NL1015803C2 - Inrichting bestemd voor het injecteren van een flu´dum in een systeem dat een melkbeker en een melkleiding omvat. - Google Patents

Inrichting bestemd voor het injecteren van een flu´dum in een systeem dat een melkbeker en een melkleiding omvat. Download PDF

Info

Publication number
NL1015803C2
NL1015803C2 NL1015803A NL1015803A NL1015803C2 NL 1015803 C2 NL1015803 C2 NL 1015803C2 NL 1015803 A NL1015803 A NL 1015803A NL 1015803 A NL1015803 A NL 1015803A NL 1015803 C2 NL1015803 C2 NL 1015803C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
piston
milk line
fluid
shut
housing
Prior art date
Application number
NL1015803A
Other languages
English (en)
Inventor
Otto Theodorus Jozef Zents
Original Assignee
Nedap Nv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Nedap Nv filed Critical Nedap Nv
Priority to NL1015803A priority Critical patent/NL1015803C2/nl
Priority to EP01961419A priority patent/EP1303180A1/en
Priority to US10/332,977 priority patent/US20040089242A1/en
Priority to PCT/NL2001/000574 priority patent/WO2002007506A1/en
Application granted granted Critical
Publication of NL1015803C2 publication Critical patent/NL1015803C2/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01JMANUFACTURE OF DAIRY PRODUCTS
    • A01J7/00Accessories for milking machines or devices
    • A01J7/02Accessories for milking machines or devices for cleaning or sanitising milking machines or devices
    • A01J7/025Teat cup cleaning, e.g. by rinse jetters or nozzles
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01JMANUFACTURE OF DAIRY PRODUCTS
    • A01J5/00Milking machines or devices
    • A01J5/04Milking machines or devices with pneumatic manipulation of teats
    • A01J5/08Teat-cups with two chambers

Description

5
Titel: Inrichting bestemd voor het injecteren van een fluïdum in een systeem dat een melkbeker en een melkleiding omvat.
De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het injecteren van een fluïdum in een systeem dat tenminste een melkbeker en een op de melkbeker aangesloten melkleiding omvat voor het afvoeren van melk uit de melkbeker, waarbij de melkbeker is voorzien van een open einde 10 voor het opnemen van een speen van een dier in de melkbeker, waarbij de inrichting is voorzien van een injector voor het op een injectiepositie injecteren van het fluïdum in het systeem, waarbij de inrichting verder is voorzien van een afsluitklep voor het tijdens het injecteren van het fluïdum afsluiten van de melkleiding, waarbij de afsluitpositie zich op een dusdanige 15 positie bevindt dat de injectiepositie zich tussen het open einde van de beker en de afsluitpositie bevindt
Een dergelijke inrichting is op zich bekend.
Voor het pneumatisch melken van koeien wordt gebruik gemaakt van een inrichting omvattende over het algemeen vier bekers, elk 20 aangesloten op een melkleiding waardoor de melk wordt afgevoerd. De vier melkleidingen gaan via een verzameleenheid over in een melkafvoerkanaal. Het geheel van vier bekers met leidingen wordt ook wel het melkstel genoemd. In de open einden van de bekers worden tijdens het melken de spenen van een koe opgenomen. Een pulserende vacuümbron aangesloten 25 op de bekers genereert de melkstroom. Zodra het melken van een koe is beëindigd wordt het pulserende vacuüm verbroken en worden de bekers van de spenen afgenomen om zo hierna op de spenen van een andere nog niet gemolken koe te worden aangesloten. Omdat verontreiniging - veelal bacteriologisch van aard - van de bekers ertoe kan leiden dat infecties 30 worden overgedragen van de ene naar de andere koe, worden de bekers na het melken van iedere koe gereinigd. Hiertoe wordt de binnenkant van de 2 beker bespoten met een schoonmaakmedium en soms nagespoeld met water en/of gedroogd met perslucht. Een aftakking van de melkleiding met daarop aangesloten een aanvoerleiding waardoor een schoonmaakmedium, water en/of perslucht, aangevoerd kunnen worden, is daarbij voorzien van een 5 injector welke door de hoge druk van de aangevoerde media opent om het fluïdum te injecteren en de beker te kunnen schoonmaken. De druk van de toegediende schoonmaakmedia, hierna te noemen het fluïdum, wordt afzonderlijk geregeld. Om te voorkomen dat het fluïdum via de melkleiding in de melk terecht zou kunnen komen, wordt het melkstel in een positie 10 gebracht waarbij het fluïdum onder invloed van de zwaartekracht uit de beker kan druipen. In de praktijk betekent dit dat het melkstel ondersteboven wordt gehouden ten opzichte van de positie van het melkstel tijdens het melken. De hierboven beschreven inrichting en werkwijze is bekend uit EP 0543463.
15 Een uitbreiding van deze inrichting en werkwijze is op zich zelf bekend.
Om de tijd tussen het verplaatsen van de melkstel van een gemolken dier op een nog te melken dier te verkorten, is het gewenst om het fluïdum al te kunnen injecteren nog voordat de melkstel ondersteboven 20 wordt gehouden.
Het is eveneens gewenst om na het melken ook de spenen van de dieren te desinfecteren en/of te behandelen meteen vloeistof. Dit gebeurt door wanneer de melkbekers nog aangesloten zijn op de spenen, de melkbekers al te injecteren met een fluïdum. Tijdens deze handeling worden 25 de melkbekers dus ook met fluïdum geïnjecteerd, nog voordat zij in een ondersteboven gehouden positie gebracht worden. Om te voorkomen dat fluïdum onder invloed van de zwaartekracht de melkleiding in stroomt, is een afsluitklep aangebracht om de melkleiding tijdens het injecteren af te kunnen sluiten. Deze afsluitklep wordt apart aangestuurd.
3
Een nadeel is dat bij het niet correct aangesloten zijn van de leiding die de afsluitklep aanstuurt, de afsluitklep niet sluit wanneer fluïdum in het systeem van melkbeker en melkleiding wordt geïnjecteerd.
De leidingen om de afsluitkleppen aan te sturen brengen bovendien 5 extra kosten voor de productie en aanschaf van dergelijke inrichtingen met zich.
Een ander nadeel van deze inrichting is dat iedere melkbeker is voorzien van vier leidingen, te weten, een melkleiding, een vacuümleiding, een injectieleiding en een leiding om de afsluitklep aan te sturen. Dit maakt 10 het al moeilijk te hanteren melkstel, die de vier melkbekers plus al deze leidingen omvat, onoverzichtelijk en extra lastig in gebruik.
Een doel van de uitvinding is een inrichting te verschaffen die aan de genoemde nadelen tegemoet komt.
Het genoemde doel is bereikt met de inrichting volgens de 15 uitvinding, welke het kenmerk heeft, dat de afsluitklep onder aandrijving van het te injecteren fluïdum afsluitbaar is uitgevoerd.
Een voordeel is dat een situatie waarbij het fluïdum geïnjecteerd wordt en de afsluitklep de melkleiding niet afsluit, nagenoeg is uitgesloten. De kans op vermenging van melk en fluïdum is daarmee sterk gereduceerd, 20 dan wel uitgesloten.
Een ander voordeel van deze inrichting is dat de injectieleiding en de leiding om de afsluitklep aan te sturen, samenvallen. Hiermee is het aantal leidingen per melkbeker gereduceerd ten opzichte van een bekende inrichting voor het injecteren van een fluïdum in een systeem dat een 25 melkbeker en een melkleiding omvat. De overzichtelijkheid en de hanteerbaarheid van het melkstel is verbeterd ten opzichte van het bekende melkstel.
Nadere uitwerkingen van de uitvinding zijn beschreven in de volgconclusies en zullen hierna worden verduidelijkt aan de hand van een 30 uitvoeringsvoorbeeld onder verwijzing naar de volgende figuren.
4
Figuur 1 toont een doorsnede van een inrichting voor het injecteren van een fluïdum in een systeem dat tenminste een melkbeker en een op de melkbeker aangesloten melkleiding omvat, waarbij de inrichting is voorzien van een afsluitklep; 5 Figuur 2 toont een doorsnede van de in figuur 1 getoonde afsluitklep, waarbij een beweegbaar deel zich in de eerste positie bevindt;
Figuur 3 toont een doorsnede van de in figuur 2 getoonde afsluitklep, waarbij een beweegbaar deel zich in de tweede positie bevindt.
Figuur 1 toont een doorsnede van een inrichting voor het injecteren 10 van een fluïdum in een systeem dat tenminste een melkbeker 1 en een op de melkbeker 1 aangesloten melkleiding 2 omvat, waarbij de inrichting is voorzien van een afsluitklep 3. De melkbeker is voorzien van een open einde 4 voor het opnemen van een speen van een dier. Op de melkbeker 1 is een vacuümleiding 5 aangesloten waarmee een vacuüm, veelal pulserend, wordt 15 aangelegd om de melkstroom op gang te brengen en te houden.
Afsluitklep 3 is in figuur 1 in de eerste positie waarbij de klep de melkleiding niet afsluit. Figuur 2 toont een ten opzichte van figuur 1 vergrote afbeelding van de doorsnede van de afsluitklep. De afsluitklep is voorzien van beweegbare deel, in dit geval een zuiger 6, die door een veer 7 20 in de eerste positie wordt gehouden. In deze positie sluit het beweegbare deel de melkleiding niet af. De afsluitklep is tevens voorzien van een behuizing 8 waarin de zuiger 6 beweeglijk tussen de eerste en de tweede uiterste positie is opgenomen. De afsluitklep is voorzien van een op de zuiger aansluitende afdichting 9 welke een ruimte tussen behuizing en 25 zuiger aansluitend op de melkleiding afdicht. De behuizing 8 is voorzien van een inlaat 10 voor het te injecteren fluïdum. Wanneer de zuiger 6 zich in de eerste uiterste positie bevindt, is een minimale ruimte 17 aanwezig tussen een vrij uiteinde 18 van de zuiger 6 en een tegenover dit vrije uiteinde 18 gelegen binnenwand 15 van de behuizing 8. In een bijzondere uitvoering 30 zijn stootblokjes 19 in de ruimte 17 opgenomen voor het bepalen van de 5 minimale ruimte 17. In de zuiger 6 en/of de binnenwand 15 van de behuizing 8 is een uitsparing (niet getoond) aangebracht, die zodanig is gepostitioneerd dat in de eerste uiterste positie de inlaat 10 in fluïdum verbinding staat met de minimale ruimte 17. Met het te injecteren fluïdum 5 wordt druk op gebouwd binnen de behuizing 8 waardoor zuiger 6 onder aandrijving van het te injecteren fluïdum van de eerste positie naar de tweede positie wordt bewogen. In deze tweede positie wordt de melkleiding afgesloten zoals getoond in figuur 3. De zuiger 6 is verder voorzien van een uitstroomkanaal 11. Het uitstroomkanaal 11 omvat een instroomopening 12 10 en een uitstroomopening 13. De instroomopening 12 staat, tenminste wanneer de zuiger zich in de tweede uiterste positie bevindt, in een fluïdumverbinding met de inlaat 10. De uitstroomopening 13 is dusdanig gepositioneerd dat deze in een fluïdumverbinding staat met de melkleiding wanneer de zuiger 6 zich in de tweede uiterste positie bevindt. Wanneer de 15 zuiger zich in deze tweede uiterste positie bevindt, wordt het te injecteren fluïdum in de melkleiding geïnjecteerd.
In figuur 2 is de situatie getoond waarbij de zuiger 6 zich in de eerste uiterste positie bevindt. De instroomopening 12 is in dat geval afgesloten van de inlaat 10. De behuizing is daartoe voorzien van een pen 14 20 die zich vanaf een binnenwand 15 van de behuizing 8 uitstrekt. Het vrije uiteinde 16 van de pen strekt zich door de instroomopening 12 in het uitstroomkanaal 11 uit, wanneer de zuiger zich in de eerste uiterste positie bevindt. In deze eerste uiterste positie van de zuiger 6 is de uitstroomopening 13 ook afgesloten van een melkleiding 2. Wanneer de 25 zuiger zich in de tweede uiterste positie bevindt, bevindt de pen 14 zich geheel buiten het uitstroomkanaal 11.
In dit voorbeeld is een deel van het uitstroomkanaal parallel aan de melkleiding georiënteerd zodat een fluïdum stroom zich in dit deel uitstrekt in de richting van de melkbeker uitstrekt. Dit heeft als voordeel 30 dat de melkbeker goed is te reinigen en/of de spenen goed zijn te behandelen 6 met een vloeistof. De zuiger 6 is beweegbaar tussen de eerste en de tweede positie in een richting die loodrecht is gericht op een axiale richting van de melkleiding 2 bij de afsluitpositie. De te ondervinden weerstand van een melkstroom tegen het bewegen van de zuiger vanuit de eerste naar de 5 tweede positie is daardoor minimaal. De pen 14 kan aan vrije uiteinde 16 zijn voorzien van een afronding. Dit is getoond in figuur 3. Wanneer de behuizing gevuld wordt met te injecteren fluïdum beweegt de zuiger zich van de eerste positie in de richting van de tweede positie. Voordat de zuiger 6 in de uiterste tweede positie is aangekomen, ontstaat door de afronding 10 aan de pen 14 en/of door de verjonging die is aangebracht bij de instroomopening 12, een marginale fluïdumverbinding tussen het uitstroomkanaal 11 en de inlaat 10. Hierdoor vult het uitstroomkanaal 12 zich met fluïdum voordat de uitstroming van het fluïdum door de uitstroomopening 13 mogelijk is. De daardoor op de zuiger 6 uitgeoefende 15 druk wordt plotseling sterk vergroot, zodat de zuiger 6 zich versneld in de richting van de tweede positie beweegt.
In een bijzondere uitvoering is de zuiger 6 voorzien van een vlak zuigerkopvlak. Voor goede afsluiting is de binnenwand van de melkleiding waarop het zuigerkopvlak in de tweede positie aansluit, eveneens vlak.
20 Wanneer de zuiger 6 zich in de uiterste eerste positie bevindt, kan het zuigerkopvlak zodanig op de binnenwand van de melkleiding aansluiten, dat het zuigerkopvlak en de binnenwand van de melkleiding in nagenoeg één vlak liggen. In deze uitvoering ondervindt de melkstroom nauwelijks weerstand van de binnenwand van de melkleiding. Bovendien zijn er geen 25 abrupte reliëfverschillen die aanleiding kunnen geven tot opeenhoping van vuil. De binnenwand van de melkleiding kan nabij de zuiger een vernauwing omvatten. Wanneer de zuiger zich in de uiterste tweede positie bevindt, zijn, daardoor, minder scherpe hoeken aanwezig waarin eventueel vuil kan opeenhopen. Met het oog op een éénduidige assemblage van de 30 inrichting kan het gedeelte van het uitstroomkanaal waarin de pen zich in 0 1 ü n ? 7 een uiterste positie uitstrekt, verschoven zijn ten opzichte van een axiale as van de zuiger. Ook kunnen de behuizing, de zuiger en de melkleiding, zijn voorzien van in elkaar passende geleidende delen die zodanig op elkaar zijn afgestemd, dat de zuiger eenduidig op de melkleiding past.
5 In een voordelige uitvoeringsvorm van de inrichting is de inlaat voorzien van een op de inlaat aangesloten inlaatstuk voor aanvoer van het te injecteren fluïdum waarbij het inlaatstuk althans voor een deel parallel loopt aan de melkleiding. De hanteerbaarheid van de bekers en de leidingen die op de beker zijn aangesloten is daarmee verbeterd ten opzichte van het 10 bekende melkstel. Het uitstroomkanaal 11 kan bij de uitstroomopening 13 zijn voorzien van sprayinrichting. De buitenzijde van een behuizing kan zijn voorzien van afgeronde hoeken, opdat melker noch dier bij contact met de behuizing zich kunnen verwonden. De afsluitklep en de injector kunnen vervolgens geheel demontabel zijn uitgevoerd waardoor inspectie en 15 vervanging van onderdelen, alsmede reiniging, een eenvoudige handeling is.
Een algemeen voordeel van de inrichting volgens de uitvinding is dat de inrichting compact kan worden uitgevoerd. Een ander voordeel is dat er geen kans is op ongelijke shjtage van een afsluitklep en een injector, aangezien de afsluitklep en de injector opgebouwd zijn uit dezelfde 20 onderdelen. Hierdoor kan de inspectie- en reparatietijd beperkt bhjven. Bovendien kan op materiaalkosten worden bespaard. De inrichting kan voorts zodanig zijn, en de materialen voor zuiger en behuizing zodanig zijn gekozen, dat zelfs wanneer de veer na verloop van tijd verslapt, de melkleiding wordt afgesloten door de zuiger wanneer onbedoeld fluïdum 25 wordt aangevoerd. Ook andere op de uitvindingsgedachte gebaseerde varianten op de beschreven inrichting, worden geacht tot de uitvinding te behoren.
C. -r.“> H* *r- f i ·: · '-·

Claims (27)

1. Inrichting voor het injecteren van een fluïdum in een systeem dat tenminste een melkbeker en een op de melkbeker aangesloten melkleiding omvat voor het afvoeren van melk uit de melkbeker, waarbij de melkbeker is voorzien van een open einde voor het opnemen van een speen van een dier 5 in de melkbeker, waarbij de inrichting is voorzien van een injector voor het op een injectiepositie injecteren van het fluïdum in het systeem, waarbij de inrichting verder is voorzien van een afsluitklep voor het tijdens het injecteren van het fluïdum afsluiten van de melkleiding, waarbij de afsluitpositie zich op een dusdanige positie bevindt dat de injectiepositie 10 zich tussen het open einde van de beker en de afsluitpositie bevindt, met het kenmerk, dat de afsluitklep onder aandrijving van het te injecteren fluïdum afsluitbaar is uitgevoerd.
2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de afsluitklep is voorzien van een beweegbaar deel dat beweegbaar is tussen een eerste en 15 een tweede uiterste positie, waarbij het beweegbare deel in de eerste uiterste positie de melkleiding niet afsluit en in de tweede uiterste positie de melkleiding op de afsluitpositie afsluit.
3. Inrichting volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat, in gebruik, het beweegbare deel onder aandrijving van het te injecteren fluïdum van de 20 eerste positie naar de tweede positie wordt bewogen.
4. Inrichting volgens conclusie 2 of 3, met het kenmerk, dat de afsluitklep verder is voorzien van een veer die het beweegbare deel in de richting van de eerste positie drukt.
5. Inrichting volgens conclusie 3 of 4, met het kenmerk, dat het 25 beweegbare deel is voorzien van een zuiger. 7 0 ! i o« .
6. Inrichting volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat de afsluitklep is voorzien van een behuizing waarin de zuiger beweeglijk tussen de eerste uiterste positie en de tweede uiterste positie is opgenomen.
7. Inrichting volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat de afsluitklep 5 is voorzien van een op de zuiger aansluitende afdichting welke een ruimte tussen behuizing en zuiger aansluitend op de melkleiding afdicht.
8. Inrichting volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat de behuizing is voorzien van een inlaat voor het te injecteren fluïdum.
9. Inrichting volgens een der conclusies 6-8, met het kenmerk, dat in 10 de eerste positie een minimale ruimte aanwezig is tussen een vrij uiteinde van de zuiger en een tegenover dit vrije uiteinde gelegen binnenwand van de behuizing.
10. Inrichting volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat stootblokjes aanwezig zijn in de ruimte voor het bepalen van de ruimte.
11. Inrichting volgens conclusie 9 of 10, met het kenmerk, dat de zuiger en/of binnenwand van de behuizing is voorzien van een uitsparing, waarbij de uitsparing dusdanig is gepositioneerd dat in de eerste uiterste positie de inlaat in fluïdum verbinding staat met de minimale ruimte.
12. Inrichting volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat de zuiger is 20 voorzien van een uitstroomkanaal dat zich in de zuiger uitstrekt, waarbij het uitstroomkanaal is voorzien van een instroomopening die ten minste in de tweede uiterste positie in fluïdumverbinding staat met de inlaat,waarbij het uitstroomkanaal tevens is voorzien van een uitstroomopening, waarbij de uitstroomopening dusdanig is gepositioneerd dat deze in 25 fluïdumverbinding staat met de melkleiding wanneer de zuiger zich in de tweede uiterste positie bevindt.
13. Inrichting volgens conclusie 12, met het kenmerk, dat in de eerste uiterste positie de instroomopening is afgesloten van de inlaat en/of de uitstroomopening is afgesloten van de melkleiding. i U '
14. Inrichting volgens conclusie 13, met het kenmerk, dat de behuizing is voorzien van een pen die zich vanaf een binnenwand van de behuizing uitstrekt, waarbij een vrij uiteinde zich uitstrekt door de instroomopening in het uitstroomkanaal wanneer de zuiger zich in de eerste uiterste positie 5 bevindt en waarbij de pen zich geheel buiten het uitstroomkanaal bevindt wanneer de zuiger zich in de tweede uiterste positie bevindt.
15. Inrichting volgens een der conclusies 12-14, met het kenmerk, dat een deel van het uitstroomkanaal parallel aan de melkleiding is georiënteerd, waarbij een fluïdumstroomrichting zich in dit deel uitstrekt in 10 de richting van de melkbeker.
16. Inrichting volgens een der conclusies 5-15, met het kenmerk, dat de zuiger beweegbaar is tussen de eerste en de tweede positie in een richting die loodrecht is gericht op een axiale richting van de melkleiding bij de afsluitpositie.
17. Inrichting volgens een der conclusies 14-16, met het kenmerk, dat een vrij uiteinde van de pen is voorzien van een afronding.
18. Inrichting volgens een der conclusies 14-17, met het kenmerk, dat het gedeelte van het uitstroomkanaal waarin de pen zich in de uiterste positie uitstrekt, verschoven ten opzichte van een axiale as van de zuiger is 20 aangebracht.
19. Inrichting volgens een der conclusies 12-18, met het kenmerk, dat het uitstroomkanaal bij de instroomopening is voorzien van een verjonging.
20. Inrichting volgens een der conclusies 5-19, met het kenmerk dat, de zuiger is voorzien van vlak zuigerkopvlak.
21. Inrichting volgens een der conclusies 5-20, met het kenmerk, dat een zuigerkopvlak van de zuiger en een binnenwand van de melkleiding waarop het zuigerkopvlak aansluit, in de uiterste eerste positie, in nagenoeg één vlak liggen.
22. Inrichting volgens een der conclusies 6-21, met het kenmerk, dat de 30 binnenwand van de melkleiding nabij de zuiger een vernauwing omvat.
23. Inrichting volgens een der conclusies 6-22, met het kenmerk, dat behuizing, zuiger en melkleiding zijn voorzien van in elkaar passende geleidende delen, zodanig dat de zuiger eenduidig op de melkleiding past.
24. Inrichting volgens een der conclusies 8-23, met het kenmerk, dat de 5 inlaat is voorzien van een op de inlaat aangesloten inlaatstuk voor aanvoer van het te injecteren fluïdum waarbij het inlaatstuk althans voor een deel parallel loopt aan de melkleiding.
25. Inrichting volgens een der conclusies 12-24, met het kenmerk, dat het uitstroomkanaal bij de uitstroomopening is voorzien van een 10 sprayinrichting.
26. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies 6-25, met het kenmerk, dat de buitenzijde van de behuizing is voorzien van afgeronde hoeken.
27. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het 15 kenmerk, dat de afsluitklep en injector geheel demontabel zijn voor inspectie en vervanging van onderdelen alsmede voor reiniging.
NL1015803A 2000-07-25 2000-07-25 Inrichting bestemd voor het injecteren van een flu´dum in een systeem dat een melkbeker en een melkleiding omvat. NL1015803C2 (nl)

Priority Applications (4)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1015803A NL1015803C2 (nl) 2000-07-25 2000-07-25 Inrichting bestemd voor het injecteren van een flu´dum in een systeem dat een melkbeker en een melkleiding omvat.
EP01961419A EP1303180A1 (en) 2000-07-25 2001-07-25 Device intended for injecting a fluid into a system comprising a milk cup and a milk line
US10/332,977 US20040089242A1 (en) 2000-07-25 2001-07-25 Device intended for injecting a fluid into a system comprising a milk cup and a milk line
PCT/NL2001/000574 WO2002007506A1 (en) 2000-07-25 2001-07-25 Device intended for injecting a fluid into a system comprising a milk cup and a milk line

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1015803 2000-07-25
NL1015803A NL1015803C2 (nl) 2000-07-25 2000-07-25 Inrichting bestemd voor het injecteren van een flu´dum in een systeem dat een melkbeker en een melkleiding omvat.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1015803C2 true NL1015803C2 (nl) 2002-01-28

Family

ID=19771801

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1015803A NL1015803C2 (nl) 2000-07-25 2000-07-25 Inrichting bestemd voor het injecteren van een flu´dum in een systeem dat een melkbeker en een melkleiding omvat.

Country Status (4)

Country Link
US (1) US20040089242A1 (nl)
EP (1) EP1303180A1 (nl)
NL (1) NL1015803C2 (nl)
WO (1) WO2002007506A1 (nl)

Families Citing this family (26)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL1016237C2 (nl) * 2000-09-22 2002-03-25 Rieberjo B V Melkinrichting voorzien van reinigingsmiddelen.
US6895892B2 (en) 2002-10-01 2005-05-24 Westfaliasurge, Inc. Short milk tube
EP1679956B2 (en) 2003-10-22 2017-12-20 An Udder IP Company Ltd Milking equipment and method
WO2005072516A1 (en) * 2004-01-30 2005-08-11 James Richard John Duke Milking equipment
US10874084B2 (en) 2004-06-12 2020-12-29 Gea Farm Technologies, Inc. Safety valve for a dairy system component
US8033247B2 (en) 2004-06-12 2011-10-11 Gea Farm Technologies, Inc. Automatic dairy animal milker unit backflusher and teat dip applicator system and method
US8025029B2 (en) 2004-06-12 2011-09-27 Gea Farm Technologies, Inc. Automatic dairy animal milker unit backflusher and teat dip applicator system and method
US8342125B2 (en) 2004-06-12 2013-01-01 Gea Farm Technologies, Inc. Safety valve for an automatic dairy animal milker unit backflusher and teat dip applicator
US8117989B2 (en) 2008-06-27 2012-02-21 Gea Farm Technologies, Inc. Milk tube dome with flow controller
WO2010053577A1 (en) * 2008-11-10 2010-05-14 Gea Farm Technologies Gmbh Method and device for automatically bringing a fluid into contact with the teats of an animal
US8770146B2 (en) 2009-09-04 2014-07-08 Gea Farm Technologies, Inc. Methods and apparatus for applying teat dip to a dairy animal
NZ721106A (en) * 2009-09-04 2018-01-26 Gea Farm Technologies Inc Safety valve for an automatic dairy animal milker unit backflusher and teat dip applicator
US11723341B2 (en) 2009-09-04 2023-08-15 Gea Farm Technologies, Inc. Safety valve for an automated milker unit backflushing and teat dip applicator system
US8056505B2 (en) * 2009-12-08 2011-11-15 Lauren Agrisystems, Ltd. Vent for milking liner
RU2676917C2 (ru) 2010-02-22 2019-01-11 Геа Фарм Технолоджис, Инк. Аппарат для доения и сбора молока с системой защиты молокопровода
US20120097107A1 (en) 2010-02-22 2012-04-26 Gea Farm Technologies, Inc. Dairy animal milking preparation system and methods
DE102013114595A1 (de) 2013-12-20 2015-06-25 Gea Farm Technologies Gmbh Sicherheitsventil
US9526224B2 (en) 2013-12-20 2016-12-27 Gea Farm Technologies Gmbh Safety valve device
CA2966997C (en) 2014-11-07 2022-06-28 Gea Farm Technologies, Inc. Short milk tube with protective vent for a dairy animal milker unit
USD830649S1 (en) 2016-01-28 2018-10-09 Gea Farm Technologies, Inc. Vent protecting stiffener for a dairy animal milker unit tube
DE102016108300A1 (de) 2016-05-04 2017-11-09 Gea Farm Technologies Gmbh Sicherheitsventil
EP3703489A1 (en) 2017-11-03 2020-09-09 GEA Farm Technologies, Inc. Automated teat dip fluid manifold
WO2020248060A1 (en) * 2019-06-11 2020-12-17 Canopy Growth Corporation Improved methods for converting cannabidiol into delta9-tetrahydrocannabinol under protic reaction conditions
US11632931B2 (en) 2019-08-19 2023-04-25 Gea Farm Technologies, Inc. Milker unit short milk tube with milk claw end connector
US11516990B2 (en) 2019-08-19 2022-12-06 Gea Farm Technologies, Inc. Milker unit short milk tube with milk claw end connector
USD1022350S1 (en) 2021-09-22 2024-04-09 Gea Farm Technologies, Inc. Milker unit short milk tube milk claw end connector

Citations (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP0543463A1 (en) 1991-11-22 1993-05-26 Alfa Laval Agrar GmbH Device for pneumatic milking, and teat cup for such a device
NL1009461C2 (nl) * 1998-06-22 1999-12-27 Rieberjo B V Werkwijze en inrichting voor het reinigen van de tepels van de uier na het melken van een koe.

Family Cites Families (22)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US2685884A (en) * 1953-04-07 1954-08-10 Int Harvester Co Milk line flushing system and valve mechanism and regulator therefor
US3116714A (en) * 1960-04-28 1964-01-07 Lloyd F Bender Dairy equipment for pulsating milk or cleansing liquid in a fluid handling system
US3149609A (en) * 1963-02-12 1964-09-22 Dairy Equipment Co Teat cup washing assembly and check valve therefor
US3385265A (en) * 1966-02-03 1968-05-28 Golay & Co Inc Sanitizing milking system
US3648696A (en) * 1970-03-20 1972-03-14 Robert H Keith Teat spraying apparatus for aiding in the prevention of mastitis in dairy cows
US3713423A (en) * 1971-01-08 1973-01-30 A Sparr Udder and teat cleansing apparatus and sanitizer
US4061504A (en) * 1976-05-21 1977-12-06 Cornell Research Foundation, Inc. Apparatus for cleaning automatic milking machines
DE2745498C3 (de) * 1977-10-10 1981-04-30 Hermann Etscheid Ohg, 5466 Neustadt Vorrichtung zur Steuerung eines Nachfüllens von Flüssigkeit in eine Reinigungsmischung
US4222346A (en) * 1978-11-29 1980-09-16 Reisgies Rolf W Milk line back flushing method and apparatus
US4366943A (en) * 1979-10-22 1983-01-04 Dec International, Inc. Method and apparatus for introducing air into a vacuum milking system during the washing cycle
US4459938A (en) * 1982-06-23 1984-07-17 Noorlander Daniel O Teat cup assembly
US4516592A (en) * 1984-02-29 1985-05-14 Alfa-Laval, Inc. Milker unit washer
US5007378A (en) * 1989-03-17 1991-04-16 Hi-Life Rubber Inc. Milking machine teat cup assembly
US5167204A (en) * 1991-11-12 1992-12-01 Nussle Ron L Litter box
NL1007727C2 (nl) * 1997-12-08 1999-06-09 Maasland Nv Spoelvloeistofreinigingsinrichting voor het reinigen van althans een deel van een melkmachine.
SE9704515D0 (sv) * 1997-12-04 1997-12-04 Alfa Laval Agri Ab Combined cleaning and pre-milking device
NL1009663C2 (nl) * 1998-07-06 2000-01-10 Maasland Nv Werkwijze en inrichting voor het desinfecteren van een melkinstallatie en/of een reinigingsinrichting voor de spenen van een dier.
SE515440C2 (sv) * 1999-09-09 2001-08-06 Delaval Holding Ab Förfarande och anordning för att tvätta spenar hos ett djur
SE515114C2 (sv) * 1999-09-15 2001-06-11 Delaval Holding Ab Metod och arrangemang för tvättning av en spentvättningsanordning
US6302058B1 (en) * 1999-09-27 2001-10-16 North West Environmental Systems, Inc. Apparatus and method for producing a foam bovine teat dip
US6443094B1 (en) * 1999-12-10 2002-09-03 Dewaard Dave Method and apparatus for cleaning the udder of a cow
US6418877B1 (en) * 2000-06-15 2002-07-16 James C. Fredericks Jetter cup

Patent Citations (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP0543463A1 (en) 1991-11-22 1993-05-26 Alfa Laval Agrar GmbH Device for pneumatic milking, and teat cup for such a device
NL1009461C2 (nl) * 1998-06-22 1999-12-27 Rieberjo B V Werkwijze en inrichting voor het reinigen van de tepels van de uier na het melken van een koe.

Also Published As

Publication number Publication date
WO2002007506A1 (en) 2002-01-31
EP1303180A1 (en) 2003-04-23
US20040089242A1 (en) 2004-05-13

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL1015803C2 (nl) Inrichting bestemd voor het injecteren van een flu´dum in een systeem dat een melkbeker en een melkleiding omvat.
NL1016237C2 (nl) Melkinrichting voorzien van reinigingsmiddelen.
EP1089615B1 (en) Milking device provided with cleansing means
US20080022932A1 (en) Milking device provided with cleansing means
US7290497B2 (en) Milking device provided with cleansing means
US9468190B2 (en) Milking equipment
US20100139574A1 (en) Method and device for automatically bringing a fluid into contact with the teats of an animal
WO2005072516A1 (en) Milking equipment
WO2001019173A1 (en) Milking arrangement
EP1084608B1 (en) An implement for milking animals
CA2529582C (en) A milking device and a method of handling a milking device
EP0626130B1 (en) A construction for milking animals
US11206804B2 (en) Device for joining milk flows and method for using said device
NL1019625C2 (nl) Inrichting en melkbeker voor het melken van dieren.
WO2017030495A1 (en) A distribution unit for milk samples
US7726257B2 (en) Device for milking animals
EP1905297B1 (en) Method and implement for milking a dairy animal
EP3003015A1 (en) Disinfection dip system for a nipple
EP1744616B1 (en) A milking device and a connector member
NL1022394C1 (nl) Tepeldesinfecteerinrichting.
KR101741922B1 (ko) 세정장치
NZ723429B2 (en) A teat cup with nozzle means

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
VD1 Lapsed due to non-payment of the annual fee

Effective date: 20100201