NL1015643C2 - Vat voor frisdrank, bier en dergelijke. - Google Patents

Description

Vat voor frisdrank, bier en dergelijke

De uitvinding heeft betrekking op een vat voor frisdrank, bier en dergelijke dat is voorzien van een vatnek en een met een afsluitorgaan uitgevoerd binnendeel dat in een opening van de vatnek past.

5 Een dergelijke vat is bijvoorbeeld bekend uit het

Amerikaanse octrooischrift US 4,509,663. Deze publicatie beschrijft een vat dat in de bovenzijde is voorzien van een ronde opening waarin een vatnek (ook wel aangeduid als kegneck of nekring) is gelast. In deze vatnek is doorgaans 10 door middel van een bajonetvatting of een schroefdraad een binnendeel, zoals bijvoorbeeld een zogenaamde tapstang, bevestigd dat is voorzien van een kleplichaam en een stijgbuis.

Met de onderhavige uitvinding wordt beoogd een vat 15 te verschaffen dat eenvoudiger en goedkoper vervaardigd kan worden.

Hiertoe heeft het vat volgens de uitvinding het kenmerk dat de vatnek een integraal geheel vormt met ten minste een deel van de wand van het vat. Het verdient 20 daarbij de voorkeur dat de wand van het vat ten minste ter plaatse van de vatnek een plaatmateriaal omvat en dat de vatnek uit dit materiaal is gevormd.

Omdat de verbinding tussen de wand van het vat en de vatnek sterk en gasdicht moet zijn moet de vatnek volgens 25 de stand van de techniek, die bijvoorbeeld door middel van gieten is vervaardigd, één of meer verspanende nabewerkingen ondergaan alvorens op het vat gelast te worden. Met de uitvinding kunnen het gieten, nabewerken en lassen van de vatnek achterwege blijven en wordt bovendien een sterke en 30 gasdichte overgang tussen het vat en de vatnek gekregen.

In een voorkeursuitvoering omvat de vatnek een opstaande rand, waarvan ten minste een deel, na het aanbrengen van het binnendeel, naar dit binnendeel toe is 1 0 1 5 6 Λ 5 2 gebogen, waardoor het binnendeel wordt vastgehouden in een richting langs of parallel aan een denkbeeldige centrale as door de opening in de vatnek en van het vat af. Hiertoe wordt de opstaande rand bij voorkeur voorzien van een aantal 5 uitsteeksels die, in het gerede vat, naar het binnendeel toe gebogen zijn. De breedte van deze uitsteeksels kan in principe willekeurig gekozen worden. Echter, de meeste vatnekken hebben een cirkelvormige omtrek, zodat de breedte van de uitsteeksels bij voorkeur betrekkelijk gering gekozen 10 wordt om zo het ontstaan van plooien of scheuren te verhinderen.

De uitvinding heeft voorts betrekking op een binnendeel kennelijk bestemd voor gebruik in een vat volgens één der aangehechte conclusies.

15 De uitvinding zal hieronder verder worden toegelicht aan de hand van de figuren, die een voorbeeld van een uitvoering van het vat volgens de uitvinding weergeven.

Figuur 1 toont een bovenaanzicht van een tapstang en een vatnek volgens de uitvinding.

20 Figuur 2 toont een doorsnede van de tapstang en de vatnek volgens figuur 1 langs het vlak A-A.

Figuur 3 toont deels een zijaanzicht en deels een verticale doorsnede van de tapstang en de vatnek volgens Figuur 1.

25 Figuren 4 en 5 tonen respectievelijk een onderdeel van een tapstang en van een vatnek volgens de uitvinding.

Opgemerkt wordt dat in deze tekst wordt gesproken over boven en onder in relatie tot een rechtopstaand vat.

Bij een liggend vat wijzigen deze termen zich 30 dienovereenkomstig.

De figuren tonen een gedeelte van de bovenwand 1 van een vat (niet weergegeven) voor bier, frisdrank en dergelijke. In deze bovenwand 1 is een ronde opening 2 gevormd die wordt omgeven door een vatnek 3. In de vatnek 3 35 is een binnendeel, in dit geval een zogenaamde tapstang 4, bevestigd. Deze tapstang 4 omvat een in hoofdzaak 1015643 3 cilindrisch uitwendig huis of omhulsel 5 dat permanent met de vatnek 3 is verbonden op een wijze die hieronder in meer detail besproken zal worden.

In het omhulsel 5 is door middel van een 5 bajonetverbinding 6 een inwendig huis 7 bevestigd. Tussen het omhulsel 5 en het huis 7 zijn een klep 8 en een sluitveer 9 bevestigd die, op een op zichzelf bekende manier, een afsluitorgaan voor het vat vormen. Aan de onderzijde van het huis 7 is een stijgbuis 10 bevestigd.

10 Voorts bevindt zich, vlak onder de bovenwand 1 van het vat, een aantal openingen 11 in het huis 7 voor het doorlaten van een gas waarmee een vloeistof die zich in het vat bevindt door de stijgbuis omhoog geperst kan worden.

Tussen het omhulsel 5 en de vatnek 3 is een 15 pakking, zoals een rubberen O-ring 12, geplaatst om (gas)lekkage vanuit het inwendige van het vat te verhinderen.

Op de tapstang 4 kan een koppeling van een tapinstallatie, bijvoorbeeld een zogenaamde tapkop, worden 20 aangesloten. Deze onderdelen zijn op zichzelf bekend en zullen hier niet nader worden toegelicht.

Zoals goed is te zien in figuur 5, bestaat de vatnek 3 in dit voorbeeld, voordat de tapstang 4 wordt aangebracht, in hoofdzaak uit een cilindrische, opstaande 25 rand die een intergraal geheel vormt met de bovenwand 1 van het vat. Aan de bovenzijde van deze rand bevindt zich een aantal uitsteeksels, in dit geval naar boven toe smaller wordende tanden 13. Om te verhinderen dat het buigen van de uitsteeksels resulteert in plooien of scheuren zijn voor 30 bijvoorbeeld een cirkelvormige vatnek met een inwendige diameter van circa 60 millimeter uitsteeksels met een breedte (langs de omtrek van de vatnek) van bij voorkeur 4 a 5 millimeter zeer geschikt. Overigens is de gezamenlijke of totale breedte van de tanden van belang voor de sterkte van 35 de verbinding tussen de vatnek 3 en het omhulsel 5, zodat deze gezamenlijke of totale breedte, met name wanneer 1015643 4 gebruik gemaakt wordt van dunne materialen of materialen met een relatief lage sterkte, bij voorkeur zo groot mogelijk gekozen wordt.

Het omhulsel 5 is voorzien van een cilindrische 5 onderrand 14 met een buitendiameter die nauwelijks kleiner is dan de binnendiameter van de vatnek 3. Aan de bovenzijde van deze onderrand 14 bevinden zich een aantal radiaal verlopende nokken 15 die een paar millimeter buiten de buitendiameter van de onderrand 14 steken en die een breedte 10 hebben die kleiner of nagenoeg gelijk is aan de breedte van de ruimte tussen de tanden 13. De nokken 15 en de tanden 13 zijn equidistant over de omtrek van respectievelijk het omhulsel 5 en de opstaande rand verdeeld. Wanneer het omhulsel 5, of een tapstang 4 waarvan het omhulsel 5 deel 15 uit maakt, op de vatnek 3 word* geplaatst, steunen de nokken 15 tussen de tanden 13 op de opstaande rand en is de positie van het omhulsel 5, op één graad van vrijheid (te weten translerend langs de centrale as van de opening 2 en van het vat af) na, gefixeerd.

20 Door vervolgens tanden 13 naar het omhulsel 5 toe te buigen, wordt de toestand volgens figuren 1-3 bereikt en is op eenvoudige wijze een zeer effectieve bevestiging van het omhulsel 5 en daarmee van de tapstang 4 verkregen.

In de getoonde uitvoering lopen de nokken 15 in een 25 radiale en naar de centrale as toegekeerde richting door. De vorm van de tanden 13 op de vatnek 3 is zodanig gekozen dat deze, althans in verbogen toestand, ongeveer gelijk is aan de vorm van de ruimte tussen de nokken 15. Hierdoor wordt het terugbuigen van de tanden 13 en daarmee de verwijdering 30 van een tapstang 4 uit het vat bemoeilijkt. Eventueel kunnen de hoogte en de vorm van het uiteinde van de tanden 13 zo gekozen worden dat dit uiteinde, na verbuigen, aanligt of nagenoeg aanligt tegen het omhulsel 5.

De beschreven vatnek 3 kan bijvoorbeeld vervaardigd 35 worden door in een plaat van bijvoorbeeld roestvrij staal, die bestemd is als bovenzijde van een te vervaardigen vat, 0 1 5 6 4 3 5 een rond gat te snijden of te stansen dat langs de omtrek is voorzien van een aantal tanden en vervolgens ter plaatse van dit gat een opstaande rand te vormen. Vanzelfsprekend is het ook mogelijk eerst een gat te maken en een opstaande rand te 5 vormen en pas daarna de tanden aan te brengen.

In sommige gevallen is het wenselijk het binnendeel of onderdelen hiervan met enige regelmaat te verwijderen, bijvoorbeeld voor reiniging of vervanging van één of meer onderdelen, zoals de terugslagklep. Ten behoeve hiervan kan 10 het binnendeel volgens de uitvinding bijvoorbeeld zo geconstrueerd worden dat slechts het omhulsel permanent aan de vatnek is gemonteerd, terwijl bijvoorbeeld het samenstel van het inwendige huis, het afsluitorgaan en de stijgbuis hierin losneembaar is bevestigd.

15 Indien het vat onder druk staat is het wenselijk of, afhankelijk van de geldende voorschriften, noodzakelijk dat de losneembare delen geborgd worden, bijvoorbeeld door een borgring die in een inwendige omtreksgroef in respectievelijk de vatnek en het binnendeel is opgenomen.

20 Voor het opheffen van de borging door de borgring kan deze met een speciaal gereedschap uit de inwendige omtreksgroef geduwd of getrokken worden, waarna het binnendeel naar buiten kan bewegen.

Uit het voorgaande zal duidelijk zijn dat het vat 25 volgens de uitvinding op een eenvoudige en betrouwbare manier van een vatnek en vervolgens van een tapstang of dergelijke voorzien kan worden. Hierdoor kunnen deze vaten eventueel voor éénmalig gebruik uitgevoerd worden

De uitvinding is niet beperkt tot de in de figuren 30 weergegeven en in het voorgaande beschreven uitvoering, welke immers op verschillende manieren binnen het kader van de conclusies gevarieerd kan worden. Zo kan het binnendeel bijvoorbeeld voorzien zijn van tangentiële gleuven (in plaats van of naast radiale nokken) waar de uitsteeksels op 35 de opstaande rand van de vatnek doorheen steken.

Claims (10)

1. Vat voor frisdrank, bier en dergelijke dat is 5 voorzien van een vatnek en een met een afsluitorgaan uitgevoerd binnendeel dat in een opening van de vatnek past, met het kenmerk, dat de vatnek een integraal geheel vormt met ten minste een deel van de wand van het vat.

2. Vat volgens conclusie 1, waarbij de wand van het 10 vat ten minste ter plaatse van de vatnek een plaatmateriaal omvat en de vatnek uit dit materiaal is gevormd.

3. Vat volgens conclusie 1 of 2, waarbij de vatnek een opstaande rand omvat, waarvan ten minste een deel naar het binnendeel toe is gebogen, waardoor het binnendeel wordt 15 vastgehouden in een richting langs of parallel aan een denkbeeldige centrale as door de opening in de vatnek en van het vat af.

4. Vat volgens conclusie 3, waarbij de opstaande rand is voorzien van een aantal uitsteeksels die naar het 20 binnendeel toe gebogen zijn.

5. Vat volgens één der voorgaande conclusies, waarbij het binnendeel twee of meer uitstekende gedeelten omvat die op deze rand rusten.

6. Vat volgens conclusie 5, waarbij de uitstekende 25 gedeelten op het binnendeel en de uitsteeksels op de opstaande rand equidistant over de omtrek van respectievelijk het binnendeel en de opstaande rand verdeeld zijn.

7. Vat volgens één der conclusies 4-6, waarbij de 30 uitstekende gedeelten in een radiale en naar de centrale as toegekeerde richting doorlopen en de vorm van de uitsteeksels op de vatnek althans ongeveer gelijk is aan de ruimte tussen de uitstekende gedeelten die aan deze uitsteeksels grenzen.

8. Vat volgens conclusie 7, waarbij het binnendeel is voorzien van een huis dat boven de vatnek en de rand 1 0 1 5 fi /. τ uitsteekt en waarbij tussen het uiteinde van ten minste een deel van de tanden en dit huis geen of slechts een zeer geringe ruimte aanwezig is.

9. Vat volgens één der voorgaande conclusies, 5 waarbij tussen de vatnek en het binnendeel een pakking, zoals een elastische afdichtring, is aangebracht voor het vormen van een afdichting tussen het binnendeel en de vatnek.

10. Binnendeel kennelijk bestemd voor gebruik in 10 een vat volgens één der voorgaande conclusies. I 0 1 5 fi i x