NL1015767C1 - Vervaardigingswerkwijze van gefigureerde elementen. - Google Patents

Description

Titel: Vervaardigingswerkwijze van gefigureerde elementen.

De uitvinding heeft betrekking op de al dan niet fabrieksmatige vervaardiging van 5 gefigureerde elementen op basis van korrelvormige uithardende materialen, zoals beton, plamuur, kunststof e.d.

Het resultaat van de werkwijze is het oppervlakte-copiëren van de motieven van (een) 10 al dan niet uitwisselbare afdrukmat(ten) , waarop een dikvloeibare uithardende toplaag gegoten wordt.

Het uitgangsmateriaal is de geprofileerde afdrukmat en niet, zoals bij het Nederlandse 15 patent: "Werkwijze ter vervaardiging van gefigureerde elementen" onder nummer 1013971 een dikvloeibare uithardende toplaag van een uithardende plaat of een kant en klare plaat, waarop een uithardende toplaag aangebracht 20 wordt, die bewerkt wordt tot een gefigureerd produkt. Onder "plaat" dient ook een element, muur, vloeroppervlak, een gekromd oppervlak e.d. verstaan te worden.

2

Een dergelijke copiëerwerkwijze wordt als bekend verondersteld bij bakkerijprodukten, doch niet bij grootschalige produkten, zoals bij betonelementen, muurdelen, 5 vloeroppervlakken, gekromde oppervlakken e.d., zoals vermeld in het Nederlandse patent: "Werkwijze ter vervaardiging van gefigureerde elementen" onder nummer 1013971, waarbij het copiëren gebaseerd is op het indrukken en/of ïo het inwalsen van matmotieven (de zogenaamde positieve drukmethode) in tegenstelling tot de werkwijze bij de onderhavige uitvinding, waarbij het copiëren gebaseerd is op het afgieten op een mat, welk 15 voorzien is van het gewenste motief.

(de zogenaamde negatieve afgietmethode).

De positieve drukmethode vereist een geruime af- of indruktijd om een goede copie te verkrijgen. Hierbij moet gedacht worden aan 20 enige uren. Bij de negatieve afgietmethode is er geen sprake van afdruktijd, maar alleen van een uithardt!jd, die even groot is als bij de positieve drukmethode. Hierdoor wordt bij seriefabrikage een geruime produktietijdwinst 25 verkregen.

3

De structuren, vormen o£ profileringen kunnen divers zijn, zoals de betegeling, de straatsteenvorm, de keivorm, de generfde plank 5 e.d. Ook uitvoeringen op basis van eigen ontwerp, zoals logoverwerking e.d. of combinaties van voornoemde mogelijkheden zijn van toepassing.

Het oppervlak hoeft niet vlak te zijn, zodat 10 schuine of bolvormige oppervlakken met eventueel waterafvoer toepasbaar zijn.

Het inslijpen van deletatievoegen of krimpvoegen bij vloeren kan tot het verleden behoren, omdat de deletatievoegen aangebracht kunnen worden bij 15 de profilering van de copiëermat.

De kleurschakering, de hardheid, de slijtvastheid en de dichtheid van de toplaag zijn afhankelijk van de te kiezen toplaaggrondstof f en.

20 Oiiderhavige uitvinding vereist geen machine en geen ontluchtingskanalen, doch slechts een onderplaat en/of een eventuele bovenkast.

·,'·. »· ir1-: 4

Hoewel duidelijk zal zijn, dat onderhavige uitvinding betrekking heeft op het copiëren in allerlei soorten produkten, zal in het vervolg van de beschrijving echter ter vereenvoudiging 5 en beter begrip van de beschrijving dikwijls worden verwezen naar het verwerkingsproces ter vervaardiging van geprefabriceerde gefigureerde betonplaten,die gebruikt worden bij het aanleggen van trottoirs, pleinen, wegen, terreinen, 10 geluidswanden, keerwanden, bouwelementen, gepréfabriceerde muren,geprefabriceerde plafonds e.d.

In het navolgende zal de uitvinding nader worden toegelicht aan de hand van bijgaande tekeningen 15 zoals weergegeven in Fig.I tot en met Fig.IV Fig.I toont een doorsnede over een uithardend (zacht) betonelement, tijdens de vervaardiging volgens onderhavige vinding.

Fig II toont een doorsnede over een 20 uitgehard betonelement,waarbij de ondergrond en de mat verwijderd wordt.

Fig III toont een uitvoeringsvorm voor het vervaardigen van een gewelfd oppervlak.

Fig IV toont diverse uitvoeringsvormen en 25 afdrukkingen in bovenaanzicht van een element.

5

Fig.I -toont een doorsnede over een element, in dit voorbeeld een uithardend (zacht) vlak element.

Op de al dan niet vlakke ondergrond 1, bestaande 5 uit beton of staal, wordt de flexibele en elastische geprofileerde mat 2 gelijmd of los neergelegd en afgeklemd.

De ondergrond 1 kan aan de zijkanten voorzien zijn van een al dan niet losneembaar facet of 10 revet 3, welke een "lossende" schuinte 4 bevat. De profilering 5 is aan de bovenkant van de mat 2 aangebracht. Het basismateriaal van de mat 2 is een min of meer flexibel poly-meer of een flexibel poly-theen, zoals poly-urethaan, welk 15 "betonlossende" eigenschappen heeft.

Over de profilering 5 wordt een uiterst dunne laag lossingsmiddel of ontkistingsmiddel 6 gestrooid. Daarna kan een kleuroppervlakteverharder (CSH) 7 gestrooid 20 worden. Vervolgens kan op enige afstand van de profilering 5 de stalen of kunststofbewapening 8 gelegd worden.

De gedeeltelijk open bovenkast 9 sluit afneembaar en naadloos aan op facet 3.

25 De bovenkast 9 bevat een enigszins "lossende" schuinte 10.

1 0 1 K 7 £ 7

De beton 11 (grind en zandcement) wordt door de gedeeltelijk open bovenkast Ingebracht tot een gewenste dikte (12) met de toplaag 13.

6

Na ulthardlng wordt de bovenkast 9 verwijderd en 5 wordt het geheel aan de gewenste ulthardlngstljd van de beton 11 overgelaten.

Na de verstreken ulthardlngstljd wordt het geheel Inclusief de ondergrond 1 opgetild en omgedraaid,zodat de toplaag 13 onderop komt.

10 De bodem 1 inclusief de mat 2 wordt verwijderd, zodat een geprofileerd element verkregen is.

Een andere verwijderingsmethode is denkbaar, waarbij de bodem 1 én de mat 2 van het element opgetild en tegelijkertijd wegedraagd wordt (het 15 zogenaamd "pellend" lossen van de bodem 1 én de mat 2) e.e.a op basis van het flexibele karakter van de profileringsmat 2.

Het facet 3 is bij dit uitvoeringsvoorbeeld in Fig.I als een geheel getekend met de ondergrond 20 1, maar het hebben van een afneembaar facet 3 kan voor bepaalde toepassingen gemakkelijk zijn. Het facet 3 kan eventueel ook een onderdeel zijn van de mat 5.

In tegenstelling tot de benodigde zware 25 prof ileringsmat en het benodigd zijn van een persinstallatie bij het Nederlandse patent met het nummer 1013971 is bij de onderhavige uitvinding sprake van een lichte 7 profileringsmat 5 en absoluut: geen machine benodigd anders dan eventueel handlingsapperatuur.

Fig II toont een doorsnede over een uitgehard 5 betonelement,waarbij de gedraaide ondergrond 1' en de mat 5' verwijderd wordt.

Het geheel is in Fig II 180 graden gerdraaid en neergelegd op een vloer 14.

Als uitvoeringsvoorbeeld is de ondergrond 1' ïo voorzien van een aan de vloer 14 bevestigd draaischarnier 15.

Het tegen de veer 16 in beweegbaar verzet 17 wordt bij draaiing en heffing van de ondergrond 1' enigszins horizontaal 15 verplaatst, terwijl de ondergrond 1' met daarop de mat 2' uit het uitgehard geprofileerde oppervlak 18 "gepeld" wordt. Vanzelfsprekend zijn diverse oplossingsuitvoeringen voor het zogenaamde 20 "pellen" mogelijk.

Fig III toont een uitvoeringsvorm voor het vervaardigen van een gewelfd oppervlak.

De bodemplaat 19 heeft een gewelfd reliefoppervlak 20, waarop de flexibele mat 21 25 bevestigd is.

«/ w' 8

De beton 22 wordt door de bovenkast 23 ingébracht en omhult de eventueel aangebrachte bewapening 24.

In Fig IV zijn, als voorbeelden, diverse 5 uitvoeringsvormen en a£drukkingen in bovenaanzicht van eeh element zichtbaar gemaakt.

Claims (7)

1. Vervaardigingswerkwi j ze van gefigureerde elementen op basis van korrel vormige uithardende materialen, zoals 5 beton, plamuur, kunststof e.d. met het kenmerk, dat het oppervlakte-copiëren van de motieven van al dan niet uitwisselbare matten plaats vindt door ingieten van een negatief copie. Vóór het ingieten wordt ten behoeve van ïo de toplaag, veredelingsmaterialen voor de kleuring, slijtvastheid e.d. ingebracht.

2. Vervaardigingswerkwi j ze van gefigureerde elementen volgens conclusie 1 met het kenmerk, dat het copiëren van divers 15 veredelde figuren in de toplaag slechts door het uitwisselen van de profielmatten plaatsvindt.

3. Vervaardigingswerkwi j ze van gefigureerde elementen volgens de conclusies 1 20 en 2 met het kenmerk, dat het materiaal van de mat van een flexibel polymeer of polyetheen zoals bijvoorbeeld polyurethaan bestaat. i 0 1 * 7 6 7

4. Vervaardigingswerkwij ze van gefigureerde elementen volgens de conclusies 1 tot en met 3 met het kenmerk, dat de mat nauwelijks sterkte en aldus dun en licht 5 uitgevoerd kan worden.

5. Vervaardigingswerkwij ze van gefigureerde elementen volgens de conclusies 1 tot en met 4 met het kenmerk, dat het "lossende" karakter van de mat voortspruit uit ïo de flexibiliteit en de elasticiteit van het matmateriaal.

6. Vervaardigingswerkwijze van gefigureerde elementen volgens de conclusies 1 tot en met 5 met het kenmerk, dat het 15 produktieproces snel verloopt, omdat geen druk-wachttijd noodzakelijk is, zoals bij het Nederlandse patent onder nummer 1013971.

7. Vervaardigingswerkwijze van gefigureerde elementen volgens de conclusies 1 20 tot en met 6 met het kenmerk, dat de onderhavige werkwijze zich bijzonder goed leent voor gewelfde oppervlakken. c · if ! : 'v h t I