NL1015759C1 - Terugslagklep, en verwarmingsinrichting voorzien van een dergelijke terugslagklep. - Google Patents

Terugslagklep, en verwarmingsinrichting voorzien van een dergelijke terugslagklep. Download PDF

Info

Publication number
NL1015759C1
NL1015759C1 NL1015759A NL1015759A NL1015759C1 NL 1015759 C1 NL1015759 C1 NL 1015759C1 NL 1015759 A NL1015759 A NL 1015759A NL 1015759 A NL1015759 A NL 1015759A NL 1015759 C1 NL1015759 C1 NL 1015759C1
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
valve
seat
flue gas
gas discharge
front side
Prior art date
Application number
NL1015759A
Other languages
English (en)
Inventor
Ronald Peter Mazurel
Original Assignee
Nefit Buderus B V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Nefit Buderus B V filed Critical Nefit Buderus B V
Priority to NL1015759A priority Critical patent/NL1015759C1/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL1015759C1 publication Critical patent/NL1015759C1/nl

Links

Classifications

    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F16ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
    • F16KVALVES; TAPS; COCKS; ACTUATING-FLOATS; DEVICES FOR VENTING OR AERATING
    • F16K15/00Check valves
    • F16K15/14Check valves with flexible valve members
    • F16K15/16Check valves with flexible valve members with tongue-shaped laminae
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F23COMBUSTION APPARATUS; COMBUSTION PROCESSES
    • F23LSUPPLYING AIR OR NON-COMBUSTIBLE LIQUIDS OR GASES TO COMBUSTION APPARATUS IN GENERAL ; VALVES OR DAMPERS SPECIALLY ADAPTED FOR CONTROLLING AIR SUPPLY OR DRAUGHT IN COMBUSTION APPARATUS; INDUCING DRAUGHT IN COMBUSTION APPARATUS; TOPS FOR CHIMNEYS OR VENTILATING SHAFTS; TERMINALS FOR FLUES
    • F23L11/00Arrangements of valves or dampers after the fire
    • F23L11/005Arrangements of valves or dampers after the fire for closing the flue during interruption of burner function

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • General Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Combustion & Propulsion (AREA)
  • Lift Valve (AREA)

Description

I ,
Korte aanduiding: Terugslagklep, en verwarmingsinrichting voorzien 5 van een dergelijke terugslagklep.
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het verhinderen van terugstroming van een gasvormig medium in een leiding zoals een rookgasafvoerleiding en dergelijke, waarbij de 10 inrichting een klep omvat die beweegbaar is tussen een open stand en een gesloten stand, waarbij de klep een voorzijde en een achterzijde heeft en zich in de gesloten stand met de voorzijde tegen een zitting bevindt waardoor het gasvormig medium niet van de achterzijde naar de voorzijde kan stromen en in de open stand verwijderd is van de 15 zitting waardoor het gasvormig medium van de voorzijde naar de achterzijde kan stromen.
De uitvinding heeft voorts betrekking op een verwarmingsinrichting die is voorzien van een dergelijke inrichting en een schakeling van verwarmingsinrichtingen.
20 In het Duitse gebruiksmodel 92 03 054 is een terugslagklep in een rookgasafvoer beschreven. De klep is vrij draaibaar ten opzichte van een zitting bevestigd door middel van een scharnier en is horizontaal in de rookgasafvoer opgesteld. De klep zwenkt automatisch omhoog doordat er een overdruk onder de klep ontstaat als gevolg van 25 de rookgassen die ontstaan wanneer de CV ketel in bedrijf is. De klep zakt automatisch onder invloed van de zwaartekracht naar de gesloten stand bij het wegvallen van de druk van de rookgassen wanneer de CV ketel niet in bedrijf is.
Een nadeel van de bekende klep is dat het scharnier door de 30 rookgassen vervuild kan raken waardoor het openen en sluiten stroef en onvolledig kan gaan verlopen en op den duur kan dit leiden tot het vastzitten van de klep. Daardoor kan een slechte afdichting en lekkage ontstaan.
Een doel van de onderhavige uitvinding is een inrichting te 35 verschaffen van het in de aanhef genoemde type, waarbij een goede afdichting is gegarandeerd wanneer de klep zich in de gesloten stand bevindt.
0 1 5 7 S 9 - 2 -
Dit doel wordt bereikt door een klep volgens de aanhef van conclusie 1, waarbij de klep uit een flexibel en veerkrachtig materiaal is vervaardigd en de klep is vastgezet aan de zitting zodanig dat deze zich opent onder invloed van de gasdruk waarbij de 5 klep vervormt en zich sluit onder invloed van de veerkracht van de klep.
Bij voorkeur wordt de klep onder voorspanning tegen de zitting gedrukt om een nog betere afdichting te verkrijgen. Het is bij een gesloten klep van voordeel wanneer condensvocht dat zich 10 stroomafwaarts in de rookgasafvoerleiding bevindt op de klep en de zitting druppelt waardoor een waterfilm tussen de klep en de zitting ontstaat waardoor een goede afdichting tegen gassen wordt verkregen. De klep opent zich wanneer de overdruk, die ontstaat door het gas dat zich voor de klep ophoopt, een bepaalde grenswaarde overschrijdt.
15 De inrichting volgens de uitvinding kan worden gebruikt in de afvoerleiding van een CV ketel, waarbij de rookgassen voor een drukopbouw voor de klep zorgen waardoor de klep zich opent en de rookgassen langs de klep kunnen ontsnappen.
De onderhavige inrichting omvat een klep en een zitting. De 20 klep is integraal met een bevestigingsdeel dat vast op een deel van de zitting bevestigd wordt. De klep rust in de gesloten stand op de zitting. Het bevestigingsdeel heeft een grotere dikte dan de klep heeft. Hierdoor heeft het bevestigingsdeel een buigstijfheid die vele malen groter is dan de buigstijfheid van de klep. Dit heeft tot 25 gevolg dat wanneer de klep door een druk wordt belast, deze door buiging van de zitting zal wijken waardoor het gas kan wegstromen.
Een voordeel hiervan is dat de klep zich kan openen door vervorming van het klepmateriaal waardoor een scharnier, dat gevoelig is voor vervuiling, overbodig is.
30 In een voorkeursuitvoeringsvorm heeft de klepzitting meerdere doorstroomopeningen die van elkaar gescheiden zijn door dwarsbalken. De klep wordt door de randen van de zitting en door de balken die zich tussen de doorstroomopeningen bevinden, ondersteund.
De omtrek van de zitting is bij voorkeur in hoofdzaak 35 cirkelvormig. Aan deze cirkelvormige omtrek zijn op voordelige wijze één of meer ribben aangebracht die eventueel kunnen samenwerken met ribben aan de binnenomtrek van een rookgasafvoerleiding waardoor de zitting in de leiding wordt vastgezet.
' ' % ? s 8 - 3 -
Verder is er aan een stroomafwaartse zijde van de zitting op afstand van de buitenrand daarvan een in hoofdzaak ringvormige condensrib aangebracht die er voor zorgt dat eventuele condensvorming door de rookgassen op een in horizontale richting gemonteerde 5 inrichting via deze condensrib stroomt en daarvandaan naar beneden druppelt, en op de zitting terechtkomt waardoor tussen de zitting en de klep door een waterfilm een goede afdichting tegen rookgassen ontstaat.
De klep en/of de zitting worden bij voorkeur uit een rubber 10 materiaal vervaardigd dat onder de naam Viton verkrijgbaar is. Dit materiaal is flexibel en veerkrachtig zodat een goede werking van de klep en een goede afdichting tussen de klep en de zitting wordt verkregen. Verder wordt het genoemde materiaal niet aangetast door de bestanddelen in de rookgassen zodat een goede veerkrachtigheid en 15 flexibiliteit en daardoor een goede werking en afdichting gewaarborgd blijft.
Een andere voorkeursuitvoeringsvorm van de inrichting is van antikleppermiddelen voorzien, die een staaf omvatten die dwars op de hartlijn van de rookgasvoerleiding door twee gaten in de wand daarvan 20 zijn gestoken. Deze gaten bevinden zich stroomafwaarts van de klep.
De staaf dient ervoor om de klep bij hoge belasting tegen te houden om zo te voorkomen dat de klep tegen de wand van de rookgasafvoerleiding kleppert, wat geluidsoverlast kan veroorzaken omdat voornoemde wand het geluid goed doorgeeft.
25 Het gebruik van de inrichting volgens de uitvinding in de rookgasafvoerleiding van een CV ketel is bijzonder gunstig wanneer een aantal CV ketels zodanig in een installatie geschakeld is, dat elke CV ketel een afzonderlijke rookgasafvoerleiding heeft die is aangesloten op een collectieve rookgasafvoer. De afzonderlijke 30 rookgasafvoerleidingen zijn dan voorzien van een inrichting volgens de uitvinding om te verhinderen dat wanneer er een aantal ketels in de installatie in bedrijf is en bijvoorbeeld één of meer ketels in de installatie niet, de rookgassen van de in bedrijf zijnde ketels via de collectieve rookgasafvoer in de niet in bedrijf zijnde ketels 35 kunnnen stromen wat aanzienlijke schade aan deze CV ketels en de omgeving daarvan kan veroorzaken.
De onderhavige uitvinding Zal nader worden verduidelij kt in de hiernavolgende gedetailleerde beschrijving van een ** 'Γ - 4 - voorkeursuitvoeringsvorm van een inrichting volgens de uitvinding aan de hand van de tekening, waarin:
Fig. 1 een bovenaanzicht is van een uitvoeringsvorm van een klep van een inrichting volgens de uitvinding; 5 Fig. 2 een aanzicht in doorsnede volgens de lijn B-B is van de klep uit fig. 1;
Fig. 3 een bovenaanzicht is van een uitvoeringsvorm van een zitting van een inrichting volgens de uitvinding;
Fig. 4 een aanzicht in doorsnede is volgens de lijn A-A van de 10 zitting uit fig. 3;
Fig. 5 een aanzicht in doorsnede is volgens de lijn B-B van de zitting uit fig. 3;
Fig. 6a en 6b een aanzicht in doorsnede resp. een aanzicht volgens de lijn C-C in fig. 6a zijn van een inrichting voorzien van 15 antikleppermiddelen;
Fig. 7a en 7b in detail de bevestiging van de antikleppermiddelen tonen volgens fig. 6a en 6b;
Fig. 8 schematisch installatie met CV ketels aangeeft, met een collectieve rookgasafvoer, waarbij de afzonderlijke CV ketels zijn 20 voorzien van de inrichting volgens de uitvinding.
Fig. 1 toont een klep 1 volgens de uitvinding met een bevestigingsdeel 2, die vast met elkaar verbonden zijn, en bij voorkeur één geheel vormen.
Uit fig. 2 blijkt dat het bevestigingsdeel 2 een grotere dikte 25 heeft dan de klep 1. De dikte van het bevestigingsdeel 2 is bij voorkeur ten minste twee maal zo groot als de dikte van de klep 1.
Dit heeft tot gevolg dat de klep 1 een lagere buigstijfheid heeft dan het bevestigingsdeel 2 waardoor de klep 1 kan buigen onder invloed van een drukverschil over de klep 1, terwijl het bevestigingsdeel 2 30 niet vervormt. De klep 1 heeft een voorzijde 16 en een achterzijde 17.
In fig. 3, 4 en 5 is een zitting 4 weergegeven. De omtreksrand 5 van de zitting 4 is in hoofdzaak cirkelvormig. Binnen deze omtrekrand 5 bevindt zich aan één zijde een steunvlak 6, dat dient 35 voor het ondersteunen van het bevestigingsdeel 2 van de klep, en dat gevormd is als een cirkelsegment. Aan weerskanten hiervan bevinden zich zittingsvlakken 8 en 9, die eveneens gevormd zijn als - 5 - cirkelsegmenten, die dienen voor het ondersteunen van de rechte zijden 10 en 11 (zie fig. 1) van de klep 1.
Diametraal tegenover het steunvlak 6 bevindt zich een zittingsvlak 7 dat een ringvorm heeft, dat zich radiaal naar binnen 5 uitstrekt en dat dient voor het ondersteunen van de gedeeltelijk cirkelvormige rand 12 van de klep 1 die zich diametraal tegenover het bevestigingsdeel 2 bevindt. Tussen het steunvlak 6 en het zittingsvlak 7 strekt zich een dwarsbalk 13 uit. Deze dwarsbalk 13 dient voor het ondersteunen van de klep 1 vanaf het bevestigingsdeel 10 2 tot aan de rand 12 van de klep 1. De dwarsbalk 13 scheidt twee .
doorlaatopeningen 14 en 15 van elkaar. In de gemonteerde toestand van de inrichting zal het bevestigingsdeel 2 op de steunrand 6 geplaatst zijn.
Een gasvormig medium zal door de openingen 14, 15 druk op de 15 voorzijde 16 van de klep 1 kunnen uitoefenen, waardoor de rand 12 los zal komen van zittingsvlak 7 en de randen 10, 11 geheel of gedeeltelijk los komen van de zittingsvlakken 8, 9, waarna het gasvormig medium langs de klep 1 weg kan stromen. Bij de hier getoonde uitvoeringsvorm ligt de klep 1 zonder voorspanning tegen de 20 zittingsvlakken 7, 8 en 9 aan. Deze uitvoeringsvorm is voordelig bij toepassing in een rookgasafvoerleiding van eén CV ketel omdat er slechts een lage openingsdruk van het gasvormig medium nodig is om. de klep 1 te openen en dat een lage stromingsweerstand tijdens het in bedrijf zijn van de CV ketel wordt bereikt.
25 Bij een niet getoonde uitvoeringsvorm, waarbij de klep onder voorspanning tegen de zitting wordt gedrukt, is een wat hogere openingsdruk nodig, maar daar staat tegenover dat een nog betere afdichting gegarandeerd is.
In fig. 4 en 5 zijn met verwijzingscijfer 18 meerdere ribben 30 aangegeven, die dienen voor de bevestiging van de zitting 4 in een leiding. Omdat de zitting 4 uit een flexibel en veerkrachtig materiaal is vervaardigd, is deze door elastische vervorming van de ribben 18 aan te brengen in de leiding, waarbij de ribben 18 bij voorkeur kunnen steunen tegen ribben die op het binnenoppervlak van 35 de leiding zijn aangebracht. Dit zorgt er tevens voor dat er een goede afdichting tussen het buitenoppervlak van de zitting 18 en het binnenoppervlak van de leiding ontstaat, zodat er geen gassen langs deze weg langs de inrichting kunnen stromen.
1 G 1 5 ? S § - 6 -
Een condensrib 19 bevindt zich aan de achterzijde van de zitting 4 en zorgt er voor dat condens dat aan die zijde ontstaat langs de condensrib 19 stroomt en op de zittingsvlakken 7, 8 en 9 druppelt, waardoor een goede afdichting tussen de klep 1 en de 5 zitting 4 tegen rookgassen ontstaat.
Bij grote volumestromen bestaat de kans op een grote geluidsproduktie en geluidsoverlast doordat de klep 1 tegen dè leiding kleppert en deze het geluid goed doorgeeft. Fig. 6a en 6b tonen antikleppermiddelen omvattende een aanslag in de vorm van staaf 10 30 die dwars op de hartlijn van een rookgasafvoerkanaal 27 door gaten 28, 29 zijn gestoken. Deze gaten 28, 29 bevinden zich stroomopwaarts van de klep 1. De staaf 30 dient ervoor om de klep 1 bij hoge belasting tegen te houden (zie fig. 6b) om zo te voorkomen dat de klep 1 tegen het rookgasafvoerkanaal 27 klappert.
15 De antikleppermiddelen omvatten naast de staaf 30 doorvoerringen 31 voor het door het rookgasafvoerkanaal 27 voeren van de staaf 30, zoals in fig. 7a en 7b in meer detail is weergegeven. De doorvoerringen 31 zijn bij voorkeur vervaardigd uit rubber materiaal verkrijgbaar onder de naam Viton maar kunnen ook uit een ander 20 materiaal vervaardigd zijn. Zij dienen enerzijds om ontsnappen van rookgassen vanuit het rookgasafvoerkanaal 27 naar de omgeving via de gaten 28, 29 tegen te gaan. Anderzijds dienen zij voor het dempen van het geluid dat ontstaat doordat de klep 1 tegen de staaf 30 aankleppert, zodat dit geluid niet of in ieder geval gedempt aan het 25 rookgasafvoerkanaal 27 wordt doorgegeven. In de hier getoonde uitvoeringsvorm is de aanslag van de antikleppermiddelen een staaf, maar het is natuurlijk ook mogelijk om de aanslag anders uit te voeren, bijvoorbeeld als een of meer pennen die in hét rookgasafvoerkanaal zijn aangebracht.
30 In fig. 8 is bij wijze van voorbeeld een schakeling van twee CV
ketels 20, 21 weergegeven. De CV ketels 20, 21 hebben respectieve rookgasafvoeren 22, 23, welke via de afvoerleidingen 24, 25 aangesloten zijn op een collectieve rookgasafvoer 26. In elk van de rookgasafvoeren 22, 23 van de respectieve CV ketels 20, 21 is een 35 inrichting volgens de uitvinding aangebracht met een zitting 4 en een klep 1 om te voorkomen dat rookgassen uit één van de CV ketels via de collectieve rookgasafvoer 26 in de andere CV ketel kunnnen stromen.
- 7 -
Althans de klep, en in het bijzonder het samenstel van de klep en de zitting, van de inrichting volgens de uitvinding wordt bij voorkeur vervaardigd uit een rubber dat verkrijgbaar is onder de naam Viton. Het is echter ook mogelijk om de inrichting te vervaardigen 5 uit een ander flexibel en veerkrachtig materiaal, of om de klep en de zitting te vervaardigen uit verschillende materialen, waarbij de klep in elk geval uit een flexibel en veerkrachtig materiaal vervaardigd is.

Claims (12)

1. Inrichting voor het verhinderen van terugstroming van een 5 gasvormig medium in een leiding zoals een rookgasafvoerleiding en dergelijke, waarbij de inrichting een klep omvat die beweegbaar is tussen een open stand en een gesloten stand, waarbij de klep een voorzijde en een achterzijde heeft en zich in de gesloten stand met de voorzijde tegen een zitting bevindt 10 waardoor het gasvormig medium niet van de achterzijde naar de voorzijde kan stromen en in de open stand verwijderd is van de zitting waardoor het gasvormig medium van de voorzijde naar de achterzijde kan stromen, met het kenmerk, dat de klep uit een flexibel en veerkrachtig materiaal is vervaardigd en de klep is 15 vastgezet aan de zitting zodanig dat deze zich opent onder invloed van de gasdruk waarbij de klep vervormt en zich sluit onder invloed van de veerkracht van de klep.
2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de klep 20 onder voorspanning tegen de zitting wordt gedrukt.
3. Inrichting volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de klep integraal is met een bevestigingsdeel dat is vastgezet aan de zitting. 25
4. Inrichting volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de zitting een aantal doorstroomopeningen heeft die elk van elkaar gescheiden zijn door een dwarsbalk zodat de klep niet voorbij de zitting kan geraken. 30
5. Inrichting volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat de dwarsbalk dient voor het ondersteunen van de klep in de gesloten stand.
6. Inrichting volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de zitting aan de buitenomtrek voorzien is van een of meer ribben voor het bevestigen van de zitting in een leiding. 1 fi 1 U £\ - 9 -
7. Inrichting volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de zitting aan de stroomafwaartse zijde en op afstand van de buitenrand daarvan is voorzien van een 5 condensrib.
8. Inrichting volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de klep is vervaardigd uit rubber of rubberachtig materiaal, bijvoorbeeld Viton. 10
9. Inrichting volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de inrichting antikleppermiddelen omvat die in de leiding zijn aangebracht.
10. Inrichting volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat de antikleppermiddelen een aan de stroomafwaartse zijde boven de klep aangebrachte staaf of pen omvatten.
11. Gasgestookte verwarmingsinrichting met een rookgasafvoerleiding 20 die is voorzien van een inrichting volgens een van de conclusies 1-10.
12. Installatie met verwarmingsinrichtingen volgens conclusie 11, waarbij de rookgasafvoerleidingen van de afzonderlijke 25 verwarmingsinrichtingen uitmonden in een centrale rookgasafvoer.
NL1015759A 2000-07-20 2000-07-20 Terugslagklep, en verwarmingsinrichting voorzien van een dergelijke terugslagklep. NL1015759C1 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1015759A NL1015759C1 (nl) 2000-07-20 2000-07-20 Terugslagklep, en verwarmingsinrichting voorzien van een dergelijke terugslagklep.

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1015759A NL1015759C1 (nl) 2000-07-20 2000-07-20 Terugslagklep, en verwarmingsinrichting voorzien van een dergelijke terugslagklep.
NL1015759 2000-07-20

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1015759C1 true NL1015759C1 (nl) 2002-01-22

Family

ID=19771770

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1015759A NL1015759C1 (nl) 2000-07-20 2000-07-20 Terugslagklep, en verwarmingsinrichting voorzien van een dergelijke terugslagklep.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL1015759C1 (nl)

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE10359551B4 (de) * 2003-12-17 2010-04-01 Skoberne Gmbh Rückstromsicherungsventil für Abgasanlagen

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE10359551B4 (de) * 2003-12-17 2010-04-01 Skoberne Gmbh Rückstromsicherungsventil für Abgasanlagen

Similar Documents

Publication Publication Date Title
JPH08254278A (ja) 反転可能通気弁
CA2937720C (en) Plumbing device
AU2016210670B2 (en) Plumbing connector having non-return valve
US10364559B2 (en) Plumbing device
BRPI0313481B1 (pt) regulador de jato
JP6031647B2 (ja) 管体継ぎ手
KR101037920B1 (ko) 캐비테이션 방지용 버터플라이밸브
KR20190004251A (ko) 냄새차단 기능이 구비된 그레이팅
EP3436750B1 (en) Variable air flow valve
NL1015759C1 (nl) Terugslagklep, en verwarmingsinrichting voorzien van een dergelijke terugslagklep.
EP1561869B1 (en) Water trap with return flow protection
ES2359771T3 (es) Placa filtrante.
SE526363C2 (sv) Luktspärr
JP5529598B2 (ja) 竪樋
BE900895A (nl) Reduceerklep voorzien van een dampvloeistofscheider.
JP6861574B2 (ja) 間接排水用継手
JP5808283B2 (ja) スプリンクラヘッド
US992849A (en) Fresh-air-inlet device.
GB2573341A (en) Plumbing device
EP3899330B1 (en) Valve for a sanitary appliance
NL2023131B1 (nl) Langwerpige siliconen afsluiter
JP3243158U (ja) 単方向排水防臭のマンホール/キャッチベースン防護装置
JP5901594B2 (ja) 排水トラップ
JP7152253B2 (ja) フロート式逆止弁
JP6058092B2 (ja) スプリンクラヘッド

Legal Events

Date Code Title Description
VD2 Lapsed due to expiration of the term of protection

Effective date: 20060720