NL1015772C2

NL1015772C2 - Samenstel van een tand en een adapter voor een grondbewerkings-machine, zoals een cutter of dergelijke.

Info

Publication number: NL1015772C2
Application number: NL1015772A
Authority: NL
Inventors: Roelof Breken
Original assignee: Ihc Holland Nv
Priority date: 2000-07-21
Filing date: 2000-07-21
Publication date: 2002-01-22
Also published as: DE60122433T2; PT1174547E; ES2270951T3; DE60122433D1; ATE337439T1; EP1174547A1; EP1174547B1

Description

Samenstel van een tand en een adapter voor een grondbe-werkings-machine, zoals een cutter of dergelijke.

De uitvinding heeft betrekking op een samenstel van een tand en een adapter voor toepassing bij een grondbe-5 werkings-machine zoals bijvoorbeeld een cutter, waarbij de tand en de adapter in elkaar te schuiven elementen bezitten met in hoofdzaak taps toe lopende vlakken en in twee tegen elkaar aan liggende vlakken van de elementen uitsparingen zijn aangebracht voor het opnemen van een borgings-element. 10 Een dergelijke samenstel is bekend uit EP-B-0182357 en heeft tot doel het mogelijk te maken een versleten of beschadigde tand te vervangen en niet de gehele cutter of een dergelijk machinedeel. Bij het bekende samenstel liggen de vlakken van de in elkaar passende elementen over nagenoeg 15 hun gehele oppervlak tegen elkaar aan. Dit brengt met zich mee, dat nauwe maat-toleranties moeten worden aangehouden om te bereiken, dat de tand over de gewenste afstand buiten de adapter uitsteekt. Het is daarbij echter eveneens gewenst dat bij het fabriceren van de onderdelen deze geen 20 dan wel een zo gering mogelijk nabewerking moeten ondergaan. De betreffende onderdelen worden in het algemeen vervaardigd door gieten dan wel smeden.

Wanneer bijvoorbeeld de holte in het op te schuiven deel een iets te kleine maat bezit zal het schuiven bezwa-25 ren met zich brengen doordat grote wrijvingskrachten tussen de tegen elkaar aan liggende vlakken op zullen treden. Bij een te grote maat zal geen stevige verbinding tussen de tand en de adapter worden verkregen. In beide gevallen zal de tand mogelijk niet in de gewenste positie staan en dus 30 minder werkzaam zijn.

De uitvinding beoogt nu deze bezwaren op te heffen en voor ziet er daartoe in, dat tenminste één van twee tegen elkaar aan liggende vlakken van de tand en/of de adapter een gekromd oppervlak bezit als gezien in de richting dwars 35 op de inschuif-richting van de delen.

Bij het in elkaar schuiven van de delen behoeven nu slechts bepaalde delen van de tegen elkaar aan liggende vlakken enigszins te worden weggedrukt. De gewenste stand 101577? 2 van de onderdelen ten opzichte van elkaar kan hierdoor gemakkelijker worden bereikt. Gebleken is dat de gekromde vlakken van het ene onderdeel bij het in elkaar schuiven van de delen enigszins elastisch worden vervormd en zich 5 aanpassen op de er tegen aan liggende vlakken van het andere onderdeel. De wri jvingskrachten, die tijdens het inschuiven optreden, zullen aanmerkelijk lager zijn dan wanneer de vlakken over hun gehele breedte tegen elkaar aan liggen zoals dit bij het bekende samenstel het geval is.

10 Niettemin blijkt een zeer stevige verbinding tussen de delen te kunnen worden verkregen. Ook is uit berekening gebleken, dat bij toepassing van de uitvinding een betere aanligging van de vlakken wordt verkregen en dat lagere spanningen optreden dan bij het bekende samenstel.

15 In het bijzonder kan er in worden voorzien, dat beide tegen elkaar aan liggende vlakken gekromd zijn uitgevoerd en wel zodanig dat de middelpunten van de kromtestralen van beide delen zich aan dezelfde zijde van de tegen elkaar aan liggende vlakken bevinden en de ene kromtestraal groter is 20 dan de andere zodanig dat de vlakken elkaar in eerste instantie slechts volgens een lijn raken.

Uiteraard bestaat ook de mogelijkheid slecht één van de twee tegen elkaar aan liggende wanden gebogen uit te voeren, zodat eveneens in eerste instantie de wanden elkaar 25 volgens een lijn zullen raken. Alle tegen elkaar aan liggende wanden van de delen kunnen gekromd zijn uitgevoerd, maar uiteraard is dit niet beslist noodzakelijk.

Wanneer het samenstel zodanig is uitgevoerd, dat de tand een holte bezit en op de adapter wordt geschoven, kan 30 de laatste zijn voorzien van wigvormige nokken om het verwijderen van een tand van de adapter gemakkelijker te maken.

Ook kunnen nokken op de adapter zijn aangebracht voor het aangeven van de plaats waar de tand zich op de adapter 35 moet bevinden. Voorkomen kan dan worden dat de tand te ver op de adapter wordt geschoven.

Bij het bekende samenstel wordt als borgings-element gebruik gemaakt van een gebogen draad uit verenstaal. Dit heeft het bezwaar, dat het borgings-element slechts plaat- 3 selijk aanligt tegen de wanden van de uitsparingen in de betreffende vlakken van de tand en de adapter. Door de open vorm van het element kan zich daarin, bij het bedrijf van de inrichting, zand en klei ophopen en daar uitharden, ook 5 al bevindt het element zich vaak grotendeels onder water. Het naderhand verwijderen van het element bij het vervangen van een tand, kan dan bezwaren opleveren. Het element moet namelijk iets worden ingedrukt om de relatief kleine ope-ningen boven of onder de uitsparing te kunnen passeren.

10 Ook in dit opzicht beoogt de onderhavige uitvinding een verbetering te verschaffen, doordat het borgings-ele-ment is samengesteld uit twee, in hoofdzaak L-vormige strippen waarvan het ene stel poten evenwijdig aan elkaar loopt en op afstand van elkaar ligt onder tussenschakeling 15 van een elastisch lichaam en de andere poten om het elastische lichaam heen vallen en wel zodanig dat de ene poot op de andere poot ligt.

De onderling evenwijdig lopende poten van de strippen liggen dus grotendeels aan tegen de wanden van de uitspa-20 ringen in de tand en de adapter. Doordat de poten anderzijds aan liggen tegen het elastische lichaam kunnen zij voldoende naar elkaar toe worden gedrukt om het borgings-element in de daarvoor bestemde uitsparingen te brengen. Ter weerszijden van de uitsparingen, waarin het borgings-25 element moet komen te liggen, bevinden zich nauwe gaten waar het borgings-element door heen moet worden gedrukt wanneer het in de uitsparingen moet worden gebracht. De gaten zijn nauw zodat het borgings-element niet ongecontroleerd uit de uitsparingen kan worden verwijderd.

30 Bij het in de uitsparingen brengen van het borgings- element wordt zodanig te werk gegaan, dat de vrije einden van de evenwijdig lopende poten van de strippen naar elkaar toe worden gedrukt om in een gat te worden gebracht. Daarna kan op de bovenliggende poot van de ene strip worden gesla-35 gen om het borgings-element verder naar binnen toe te brengen. Doordat de genoemde poot, waarop wordt geslagen, op de poot van de andere strip rust worden beide strippen gelijktijdig naar binnen toe verplaatst, zodat geen afschuif-krachten op het elastische lichaam worden uitgeoefend.

£ Λ " 4

Om het borgings-element gemakkelijk in de uitsparingen te brengen zullen de vrije einden van de evenwijdig lopende poten van de strippen zodanig zijn gebogen dat zij over een zekere lengte dichter bij elkaar liggen dan ter plaatse 5 waar zich het grootste deel van het elastische lichaam bevindt. De dichter bij elkaar liggende delen zullen dan, na montage van het borgings-element, door het elastische lichaam tegen de randen van het, naast de uitsparingen aanwezige gat, worden gedrukt.

10 Het opsluiten van het borgings-element in de uitspa ringen kan worden verbeterd doordat de op de poot van de ene strip liggende poot van de andere strip via een gebogen deel overgaat in de andere poot van dezelfde strip. Het genoemde gebogen deel van de strip van het borgings-element 15 zal er voor zorgen dat deze strip het gat positief zal verlaten wanneer het borgings-element het gat grotendeels is gepasseerd. De strip zal dan door het elastische element tegen de wand van de uitsparing worden aangedrukt zodat het borgings-element geen teruggaande beweging meer uit zal 20 kunnen voeren.

Wanneer het borgings-element uit de uitsparingen moet worden verwijderd, voor het vervangen van een tand, kan met een gereedschap op dezelfde poot worden geslagen als bij het inbrengen van het borgings-element. Ook dan worden geen 25 afschuifkrachten op het elastische lichaam uitgeoefend.

De uitvinding wordt nader toegelicht aan de hand van een uitvoerings-voorbeeld, getoond in de tekening, waarin:

Fig. 1 schematisch een bovenaanzicht toont van het samenstel volgens de uitvinding; 30 Fig. 2 schematisch een doorsnede toont volgens de lijn II- II in figuur 1;

Fig. 3 schematisch een doorsnede toont volgens de lijn III- III in figuur 2;

Fig. 4 schematisch een doorsnede toont volgens de lijn 35 IV-IV in figuur 1;

Fig. 5 schematisch een deel van figuur 4 toont op sterk vergrote schaal;

Fig. 6 een zijaanzicht toont, op grotere schaal, van het borgings-element toegepast bij het samenstel volgens de 1015772 5 figuren 1 - 5; en

Fig. 7 een doorsnede toont volgens de lijn VII-VII in figuur 6.

Het in de figuren getoonde samenstel omvat de adapter 5 1 voorzien van een opneemdeel 2 en een daarop aangebrachte tand 3, die daartoe is voorzien van een holte 4. De adapter 1 is op niet nader aangegeven wijze, al dan niet losneembaar, verbonden met een onderdeel van een grondbewerkings-machine, zoals bijvoorbeeld een cutter.

10 Zoals in het bijzonder blijkt uit de figuren 1-3 lopen de tegen elkaar aanliggende wanden van het opneemdeel 2 en van de holte 4 in lengte-richting van de delen 1 en 3 taps naar elkaar toe.

Figuur 4 toont een dwarsdoorsnede over het opneemdeel 15 2 en de tand 3 daar waar zich de holte 4 in de tand 3 bevindt. Zoals in het bijzonder blijkt uit fig. 5 heeft de wand 5 van de holte 4 een gebogen vorm, waarbij het middelpunt 6 van de kromtestraal R zich op aanmerkelijke afstand van de wand 5 bevindt. De tegenover de wand 5 liggende wand 20 7 van het opneemdeel 2 heeft een kromtestraal S, die iets groter is dan R en waarvan het middelpunt is aangegeven met 8. De wanden 5 en 7 zullen elkaar bij het begin van het in elkaar schuiven van de delen in principe raken volgens een lijn 9. Bij het verder in elkaar schuiven zullen de naast 25 de lijn 9 liggende delen eveneens tegen elkaar aan komen te liggen door elastische vervorming. De naast de lijn 9 liggende delen behoeven slechts een beperkte breedte te bezitten om een voldoend grote opsluitkracht tussen de delen te verkrijgen. Daardoor zal de bij het inschuiven optredende 30 wrijving tussen de delen beperkt blijven, zodat het inschuiven relatief gemakkelijk kan plaats vinden.

Om een positieve opsluiting van de delen ten opzichte van elkaar te waarborgen wordt gebruik gemaakt van een bor-gings-element 10. Het element 10 ligt enerzijds aan tegen 35 de wand van een uitsparing 11 in het opneemdeel 2 en anderzijds tegen de wand van een uitsparing 12 in de tand 3, ter plaatse van de holte 4 daarin.

Zoals in het bijzonder blijkt uit de figuren 6 en 7 wordt het borgings-element gevormd door twee L-vormige ¥ .· :· L \i’ * j 6 strippen 13 en 14 waarvan de poten 15 respectievelijk 16 evenwijdig aan elkaar lopen en met elkaar zijn verbonden door een elastisch lichaam 17, bijvoorbeeld bestaande uit rubber of een dergelijk materiaal. De poten 15 en 16 van de 5 strippen kunnen zijn voorzien van ribben 18, zie figuur 7, voor het tot stand brengen van een stevige verbinding tussen de strippen en het elastische lichaam 17. De poot 15 van de strip 13 gaat met een gebogen deel 19 over in de poot 20, die aanligt tegen de buiten zijde van de poot 21 10 van de strip 14. De vrije einden van de poten 15 en 16 zijn voorzien van omgezette delen voor het vormen van twee dichter bij elkaar gelegen delen 22. De delen 22 komen na het schuiven van het borgings-element 10 in de uitsparingen 11 en 12, onder indrukking van het elastische lichaam 17, aan 15 te liggen tegen de inspringende wanden van een, onder de uitsparingen liggend, gat 23 zoals in hét bijzonder blijkt uit figuur 2.

Boven de uitsparingen 11 en 12 bevindt zich eveneens een gat 23 en beide gaten bezitten kleinere afmetingen dan 20 de uitsparingen. Zoals boven gesteld zal het borgings-element 10 door het in de figuren 2 en 4 bovenste gat 23 heen worden gedrukt, waarbij gebruik kan worden gemaakt van een hamer voor het uitoefenen van een kracht K, zoals aangegeven in figuur 2. Bij het verwijderen van het borgings-ele-25 ment uit de uitsparingen zal in dezelfde richting een kracht op het borgings-element worden uitgeoefend.

Zoals in het bijzonder blijkt uit figuur 1 kan de adapter 1 zijn voorzien van wigvormige nokken 24 ten behoeve van het verwijderen van een tand 3 uit de adapter.

30 Het verwijderen van de tand van de adapter kan plaats vinden door op de achterzijde van de tand te slaan en wel afwisselend op de verschillende randen daarvan. Wanneer echter de nokken 24 aanwezig zijn, kan een twee-tandige wigvormige vork tussen deze nokken en de achterzijde van de 35 tand worden gedreven om de tand van de adapter los te maken. Dit maakt het vrij makën van de tand in de meeste gevallen gemakkelijker en minder tijdrovend.

Ook kunnen nokken 25 worden aangebracht om te voorkomen, dat een tand te ver op de adapter wordt geschoven en 1015772 7 om te controleren of de tand zich in de juiste positie bevindt.

Wanneer een tand te ver op de adapter zou worden geschoven zou het materiaal van de tand te veel kunnen worden 5 opgerekt. De tand zou dan te vast op de adapter worden geklemd en onder hoge spanning komen te staan. Dit zou tot voortijdig falen van de tand door scheuren of door voortijdig falen van de adapter door te hoge klemkrachten kunnen leiden.

10 Het zal duidelijk zijn, dat slechts een enkele moge lijke uitvoeringsvorm van een samenstel volgens de uitvinding in de tekening is getoond en in de beschrijving toegelicht en dat vele wijzigingen kunnen worden aangebracht zonder buiten de uitvindings-gedachte te vallen zoals deze 15 in de conclusies is beschreven.

c o n c 1 u si e s ί f) ί K '? 7 J>

Claims

1. Samenstel van een tand (3) en een adapter (1) voor toepassing bij een grondbewerkings-machine zoals bijvoorbeeld een cutter, waarbij de tand en de adapter in elkaar 5 te schuiven elementen (4 resp.2) bezitten met in hoofdzaak taps toe lopende vlakken en in twee tegen elkaar aan liggende vlakken van de elementen uitsparingen (11,12) zijn aangebracht voor het opnemen van een borgings-element (10), met het kenmerk, dat tenminste één van twee tegen elkaar 10 aan liggende vlakken (5,7) van de tand (3) en/of de adapter (1) een gekromd oppervlak bezit als gezien in de richting dwars op de inschuif-richting van de delen.

2. Samenstel volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat beide tegen elkaar aan liggende vlakken (5,7) gekromd zijn 15 uitgevoerd en wel zodanig dat de middelpunten (6 resp.8) van de kromtestralen (R resp. S) van beide delen (4 resp.2) zich aan dezelfde zijde van de tegen elkaar aan liggende vlakken bevinden en de ene kromtestraal (S) groter is dan de andere (R) zodanig dat de oppervlakken elkaar in eerste 20 instantie slechts volgens een lijn (9) raken.

3. Samenstel volgens conclusie 1 of 2, dat zodanig is uitgevoerd dat de tand (3) een holte (4) bezit en op de adapter (1) wordt geschoven, met het kenmerk, dat de adapter (1) is voorzien van wigvormige nokken (24) ten behoeve 25 van het verwijderen van een tand van de adapter.

4. Samenstel volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat op de adapter (1) nokken (25) zijn aangebracht voor het aangeven van de plaats waar de tand zich op de adapter moet bevinden.

5. Borgings-element voor toepassing bij het samenstel volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het borgings-element (10) is samengesteld uit twee, in hoofdzaak L-vormige strippen (13,14) waarvan het ene stel poten (15,16) evenwijdig aan elkaar loopt en op afstand van 35 elkaar ligt onder tussenschakeling van een elastisch lichaam (17) en de andere poten (20,21) om het elastische lichaam heen vallen en wel zodanig dat de ene poot (20) op de andere (21]( 1015772

6. Borgings-element volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat de vrije einden van de evenwijdig lopende poten (15,16) van de strippen (13,14) zodanig zijn gebogen dat zij over een zekere lengte dichter bij elkaar liggen dan ter plaatse 5 waar zich het grootste deel van het elastische lichaam (17) bevindt.

7. Borgings-element volgens conclusie 5 of 6, met het kenmerk, dat de, op de poot (21) van de ene strip (14) liggende, poot (20) van de andere strip (13) via een gebo- 10 gen deel (19) overgaat in de andere poot (15) van dezelfde strip (13). i-, '< ‘ ·'