens een klepbrug zoals gebruikt voor het bedienen van meerdere kleppen, of een pen of een andere inrichting voor het bedienen van een klep of de kleppen. Verder dient te worden begrepen dat de twee hydraulische lash-regelaars 409 en 15 410 kunnen zijn gevormd in een enkele eenheid of onafhankelijk van elkaar kunnen zijn en zich kunnen bevinden op afzonderlijke schommelstukken.

De positief vermogen hydraulische lash-regelaar 409 bevat een positief-vermogen-zuiger 421 en een positief-20 vermogen-cilinder 425 overeenkomstig met de positief-vermogen-zuiger 421. De hydraulische lash-regelaar 410 voor de compressierem omvat een remzuiger 427 en een remcilinder 429 overeenkomstig met de remzuiger 427 (zie FIG. 4C).

FIG. 4A toont de inrichting in een positief vermogen 25 (de normale werking)-modus, FIG. 4B toont de inrichting in een overganspositie tussen de positief-vermogen-modus en een rem-modus, en FIG. 4C toont de inrichting in de remmodus.

Een hydraulische vloeistof bevindt zich gewoonlijk in ofwel de positief-vermogen-cilinder 425 of de remcilinder 429. 30 De hydraulische vloeistof kan worden verplaatst tussen deze twee cilinders wanneer dat gewenst is om de motor ofwel in een positief-vermogen-modus of in een compressieremmodus te zetten. Wanneer de hydraulische vloeistof zich bevindt in een positief -vermogen-cilinder 425, wordt de beweging van de schom-35 melstukarm 404 overgedragen aan de klep 413 via de positief-vermogen-zuiger 421 en de remzuiger 427. Wanneer de hydraulische vloeistof wordt afgelaten uit de positief-vermogen-cilinder 425 en zich bevindt in de remcilinder 429, wordt de beweging van de schommelstukarm 407 overgedragen aan de klep 40 413 via de remzuiger 427 (terwijl de beweging van de vermo- - 7 - gensschommelstuk 404 niet wordt overgedragen). De hydraulische vloeistof kan derhalve worden gebruikt om op selectieve wijze de hydraulische lash-regelaar 411 te bedienen in ofwel de positief -vermogen-modus of de remmodus.

5 De FIG. 4A en 4C tonen eveneens de relatieve ver plaatsing van de positief-vermogen-zuiger 421 ten opzichte van de remzuiger 427. De positief-vermogen-zuiger 421 in de voorkeursuitvoeringsvorm verplaatst zich over een langere slag "A" dan de slag "B" van de remzuiger 427. Derhalve kunnen, in de 10 remmodus, de kleppen 413 niet zover worden geopend als in de positief-vermogen-modus. Maar omdat het doel van de compres-sieremmodus is om vermogen te absorberen en niet om op efficiënte wijze lucht te verplaatsen, is dit van geen belang.

In de voorkeursuitvoeringsvorm wordt de regeling van 15 de hydraulische vloeistof verkregen door een regelklep en twee keerkleppen, en zal hierna onder verwijzing naar FIG. 7 verder worden beschreven. De regeling van de hydraulische vloeistof kan echter worden verkregen door elk soort regelinrichting.

De FIG. 5 en 6 tonen een eerste uitvoeringsvorm 500 20 van een schommelstuk en een hydraulische lash-regelaar- configuratie. De eerste uitvoeringsvorm 500 maakt slecht gebruik van twee hydraulische lash-regelaars 411 per cilinder.

In de eerste uitvoeringsvorm 500, zijn de beide paren inlaat-en uitlaatkleppen loodrecht ten opzichte van de daarmee ver-25 bonden kleptrein geplaatst en de vermogensschommelstukken 404 en de remschommelstukken 407 zijn zodanig gepositioneerd dat het contactgedeelte 606 van het positief-vermogen-schommelstuk 404 zich bevindt boven het remschommelstuk 407 en de hydraulische lash-regelaar 411 (zie FIG. 6). Op deze manier kan de hy-30 draulische lash-regelaar 411 in een positief-vermogen-modus worden gebruikt door het vermogensschommelstuk 404 om de kleppen 413 te bedienen, terwijl tevens het remschommelstuk 407 daardoor zal worden bewogen in respons op de beweging van het vermogensschommelstuk 404 .

35 FIG. 7 toont een regelinrichting 700 voor hydrauli sche vloeistof voor het bedienen van de positief-vermogen-hydraulische lash-regelaar 409 en de compressierem-hydraulische lash-regelaar 410. De regelinrichting 700 voor hydraulische vloeistof omvat een regelklep 703 die wordt ge-40 voed door een hydraulische vloeistofleiding 706 voor de regel- - 8 - klep, een remkeerklep 710, een keerklep 715 voor positief vermogen, alsmede een toevoerleiding 719 voor hydraulische vloeistof .

De keerkleppen 710 en 715 omvatten een zitting 740, 5 een keerkogel 742 en een uitlijninrichting 745 voor de keerko-gel (zoals bijvoorbeeld een veer) welke de keerkogel 742 tegen de zitting 740 aandrukt.

De regelklep 703 omvat een voorspaninrichting 733 (zoals bijvoorbeeld een veer), en een zuiger 735. De zuiger 10 735 omvat een positief-vermogen-pen 737 en een rempen 738, welke respectievelijk ofwel de positief-vermogen-keerklep 715 of de remkeerklep 710 kunnen bedienen. De zuiger 735, vanwege de voorspaninrichting 733, bevindt zich gewoonlijk in de regelklep 703 zodat de positief-vermogen-keerklep 715 gesloten 15 is terwijl de remkeerklep 710 geopend is. Hydraulische vloeistof welke zich bevindt in een van de hydraulische lash-regelaars 410 of 409 zorgt voor een verplaatsing van de klep. Derhalve, ten gevolge van deze normale positie bevindt de hydraulische vloeistof zich in de hydraulische lash-regelaar 409 20 voor positief vermogen om de motor in de positief-vermogen-modus te houden.

Hydraulische vloeistof kan in de regelklep 703 worden vervoerd via de hydraulische vloeistofleiding 706 na de regelklep toe, welke de zuiger 735 tegen de voorspaninrichting 733 25 kan drukken. Ten gevolge van de verplaatsing van de zuiger 735 wordt de positief-vermogen-keerklep 715 geopend terwijl de remkeerklep 710 wordt gesloten. De hydraulische lash-regelaar 409 voor positief vermogen wordt derhalve afgelaten en de hydraulische lash-regelaar 410 voor de compressierem wordt be-30 diend.

Wanneer een van de keerkleppen wordt bediend, zal hydraulische vloeistof uit de andere keerklep worden afgelaten en zal deze uit de geopende keerklep wegstromen naar de bediende keerklep. Bovendien kan de hydraulische vloeistoftoe-35 voerleiding 719 extra hydraulische vloeistof toedienen om enig weggelekte hydraulische vloeistof of op andere wijze verloren hydraulische vloeistof aan te vullen.

Volgens de voorkeursuitvoeringsvorm regelt een elektrische solenoïde (niet getoond) de toevoer van hydraulische 40 vloeistof aan de regelklep en derhalve regelt deze de inlaat- - 9 - en uitlaatkleppen door middel van de verplaatsing van de re-gelklep 703. De toevoer van hydraulische vloeistof kan van het aan/uit type zijn of kan afhankelijk zijn van een differenti-aaldruk.

5 Het dient te worden begrepen dat de hydraulische vloeistofregelaarinrichting 700 een voorkeursuitvoeringsvorm vormt en dat andere hydraulische vloeistofregelinrichtingen kunnen worden gebruikt om het compressieremmen volgens de onderhavige uitvinding uit te voeren.

10 FIG. 8 en 9 tonen een tweede uitvoeringsvorm 800 van een schommelstuk en een hydraulische lash-regelaarconfigu-ratie. De tweede uitvoeringsvorm 800 komt zeer veel overeen met de eerste uitvoeringsvorm 500, met als uitzondering dat deze gebruik maakt van vier enkele, onafhankelijke hydrauli-15 sche lash-regelaars 411 per cilinder in plaats van twee gecombineerde positief-vermogen- en compressierem-hydraulische lash-regelaars. Het aflaatschommelstuk 806 voor positief vermogen en het inlaatschommelstuk 812 voor positief vermogen hebben elk een positief-vermogen-hydraulische lash-regelaar 20 409 die is gevuld met een hydraulische vloeistof in de posi tief -vermogen-modus. Het aflaatschommelstuk 817 voor de rem en het inlaatschommelstuk 819 voor de rem hebben elk een hydraulische lash-regelaar 410 voor de compressierem waarmee slechts een enkele klep van de twee kleppen kan worden geopend tenein-25 de een compressierem uit te voeren. Tijdens het compressieremmen lopen de hydraulische lash-regelaars 409 voor positief vermogen leeg terwijl de hydraulische lash-regelaars 410 voor compressieremmen worden gevuld.

Bij voorkeur maakt de compressierem volgens de onder-30 havige uitvinding gebruik van vier schommelstukken en vier nokken per cilinder. Een of meer nokkenassen (met vier nokken per cilinder) kan worden gebruikt om de vier schommelstukken te activeren. De vier nokken bestaan uit bekende positief-vermogen-inlaat- en -uitlaatnokhandelingen, samen met twee 35 nokken welke tweeslagsreminlaat- en -uitlaatnokhandelingen omvatten.

Als extra eigenschap van de onderhavige uitvinding, kan de gecomprimeerde lucht uit de opening van de uitlaatkleppen tijdens het compressieremmen worden toegevoerd aan een 40 turbolader. De turbolader verhoogt de druk van de ingelaten - 10 - hoeveelheid lucht en verhoogt derhalve de totale werking van het compressieretnmen doordat een grotere vermogensinvoer nodig is om de reeds gedeeltelijk gecomprimeerde ingelaten hoeveelheid lucht verder te comprimeren.

5 FIG. 10 toont een stroomschema 1000 van een eerste uitvoeringsvorm van een werkwijze volgens de onderhavige uitvinding. In stap 1010, wordt de hydraulische vloeistof in een positief-vermogen-hydraulische lash-regelaar 409 afgelaten.

Dit zet de positief-vermogen-modusfuncties van de schommel-10 stukken 404 voor positief vermogen uit als deel van de overdracht van de positief-vermogen-modus na de tweeslags compres-sieremmodus. Omdat de hydraulische lash-regelaar 409 voor positief vermogen een slag heeft die nagenoeg gelijk is aan een positief vermogen van een kliphandeling plus een remkliphande-15 ling, zal het aflaten van de hydraulische vloeistof in de hydraulische lash-regelaar 409 voor positief vermogen de opening van de kleppen voor positief vermogen uitschakelen.

In stap 1020 bevindt de hydraulische vloeistof zich in de hydraulische lash-regelaar 410 voor compressieremmen 20 teneinde de beweging van de schommelstukken 407 om te remmen over te dragen aan de kleppen 413 teneinde een compressierem te kunnen uitvoeren. Dit kan worden verkregen door het overdragen van de beweging van het schommelstuk op een klepsteel, klepbrug of een pen of een andere inrichting teneinde de klep-25 pen voor compressieremmen te openen. De kleptrein kan daarvoor een compressieremnokkenas omvatten welke tweeslags compressie-reminlaat- en -uitlaatnokken omvat.

FIG. 11 toont een stroomschema 1100 van een tweede uitvoeringsvorm van een werkwijze volgens de onderhavige uit-30 vinding. In stap 1102 wordt de hydraulische vloeistof in een hydraulische lash-regelaar 409 voor positief vermogen afgelaten. Dit zorgt ervoor dat de positief-vermogen-modusfuncties van de schommelstukken 404 voor positief vermogen niet kunnen worden gebruikt voor het deel van de overdracht van de posi-35 tief-vermogen-modus naar de tweeslags compressieremmodus. Omdat de hydraulische lash-regelaar 409 voor positief vermogen een slag heeft die nagenoeg gelijk is aan een klephandeling voor positief vermogen en een klephandeling voor remmen, zal het aflaten van de hydraulische vloeistof in de hydraulische - 11 - lash-regelaar 409 voor positief vermogen de opening van de kleppen voor positief vermogen uitschakelen.

In stap 1106 wordt de hydraulische vloeistof die is afgelaten van de hydraulische lash-regelaar 409 voor positief 5 vermogen overgedragen naar de hydraulische lash-regelaar 410 voor compressieremmen.

In stap 1109 bevindt de hydraulische vloeistof zich in de hydraulische lash-regelaar 410 voor compressieremmen, teneinde de beweging van de schommelstukken 407 voor remmen 10 over te dragen op de kleppen 413 teneinde een compressierem uit te voeren. Dit kan worden verkregen door overdracht van de beweging van het schommelstuk op een klepsteel, klepbrug, of een pen of een andere inrichting teneinde de kleppen voor compressieremmen te openen. De kleptrein kan daartoe een compres-15 sieremnokkenas omvatten die tweeslags compressiereminlaat- en -uitlaatnokken omvat.

Hoewel de uitvinding hierboven in detail is beschreven is de uitvinding niet beperkt tot de specifieke beschreven uitvoeringsvormen. Het is duidelijk dat een deskundige in de 20 techniek verschillende toepassingen en aanpassingen van en afwijkingen van de specifieke uitvoeringsvormen zoals hier beschreven kan maken zonder buiten de beschermingsomvang ervan te komen.

Claims

1. Tweeslags compressiereminrichting, omvattende: een hydraulische lash-regelaar voor positief vermogen gepositioneerd in een verplaatsingstraject van een vermogens-schommelstuk en geschikt voor het openen van ten minste een 5 daarmee verbonden klep wanneer een hydraulische vloeistof zich bevindt in de hydraulische lash-regelaar voor positief vermogen ; en een hydraulische lash-regelaar voor compressieremmen gepositioneerd om een schommelstuk voor de compressierem en 10 gepositioneerd over de daarmee verbonden ten minste ene motorklep en geschikt voor het openen van de daarmee verbonden ten minste ene klep wanneer de hydraulische vloeistof zich bevindt in de hydraulische lash-regelaar voor de compressierem; waarbij in een positief-vermogen-modus de hydrauli-15 sche vloeistof zich bevindt in de hydraulische lash-regelaar voor positief vermogen om de ten minste ene daarmee verbonden klep te bedienen terwijl de hydraulische lash-regelaar voor de compressierem niet de ten minste ene daarmee verbonden klep bedient, en in een compressieremmodus de hydraulische vloei-20 stof zich bevindt in de hydraulische lash-regelaar voor de compressierem om de ten minste ene daarmee verbonden klep te bedienen terwijl de hydraulische lash-regelaar voor positief vermogen niet de ten minste daarmee verbonden klep bedient zodat ten minste een aflaatklep is geopend nabij een bovenste 25 dodepuntpositie van een daarmee verbonden zuiger terwijl ten minste een inlaatklep is geopend nabij een onderste dodepuntpositie van de daarmee verbonden zuiger om de tweeslags motor-compressierem uit te voeren.

2. Tweeslags compressiereminrichting volgens conclu-30 sie 1, waarbij de hydraulische lash-regelaar voor positief vermogen de hydraulische lash-regelaar voor de compressierem raakt om een beweging van het vermogensschommelstuk over te dragen op de daarmee verbonden ten minste ene motorklep.

3. Tweeslags compressiereminrichting volgens conclu-35 sie 1, waarbij de hydraulische lash-regelaar voor positief vermogen is geplaatst boven een klepbrug terwijl de hydrauli- - 13 - sche lash-regelaar voor de compressieretn onafhankelijk is geplaatst boven een enkele klep.

4. Tweeslags compressiereminrichting volgens conclusie 1, waarbij tijdens een overgang van een positief-vermogen- 5 modus naar een remmodus de hydraulische vloeistof van de hydraulische lash-regelaar voor positief vermogen wordt overgedragen naar de hydraulische lash-regelaar voor compressierem.

5. Tweeslags compressiereminrichting volgens conclusie 1, waarbij een beweging van het schommelstuk wordt overge- 10 dragen op een klepsteel.

6. Tweeslags compressiereminrichting volgens conclusie 1, waarbij een beweging van het schommelstuk wordt overgedragen op een klepbrug.

7. Tweeslags compressiereminrichting volgens conclu- 15 sie 1, waarbij de hydraulische lash-regelaar voor de compressierem een slag heeft die in hoofdzaak gelijk is aan een klep-remgebeurtenis.

8. Tweeslags compressiereminrichting volgens conclusie 1, waarbij de hydraulische lash-regelaar voor positief 20 vermogen een slag heeft die in hoofdzaak gelijk is aan een klep-remgebeurtenis plus een klep-vermogengebeurtenis.

9. Tweeslags compressiereminrichting volgens conclusie 1, waarbij gecomprimeerde lucht uit een opening van een aflaatklep wordt toegevoerd aan een turbolader welke op zijn 25 beurt een druk van een inlaatlading verhoogt en derhalve de totale compressieremwerking doet toenemen.

10. Tweeslags compressiereminrichting volgens conclusie 1, waarbij ten minste één daarmee verbonden een nokkenas tweeslags compressiereminlaat- en -uitlaatklepnokken omvat.

11. Tweeslags compressiereminrichting volgens conclu sie 1, waarbij de hydraulische lash-regelaar voor positief vermogen en de hydraulische lash-regelaar voor compressierem-men een hydraulische lash-regelaareenheid vormen.

12. Tweeslags compressiereminrichting volgens conclu- 35 sie 1, waarbij de hydraulische lash-regelaar voor compressier- emmen de ten minste ene daarmee verbonden klep tijdens de com-pressieremmodus gedeeltelijk opent.

13. Werkwijze voor het tweeslags compressieremmen op een viertaktmotor met gebruikmaking van een hydraulische lash- 40 regeling, omvattende de stappen van: - 14 - het aflaten van een hydraulische vloeistof in een hydraulische lash-regelaar voor positief vermogen; en het houden van een hydraulische vloeistof in een hydraulische lash-regelaar voor compressieremmen; 5 waarbij een beweging van een schommelstuk wordt over gedragen op ten minste één aflaatklep en op ten minste één in-laatklep om een tweeslags motorcompressierem uit te voeren.

14. Tweeslags compressieremwerkwijze volgens conclusie 13, verder omvattende een stap van het overdragen van de 10 hydraulische vloeistof van de hydraulische lash-regelaar voor positief vermogen naar de hydraulische lash-regelaar voor com-pressieremmen na de aflaatstap.

15. Tweeslags compressieremwerkwijze volgens conclusie 13, waarbij de beweging van het schommelstuk wordt overge- 15 dragen op een klepsteel.

16. Tweeslags compressieremwerkwijze volgens conclusie 13, waarbij de beweging van het schommelstuk wordt overgedragen op een klepbrug.

17. Tweeslags compressieremwerkwijze volgens conclu- 20 sie 13, waarbij de hydraulische lash-regelaar voor het com- pressieremmen een slag heeft die in hoofdzaak gelijk is aan een rem-klepgebeurtenis.

18. Tweeslags compressieremwerkwijze volgens conclusie 13, waarbij de hydraulische lash-regelaar voor positief 25 vermogen een slag heeft die in hoofdzaak gelijk is aan een rem-klepgebeurtenis plus een positief-vermogen-klepgebeurtenis.

19. Tweeslags compressieremwerkwijze volgens conclusie 13, waarbij gecomprimeerde lucht uit een opening van een 30 aflaatklep wordt toegevoerd aan een turbolader die op zijn beurt een druk van een invoerlading verhoogt en derhalve de totale compressieremwerking verhoogt.

20. Tweeslags compressieremwerkwijze volgens conclusie 13, waarbij ten minste één daarmee verbonden nokkenas 35 tweeslags compressiereminlaat- en -uitlaatnokken omvat.

21. Werkwijze voor tweeslags compressieremmen op een viertaktmotor met gebruikmaking van een hydraulische lash-regelaar gepositioneerd op een schommelstuk, omvattende de stappen van: * - 15 - het aflaten van een hydraulische vloeistof in een hydraulische lash-regelaar voor positief vermogen; het overdragen van de hydraulische vloeistof vanuit de hydraulische lash-regelaar voor positief vermogen naar een 5 hydraulische lash-regelaar voor compressieremmen; en het houden van de hydraulische vloeistof in de hydraulische lash-regelaar voor compressieremmen; waarbij een beweging van een aflaatschommelstuk wordt overgedragen naar ten minste één aflaatklep bij of nabij een 10 bovenste dodepuntpositie van een daarmee verbonden cilinder en een beweging van een inlaatschommelstuk wordt overgedragen naar ten minste een inlaatklep bij of nabij een onderste dodepuntpositie van de daarmee verbonden cilinder om het tweeslags motorcompressieremmen uit te voeren.

22. Tweeslags compressieremwerkwijze volgens conclu sie 21, waarbij de beweging van het schommelstuk wordt overgedragen op een klepsteel.

23. Tweeslags compressieremwerkwijze volgens conclusie 21, waarbij de beweging van het schommelstuk wordt overge- 20 dragen op een klepbrug.

24. Tweeslags compressieremwerkwijze volgens conclusie 21, waarbij de hydraulische lash-regelaar voor het compressieremmen een slag heeft die in hoofdzaak gelijk is aan een rem-klepgebeurtenis.

25. Tweeslags compressieremwerkwijze volgens conclu sie 21, waarbij de hydraulische lash-regelaar voor positief vermogen een slag heeft die in hoofdzaak gelijk is aan een rem-klepgebeurtenis plus een positief-vermogen-klepgebeurtenis.

26. Tweeslags compressieremwerkwijze volgens conclu sie 21, waarbij gecomprimeerde lucht vanuit een opening van een uitlaatklep wordt toegediend aan een turbolader die op zijn beurt een druk van een inlaatlading verhoogt en derhalve de totale compressieremwerking verhoogt.

27. Tweeslags compressieremwerkwijze volgens conclu sie 21, waarbij ten minste één daarmee verbonden nokkenas tweeslags compressiereminlaat- en -uitlaatnokken omvat.