NL1016038C2 - Werkwijze en inrichting voor het fileren van vis. - Google Patents

Werkwijze en inrichting voor het fileren van vis. Download PDF

Info

Publication number
NL1016038C2
NL1016038C2 NL1016038A NL1016038A NL1016038C2 NL 1016038 C2 NL1016038 C2 NL 1016038C2 NL 1016038 A NL1016038 A NL 1016038A NL 1016038 A NL1016038 A NL 1016038A NL 1016038 C2 NL1016038 C2 NL 1016038C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
fish
gutter
clamping member
main bone
over
Prior art date
Application number
NL1016038A
Other languages
English (en)
Inventor
Gert Jan Heerens
Original Assignee
Ouwehand Holding B V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Ouwehand Holding B V filed Critical Ouwehand Holding B V
Priority to NL1016038A priority Critical patent/NL1016038C2/nl
Priority to AT01203096T priority patent/ATE293888T1/de
Priority to DK01203096T priority patent/DK1190625T3/da
Priority to DE60110335T priority patent/DE60110335T2/de
Priority to EP01203096A priority patent/EP1190625B1/en
Priority to NO20014173A priority patent/NO321063B1/no
Application granted granted Critical
Publication of NL1016038C2 publication Critical patent/NL1016038C2/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A22BUTCHERING; MEAT TREATMENT; PROCESSING POULTRY OR FISH
    • A22CPROCESSING MEAT, POULTRY, OR FISH
    • A22C25/00Processing fish ; Curing of fish; Stunning of fish by electric current; Investigating fish by optical means
    • A22C25/08Holding, guiding, or conveying fish before, during or after its preparation ; Devices for sizing fish; Automatically adapting conveyors or processing machines to the measured size
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A22BUTCHERING; MEAT TREATMENT; PROCESSING POULTRY OR FISH
    • A22CPROCESSING MEAT, POULTRY, OR FISH
    • A22C25/00Processing fish ; Curing of fish; Stunning of fish by electric current; Investigating fish by optical means
    • A22C25/12Arranging fish, e.g. according to the position of head and tail
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A22BUTCHERING; MEAT TREATMENT; PROCESSING POULTRY OR FISH
    • A22CPROCESSING MEAT, POULTRY, OR FISH
    • A22C25/00Processing fish ; Curing of fish; Stunning of fish by electric current; Investigating fish by optical means
    • A22C25/16Removing fish-bones; Filleting fish

Landscapes

  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Wood Science & Technology (AREA)
  • Zoology (AREA)
  • Food Science & Technology (AREA)
  • Processing Of Meat And Fish (AREA)
  • Meat, Egg Or Seafood Products (AREA)

Description

Η
Titel: Werkwijze en inrichting voor het fileren van vis.
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een werkwijze en een inrichting voor het fileren van vis, in het bijzonder haring.
Dergelijke werkwijzen en inrichtingen zijn bekend en in de praktijk bruikbaar voor allerlei soorten relatief harde vis, en voor zover het 5 haring betreft dan ook alleen de magere haring die veelal wordt verwerkt tot zogenaamde "zure haring". Wanneer haring drie jaar oud is, is ze geslachtsrijp en beweegt ze zich naar paaigronden alwaar ze verder groeit en in het bijzonder het vetgehalte toeneemt. De haring wordt daar gevangen voor ze eitjes legt aangezien de haring daarna weer mager wordt. Dergelijke 10 vette haring wordt maatjesharing genoemd.
Bij maatjesharing doet zich het probleem voor dat het vetgehalte dusdanig hoog is, in het bijzonder hoger is dan 20%, waardoor deze haring erg zacht is en daardoor moeilijk mechanisch te verwerken. Mechanische verwerking houdt het verwijderen van ingewanden in, het onthulden en het 15 ontgraten. Wanneer de haring wordt ingeklemd, dat wil zeggen wordt aangegrepen in het zachte vlees, dan zou de haring bij de genoemde mechanische bewerkingen kapot kunnen worden getrokken als geen speciale maatregelen daartegen zouden worden getroffen. Bij bekende inrichtingen wordt daartoe bijvoorbeeld de haring ingeklemd tussen twee 20 banden, hetgeen echter de verwerking van de haring bemoeilijkt. Om deze reden geschiedt dit werk in de praktijk dan ook vaak handmatig met alle daaraan verbonden nadelen met betrekking tot efficiency, hygiëne en houdbaarheid.
Het doel van de uitvinding is daarom een zodanige fileerinrichting 25 te verschaffen, dat genoemd nadeel wordt voorkomen en de genoemde bewerkingen toch machinaal en automatisch kunnen worden uitgevoerd.
misn3 2
Overeenkomstig de uitvinding wordt dit doel bereikt wanneer de werkwijze het kenmerk heeft, dat, alvorens de vis wordt ontdaan van ingewanden en wordt onthuid en ontgraat, de vis wordt aangegrepen bij de hoofdgraat. In het bijzonder wordt de vis, na te zijn gekaakt, dat wil zeggen 5 nadat hart en longen (de kieuw) zijn verwijderd, aangegrepen achter de kop. Om dit aangrijpproces onder controle te houden, kan de vis met de kop in een gedefinieerde positie worden gebracht, in welke positie een klemorgaan door de vis heen wordt gestoken en om de hoofdgraat wordt geklemd. Elke vis wordt dan, onafhankelijk van zijn afmetingen op dezelfde wijze 10 aangegrepen. De hoofdgraat kan echter ook worden vastgeklemd door eerst ter plaatse waar de hoofdgraat dient te worden aangegrepen het vlees te verwijderen en daarna het klemorgaan vanaf de zijkanten van de vis de hoofdgraat te laten aangrijpen; dit is echter een aanzienlijk moeilijker . bewerking. In een praktische uitvoering bevat het klemorgaan twee 15 klemdelen, die, van elkaar afgehouden, door de vis kunnen worden gestoken en die daarna onder veerwerking de hoofdgraat aangrijpen.
Ten behoeve van de verwerking van de vis is het gemakkelijk dat deze rechtop over zijn lengte in een goot wordt gepositioneerd, welke goot omhoog wordt gebracht totdat het klemorgaan door de vis heen gestoken om 20 de hoofdgraat is gebracht. Uiteraard zou ook het klemorgaan omlaag kunnen worden gebracht. Uit constructieve overwegingen, in het bijzonder omdat het klemorgaan de vis tijdens het doorlopen van het verwerkingstraject moet vasthouden, verdient de eerstgenoemde oplossing de voorkeur. De vis, bij de graat aangegrepen met behulp van het 25 klemorgaan, wordt daarbij door de goot getrokken en achtereenvolgens naar secties voor het verwijderen van ingewanden, het onthulden en ontgraten geleid.
In een gunstige uitvoering wordt het klemorgaan langs een eindloze rail bewogen en daarbij door de desbetreffende secties geleid met 30 behulp van een tot elk van de secties behorend afzonderlijk, door een 3 eindloos transportorgaan gevormd meesleeporgaan, waarbij het klemorgaan telkenmale vanaf het ene door het volgende meesleeporgaan wordt overgenomen.
In de eerste sectie kunnen de ingewanden worden verwijderd door Φ 5 de vis aan de onderzijde open te snijden en daarna over een roterend schoepenwiel te trekken. Dit open snijden kan worden gerealiseerd door de vis over een recht horizontaal, op constante hoogte werkzaam mes te leiden, doch ook door het daarvoor gebruikte mes de contouren van de onderzijde van de vis te laten volgen. Verder is het mogelijk de vis zodanig te 10 vervormen dat de onderzijde daarvan min of meer recht verloopt zodat kan worden volstaan met een op constante hoogte werkzaam mes.
In de tweede sectie kan de vis worden onthuid door deze, nadat de bovenzijde van de vis, bij voorkeur over 1 a 2 mm, is ingesneden, tussen of langs geribbelde rollen te leiden. Deze insnijding maakt het mogelijk zonder 15 beschadiging van de vis aan weerszijden de huid te verwijderen. De huid aan de ene zijde kan na die aan de andere zijde worden verwijderd. Ook kan de huid aan beide zijden tegelijkertijd worden verwijderd.
In de derde sectie vindt het ontgraten plaats door direct achter het aangrijppunt van de hoofdgraat door het klemorgaan een strooporgaan 20 zijdelings door de vis te bewegen, welk strooporgaan zich dan om de hoofdgraat en naar beneden toe uitstrekt en door welk strooporgaan de vis met het klemorgaan wordt getrokken, waarbij tegelijkertijd met behulp van een rugsnijorgaan de rugrand met de vin wordt weggesneden, zodat van elke vis twee filets worden verkregen en de hoofdgraat door het klemorgaan 25 wordt meegetrokken. Door het strooporgaan worden de zijgraten ten minste voor het grootste gedeelte in takt gelaten en blijven deze aan de hoofdgraat vastzitten; de hoofdgraat wordt tezamen met ten minste het grootste gedeelte van de zijgraten uit de te verkrijgen filets getrokken. Hierin blijven dan ook geen of althans zeer weinig zijgraten achter. Met behulp van een 30 graatsnijorgaan wordt de hoofdgraat nabij de staartvin doorgesneden, 4 waarna met behulp van afvoermiddelen de beide filets, bijeengehouden door de staartvin en een hoofdgraatstomp, worden afgevoerd.
Om alle vissen op de genoemde wijze te kunnen verwerken is het van belang dat, voordat de vis wordt aangegegrepen, deze vanuit een 5 willekeurige positie rechtop in een goot met de kop naar voren gericht wordt georiënteerd.
De uitvinding heeft niet alleen betrekking op een werkwijze maar ook op een inrichting voor het fileren van vis volgens de werkwijze als hiervoor aangegeven. Deze inrichting is daartoe voorzien van toevoer- en 10 oriëntatieorganen, alsmede aangrijporganen, waaraan de vissen in een · gedefinieerde positie kunnen worden toegevoerd, terwijl voorts bewerkingsorganen aanwezig zijn om de aangegrepen vissen te ontdoen van ingewanden, te onthulden en te ontgraten, en heeft het kenmerk, dat een aangrijporgaan wordt gevormd door een klemorgaan, dat, wanneer de 15 vis met de kop in een gedefinieerde positie is gebracht, door de vis heen kan worden gestoken en om de hoofdgraat kan worden geklemd.
Om, onafhankelijk van de maat van de vissen, deze op steeds dezelfde wijze bij de hoofdgraat aan te kunnen grijpen, is een goot met een positioneringsorgaan aanwezig, waarbij de goot, wanneer daarin een vis 20 met de kop in de bewegingsrichting van de vis rechtop in een gedefinieerde positie is gebracht, omhoog beweegbaar is totdat het klemorgaan door de vis heen gestoken om de hoofdgraat heen is geklemd.
Om de aangegrepen vissen door de afzonderlijke secties te leiden waar de vissen aan een specifieke verwerkingshandeling worden 25 onderworpen, is een rail aanwezig, waarlangs het klemorgaan beweegbaar is, waarbij de vis, bij de graat aangegrepen met behulp van het klemorgaan, door de goot kan worden getrokken en achtereenvolgens naar secties voor het verwijderen van ingewanden, het onthulden en ontgraten kan worden geleid. Omdat de verwerkingsduur en de wijze waarop het 30 verwerkingsproces plaatsvindt per sectie in de tijd verschilt, verdient het de 101 3 0 3 5 voorkeur dat een aantal afzonderlijke, door eindloze transportorganen gevormde meesleeporganen aanwezig is voor het transport van het klemorgaan langs de rail door de afzonderlijke secties voor het verwijderen van ingewanden, het onthulden en ontgraten.
5 In de achtereenvolgens te doorlopen secties worden de vissen aan diverse verwerkingshandelingen onderworpen. Zo kan in een eerste sectie een snijorgaan aanwezig zijn om de vissen, wanneer zij hierover worden getrokken, aan de onderzijde open te snijden, alsmede een roteerbaar schoepenwiel om ingewanden uit de hierover te trekken vissen te 10 verwijderen. In een volgende sectie kan een verder snijorgaan aanwezig zijn om de vissen aan de bovenzijde in te snijden, alsmede geribbelde rollen om daartussendoor of daarlangs getrokken vissen te onthulden. In een daarop volgende sectie kan een strooporgaan aanwezig zijn waardoorheen vissen kunnen worden getrokken en een rugsnijorgaan om tijdens dit doortrekken 15 de rugrand met vin van de vissen weg kunnen te snijden, zodat van elke vis twee filets worden verkregen. Voorts kan een graatsnijorgaan aanwezig zijn dat bij voorkeur door of langs het strooporgaan kan worden bewogen om de hoofdgraat nabij de staartvin door te snijden, alsmede afvoermiddelen om de beide filets, bijeengehouden door de staartvin en een hoofdgraatstomp, af 20 te kunnen voeren.
In een voorkeursuitvoeringsvorm kunnen de toevoer- en oriëntatieorganen worden gevormd door een verenkelingsorgaan om de in bulk toegevoerde vissen na elkaar door een zich in de transportrichting vernauwende transportgoot te leiden, waarbij met behulp van een detector 25 en een hierdoor bestuurde oriëntatie-eenheid de vissen met de kop in de transportrichting achter elkaar door een verdere transportgoot worden geleid. Daarbij is het gunstig wanneer de toevoer- en oriëntatieorganen zijn « voorzien van een overnametransportgootsysteem om de vissen vanaf de verdere transportgoot rechtop met de buikholte in een versmalde 30 bewerkingsgoot over te nemen en toe te voeren aan de goot met het 6 positioneringsorgaan. Om de productiesnelheid te vergroten kan voorts het overnametransportgootsysteem zijn voorzien van verdelingsmiddelen om de vissen die met de buikholte naar de ene zijde gekeerd over de verdere transportgoot worden toegevoerd en de vissen die met de buikholte naar de 5 andere zijde gekeerd over de verdere transportgoot worden toegevoerd, over te nemen in afzonderlijke bewerkingsgoten. Het visverwerkingsproces kan dan verder in twee parallelle lijnen plaatsvinden.
De uitvinding zal nu nader worden toegelicht aan de hand van de 10 bijgaande tekening. In deze tekening toont:
Fig. 1 een schematisch overzicht van de inrichting overeenkomstig de uitvinding;
Fig. 2 een bovenaanzicht van een deel van deze inrichting uitmakende transportgoot; 15 Fig. 3 een zijaanzicht van deze transportgoot;
Fig. 4 een dwarsdoorsnede van deze transportgoot;
Fig. 5 een deel van de inrichting uit fig. 1 uitmakend klemorgaan waarbij een haring volledig is weergegeven;
Fig. 6 het klemorgaan uit fig. 5, waarbij de haring in doorsnede is 20 weergegeven;
Fig. 7 een deel van de inrichting uit fig. 1 uitmakende ontdarmeenheid;
Fig. 8 een vooraanzicht van deze ontdarmeenheid;
Fig. 9 een deel van de inrichting uit fig. 1 uitmakende 25 ontgraateenheid; en
Fig. 10 een detail van de ontgraateenheid uit fig. 9.
De volledige werkwijze voor het fileren van vis, in het bijzonder maatjesharing, verloopt in een groot aantal stappen, die bijvoorbeeld 30 gerealiseerd kunnen worden in de in de figuren weergegeven inrichting: 10 1 o ü 3 8^ 7 1. De vissen, die gekaakt in bulk worden toegevoerd, worden in een invoereenheid 1 gestort en verenkeld door deze een voor een door te laten naar een goot 2.
2. De vissen worden door trilling in deze, geleidelijk aan nauwer 5 wordende goot 2, plat hierin liggend, in de transportrichting georiënteerd; de vissen liggen dan hetzij met de kop, hetzij met de staart naar voren in de transportrichting. De vissen worden vervolgens aldus georiënteerd over transportbanden 3 onderlangs een detectie-eenheid 4, gevormd door een lamp 5 en een camera 6, geleid.
10 3. Afhankelijk van de oriëntatie van de vissen, dat wil zeggen van hun ligging met de kop in de transportrichting naar voren of naar achteren, worden de vissen met behulp van een oriëntatie-eenheid of draaiorgaan 7 over 180° gedraaid, zodat alle vissen met de kop naar voren in de transportrichting komen te liggen. In de meest eenvoudige vorm wordt dit 15 draaiorgaan 7 gevormd door een motor 8, die onder besturing van de camera een naar onderen open over een vis aangebrachte koker 9 draait en daarbij de vis meeneemt.
4. Met behulp van de camera 6 wordt tevens vastgesteld of de vissen verder mogen worden verwerkt of dat zij, om wat voor reden dan ook, dienen 20 te worden afgekeurd. Met behulp van een door de camera 6 bestuurde manipulatie-eenheid 10 worden de vissen hetzij via een goot 11 naar een afkeurbak 12 geleid, hetzij via goten 13 en 14 naar een, naar onderen toe taps verlopende overnamegoot 15 geleid. De vissen worden daarbij hetzij via de goot 13, hetzij via de goot 14 naar de goot 15 geleid, afhankelijk van hun 25 ligging, dat wil zeggen afhankelijk of de vissen met de buikholte naar de ene of naar de andere kant plat liggend worden toegevoerd. Vissen die met hun buikholte naar links worden toegevoerd moeten anders gedraaid worden dan vissen die met hun buikholte naar rechts worden toegevoerd opdat zij in de goot 15 altijd rechtop staand, dat wil zeggen met de buikholte naar 30 beneden, komen te liggen. De tussen de manipulatie-eenheid 10 s.
"<·· - w 8 doorgevoerde vissen worden dan ook hetzij onder draaiing over een hoek van 90° rechtop staand in de goot 13 over genomen, hetzij onder draaiing over een hoek van -90° rechtop staand in de goot 14 overgenomen.
5. De vissen worden in een gedefinieerde positie in een omhoog 5 beweegbaar gootdeel gebracht. De gedefinieerde positie wordt bepaald door de eindwand 16 en de zijwanden 17 van de goot 15. Het omhoog beweegbare gootdeel, hier de goot 15, is aan het uiteinde bij de eindwand 16 omhoog beweegbaar met behulp van een bedieningscilinder 18. Boven het uiteinde van de goot 15 en een verdere tranportgoot 19 is een 10 transportbandensysteem 20 aangebracht, gevormd door een eindloos rondlopende rail 21 en een drietal afzonderlijk aan te drijven eindloze transportorganen 22, 23 en 24. Langs de rail 21zijn klemorganen 25 beweegbaar. Een klemorgaan 25 omvat een langs de rail 21 beweegbare drager 26 en zijstukken 27, waaraan klemdelen in de vorm van vorkvormige 15 tanden 28 vast zijn bevestigd. Tussen de drager 26 en de zijstukken 27 zijn bladveren 29 aangebracht, terwijl op de zijstukken 27 niet weergegeven drukmiddelen werkzaam zijn om de tanden 28 uit elkaar te drukken, welke tanden 28 onder invloed van de bladveren 29 naar elkaar toe worden getrokken. Door het uiteinde van de goot 15 omhoog te drukken, schuiven 20 de tanden 28 klemmend over de hoofdgraat van de vis, en wel direct achter de kop van de vis, zoals is aangegeven in fig.5 en 6, waarbij de tanden van de vork eerst enigszins uit elkaar worden gehouden, terwijl de tanden onder veerwerking enigszins naar elkaar toe bewegen wanneer het klemorgaan om de hoofdgraat is gebracht en daardoor de hoofdgraat vastklemt. Aldus 25 aangegrepen, kunnen de vissen door de klemorganen 25 langs de rail 21 te bewegen door de transportgoot 19 worden getrokken.
6. De klemorganen 25 met de daardoor aangegrepen vissen worden door middel van het transportbandensysteem 20 door achtereenvolgens een sectie voor het verwijderen van organen uit de buikholte, het onthulden en 30 het ontgraten geleid. Elk van deze secties heeft een eigen eindloos 1016038« 9 transportorgaan 22, 23 en 24 respectievelijk, waarbij de klemorganen 25 steeds van het ene door het andere tranportband worden overgenomen omdat immers de bewerkingen in de opeenvolgende secties elk een eigen tijdsvolgordepatroon hebben. Met andere woorden, de klemorganen 25 5 worden in hun geleiding langs de rail 21 eerst verplaatst met behulp van het motorisch aangedreven tranportorgaan 21, vervolgens door het motorisch aangedreven transportorgaan 23 en tenslotte door het motorisch aangedreven transportorgaan 24. De overnamemiddelen om de klemorganen 25 van de ene transportband op de andere over te nemen zijn 10 duidelijkshalve niet in de figuren aangegeven. In de sectie voor het verwijderen van organen uit de buikholte worden de vissen eerst over een snijorgaan 30 (fig. 7 en 8) getrokken om de onderzijde van de vissen open te snijden en vervolgens over een roterend schoepenwiel 31 om de genoemde organen te verwijderen.
15 7. In de sectie voor het onthulden worden de vissen aan de bovenzijde ingesneden met behulp van een verticaal opgesteld, verder niet weergegeven snijorgaan zodat de huiddelen links en rechts van de vis overlangs van elkaar zijn gescheiden. Dit snijorgaan is ter zijde van de goot 10 opgesteld en kan telkenmale zijdeling verplaatst worden tot op een 20 hoogte boven de goot 19 waarbij de vis van boven net een fractie kan worden ingesneden. De vis wordt dan door of langs geribbelde rollen 32 geleid.
8. In de sectie voor het ontgraten wordt direct achter de plaats waar het klemorgaan 25 de graat heeft aangegrepen, vanaf weerszijden in horizontale richting een strooporgaan dwars door de vis heen geleid. Dit 25 strooporgaan bestaat uit twee strooppennen 33, die elk aan de bovenzijde zodanig zijn gekromd, dat zij, wanneer zij vanaf de zijkant door de vis heen zijn gedrukt, een zich om de hoofdgraat heen sluitend oog 34 vormen. Met behulp van het strooporgaan kunnen door het voortbewegen van de vis in dé transportrichting twee filets in de lengterichting worden afgestroopt, 30 waarbij de zijwaarts gerichte graten voor een belangrijk deel aan de 10 hoofdgraat blijven zitten. Daarbij dient dan tegelijkertijd de rugrand met de rugvin en daarmee het gedeelte van de vis boven het strooporgaan te worden weggesneden. De beide filets worden dan nog slechts door het uiteinde van de hoofdgraat bij de staartvin vastgehouden. Om de rugrand 5 met de rugvin tijdens het stropen te verwijderen zijn aan weerszijden opgestelde messen 35 aanwezig. Deze messen zitten vast aan houders 36, waarvan elk weer is verbonden met een bedieningsorgaan 37 om de houders in hun positie boven de goot 19 te kunnen zwenken. Om het strooporgaan op de juiste hoogte aan het eind van de goot 19 te positioneren is een 10 bedieningsorgaan 38 aanwezig. Door een door of langs het strooporgaan geleid mes 39 kan de hoofdgraat worden doorgesneden; de beide filets, bijeengehouden door de staartvin en een hoofdgraatstompje, vallen dan op de afvoerband 40. De hoofdgraat wordt verder losgelaten en het klemorgaan 25 teruggeleid door het transportbandensysteem 20.
15 De uitvinding is niet beperkt tot het hier aan de hand van de tekening beschreven uitvoeringsvoorbeeld, doch omvat allerlei modificaties hierop, uiteraard voor zover vallen binnen de beschermingsomvang van de hiernavolgende conclusies.

Claims (23)

1. Werkwijze voor het fileren van vis, in het bijzonder maatjesharing, met het kenmerk, dat, alvorens de vis wordt ontdaan van ingewanden en wordt onthuid en ontgraat, de vis wórdt aangegrepen bij de hoofdgraat.
2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de vis, na te 5 zijn gekaakt, wordt aangegrepen achter de kop.
3. Werkwijze volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de vis met de kop in een gedefinieerde positie wordt gebracht, in welke positie een klemorgaan door de vis heen wordt gestoken en om de hoofdgraat wordt geklemd.
4. Werkwijze volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat het klemorgaan twee klemdelen bevat die, van elkaar afgehouden, door de vis kunnen worden gestoken en die daarna onder veerwerking de hoofdgraat aangrijpen.
5. Werkwijze volgens conclusie 3 of 4, met het kenmerk, dat de vis 15 rechtop over zijn lengte in een goot wordt gepositioneerd, welke goot omhoog wordt gebracht totdat het klemorgaan door de vis heen gestoken om de hoofdgraat is gebracht.
6. Werkwijze volgens conclusie 3, 4 of 5, met het kenmerk, dat de vis, bij de graat aangegrepen behulp van het klemorgaan, door de goot wordt 20 getrokken en achtereenvolgens naar secties voor het verwijderen van ingewanden, het onthulden en ontgraten wordt geleid.
7. Werkwijze volgens een van de conclusies 3-6, met het kenmerk, dat het klemorgaan langs een eindloze rail wordt bewogen en daarbij door de desbetreffende secties wordt geleid met behulp van een tot elk van de secties 25 behorend afzonderlijk, door een eindloos transportorgaan gevormd meesleeporgaan, waarbij het klemorgaan telkenmale vanaf het ene door het volgende meesleeporgaan wordt overgenomen. 1018ϋόώ
8. Werkwijze volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat ingewanden worden verwijderd door de vis aan de onderzijde open te snijden en over een roterend schoepenwiel te trekken.
9. Werkwijze volgens conclusie 6, 7 of 8, met het kenmerk, dat de vis 5 wordt onthuid door deze, nadat de bovenzijde van de vis is ingesneden, tussen of langs geribbelde rollen te leiden.
10. Werkwijze volgens een van de conclusies 6-9, met het kenmerk, dat het ontgraten plaatsvindt door direct achter het aangrijppunt van de hoofdgraat door het klemorgaan een strooporgaan zijdelings door de vis te 10 bewegen, welk strooporgaan zich dan om de hoofdgraat en naar beneden toe uitstrekt en door welk strooporgaan de vis met het klemorgaan wordt getrokken, waarbij tegelijkertijd met behulp van een rugsnijorgaan de rugrand met de vin wordt weggesneden, zodat van elke vis twee filets worden verkregen.
11. Werkwijze volgens conclusie 10, met het kenmerk, dat met behulp van een graatsnijorgaan de hoofdgraat nabij de staartvin wordt doorgesneden, waarna met behulp van afvoermiddelen de beide filets, bijeengehouden door de staartvin en een hoofdgraatstomp, worden afgevoerd.
12. Werkwijze volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat, voordat de vis wordt aangegrepen, deze vanuit een willekeurige positie, rechtop in een goot met de kop naar voren gericht wordt georiënteerd.
13. Inrichting voor het fileren van vis volgens de werkwijze als 25 aangegeven in een van de voorgaande conclusies, welke inrichting is voorzien van toevoer- en oriëntatieorganen, alsmede aangrijporganen waaraan de vissen in een gedefinieerde positie kunnen worden toegevoerd, terwijl voorts bewerkingsorganen aanwezig zijn om de aangegrepen vissen te ontdoen van ingewanden, te onthulden en te ontgraten, met het 30 kenmerk, dat een aangrijporgaan wordt gevormd door een klemorgaan, dat, wanneer de vis met de kop in een gedefinieerde positie is gebracht, door de vis heen kan worden gestoken en om de hoofdgraat kan worden geklemd.
14. Inrichting volgens conclusie 13, met het kenmerk, dat een goot met een positioneringsorgaan aanwezig is, waarbij de goot, wanneer daarin een 5 vis met de kop in de bewegingsrichting van de vis rechtop, in een gedefinieerde positie is gebracht, omhoog beweegbaar is totdat het klemorgaan door de vis heen gestoken om de hoofdgraat heen is geklemd.
15. Inrichting volgens conclusie 14, met het kenmerk, dat deze is voorzien van een rail, waarlangs het klemorgaan beweegbaar is, waarbij de 10 vis, bij de graat aangegrepen met behulp van het klemorgaan, door de goot kan worden getrokken en achtereenvolgens door secties voor het verwijderen van ingewanden, het onthulden en ontgraten kan worden geleid.
16. Inrichting volgens conclusie 15, met het kenmerk, dat een aantal 15 afzonderlijke, door eindloze transportorganen gevormde meesleeporganen aanwezig is voor het transport van het klemorgaan langs de rail door de afzonderlijke secties voor het verwijderen van ingewanden, het onthulden en ontgraten.
17. Inrichting volgens conclusie 16, met het kenmerk, dat een 20 snijorgaan aanwezig is om de vissen, wanneer zij hierover worden getrokken, aan de onderzijde open te snijden, alsmede een roteerbaar schoepenwiel om ingewanden uit de hierover te trekken vissen te verwijderen.
18. Inrichting volgens conclusie 16 of 17, met het kenmerk, dat een 25 verder snijorgaan aanwezig is om de vissen aan de bovenzijde in te snijden, alsmede geribbelde rollen om daartussendoor of daarlangs getrokken vissen te onthulden.
19. Inrichting volgens een van de conclusies 16-18, met het kenmerk, dat een strooporgaan aanwezig is waardoorheen vissen kunnen worden 30 getrokken en een rugsnijorgaan om tijdens dit doortrekken de rugrand met i vin van de vissen weg kunnen te snijden, opdat van elke vis twee filets worden verkregen.
20. Inrichting volgens conclusie 19, met het kenmerk, dat een graatsnijorgaan aanwezig is dat door of langs het strooporgaan kan worden 5 bewogen om de hoofdgraat nabij de staartvin door te snijden, alsmede afvoermiddelen om de beide filets, bijeengehouden door de staartvin en een hoofdgraatstomp, af te kunnen voeren.
21. Inrichting volgens een van de conclusies 13-20, met het kenmerk, dat de toevoer- en oriëntatieorganen worden gevormd door een 10 verenkelingsorgaan om de in bulk toegevoerde vissen na elkaar door een zich in de transportrichting vernauwende transportgoot te leiden, waarbij met behulp van een detector en een hierdoor bestuurde oriëntatie-eenheid de vissen met de kop in de transportrichting achter elkaar door een verdere transportgoot worden geleid.
22. Inrichting volgens conclusie 21, met het kenmerk, dat de toevoer en oriëntatieorganen zijn voorzien van een oveïnametransportgootsysteém om de vissen vanaf de verdere transportgoot rechtop met de buikholte in een versmalde bewerkingsgoot over te nemen en toe te voeren aan de goot met het positioneringsorgaan.
23. Inrichting volgens conclusie 22, met het kenmerk, dat het overnametransportgootsysteem is voorzien van verdelingsmiddelen om de vissen die met de buikholte naar de ene zijde gekeerd over de verdere transportgoot worden toegevoerd en de vissen die met de buikholte naar de andere zijde gekeerd over de verdere transportgoot worden toegevoerd, over 25 te nemen in afzonderlijke bewerkingsgoten. 1016038J
NL1016038A 2000-08-28 2000-08-28 Werkwijze en inrichting voor het fileren van vis. NL1016038C2 (nl)

Priority Applications (6)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1016038A NL1016038C2 (nl) 2000-08-28 2000-08-28 Werkwijze en inrichting voor het fileren van vis.
AT01203096T ATE293888T1 (de) 2000-08-28 2001-08-13 Verfahren und vorrichtung zum filetieren von fischen
DK01203096T DK1190625T3 (da) 2000-08-28 2001-08-13 Fremgangsmåde og apparat til filetering af fisk
DE60110335T DE60110335T2 (de) 2000-08-28 2001-08-13 Verfahren und Vorrichtung zum Filetieren von Fischen
EP01203096A EP1190625B1 (en) 2000-08-28 2001-08-13 Method and apparatus for filleting fish
NO20014173A NO321063B1 (no) 2000-08-28 2001-08-28 Fremgangsmate og anordning for filetering av fisk

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1016038 2000-08-28
NL1016038A NL1016038C2 (nl) 2000-08-28 2000-08-28 Werkwijze en inrichting voor het fileren van vis.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1016038C2 true NL1016038C2 (nl) 2002-03-01

Family

ID=19771969

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1016038A NL1016038C2 (nl) 2000-08-28 2000-08-28 Werkwijze en inrichting voor het fileren van vis.

Country Status (6)

Country Link
EP (1) EP1190625B1 (nl)
AT (1) ATE293888T1 (nl)
DE (1) DE60110335T2 (nl)
DK (1) DK1190625T3 (nl)
NL (1) NL1016038C2 (nl)
NO (1) NO321063B1 (nl)

Families Citing this family (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
ES2350079B1 (es) * 2009-05-18 2011-11-14 Julio Cesar Gonzalez Alvarez Sistema de limpieza corte y manipulacion de pescados y mariscos
ES2495290B1 (es) * 2013-03-12 2015-09-08 Asociación Nacional De Fabricantes De Conservas De Pescados Y Mariscos - Centro Técnico Nacional De Conservación De Productos De La Pesca Procedimiento y aparato para la separación longitudinal en continuo de atún cocido
CN103621602B (zh) * 2013-10-31 2017-08-01 仙桃市允泰坊水产食品有限公司 全自动切鱼机
CN105285058B (zh) * 2015-08-17 2017-05-03 浙江海洋学院 一种北极贝生食产品的加工装置
CN109122800B (zh) * 2018-08-24 2020-09-29 中国计量大学 一种三文鱼去肠方法
CN110692694B (zh) * 2019-10-17 2021-01-01 成都市海光食品有限公司 一种鳗鱼加工中的清洁处理方法

Citations (8)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US1639976A (en) * 1927-03-22 1927-08-23 Barry James Fish-cutting machine
US2612652A (en) * 1947-06-24 1952-10-07 Pacific Lab Inc Apparatus for boning and slitting fish
DE1074834B (de) * 1960-02-04 Afm Aktieselskabet Atlas, Kopenhagen Maschine zum Filetieren von Fischen, wie Dorsche od dgl
WO1986003376A1 (en) * 1984-12-05 1986-06-19 Swedefish Machinery Ab A fish processing machine
US4601083A (en) * 1982-12-28 1986-07-22 Fujitsu Limited Fish processing apparatus
EP0711502A1 (en) * 1994-11-09 1996-05-15 Pisces Industries, Ltd. Method and apparatus for filleting fish
EP0734653A1 (de) * 1995-03-29 1996-10-02 Nordischer Maschinenbau Rud. Baader Gmbh + Co Kg Automatische Einrichtung zum geordneten Überführen von Fischen in eine Fischbearbeitungsmaschine
US5830052A (en) * 1996-09-03 1998-11-03 Wadsworth; Ray G. Total bone removal system

Patent Citations (8)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE1074834B (de) * 1960-02-04 Afm Aktieselskabet Atlas, Kopenhagen Maschine zum Filetieren von Fischen, wie Dorsche od dgl
US1639976A (en) * 1927-03-22 1927-08-23 Barry James Fish-cutting machine
US2612652A (en) * 1947-06-24 1952-10-07 Pacific Lab Inc Apparatus for boning and slitting fish
US4601083A (en) * 1982-12-28 1986-07-22 Fujitsu Limited Fish processing apparatus
WO1986003376A1 (en) * 1984-12-05 1986-06-19 Swedefish Machinery Ab A fish processing machine
EP0711502A1 (en) * 1994-11-09 1996-05-15 Pisces Industries, Ltd. Method and apparatus for filleting fish
EP0734653A1 (de) * 1995-03-29 1996-10-02 Nordischer Maschinenbau Rud. Baader Gmbh + Co Kg Automatische Einrichtung zum geordneten Überführen von Fischen in eine Fischbearbeitungsmaschine
US5830052A (en) * 1996-09-03 1998-11-03 Wadsworth; Ray G. Total bone removal system

Also Published As

Publication number Publication date
NO20014173D0 (no) 2001-08-28
EP1190625A1 (en) 2002-03-27
DE60110335T2 (de) 2006-02-16
EP1190625B1 (en) 2005-04-27
DK1190625T3 (da) 2005-08-29
NO20014173L (no) 2002-03-01
ATE293888T1 (de) 2005-05-15
DE60110335D1 (de) 2005-06-02
NO321063B1 (no) 2006-03-06

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US5015213A (en) On-line cut-up system with joint opener
US3943600A (en) Apparatus and process for cutting chicken
US5019013A (en) On line breast halver and processor
KR102166227B1 (ko) 동물 사지로부터 고기를 자동으로 제거하기 위한 방법 및 시스템
NL9300815A (nl) Werkwijze en inrichting voor het verwijderen en verwerken van een organenpakket van een slachtdier.
DK176845B1 (da) Fremgangsmåde til afsnitning af muskelköd fra fisk og apparat til udövelse af fremgangsmåden
JPS61139334A (ja) 屠殺した家禽の体から肉片の形で肉を得る方法および装置
US3510910A (en) Method for mechanically removing the gills and entrails from fish
NL8300907A (nl) Inrichting voor het afscheiden van de vleesdelen van het borststuk van geslacht gevogelte.
JPH054055B2 (nl)
KR20130023227A (ko) 가공시 다른 도구들에 의해 남겨진 웹을 절단하여, 머리가 잘리고 내장이 제거된 생선의 뼈대로부터 살코기를 완전히 분리하기 위한 장치 및 방법
JPH08228669A (ja) 魚おろし方法及び装置
US8808068B2 (en) Method of and system for automatically removing meat from an animal extremity
KR100773051B1 (ko) 어체 처리방법 및 그 장치
JP7143527B2 (ja) 赤身肉、いわゆる血合肉から構成される細長い片部を魚切身から自動的に除去するための装置および方法
NL1016038C2 (nl) Werkwijze en inrichting voor het fileren van vis.
US9839223B2 (en) Fish processing systems and methods
US9357789B2 (en) Method for mechanically removing pin bones from fillet parts of conveyed fish and device for performing said method
EP0637204B1 (en) Device for detaching and/or removing meat and the like from animal heads
US4630335A (en) Fish processor
US5954574A (en) Wing remover
EP0461860A1 (en) Automatic combing
GB2089642A (en) Method and apparatus for deboning fish
US3364517A (en) Processing of fish
US5167570A (en) Fish tail splitting method and apparatus

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
SD Assignments of patents

Owner name: OUWEHAND S REDERIJ EN VISVERWERKING B.V.

VD1 Lapsed due to non-payment of the annual fee

Effective date: 20060301