NL1023214C2 - Klembeugel voor het koppelen van twee profielen. - Google Patents

Description

Korte aanduiding: Klembeugel voor het koppelen van twee profielen.

De uitvinding heeft betrekking op een klembeugel voor het koppelen van twee profielen volgens de aanhef van conclusie 1. De 5 profielen kunnen profielen voor verschillende toepassingen zijn, zoals kozijnprofielen van wanden.

Een klembeugel van de bovengenoemde soort is bekend uit NL-1005216, welke correspondeert met EP-0857846, beiden van aanvraagster. Bij de bekende klembeugel bestaat het veerkrachtige 10 koppelstuk slechts uit een flexibel plaatdeel. Een profiel waarin het veerkrachtige koppelstuk aangebracht moet worden, moet rela'.ief smalle kanalen met naar elkaar gewende openingen hebben voor het daarin vasthouden van de uiteinden van het plaatdeel. De afstand tussen de bodems van deze kanalen moet kleiner dan de lengte van het 15 plaatdeel tussen de genoemde uiteinden ervan zijn. Hierdoor wordt het plaatdeel na aanbrenging ervan in de kanalen in een gebogen vorm gedwongen. Doordat het plaatdeel flexibel is kan het, gezien van de kant van het stijve koppelstuk, heen en weer vanuit een bolronde vorm naar een holronde vorm gebogen worden, te weten wanneer de r 20 profielen respectievelijk naar en van elkaar bewogen worden.

De bekende klembeugel heeft als bezwaar dat het voor een goede werking ervan eisen aan de profielen stelt waaraan niet altijd voldaan kan worden. Zo zijn profielen die voor koppeling met een dergelijke klembeugel in aanmerking zouden komen niet altijd 25 voorzien van de genoemde kanalen. Verder kunnen de kanalen gevoelig zijn om tijdens de verplaatsing van de profielen ten opzichte van elkaar door eindranden van het flexibele plaatdeel beschadigd te worden, wat in sommige situaties aan een zichtzijde van het profiel met de kanalen een ongewenste vervorming van het oppervlak kan laten 30 zien. Een dergelijke vervorming kan ernstiger zijn wanneer het profiel uit dun plaatmateriaal bestaat, waarbij het gebogen, gespannen plaatdeel van het veerkrachtige koppelstuk lokaal gedeelten van het profiel met de kanalen van elkaar duwt.

De uitvinding beoogt daarom een verbeterde klembeugel voor het 35 koppelen van twee profielen te verschaffen dat de hiervoor genoemde bezwaren niet heeft.

1 0 2 Ά o 1 a I -2 - H Daartoe verschaft de uitvinding een klembeugel voor het koppelen van twee profielen als beschreven in conclusie 1.

Volgens de uitvinding is de klembeugel in zich krachtgesloten, waarmee bedoeld wordt dat de klembeugel toegepast kan worden terwijl 5 het flexibele plaatdeel van het veerkrachtige koppelstuk alleen indirect via het ermee verbonden verbindingsorgaan en het daarmee I verbonden stijve koppelstuk, krachten op de te koppelen profielen I uitoefent. Hierdoor kan het veerkrachtige koppelstuk geen H vervormingen van het profiel waarin het is aangebracht veroorzaken 10 en kan het toegepast worden in profielen waarvan ruimten waarin het veerkrachtige koppelstuk opgenomen moet worden een dwarsafmeting van I de ruimte, dat wil zeggen evenwijdig aan de lengterichting van de I koppelstukken na totstandkoming van een koppeling, zonder bezwaar I groter dan de lengte van het veerkrachtige koppelstuk mag zijn.

15 Het in zich krachtgesloten zijn van de klembeugel kan op I verschillende manieren gerealiseerd worden. Bijvoorbeeld door I gebruik van een raam waarvan twee tegenoverliggende binnenzijden I uitsparingen hebben voor het daarin in gebogen vorm vasthouden van I het plaatdeel. Verder kunnen het plaatdeel en een dergelijk raam een I 20 geïntegreerde component vormen.

I Verdere uitvoeringsvormen van de klembeugel volgens de I uitvinding zijn beschreven in de afhankelijke conclusies.

I Verdere eigenschappen en voordelen van de uitvinding zullen toegelicht worden in combinatie met de bijgevoegde tekeningen. In de I 25 tekeningen tonen: I fig. 1 een perspectivisch aanzicht van een eerste I uitvoeringsvorm van een klembeugel volgens de uitvinding; I fig. 2 een bovenaanzicht van de klembeugel van fig. 1; fig. 3 een vooraanzicht van de klembeugel van fig. 1; I 30 fig. 4 een zijaanzicht van de klembeugel van fig. 1; fig. 5 een eerste toestand van een toepassing van de klembeugel I van fig. 1 voor het koppelen van twee profielen; fig. 6 een tweede toestand van de klembeugel voor het koppelen I van de profielen van fig. 5; 35 fig. 7 een perspectivisch aanzicht van een twee uitvoeringsvorm I van de klembeugel volgens de uitvinding; I fig. 8 een eerste toestand van het gebruik van de klembeugel van fig. 7 voor het koppelen van twee profielen; - 3 - fig. 9 een tweede toestand van de klembeugel van fig. 7 voor het koppelen van de twee profielen van fig. 8; fig. 10 een perspectivisch aanzicht van een derde uitvoeringsvorm van de klembeugel volgens de uitvinding; 5 fig. 11 een eerste toestand voor het gebruik van de klembeugel van fig. 10 voor het koppelen van twee profielen; fig. 12 een tweede toestand van de klembeugel van fig. 10 voor het koppelen van de profielen van fig. 11; fig. 13 een perspectivisch aanzicht van een vierde 10 uitvoeringsvorm van een klembeugel volgens de uitvinding; fig. 14 een bovenaanzicht van de klembeugel van fig. 13; en fig. 15 een perspectivisch aanzicht van een vijfde uitvoeringsvorm van de klembeugel volgens de uitvinding.

Fig. 1 toont een eerste uitvoeringsvorm van de klembeugel 15 volgens de uitvinding. De klembeugel omvat een langwerpig stijf koppelstuk 2, een langwerpig veerkrachtige koppelstuk 3 en een verbindingsorgaan 4 dat de koppelstukken 2 en 3 met elkaar verbindt. Het verbindingsorgaan 4 heeft een as 5 die loodrecht op hoofdvlakken van de koppelstukken 2 en 3 staat en om welke de koppelstukken 2 en 20 3 ten opzichte van elkaar kunnen draaien.

Het stijve koppelstuk 2 heeft tegenover het veerkrachtige koppelstuk 3 aanslaggedeelten 7 die geschikt zijn om daarop een gereedschapstuk te laten aangrijpen om het stijve koppelstuk 2 ten opzichte van het veerkrachtige koppelstuk 3 te draaien.

25 Het stijve koppelstuk 2 heeft bij de uiteinden ervan oren 8 die loodrecht op de hoofdvlakken van het stijve koppelstuk 2 gericht zijn en die de functie vervullen van vulmiddel of vulstuk om het stijve koppelstuk 2 in een richting evenwijdig aan de as 5 na aanbrenging in een profiel in hoofdzaak onverplaatsbaar te maken.

30 Het veerkrachtige koppelstuk 3 omvat een star raam bestaande uit twee lange tegenoverliggende zijdelen 11 en twee korte tegenoverliggende zijdelen 12. Het uit de zijdelen 11, 12 bestaande raam omgeeft een flexibel plaatdeel 14 waarvan het materiaal van de uiteinden overgaat in het materiaal van de korte zijdelen 12, zodat 35 het raam en het plaatdeel 14 geïntegreerd zijn.

De lengte van het plaatdeel 14 is groter dan de afstand tussen de korte zijdelen 12 van het genoemde raam, zodat het plaatdeel 14 een gebogen vorm aanneemt. Het plaatdeel 14 is flexibel, waardoor J Λ Λ A A J Λ H het in een richting evenwijdig aan de as 5 en gezien vanuit het stijve koppelstuk 2 vanuit de getoonde bolvorm, flexibel tot voorbij de lange zijdelen 11 van het raam naar een holle vorm en weer terug gebogen kan worden.

I 5 Het veerkrachtige koppelstuk 3 van fig. 1 kan uit een enkel stuk plaat vervaardigd worden. Na het aanbrengen van insnijdingen voor I het vormen van de genoemde lange zijdelen 11 en het plaatdeel 14 I kunnen de korte zijdelen 12 gevormd worden, bijvoorbeeld cilindrisch. Door het lokaal aanbrengen van indrukkingen 16 met 10 geschikte diepte in de lange zijdelen 11 van het raam wordt een I verkorting van de zijdelen 11 ten opzichte van de lengte van het I tussenliggende plaatdeel 14 verkregen, zodat het plaatdeel 14 een H gebogen vorm aanneemt.

I Van elk van de koppelstukken 2, 3 zijn bij voorkeur ten minste I 15 twee op een diagonaal van het koppelstuk liggende uiteinden bij H respectievelijk 18 en 19 afgeschuind om het om de as 5 draaien van de koppelstukken bij plaatsing ervan in een profiel mogelijk te H maken of te vergemakkelijken.

I De fig. 2, 3 en 4 tonen respectievelijk een bovenaanzicht, een I 20 vooraanzicht en een zijaanzicht van de in fig. 1 getoonde klembeugel I met dezelfde stand van het flexibele plaatdeel 14 ten opzichte van I het omgevende raam met de zijdelen 11, 12 als in fig. 1.

I Fig. 5 toont een bovenaanzicht van twee profielen 24 die I bijvoorbeeld van raamkozijnen van een wand zijn. De profielen 24 25 hebben in de lengterichting ervan een ruimte 26 die aan één zijde I van het profiel 24 een opening 27 heeft. De openingen 27 van de twee I profielen 24 zijn naar elkaar gewend. De ruimten 26 hebben aan de I zijkanten ervan kleinere ruimten 28 met naar elkaar gewende I openingen 29.

I 30 De klembeugel wordt op de volgende wijze voor de profielen 24 I toegepast.

I Als eerste wordt het veerkrachtige koppelstuk 3 in de ruimte 26 I van een eerste van de profielen 24 aangebracht en om de as 5 zodanig I gedraaid dat de korte zijdelen 12 bij voorkeur uit zichzelf in 35 hoofdzaak onverschuifbaar in de ruimten 28 van het eerste profiel 24 I opgenomen zijn. Met het flexibele plaatdeel 14 in de getoonde I bolronde toestand wordt het stijve koppelstuk 2 onder een hoek, I bijvoorbeeld 90°, om de as 5 ten opzichte van het veerkrachtige - 5 - koppelstuk 3 in de tegenoverliggende ruimte 26 van het tweede profiel 24 geplaatst. In deze situatie is de ruimte tussen de profielen 24 doorgaans te klein om met de vingers de koppelstukken 2, 3 te verplaatsen of te draaien. Daarom wordt daarvoor bij 5 voorkeur een stuk gereedschap gebruikt, bijvoorbeeld een stuk gereedschap waarvan een uiteinde een geschikt gebogen plaatdeel omvat dat op de aanslaggedeelten 7 van het stijve koppelstuk 2 kan aangrijpen. Met of zonder gebruik van een dergelijk stuk gereedschap wordt het stijve koppelstuk 2 zodanig gedraaid dat de oren 8 ervan 10 zich in hoofdzaak uit zichzelf onverplaatsbaar in de ruimten 28 van het tweede profiel 24 bevinden. Vervolgens worden de twee profielen 24 naar elkaar geduwd, waardoor het flexibele plaatdeel 14 uit de bolle toestand voorbij de lange zijdelen 11 van het raam in een holle toestand gebogen wordt, zodat de in fig. 6 getoonde situatie 15 bereikt wordt. Voor het buigen van het flexibele plaatdeel 14 moet een substantiële kracht uitgeoefend worden die bij geschikte dimensionering van de klembeugel de profielen 24 stevig tegen elkaar kan houden.

Tijdens het buigen van het plaatdeel 14 kunnen de einddelen 12 20 van het raam van het veerkrachtige koppelstuk 3 enigszins om een lengteas ervan in de ruimten 28 van het profiel 24, waarin het koppelstuk 3 is aangebracht, draaien. Dit versoepelt de buigwerking en voorkomt beschadiging van de ruimten 28.

Een belangrijk kenmerk van de klembeugel volgens de uitvinding 25 is dat het flexibele plaatdeel 14 in geen van de in de fig. 5 en 6 getoonde situaties of tijdens het buigen ervan naar een van die situaties substantiële krachten op zijwanden van het profiel 24, waarin het veerkrachtige koppelstuk aangebracht is, uitoefent. De door het plaatdeel 14 naar de korte zijdelen 12 van het raam 30 uitgeoefende duwkrachten worden gecompenseerd door in de lange zijdelen 11 optredende trekkrachten. De klembeugel volgens de uitvinding kan daarom een in zich krachtgesloten klembeugel genoemd worden. In het bijzonder wanneer de profielen 24, zoals getoond, uit dun plaatmateriaal bestaan wordt daarmee voorkomen dat het 35 veerkrachtige koppelstuk 3 vervormingen in het profiel 24 met daarin het veerkrachtige koppelstuk 3 introduceert die aan de buitenkant van het profiel 24 zichtbaar zouden kunnen zijn.

114 I - 6 - H Het zal duidelijk zijn dat het voor het kunnen toepassen van de klerabeugel volgens de uitvinding niet uitmaakt of de ruimten 28 dieper, te weten in de lengterichting van de koppelstukken 2, 3, dan getoond zijn. Voor praktisch gebruik heeft het wel de voorkeur dat I 5 de korte einddelen 12 van het veerkrachtige koppelstuk 3 in I hoofdzaak uit zichzelf onverplaatsbaar in de ruimten 28 vastgehouden I worden. Dit kan gerealiseerd worden door de afmeting van de korte einddelen 12 evenwijdig aan de as 5 iets groter dan de breedte van de ruimten 28 te maken.

10 Wanneer in de situatie van fig. 5 de profielen 24 over ongeveer I de pijlhoogte van het flexibele plaatdeel 14 naar elkaar verplaatst I zijn, zal het plaatdeel 14 de neiging hebben voorbij de lange zijdelen 11 te buigen om daarmee uiteindelijk de in fig. 6 getoonde situatie te bereiken. Dit betekent dat het niet noodzakelijk is dat 15 de oren 8 van het stijve koppelstuk 2 evenwijdig aan de as 5 een afmeting hebben die gelijk is aan de breedte van de ruimten 28, maar I dat die afmeting van de oren 8 ongeveer de genoemde pijlhoogte van I het plaatdeel 14 korter mag zijn.

Hiervoor is toegelicht dat het onder voorwaarden toegestaan is 20 dat de uiteinden van de koppelstukken 2, 3 evenwijdig aan de as 5 I met speling in ruimten van profielen opgenomen worden. Wanneer voor I een goede toepassing van de klembeugel de speling te groot zou zijn, I kan deze verkleind worden door het gebruik van oren 8 en zijdelen 12 I met grotere afmetingen-evenwijdig aan de as 5 dan getoond of door 25 toepassing van een of meer vulstukken die van stijve gedeelten van I de koppelstukken 2, 3 uitgaan en die een overmatige speelruimte I opvullen.

I Fig. 7 toont een voorbeeld van een klembeugel volgens de I uitvinding die ten opzichte van de in fig. 1 getoonde klembeugel I 30 verschilt doordat aan de van het veerkrachtige koppelstuk 3 I afgewende zijde van het stijve koppelstuk 2 een vulstuk 34 is I aangebracht. Het vulstuk 34 vervult de functie van het vullen of I overbruggen van de genoemde overmatige speelruimte.

I De fig. 8 en 9 tonen een voorbeeld voor toepassing van de in I 35 fig. 7 getoonde klembeugel. De fig. 8 en 9 tonen een bovenaanzicht van twee profielen 24, 35, die bijvoorbeeld van respectievelijk een I raamkozijn en een deurkozijn zijn. Het profiel 35 heeft een ruimte I 36 die te groot is om de klembeugel van fig. 1 daarin passend op te - 7 - nemen, althans met zo weinig speling met de oren evenwijdig aan de as 5 dat het flexibele plaatdeel 14 naar de andere kant omgebogen wordt wanneer de profielen 24, 35 naar elkaar verplaatst worden. Dit probleem wordt opgelost doordat het vulstuk 34 van de klembeugel van 5 fig. 7 de ruimte tussen de rest van het stijve koppelgedeelte 32 en de bodem 37 van de ruimte 36 vult.

Ook voor het veerkrachtige koppelstuk 3 kan het wenselijk of nodig zijn deze van middelen te voorzien die een overmatige speelruimte binnen een profiel waarin het wordt of is aangebracht ,in 10 hoofdzaak overbruggen.

Fig. 10 toont een derde uitvoeringsvorm van de klembeugel volgens de uitvinding die verschilt van de in fig. 7 getoonde klembeugel doordat in de korte cilindrische einddelen 12 van het veerkrachtige koppelgedeelte 3 een stijf draadvormig vulstuk 41 15 gestoken is. Het vulstuk 41 omvat voor elk kort zijdeel 12 een gebogen gedeelte 42 waarvan eerste benen in de respectieve korte einddelen 12 gestoken zijn, en verder een overbruggingsgedeelte 43 dat evenwijdig aan de lange zijdelen 11 is en dat de andere benen van de gebogen gedeelten 42 met elkaar verbindt.

20 De in fig. 10 getoonde derde uitvoeringsvorm van de klembeugel volgens de uitvinding is bijvoorbeeld geschikt voor het aan elkaar koppelen van twee profielen 35, die van deurkozijnen kunnen zijn. Zoals te zien in de fig. 11 en 12 hebben de gebogen gedeelten 42 van het vulstuk 41 tweede benen evenwijdig aan de as 5 met een lengte 25 die voldoende is om een afstand tussen de korte zijdelen 12 van het veerkrachtige koppelstuk 3 en de bodem 37 van het profiel 35 waarin het veerkrachtige koppelstuk 3 is aangebracht in hoofdzaak te overbruggen of te vullen.

Binnen de omvang van de conclusies zijn meer uitvoeringsvormen 30 mogelijk. Zo is het niet noodzakelijk dat het uit de lange zijdelen 11 en de korte zijdelen 12 bestaande raam één geheel met het flexibele plaatdeel 14 vormt. De klembeugel van fig. 1 is volgens fig. 13 bijvoorbeeld gemodificeerd doordat het veerkrachtige koppelstuk 46 een uit lange zijdelen 11 en korte zijdelen 12 35 bestaand raam en een apart flexibel plaatdeel 48 omvat, waarbij eindgedeelten van het flexibele plaatdeel 48 via uitsparingen 49 in de korte zijdelen 12 steken. Uit het in fig. 14 getoonde bovenaanzicht van de klembeugel van fig. 13 zal duidelijk zijn dat i i - 8 - H het uit de delen 11, 12 bestaande raam onverliesbaar door het flexibele plaatdeel 48 wordt vastgehouden en aan het plaatdeel 48 H een gebogen vorm geeft. Verder zou in plaats van het in fig. 10 I getoonde vulstuk 41 volstaan kunnen worden met de gebogen gedeelten 5 42 ervan, zoals getoond voor de in fig. 15 getoonde vijfde uitvoeringsvorm van de uitvinding. Om ongewenst draaien van de gebogen gedeelten 42 om de lengteas van hun ingestoken benen tegen te gaan, zou een zeer nauwe passing in de korte zijdelen 12 toegepast kunnen worden of zouden andere vormen van de korte I 10 zijdelen 12 en van de daarin gestoken benen van de gebogen gedeelten (vulstukken) 42 dan cilindrisch toegepast kunnen worden.

Claims (12)

1. Klembeugel voor het koppelen van twee profielen (24, 35), bestaande uit een langwerpig stijf koppelstuk (2), een in hoofdzaak 5 evenwijdig aan het stijve koppelstuk (2) langwerpig veerkrachtig koppelstuk (3), dat een flexibel plaatdeel (14) omvat, en tenminste een zodanig tussen het stijve koppelstuk (2) en het plaatdeel (14) van het veerkrachtige koppelstuk (3) van de koppelstukken (2, 3) aangebracht verbindingsorgaan (4) dat de koppelstukken (3, 4) op een 10 afstand van elkaar om een as (5) door de genoemde middens ten opzichte van elkaar kunnen draaien en het plaatdeel (14) evenwijdig aan de as (5) flexibel heen en weer gebogen kan worden, en waarbij de koppelstukken (2, 3) geschikt zijn om opgenomen te worden in respectieve ruimten (26, 36) van de profielen, welke ruimten naar 15 elkaar gewende openingen met een kleinere afmeting dwars op de lengterichting van de profielen (24, 35) dan de lengte van het respectieve koppelstuk (2, 3) hebben, met het kenmerk, dat het veerkrachtige koppelstuk (3) bij de uiteinden van het plaatdeel (14) twee einddelen (12) heeft die op een zodanige afstand ten opzichte 20 van elkaar gefixeerd zijn dat het plaatdeel (14) gebogen is.

2. Klembeugel volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het plaatdeel (14) en de einddelen (12) van het veerkrachtige koppelstuk. (3) geïntegreerd zijn. 25

3. Klembeugel volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het plaatdeel (14) en de einddelen (12) van het veerkrachtige koppelstuk (3) apart van het plaatdeel (14) aan elkaar gekoppelde delen zijn.

4. Klembeugel volgens een voorgaande conclusie, met het kenmerk, dat de einddelen (12) van het veerkrachtige koppelstuk (3) einddelen van een star raam zijn.

5. Klembeugel volgens een voorgaande conclusie, met het kenmerk, 35 dat een koppelstuk (2, 3) vulmiddelen voor het vullen van een afstand tussen de rest van het koppelstuk (2, 3) en een wand tegenover de opening van de voor het daarin opnemen van het koppelstuk (2, 3) geschikte ruimte (26, 36) van een profiel (24, 35) «C23?1 λ -ιοί heeft.

6. Klembeugel volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat de I vulmiddelen van het veerkrachtige koppelstuk (3) gevormd worden door I 5 evenwijdig aan de as (5) uitstrekkende verbredingen van de einddelen I (11, 12) van het veerkrachtige koppelstuk (3).

7. Klembeugel volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat de I vulmiddelen van het veerkrachtige koppelstuk (3) gevormd worden door I 10 een of meer vulstukken die van de einddelen (12) van het I veerkrachtige koppelstuk (3) uitgaan.

8. Klembeugel volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat de I vulstukken (42) langwerpig en gebogen zijn, waarbij een eerste been I 15 van een vulstuk (42) evenwijdig aan een hoofdvlak van het I veerkrachtige koppelstuk (3) in een ruimte van een einddeel (12) H opgenomen is en een tweede been van het vulstuk (42) evenwijdig aan I de as (5) is. I 20

9. Klembeugel volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat de I vulstukken (42) samen met een de tweede benen verbindend I verbindingsdeel (43) een geïntegreerd vulstuk (41) vormen.

10. Klembeugel volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat het I 25 geïntegreerde vulstuk (41) uit een gebogen starre draad bestaat.

11. Klembeugel volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat van het I stijve koppelstuk (2) uit plaatmateriaal gevormd is en de I vulmiddelen van het stijve koppelstuk (2) gevormd worden door 30 geschikt gebogen eindgedeelten (8) ervan.

12. Klembeugel volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat de I vulmiddelen van het stijve koppelstuk (2) gevormd worden door een of meer vulstukken (34).