NL8620488A - Inzetstukken ter bevestiging in openingen. - Google Patents

Description

8620488 60.77.1008 PCT/AU86/00375 GOODALL, Donald, Terry / Blakehurst, NSW 2220, Australië

INZETSTUKKEN TER BEVESTIGING IN OPENINGEN

De uitvinding heeft betrekking op inzetstukken ter bevestiging in openingen en, ofschoon daartoe niet beperkt, in het bijzonder geschikt ter bevestiging in openingen in kunststof vaten.

5 Vaten zijn meestal gevormd als een vatlichaam, voorzien van een opening waarin een nekelement is vastgezet dat in verbinding staat met het inwendige van het vat, waarbij het nekelement voorzien is van inwendige of uitwendige schroefdraad, waarop of waarin een deksel of een plug kan 10 worden aangebracht, waardoor de opening in de nek wordt afgesloten om het vat af te sluiten of om een schenktuit op te nemen om de inhoud van het vat zonder veel morsen te kunnen uitschenken.

Bij metalen vaten blijkt de fabricage van het nekelement 15 als éën geheel met de vatwand duur te zijn, terwijl, wanneer het nekelement als een afzonderlijk deel wordt vervaardigd, de afdichting ervan in een opening van het vat moeilijk is. Daarom is reeds voorgesteld om inzetstukken voor vaten van kunststof materiaal te vervaar-20 digen, en in dat geval kan het inzetstuk eenvoudig onder voorspanning in een opening van het vat worden aangebracht, waarbij de afdichting tussen het inzetstuk en het vat teweeg wordt gebracht door een radiale afdichtkracht die door het inzetstuk op de rand van de opening in het 25 vat waarin het inzetstuk wordt aangebracht wordt uitgeoefend.

In gebruik hebben dergelijke inzetstukken de neiging om in langsrichting in de opening van het vat heen en weer 8820488 V ' -2- te bewegen. Deze beweging wordt veroorzaakt door krachten die op het vat worden uitgeoefend, bijvoorbeeld door ruwe behandelingen, en in sommige gevallen wordt door dergelijke bewegingen de afdichting tussen de vatopening en 5 het inzetstuk verbroken, waardoor het vat zal lekken.

Volgens een eerste aspect van de uitvinding wordt een inzetstuk van een vat voorgesteld, waarmee deze problemen worden ondervangen, volgens een ander aspect wordt een vat verschaft dat voorzien is van een dergelijke inzet-10 stuk, terwijl overeenkomstig een nog ander aspect van de uitvinding een afdichtende verbinding van twee buisdelen door een dergelijk inzetstuk wordt verkregen.

Een voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding zal nu worden beschreven onder verwijzing naar de tekeningen.

15 Figuur 1 toont in perspectief een inzetstuk volgens de uitvinding;

Figuur 2 is een dwarsdoorsnede, waarin het aanbrengen van het inzetstuk in een vat wordt weergegeven?

Figuur 3 is een dwarsdoorsnede van het inzetstuk gemon-20 teerd in een vat;

Figuur 4 toont op vergrote schaal de vergrendeling van het inzetstuk in een vat;

Figuur 5 toont in dwarsdoorsnede een inzetstuk voorzien van een integrale schenktuit; 25 Figuur 6 is een dwarsdoorsnede weergevend een inzetstuk gebruikt voor de verbinding van twee buisdelen.

8620488, -3-

Zoals weergegeven in de tekeningen, is een inzetstuk 1 vervaardigd uit twee delen, namelijk een kapelement 2 en een grendelelement 3. Het kapelement 2 is gevormd als een cirkelvormige schijf 4, voorzien van een opening 5, een 5 eerste integrale cilindrische bus 6 die zich vanaf de omtrek van de opening naar binnen toe uitstrekt en die de nek van het inzetstuk vormt, waarbij de binnenwand van de bus van schroefdraad is voorzien, zoals aangegeven met 7, voor het opnemen van een afsluitplug 8. Voor bepaalde 10 toepassingen kan het inzetstuk voorzien zijn van een verder niet weergegeven, losscheurbaar membraan dat over de bodemzijde van de nek is bevestigd.

Vanuit de schijf 4 strekt zich een tweede integrale bus 9 uit, welke bus radiaal aan de buitenzijde op afstand van 15 de eerste bus 6 is aangebracht, waarbij tussen deze bussen een ruimte 10 wordt gevormd. Bus 9 is iets langer dan bus 6, en is voorzien van een naar binnen versprongen deel dat een kanaal 11 vormt dat in de bus 9 gevormd wordt door compressie door de grendelrand 28. De bus rolt 20 niet binnenwaarts, wanneer deze door de grendelrand 28 wordt samengedrukt dankzij een verlengstuk van de bus 9. Daarbij wordt gebruikgemaakt van een uitsparing 16 en, zoals weergegeven in figuur 4, van een tong 12 waarvan het doel hieronder zal worden uiteengezet.

25 Vanaf de schijf strekt zich een flens 13 uit die is ingericht om aan te liggen tegen de buitenwand van het vat. Het grendelelement 3 is voorzien van een ringvormig deel met twee benen 14 en 15, waartussen een ruimte 16 wordt gevormd, welke ruimte onder de inwendige druk van 30 het vat staat via ten minste één, in de onderrand 17 gevormde opening. Het been 15 strekt zich uit in een vlak 8620488 -4- dat loodrecht staat op het vlak van de onderrand 17 van de ring, terwijl de wand van het been 14 geknikt verloopt, zoals aangegeven met 18 en 19, vanaf een punt 20, uitlopend in de onderrand van het ringelement, waardoor 5 een soort neus wordt gevormd om een samengesteld inzet-stuk gemakkelijker in een vat te kunnen aanbrengen, waarbij het binneneinde van het been 14 voorzien is van een ingevormd kanaal 21.

De verschillende componenten, namelijk het kapelement 2 10 en het grendelelement 3, worden geassembleerd, waarbij been 15 wordt bevestigd aan bus 6 door middel van sonisch lassen en waarbij tong 12 een ligplaats vindt in het kanaal 16, zoals weergegeven in figuur 4. Het zal duidelijk zijn dat de verschillende componenten ook op andere 15 wijze met elkaar kunnen worden verbonden, bijvoorbeeld door middel van lijm of door de verschillende componenten van in elkaar grijpende secties te voorzien, zoals op het onderhavige gebied algemeen bekend is, waarbij deze in elkaar grijpende secties in elkaar snappen om êên geheel 20 te vormen.

In de geassembleerde toestand van het inzetstuk ligt de , ruimte 10 in lijn met de ruimte 16, waarbij de benen 6 en 15 de binnenwand van het inzetstuk en de benen 9 en 14 de buitenwand van het inzetstuk vormen.

25 De vatwand 22 is voorzien van een cilindrische opening 23. De wand is bij 24 naar boven en bij 25 .naar binnen gebogen, waardoor een zitting voor de flens 13 van het inzetstuk wordt gevormd, en verloopt vervolgens naar binnen en naar beneden onder een scherpe hoek bij 26, en 30 dan naar beneden bij 27, waardoor een grendelrand wordt gevormd die in het algemeen met 28 is aangeduid.

8620488 -5-

De diameter van de bus 9 is iets groter dan de opening 23 in het vat. Het inzetstuk wordt in de opening 23 aangebracht op de wijze zoals weergegeven in figuur 2, waarbij het vat en het inzetstuk beide in bepaalde mate vervor-5 men, waardoor het inzetstuk nauw passend in de opening komt te liggen, waarbij in deze stand de grendelrand 28 het kanaal 11 vormt, waarbij een onderkant van de rand aanligt tegen de bovenkant 29 van het element 3 en flens 13 op het oppervlak 25.

10 De constructie van het inzetstuk en de bevestiging ervan in de opening van een vat is zodanig, dat elke beweging tussen het inzetstuk en het vat wordt opgenomen door vervorming van het vat en/of inzetstuk, zonder dat daardoor de afdichting tussen de verschillende componenten ongun-15 stig wordt beïnvloed.

Het inzetstuk kan doelmatig worden uitgevoerd voor de afvoer van vloeistoffen uit een vat door het schroef-draadgedeelte 7 en de afdichtplug 8 te vervangen door een integraal aan het inzetstuk bevestigde schenktuit 29.

20 Zoals weergegeven in figuur 6, kan het inzetstuk ook zijn vervaardigd uit drie elementen, namelijk een verlengd kapelement 30 en twee grendelelementen 3, om buisdelen gemakkelijk met elkaar te kunnen verbinden. Het verlengde kapelement 30 is gevormd uit een cirkelvormige schijf 4 25 met daarin een opening, een eerste, integrale, cilindrische bus die zich zowel naar binnen als naar buiten toe vanaf de omtrek van de opening uitstrekt en die de nek van het inzetstuk vormt.

8-6 2 0 4 8 8 -6-

Vanuit de schijf 4 strekt zich zowel naar binnen als naar buiten een tweede integrale bus 9 uit, radiaal naar buiten op afstand van de eerste bus 6, waardoor de ruimtes 10 worden bepaald. De bussen 9 zijn iets langer 5 dan de bus 6 en zijn voorzien van naar binnen versprongen delen, waardoor kanalen 11 worden gevormd die in de bussen 9 worden gevormd door compressie door de grendel-randen 28. De bussen rollen niet naar binnen, wanneer ze door de grendelranden 28 worden samengedrukt dankzij 10 verlengstukken van de bussen 9. Daarbij wordt gebruikgemaakt van uitsparingen 16 en een tong 12. Flenzen 13, die zijn ingericht om afdichtend aan te liggen tegen een buitenvlak van de buisdelen, strekken zich naar beneden en naar boven uit vanaf de schijf 4.

15 Voor de grendelelementen 3, het verbinden van de verschillende delen en het aanbrengen daarvan wordt naar het hiervoor beschrevene verwezen.

« 1620488

Claims (17)

1. Inzetstuk om in een opening vast te zetten, voorzien van: een eerste element met een cilindrisch deel voorzien van een doorgang, en 5 een grendelelement voorzien van een doorgang, welk grendelelement is ingericht om aan ëén eind van het cilindrisch deel van het eerste element vast te worden bevestigd, een en ander zodanig, dat in gebruik het eerste 10 element zich tot in de opening uitstrekt en daarmee in ingrijping is en samenwerkt met het grendelelement, dat in de opening is gelegen, om het inzetstuk i in de opening te vergrendelen, zodanig dat de doorgangen in lijn met elkaar liggen en zich door de 15 opening heen uitstrekken.

2. Inzetstuk volgens conclusie 1, met het kenmerk dat het inzetstuk is voorzien van een schroefdraaddeel voor het opnemen van een inzet om de doorgang af te sluiten.

3. Inzetstuk volgens conclusie 1, met het kenmerk dat het inzetstuk is voorzien van een schenktuit die in verbinding staat met de doorgang en die zich van het cilindrisch deel af uitstrekt. 8620488 t -8-

4. Inzetstuk volgens conclusie 1, gekenmerkt door een tweede cilindrisch deel met een doorgang dat zich vanaf het eerste element op afstand van het eerste cilindrisch deel uitstrekt, zodanig dat de doorgan-5 gen van beide cilindrische delen met elkaar in verbinding staan, waarbij het inzetstuk is ingericht om twee pijpen met elkaar te verbinden, waarbij tijdens gebruik het eerste cilindrisch deel vergrendeld is in de opening van één pijp door middel 10 van het grendelelement, en het tweede cilindrisch deel vergrendeld is in de opening van een tweede pijp door middel van een tweede grendelelement, een en ander zodanig dat de beide pijpen afgedicht met elkaar worden verbonden.

5. Inzetstuk volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat elk cilindrisch deel twee concentrische cilinders omvat die binnen elkaar zijn aangebracht, zodat daartussen een ruimte wordt gevormd.

6. Inzetstuk volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat het eerste element als een cirkelvormige schijf is gevormd voorzien van een opening daarin alsmede een cilindrisch deel dat concentrisch daaraan is bevestigd en zich naar 25 binnen toe vanaf de schijf uitstrekt en de nek van het inzetstuk vormt.

7. Inzetstuk volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat het aan de buitenzijde geplaatste cilinderdeel langer is dan de naar binnen geplaats-30 te bus. 8620488 -9-

8. Inzetstuk volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat dat de nek van het inzetstuk is afgesloten door een losscheurbaar membraan over de doorgang aan te brengen.

9. Inzetstuk volgens conclusie 1, met het kenmerk dat het grendelelement voorzien is van een binnenbus, waarbij het binneneinde van deze binnenbus integraal bevestigd is aan een rondlopende lip die zodanig is gevormd dat het inzetstuk nauw passend aansluit op 10 een binnenvlak van de opening, waarbij de rondlopen de lip zich onder een hoek naar dat binnenvlak uitstrekt, en waarbij de rondlopende lip integraal bevestigd is aan een cirkelvormige ring die nagenoeg evenwijdig aan de binnenbus verloopt, zodanig dat 15 deze concentrisch is geplaatst binnen de aan de buitenzijde geplaatste cilinder van het cilindervormig deel van het eerste element, waarbij elkaar snijdende gedeelten van de cirkelvormige ring en van de rondlopende lip een groef vormen voor het 20 opnemen van de aan de buitenzijde geplaatste cilin der.

10. Inzetstuk volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat het eerste element en het grendelelement met elkaar zijn verbonden, waarbij de 25 binnenbus van het grendelelement is bévestigd aan de aan de binnenzijde geplaatste cilinder van het cilindrisch deel van het eerste element door middel van zich cilindrisch uitstrekkende middelen.

11. Inzetstuk volgens conclusie 10, met het kenmerk dat 30 de binnenbus van het grendelelement en de aan de 86 2 0 4 8 8 -10- . m binnenzijde geplaatste cilinder van het cilindervormig deel van het eerste element de binnenwand vormen van het inzetstuk, waarbij de aan de buitenzijde geplaatste cilinder van het cilindrisch deel 5 van het eerste element en de cirkelvormige ring van het grendelelement de buitenwand vormen van het inzetstuk, en waarbij de ruimte van het eerste element ligt tegenover een ruimte van het grendelelement, waarbij de ruimte van het grendelelement 10 begrensd wordt door de binnenbus van dit grendel element en de cirkelvormige ring, in de geassembleerde toestand van het inzetstuk.

12. Inzetstuk volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat het inzetstuk is vervaardigd van 15 een materiaal met plastische eigenschappen.

13. Vat voor gebruik met een inzetstuk, waarin de vatwand voorzien is van een cilindrische opening, welke opening voorzien is van een zich radiaal uitstrekkend uitsteeksel, waardoor een grendelrand 20 wordt gevormd, alsmede een aan de buitenzijde verhoogd oppervlak rond de opening, waarbij dit uitwendig verhoogd oppervlak een zitting vormt voor een flens van het inzetstuk.

14. Vat volgens conclusie 13, met het kenmerk dat het 25 aan de buitenzijde verhoogd oppervlakdeel en de grendelrand zijn gevormd als een integraal deel van de vatwand.

15. Vat volgens conclusie 14, met het kenmerk dat het integrale deel van de vatwand gevormd wordt door een 8620488 « -11- cilindrische ring die zich naar buiten toe van de vatwand uit uitstrekt naar de binnenrand van het buiteneinde van de cilindrische ring die één geheel vormt met de ringschijf haaks daarop, waarbij deze 5 schijf voorzien is van een opening, waaraan een naar binnen divergerend conisch deel integraal is bevestigd dat zich uitstrekt tot de binnenomtrek daarvan die gevormd wordt door een integraal daaraan bevestigde, zich naar binnen toe uitstrekkende ring die 10 zich haaks op het vatoppervlak uitstrekt, waarbij de zich naar binnen uitstrekkende ring de grendelrand vormt en waarbij de haaks verlopende ring het naar de buitenzijde verhoogde oppervlak bepaalt.

16. Vat volgens een van de voorgaande conclusies, met 15 het kenmerk dat de inwendige diameter van de gren delrand kleiner is dan de uitwendige diameter van de buitenwaarts geplaatste cilinder van het cilindrisch deel van het eerste element van het inzetstuk.

17. Inzetstuk volgens conclusie 11, met het kenmerk dat 20 de grendelrand van het vat een kanaal vormt in de aan de buitenzijde gelegen cilinder van het eerste element, waardoor de aan de buitenzijde gelegen cilinder van de buitenwand van het inzetstuk gedwongen wordt plastisch te vervormen rond de grendelrand. 8620488.