NL1016190C2 - Werkwijze voor het onderling met koppelstukken verbinden van naburige, betonnen vloerplaten en dergelijke vloerplaten. - Google Patents

Werkwijze voor het onderling met koppelstukken verbinden van naburige, betonnen vloerplaten en dergelijke vloerplaten. Download PDF

Info

Publication number
NL1016190C2
NL1016190C2 NL1016190A NL1016190A NL1016190C2 NL 1016190 C2 NL1016190 C2 NL 1016190C2 NL 1016190 A NL1016190 A NL 1016190A NL 1016190 A NL1016190 A NL 1016190A NL 1016190 C2 NL1016190 C2 NL 1016190C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
floor
cavities
floor plates
floor plate
plates
Prior art date
Application number
NL1016190A
Other languages
English (en)
Inventor
Cornelis Sacharias Kleinman
Jurgen Johannes Walther Houben
Original Assignee
Univ Eindhoven Tech
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Univ Eindhoven Tech filed Critical Univ Eindhoven Tech
Priority to NL1016190A priority Critical patent/NL1016190C2/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL1016190C2 publication Critical patent/NL1016190C2/nl

Links

Classifications

    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04BGENERAL BUILDING CONSTRUCTIONS; WALLS, e.g. PARTITIONS; ROOFS; FLOORS; CEILINGS; INSULATION OR OTHER PROTECTION OF BUILDINGS
    • E04B1/00Constructions in general; Structures which are not restricted either to walls, e.g. partitions, or floors or ceilings or roofs
    • E04B1/02Structures consisting primarily of load-supporting, block-shaped, or slab-shaped elements
    • E04B1/04Structures consisting primarily of load-supporting, block-shaped, or slab-shaped elements the elements consisting of concrete, e.g. reinforced concrete, or other stone-like material
    • E04B1/043Connections specially adapted therefor

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Architecture (AREA)
  • Physics & Mathematics (AREA)
  • Electromagnetism (AREA)
  • Civil Engineering (AREA)
  • Structural Engineering (AREA)
  • Floor Finish (AREA)

Description

Korte aanduiding: Werkwijze voor het onderling met koppelstukken verbinden van naburige, betonnen vloerplaten en dergelijke vloerplaten.
5 De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het onderling met koppelstukken verbinden van naburige, betonnen vloerplaten die op verbindingsposities langs de omtreksranden van de vloerplaten op steunelementen zijn gelegen.
Bij het creëeren van een vloer, met name van een vloer 10 met een relatief groot oppervlak zoals voor een supermarkt of een parkeerdek, wordt vaak gebruik gemaakt van geprefabriceerde vloerplaten die ter plaatse van hun omtreksranden op ondersteuningselementen, zoals op poeren en/of op de kopse zijden van betonnen kolommen worden gelegd. Naburige vloerplaten zijn hierbij gemeenschappelijk op dezelfde kolom 15 gelegen. Ten behoeve van de schijfwerking van de vloer, waardoor kracht-overdracht in het vlak van de vloer mogelijk is en weerstand wordt geboden tegen buig- en afschuifvervormingen van de vloer als geheel, worden langs de randen, en met name in de hoekpunten waar een aantal vloerplaten samenkomen, verbindingen aangebracht tussen de vloerplaten. Hierbij kan 20 men onderscheiden in de zogenaamde natte montage en droge montage.
In het geval van de natte montage wordt gebruik gemaakt van mortelvoegen en/of gietmortel. De te verbinden vloerplaten zijn voorzien van buizen ook wel aangeduid met de term gaines, terwijl de kolommen zijn voorzien van stekeinden. Ter plaatse van de locatie waar 25 de vloerplaten dienen te worden verbonden, steken de stekeinden in de gaines. Vervolgens wordt de verbinding indien nodig bekist en wordt de verbinding gestort, respectievelijk aangegoten met gietmortel. Na uitharden van het beton respectievelijk het gietmortel is een monolithisch geheel ontstaan. Het moge duidelijk zijn dat een dergelijke verbinding 30 niet geschikt is voor het in een later stadium op niet-destructieve wijze teniet doen van deze verbinding. Dit kan gewenst zijn bijvoorbeeld indien de betreffende vloer bestemd is om slechts gedurende een relatief korte periode te worden gebruikt, zoals bijvoorbeeld voor een noodgebouw.
In het geval van zogenaamde droge montage voor het 35 verbinden van de vloerplaten is de verbinding in principe wél geschikt om niet-destructief te worden gedemonteerd aangezien bij droge montage 1 o i 9 0 2 demontabele verbindingen zoals boutverbindingen worden toegepast. De elementen zijn voorzien van draadeinden en/of stalen kopplaten en worden met moeren vastgezet. Een voorbeeld van een dergelijke vloer wordt gevormd door het Mxb-5 systeem van producent Matrixbouw. Bij dit systeem zijn ieder 5 van de vloerplaten in de hoeken voorzien van drie ingestorte doorlopende ankerbussen, De vloerplaten worden met hun hoeken op stalen kopplaten die zijn aangebracht op de bovenzijde van onderliggende kolommen gelegd, waarna, eventueel als voetplaat van een volgende kolom, een stalen klemplaat-, overeenkomstig de stalen kopplaat, op de hoeken van de vloer 10 wordt geplaatst in het verlengde van de onderliggende kolom. In de kopplaat en de klemplaat zijn in het verlengde van de ingestorte ankerbussen gaten aangebracht zodat de vloerplaten en de kopplaat en de voetplaat met voorspanbouten aan elkaar kunnen worden verbonden. Het Mxb-5 systeem vereist een hoge mate van nauwkeurigheid tijdens het plaatsen van de 15 vloerplaten op de onderliggende kolommen maar ook tijdens het ingieten van de ankerbussen tijdens de productie van de vloerplaten. Tevens blijven aan de onderzijde van de vloerplaten, een kopplaat en de uiteinden van voorspanbouten zichtbaar hetgeen visueel nadelig is indien de betreffende vloer als verdiepingsvloer wordt toegepast. Bovendien is veelal brand-20 werende bekleding aan de onderzijde vereist vanwege de uiteinden van de voorspanbouten. Het verbindingsproces tenslotte is relatief arbeidsintensief. De uitvinding beoogt nu voor bovengenoemde bezwaren een oplossing te bieden door een werkwijze te verschaffen die in een voorkeurswerkwijze geschikt is voor niet-destructieve of althans nagenoeg niet-25 destructieve demontage en die tevens relatief grote toleranties toestaat bij het vervaardigen en leggen van de vloerplaten zonder dat dit ten koste gaat van de vereiste schijfwerking. Hiertoe past de werkwijze volgens de uitvinding vloerplaten toe die aan hun bovenzijde ter plaatse van de verbindingsposities zijn voorzien van holtes en omvat de werkwijze volgens 30 de uitvinding de stappen A het vullen van de holtes met een stollend materiaal, B het plaatsen van een koppelstuk op de te verbinden, naburige vloerplaten dusdanig dat verankeringen die onderdeel uitmaken van het koppelstuk zich uitstrekken 35 tot in het stollend materiaal, C het laten stollen van het stollend materiaal.
1¾ 0 * ' 3
Door toepassing van de holtes kunnen de verankeringen binnen de afmetingen van de holtes vrij worden gepositioneerd aangezien de feitelijke verbinding die zorgt voor de schijfwerking pas tot stand komt nadat het stollend materiaal is gestold.
5 Bij voorkeur vindt het vullen van de holtes tijdens stap A plaats met krimparme mortel. Hiermee wordt bereikt dat de vormen van de gestolde mortel enerzijds en die van de holte en van de verankeringen anderzijds spelingsvrij op elkaar aansluiten.
Bij voorkeur wordt tijdens een stap D na uitvoering 10 van stap B het koppelstuk mechanisch verbonden met het onderliggend steunelement waardoor het koppelstuk verticaal wordt geborgd.
Bij voorkeur wordt voordat uitvoering van stap A heeft plaatsgevonden in de holte een onthechtende laag aangebracht. Hierdoor wordt eventuele latere demontage van de vloerplaten vergemakkelijkt 15 doordat de koppelstukken inclusief het gestolde materiaal eenvoudig kunnen worden verwijderd uit de holtes in de vloerplaten.
Het is tevens bij voorkeur mogelijk om voordat uitvoering van stap B heeft plaatsgevonden een onthechtende laag op de verankering aan te brengen. Dit zal tot gevolg hebben dat bij eventuele 20 demontage het gestolde materiaal gemakkelijk kan worden verwijderd van de verankering.
Toepassing van onthechtende lagen zoals bovenstaand beschreven bijvoorbeeld in de vorm van een vet-, olie- of kunststof folielaag, maakt het mogelijk dat vloerplaten zonder extra bewerking na 25 demontage kunnen worden hergebruikt.
De uitvinding heeft verder betrekking op een vloerplaat voor toepassing in de werkwijze volgens de bovenstaand beschreven uitvinding welke vloerplaat aan de bovenzijde en langs de omtreksranden is voorzien van tenminste een holte voor het onderling verbinden met een 30 naburige vloerplaat. De voordelen die zijn verbonden met de toepassing van holtes zijn bovenstaand reeds beschreven bij de toelichting op de werkwijze volgens de uitvinding, waarbij nog wordt opgemerkt dat de holtes zich bij voorkeur in de hoeken van een vloerplaat bevinden, waar meer dan twee vloerplaten samen komen.
35 Bij voorkeur is de tenminste ene holte conusvormig.
Een dergelijke vorm vergemakkelijkt het verwijderen van het gestolde 1 0 1 c 1 9 0 4 materiaal uit de holte tijdens demontage van de vloerplaten.
Bij voorkeur wordt de tenminste ene holte gevormd door een in het beton gegoten buisvormig deel dat bij voorkeur is voorzien van een bodem. Hiermee wordt voorkomen dat bij toepassing van een krimparme 5 mortel als stollend materiaal, de gestolde mortel tezamen met de betreffende betonnen vloerplaat een te hechte verbinding krijgt waardoor demontage slechts plaats zou kunnen vinden met beschadiging van de vloerplaten. Indien het buisvormig deel niet is voorzien van een bodem, zou ook voordat het stollend materiaal in de buis wordt aangebracht een 10 folie kunnen worden aangebracht op de bodem van de holte. Het is ook mogelijk het buisvormig deel in zijn geheel te vervangen door een kunststof f ol i e.
Bij voorkeur is het buisvormig deel vervaardigd van een metaal, bijvoorbeeld van een roestvast staalsoort, die zich enerzijds 15 goed laat verankeren in de vloerplaat maar anderzijds geschikt is om als mal te kunnen dienen voor het stollend materiaal.
Bij voorkeur is de tenminste ene holte van de vloerplaat aangebracht in een deel van de vloerplaat met een ten opzichte van het naburige deel van de vloerplaat lager gelegen bovenoppervlak. Dit lager 20 gelegen bovenoppervlak vormt tezamen met lager gelegen bovenoppervlakken van naburige vloerplaten een verdieping in de vloer waarin het betreffende koppelstuk kan worden verzonken. De vloer kan worden afgewerkt door middel van gasbetonkorrels die vlak worden geveegd en waar bovenop panelen worden gelegd.
25 De uitvinding zal nader worden toegelicht aan de hand van een voorkeursuitvoeringsvorm zoals weergegeven in de bijgaande figuren.
Hierin toont: figuur 1 in detail een dwarsdoorsnede volgens de lijn A-A in figuur 2 toont van een verbinding tussen twee vloerplaten; 30 figuur 2 toont een bovenaanzicht van figuur 1.
In figuur 1 zijn in dwarsdoorsnede de randen van een eerste vloerplaat 1 en een tweede vloerplaat 2 nabij één van hun hoekpunten weergegeven. De buitenafmetingen van de afzonderlijke rechthoekige vloerplaten bedragen 5,4m bij 3,6 m terwijl de dikte van de vloer 0,30 m 35 bedraagt. Deze en andere in de figuurbeschrijving vermelde maten zijn uitsluitend indicatief. De maten dienen te worden afgestemd op de <f ·
.•I
5 specifieke situaties. Aan de onderzijde van de vloer is een wafel structuur aangebracht met een aantal cassettevormige uitsparingen 3 ter besparing van gewicht en grondstoffen. De uitsparingen worden omgeven door ribben waarvan randrib 4 van eerste vloerplaat 1 en randrib 5 van tweede vloer-5 plaat 2 in dwarsdoorsnede in figuur 1 is weergegeven. De beide vloerplaten I, 2 alsmede twee andere vloerplaten zoals getoond in figuur 2, rusten met hun respectievelijke randribben 4, 5 via rubberen oplegschijf 22 op kolom 6. Ter plaatse is een gemeenschappelijke uitsparing 21 aan de onderzijden van vloerplaten 1, 2 aanwezig die dient te voorkomen dat ten 10 gevolge van een onverhoopte dwarskracht, bijvoorbeeld doordat een voertuig tegen kolom 6 botst, deze kolom 6 onder de vloerplaten 1, 2 vandaan schuift. Aan de respectievelijke omtreksranden van eerste vloerplaat 1 en tweede vloerplaat 2 zijn tegenover elkaar twee conusvormige bekers 7, 8 aanwezig. De doorsneden van de boven- en onderzijde van de bekers 7, 8 15 bedragen respectievelijk 0,08 m en 0,06 m. De bekers 7, 8 strekken zich uit tot een diepte in de vloer gelijk aan het niveau van de onderzijde van de betreffende vloerplaat ter plaatse van uitsparingen 3. Deze bekers 7, 8 zijn in de vloerplaten 1, 2 tijdens het storten hiervan aangebracht. Om een goede hechting te krijgen tussen de bekers 7, 8, die van roestvast 20 staal zijn vervaardigd, en het omringende beton van de vloerplaten zijn aan de buitenwanden van bekers 7, 8 niet nader getoonde groeven aangebracht. Verzonken in een gemeenschappelijke uitsparing 9 is een koppelplaat 10 aangebracht. Vanuit koppelplaat 10 strekken zich in iedere beker een star met de koppelplaat 10 verbonden pen 11, 12 uit. Pennen 25 11, 12 hebben een diameter van 0,015 m. De maatvoering dient te worden afgestemd op de over te brengen belasting. Tussen de onderzijde van pennen II, 12 en de bodem van de bekers is een afstand van circa 0,01 m aanwezig. De resterende ruimte binnen de beker wordt gevuld door uitgeharde krimpvri je mortel 13, 14. De staande wanden en de bodem van de bekers 7, 8 30 en het oppervlak van de pennen 11, 12 zijn bedekt met lagen vet 15, 16, 17, 18. Tussen de randen van eerste vloerplaat 1 en tweede vloerplaat 2 strekt zich een schroefdraad 19 uit. Aan zijn onderzijde is schroefdraad 19 ingegoten in kolom 6. De bovenzijde van schroefdraad 19 strekt zich uit door een gat in koppelplaat 10. Op het uitstekend deel van schroef-35 draad 19 is borgmoer 20 aangebracht die voor borging van koppelplaat 10 zorgdraagt. De beschreven verbinding is als volgt tot stand gekomen. De 1 ΰ ; ; 1 9 0 6 vloerplaten 1, 2 zijn met ongevulde bekers 7, 8 op kolom 6 geplaatst. Het spreekt voor zich dat de vloerplaten 1, 2 aan de niet nader getoonde tegenoverliggende randen ook steunen op een kolom als 6. Aan de binnenzijde van de opstaande wanden en bodems van bekers 7, 8 is een vetlaag 5 aangebracht. De stroperigheid van vet voorkomt dat het vet teveel uitzakt langs de opstaande wanden van bekers 7, 8. In een volgend stadium wordt de krimparme mortel 13, 14 in de bekers aangebracht tot een niveau net onder de bovenrand van de bekers 7,8. Direct aansluitend wordt koppelplaat 10 met neerwaarts uitstrekkende pennen 11, 12 in uitsparing 9 geplaatst 10 dusdanig dat de pennen 11, 12 zich tot in de mortel 13, 14 uitstrekken. Het is hierbij overigens niet vereist dat de pennen 11, 12 exact concentrisch met de bekers 7, 8 worden gepositioneerd. Dit heeft tot voordeel dat noch de positionering van de bekers 7, 8 in de vloerplaten I, 2, noch de verbinding van de pennen 11, 12 aan koppelplaat 10, noch 15 de onderlinge positie van de vloerplaten tijdens het aanleggen van de vloer een grote mate van nauwkeurigheid hoeven te hebben hetgeen de kosten van de vloerplaten 1, 2 met bekers 7, 8, van de koppelplaat 10 met pennen II, 12 en van het leggen van de vloer beperkt. Alvorens de pennen 11, 12 in de mortel aan te brengen, is hierop eveneens een vetlaag 17, 18 20 aangebracht. Tenslotte wordt borgmoer 20 aangebracht en aangedraaid. Na enige tijd zal mortel 13, 14 zijn uitgehard en een gecombineerde vorm en krachtgesloten verbinding zijn ontstaan tussen de vloerplaten 1, 2 en de kolom 6. Borgmoer 20 voorkomt dat ten gevolge van de schijfwerking koppelplaat 10 met mortel 13, 14 in verticale richting langs een wand van 25 de conusvormige bekers 7, 8 zal afschuiven.
Voor het demonteren van de verbinding volstaat het losdraaien van borgmoer 20 en het vervolgens loswrikken van koppelplaat 10 met pennen 11, 12 en uitgeharde mortel 13, 14. Door vetlaag 15, 16 is de hechting tussen de mortel 13, 14 en bekers 7, 8 minimaal. De hechting 30 tussen pennen 11, 12 en uitgeharde mortel 13, 14 is door de vetlagen 17, 18 eveneens minimaal en kan dan ook op eenvoudige wijze worden verbroken. Zowel de vloerplaten 1, 2 als de koppelplaat 10 inclusief pennen 11, 12 kunnen opnieuw worden gebruikt ten behoeve van een volgende vloer, zonder dat deze vloerplaten enige reparatie behoeven.
35 Zoals in figuur 1 is weergegeven zijn pen 12 en beker 8 niet concentrisch met elkaar gepositioneerd. Dit kan verschillende oorzaken 7 hebben. Pen 12 kan onnauwkeurig op koppelplaat 10 zijn bevestigd, beker 8 kan onnauwkeurig in vloerplaat 2 zijn gegoten en/of vloerplaat 2 kan onnauwkeurig op kolom 6 zijn geplaatst. Met de werkwijze en vloerplaten volgens de uitvinding behoeven dergelijke onnauwkeurigheden geen 5 belemmering te zijn om een goede verbinding tussen de vloerplaten 1, 2 tot stand te brengen.
Een vloersysteem geschikt voor toepassing van de werkwijze volgens de uitvinding en gebruikmakend van vloerplaten volgens de uitvinding zal op de markt worden gebracht onder de naam H4D-systeem.

Claims (10)

1. Werkwijze voor het onderling met koppelstukken verbinden van naburige, betonnen vloerplaten die langs de omtreksranden van de 5 vloerplaten op steunelementen zijn gelegen en die aan hun bovenzijde zijn voorzien van holtes omvattende de stappen: A het vullen van de holtes met een stollend materiaal, B het plaatsen van een koppelstuk op de te verbinden, naburige vloerplaten dusdanig dat verankeringen die 10 onderdeel uitmaken van het koppelstuk zich uitstrekken tot in het stollend materiaal, C het laten stollen van het stollend materiaal.
2. Werkwijze volgens conclusie 1, gekenmerkt doordat tijdens stap A, de holtes worden gevuld met krimparme mortel.
3. Werkwijze volgens conclusie 1 of 2, gekenmerkt door na stap B, stap D het mechanisch verbinden van het koppelstuk met een onderliggend steunelement.
4. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, 20 gekenmerkt door het voor stap A aanbrengen van een onthechtende laag in de holtes.
5. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, gekenmerkt door het voor stap B aanbrengen van een onthechtende laag op de verankering.
6. Vloerplaat voor toepassing in de werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de vloerplaat aan de bovenzijde en langs de omtreksranden is voorzien van tenminste een holte voor het onderling verbinden met een naburige vloerplaat.
7. Vloerplaat volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat 30 de ten minste ene holte conusvormig is.
8. Vloerplaat volgens conclusie 6 of 7, met het kenmerk, dat de tenminste ene holte wordt gevormd door een in het beton gegoten buisvormig deel, dat bij voorkeur is voorzien van een bodem.
9. Vloerplaat volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat 35 het buisvormig deel van metaal is vervaardigd. i 0 1 ^ ^ ® ®
10. Vloerplaat volgens een der conclusies 6-9, met het kenmerk, dat de tenminste ene holte is aangebracht in een deel van de vloerplaat met een ten opzichte van het naburige deel van de vloerplaat lager gelegen bovenoppervlak. 5
NL1016190A 2000-09-15 2000-09-15 Werkwijze voor het onderling met koppelstukken verbinden van naburige, betonnen vloerplaten en dergelijke vloerplaten. NL1016190C2 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1016190A NL1016190C2 (nl) 2000-09-15 2000-09-15 Werkwijze voor het onderling met koppelstukken verbinden van naburige, betonnen vloerplaten en dergelijke vloerplaten.

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1016190A NL1016190C2 (nl) 2000-09-15 2000-09-15 Werkwijze voor het onderling met koppelstukken verbinden van naburige, betonnen vloerplaten en dergelijke vloerplaten.
NL1016190 2000-09-15

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1016190C2 true NL1016190C2 (nl) 2002-03-18

Family

ID=19772086

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1016190A NL1016190C2 (nl) 2000-09-15 2000-09-15 Werkwijze voor het onderling met koppelstukken verbinden van naburige, betonnen vloerplaten en dergelijke vloerplaten.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL1016190C2 (nl)

Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FR2199046A1 (nl) * 1972-09-12 1974-04-05 Bauakademie Ddr
FR2209022A1 (nl) * 1972-09-13 1974-06-28 Erip
US3875710A (en) * 1972-03-09 1975-04-08 Descon Concordia Systems Ltd Structural system and method employed therein
NL1009434C2 (nl) * 1998-06-18 1999-12-21 L Snijders Beheer B V Ing Gebouw alsmede bouwelement en afstandselement voor toepassing in het gebouw en werkwijze voor het bouwen van het gebouw.

Patent Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3875710A (en) * 1972-03-09 1975-04-08 Descon Concordia Systems Ltd Structural system and method employed therein
FR2199046A1 (nl) * 1972-09-12 1974-04-05 Bauakademie Ddr
FR2209022A1 (nl) * 1972-09-13 1974-06-28 Erip
NL1009434C2 (nl) * 1998-06-18 1999-12-21 L Snijders Beheer B V Ing Gebouw alsmede bouwelement en afstandselement voor toepassing in het gebouw en werkwijze voor het bouwen van het gebouw.

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US3678815A (en) Concrete structural member
CA2202193C (en) Reusable composite bridge structure
US9822498B2 (en) Precast concrete bridge unit and headwall assembly and method of production
WO2006066379A1 (en) Modular formwork wall with dovetail joint connectors
US6016633A (en) Concrete block form
NL1016190C2 (nl) Werkwijze voor het onderling met koppelstukken verbinden van naburige, betonnen vloerplaten en dergelijke vloerplaten.
CN112211402A (zh) 预埋式反坎浇筑模具
JP3217925B2 (ja) 橋梁の構造およびその施工方法
CN211762299U (zh) 一种用于t梁预制的模板和系统
KR101624864B1 (ko) 콘크리트구조물용 상하이음시공장치
CN211872643U (zh) 一种桥梁面板的支撑结构
CN110144818B (zh) 现浇混凝土护栏的施工方法
KR100561081B1 (ko) 무해체 계단 거푸집
KR100557334B1 (ko) 무해체 계단 거푸집
CN220813930U (zh) 一种支挡结构
JP2586921B2 (ja) コンクリート製階段およびその施工方法
JP3408629B2 (ja) プレキャストコンクリート基礎構造
CN213837732U (zh) 预埋式反坎浇筑模具
KR200448792Y1 (ko) 조립식 모서리 거푸집
JPS5941209Y2 (ja) プレキヤスト組立歩道
JPH0715310U (ja) コンクリートまくら木及び軌道スラブの成型型枠
CN117027378A (zh) 一种住宅标准层楼梯段结构及其建造方法
CN117071622A (zh) 一种支挡结构及其施工方法
JPH08323716A (ja) 表面化粧コンクリート製品の製造方法及び表面化粧コンクリート製品
JP5110479B2 (ja) コンクリート構造物用目地材付き部材及び施工方法

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
VD1 Lapsed due to non-payment of the annual fee

Effective date: 20080401