NL1015486C2 - Inrichting voor het positioneren van producten in een bewerkingsinrichting. - Google Patents

Inrichting voor het positioneren van producten in een bewerkingsinrichting. Download PDF

Info

Publication number
NL1015486C2
NL1015486C2 NL1015486A NL1015486A NL1015486C2 NL 1015486 C2 NL1015486 C2 NL 1015486C2 NL 1015486 A NL1015486 A NL 1015486A NL 1015486 A NL1015486 A NL 1015486A NL 1015486 C2 NL1015486 C2 NL 1015486C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
products
elements
band elements
band
belt
Prior art date
Application number
NL1015486A
Other languages
English (en)
Inventor
Cornelis Nicolaas Gillesse
Carl Eric Emil Lehtonen
Original Assignee
We Engineering B V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by We Engineering B V filed Critical We Engineering B V
Priority to NL1015486A priority Critical patent/NL1015486C2/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL1015486C2 publication Critical patent/NL1015486C2/nl

Links

Classifications

    • HELECTRICITY
    • H01ELECTRIC ELEMENTS
    • H01LSEMICONDUCTOR DEVICES NOT COVERED BY CLASS H10
    • H01L21/00Processes or apparatus adapted for the manufacture or treatment of semiconductor or solid state devices or of parts thereof
    • H01L21/67Apparatus specially adapted for handling semiconductor or electric solid state devices during manufacture or treatment thereof; Apparatus specially adapted for handling wafers during manufacture or treatment of semiconductor or electric solid state devices or components ; Apparatus not specifically provided for elsewhere
    • H01L21/677Apparatus specially adapted for handling semiconductor or electric solid state devices during manufacture or treatment thereof; Apparatus specially adapted for handling wafers during manufacture or treatment of semiconductor or electric solid state devices or components ; Apparatus not specifically provided for elsewhere for conveying, e.g. between different workstations

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Physics & Mathematics (AREA)
  • Condensed Matter Physics & Semiconductors (AREA)
  • General Physics & Mathematics (AREA)
  • Manufacturing & Machinery (AREA)
  • Computer Hardware Design (AREA)
  • Microelectronics & Electronic Packaging (AREA)
  • Power Engineering (AREA)
  • Belt Conveyors (AREA)

Description

Titel: Inrichting voor het positioneren van producten in een bewerkingsinrichting.
De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het positioneren van producten in een bewerkingsinrichting. De uitvinding heeft in het bijzonder betrekking op een dergelijke inrichting voor het positioneren van producten tussen ten minste twee relatief ten opzichte van 5 elkaar beweegbare gereedschapsdelen voor het bewerken van althans gedeeltelijk plaatvormige producten. Een dergelijke inrichting is uit de praktijk bekend en wordt bijvoorbeeld geleverd door de firma Fico B.V. te Duiven, Nederland.
Bij deze bekende inrichting, die bijvoorbeeld wordt gebruikt voor 10 het ponsen van metalen delen van electronische componenten zoals transistors of IC's, worden producten in zogenaamde leadframes aangevoerd. Daarin is een reeks componenten onderling verbonden door reeds gedeeltelijk voorgestanste metaaldelen. In de metaaldelen zijn transportopeningen voorzien. De inrichting omvat voorts twee ten opzichte 15 van elkaar beweegbare gereedschapsdelen waarmee bijvoorbeeld de verbindende delen van de metaaldelen kunnen worden weggesneden voor het verkrijgen van losse producten of waarmee poten van de componenten kunnen worden gezet of geknipt. In een der gereedschapsdelen is een enigszins beweegbare pen in de bewerkingsrichting van het 20 gereedschapsdeel voorzien die als positioneringsmiddel wordt gebruikt.
Wanneer de producten tussen de gereedschapsdelen worden gepositioneerd dient deze pen exact in een positioneringsopeningen te kunnen worden bewogen. Slechts dan is het betreffende product, althans de reeks producten goed gepositioneerd. Kan de pen niet, althans niet zonder weerstand in een 25 positioneringsopening worden bewogen dan is van een juiste positionering geen sprake. Dit wordt geconstateerd door een met de beweegbare pen verbonden sensor die zeer geringe verplaatsingen kan constateren.
1015486 2
Dit betekent dat de producten bijzonder nauwkeurig gepositioneerd moeten worden. Daartoe zijn transportmiddelen voorzien, in de vorm van een pennentransport. Dit is een inrichting voorzien van een serie armen die zich haaks op de transportrichting uitstrekken, aan hun einden elk voorzien 5 van twee zich evenwijdig aan elkaar en verticaal uitstrekkende pennen. De pennen kunnen met behulp van de armen verticaal worden bewegen, waardoor deze in en uit de transportopeningen kunnen worden bewogen. Wanneer zij in de transportopeningen zijn bewogen kunnen de armen in horizontale richting worden bewogen, in genoemde transportrichting, 10 waardoor de producten kunnen worden verschoven tussen twee zich evenwijdig aan elkaar en aan de transportrichting uitstrekkende, metalen geleidingsruggen.
Deze bekende inrichting heeft als nadeel dat de producten aanliggen tegen de stilstaande ruggen en daarlangs worden bewogen, 15 waardoor wrijving ontstaat. Dit kan een vloeiende beweging van de producten verhinderen en bovendien tot beschadiging van de producten leiden. In het bijzonder kunnen afwerklagen van de producten, bijvoorbeeld metallurgische lagen zoals tinlagen worden beschadigd, hetgeen vermeden dient te worden. Voorts kan het directe, schuivende contact leiden tot 20 statische lading van de producten. Een verder nadeel van deze bekende inrichting is dat voor elk type product specifiek gevormde geleidingsruggen moeten worden voorzien, welke kostbaar zijn en bovendien relatief veel ruimte innemen.
De uitvinding beoogt een positioneringsinrichting van de in de 25 inleiding beschreven soort, waarbij de genoemde nadelen zijn vermeden, met behoud van de voordelen daarvan. Daartoe wordt een inrichting volgens de uitvinding gekenmerkt door de maatregelen volgens conclusie 1.
Bij een inrichting volgens de uitvinding worden de producten opgenomen tussen de bandelementen. Daarbij worden de producten zodanig 30 aangegrepen dat deze opgesloten worden, ten minste in richtingen anders 1015485 3 dan de transportrichting. De bandelementen kunnen evenwijdig aan elkaar, evenwijdig aan de transportrichting bewegen. Dit betekent dat de bandelementen kunnen meebewegen met de producten, zodat geen relatieve beweging ontstaat tussen de producten en de geleidingsmiddelen of andere 5 elementen van de inrichting in contact met de producten. Hierdoor worden de producten tijdens transport goed beschermd zowel als bijzonder nauwkeurig gepositioneerd. Bovendien kunnen de bandelementen eenvoudig worden uitgewisseld voor andere bandelementen, passend bij andere producten, terwijl de bandelementen relatief weinig ruimte 10 innemen.
De bandelementen zijn bij voorkeur enigszins ruw uitgevoerd, althans zodanig dat verschuiving van de producten ten opzichte van de bandelementen in de transportrichting eenvoudig wordt verhinderd, zonder dat vastzetmiddelen noodzakelijk zijn voor de producten.
15 In een nadere uitwerking wordt een inrichting volgens de uitvinding voorts gekenmerkt door de maatregelen volgens conclusie 2.
Met behulp van de profilering wordt het voordeel bereikt dat de producten in alle richtingen anders dan de transportrichting kunnen worden opgesloten tussen de bandelementen, waardoor de positionering nog 20 verder wordt verbeterd en vereenvoudigd.
Bij voorkeur zijn de bandelementen enigszins elastisch, althans dwars op de transportrichting, waardoor klemming kan worden verkregen als gevolg van elastische vervorming. Daarbij kunnen de bandelementen door geleidingselementen worden ondersteund, in een richting haaks op de 25 transportrichting, waardoor wegdrukken van de bandelementen wordt verhinderd.
In een eerste nadere uitvoeringsvorm wordt een inrichting voorts gekenmerkt door de maatregelen volgens conclusie 5.
Met een dergelijke inrichting worden de producten tijdens gebruik 30 met behulp van verplaatsingsmiddelen anders dan de bandelementen 1015486 4 aangedreven, waarbij de meelopende bandelementen in hoofdzaak als ondersteuningsmiddel functioneren.
In een alternatieve of nadere uitwerking wordt een inrichting volgens de uitvinding gekenmerkt door de maatregelen volgens conclusie 6.
5 Aandrijving van de bandelementen voor verplaatsing van de producten biedt het voordeel dat een nog eenvoudiger inrichting wordt verkregen, met directe aandrijving van de producten. Daarbij verdient het de voorkeur dat de aandrijfmiddelen voor de bandelementen zijn gesynchroniseerd.
10 De uitvinding heeft voorts betrekking op een werkwijze voor het verplaatsen van producten, gekenmerkt door de maatregelen volgens conclusie 10.
Met een dergelijke werkwijze kunnen producten eenvoudig worden vastgenomen, getransporteerd en vastgehouden tijdens bewerking. De 15 bandelementen kunnen daarbij compact en eenvoudig worden uitgevoerd en zijn relatief goedkoop en eenvoudig aan te passen op specifieke producten.
De uitvinding heeft voorts betrekking op het gebruik van bandelementen voor het verplaatsen van producten, gekenmerkt door de maatregelen volgens conclusie 15.
20 De uitvinding heeft daarenboven betrekking op een bandelement voor gebruik in een inrichting of werkwijze volgens de uitvinding, gekenmerkt door de maatregelen volgens conclusie 16.
In de verdere volgconclusies zijn nadere voordelige uitwerkingen van de uitvinding gegeven.
25 Ter verduidelijking van de uitvinding zullen uitvoeringsvoorbeelden van een inrichting en werkwijze worden beschreven aan de hand van de tekening. Daarin toont: fig. 1 in perspectivisch aanzicht een bewerkingsinrichting met positioneringsmiddelen volgens de uitvinding; 1015486 5 fig. 2 in perspectivisch aanzicht de inrichting volgens conclusie 1, met grotendeels weggenomen gereedschapsdelen; fig. 3 in uitvergroting een zijaanzicht van een positioneringsinrichting volgens de uitvinding; 5 fig. 4a in bovenaanzicht een einddeel van een transportinrichting volgens de uitvinding; en fig. 4b het gedeelte van de transportinrichting volgens figuur 4a, horizontaal doorgesneden.
In deze beschrijving hebben gelijke of corresponderende delen 10 gelijke of corresponderende verwijzingscijfers. De in de figuren getoonde producten zijn slechts als voorbeeld gegeven. De uitvinding dient geenszins daartoe beperkt te worden uitgelegd.
Een bewerkingsinrichting als getoond in fig. 1 en 2 is nader beschreven in de op dezelfde dag door aanvraagster ingediende Nederlandse 15 octrooiaanvrage getiteld: "Inrichting en werkwijze voor het positioneren en bewerken van producten", welke octrooiaanvrage wordt geacht hierin door referentie te zijn opgenomen.
Fig. 1 toont in perspectivisch bovenaanzicht een bewerkingsinrichting 1, voorzien van een montagedeel 2 met daarop 20 gemonteerd een eerste gereedschapsdeel 4 en een ten opzichte daarvan met behulp van een beweginsmechanisme 6 beweegbaar tweede gereedschapsdeel 8.
Tussen de gereedschapsdelen 4, 8 strekken zich geleidingsmiddelen 12 uit, in de getoonde uitvoeringsvorm in de vorm van evenwijdige, eindloze 25 bandelementen 14, gevoerd over eindrollen 16. Deze zullen nog nader worden toegelicht aan de hand van de figuren 3 en 4. De bandelementen 14 maken deel uit van aan- en afvoermiddelen, waartoe tevens verplaatsingsmiddelen 18 behoren, in de getoonde uitvoeringsvorm in de vorm van een op zichzelf bekend pennentransport. Deze 30 verplaatsingsmiddelen 18 omvatten in de getoonde uitvoeringsvorm een 10154S6 6 viertal zich evenwijdig aan het montagedeel 2 uitstrekkende penplaten 20, in de richting P heen en weer beweegbaar, waarbij de richting P zich evenwijdig aan de bandelementen 14 uitstrekt. Aan het vrije einde is elke penplaat 20 voorzien van zich verticaal uitstrekkende pennen 24, welke met 5 behulp van een draagstrip 22 en de penplaten 20 in verticale richting beweegbaar zijn tussen een eerste stand waarbij de pennen 24 zich boven de bandelementen 14 uitstrekken en een tweede positie waarbij de pennen 24 zich althans gedeeltelijk tussen de bandelementen 14 uitstrekken. Op het doel hiervan wordt nog nader teruggekomen.
10 De bandelementen 14 strekken zich tussen de gereedschapsdelen 4, 8 uit, zodanig dat de producten 26, in de getoonde uitvoeringsvorm een leadframe 28 waarin de producten 26 zijn opgenomen, tussen de gereedschapsdelen kunnen worden ingevoerd en weer kunnen worden afgevoerd, met behulp van de aan- en afvoermiddelen. Het leadframe 28 15 omvat producten 26, in de getoonde uitvoeringsvorm transistoren. Met behulp van de gereedschapsdelen 4, 8 kunnen de transistoren 26 bijvoorbeeld uit het leadframe 28 worden gestanst, kunnen de poten daarvan worden bewerkt en dergelijke. Uiteraard kunnen de gereedschapsdelen 4, 8 bij toepassing bij andere producten andere 20 gereedschappen dragen. Ook kan de transportinrichting bij andere gereedschappen worden toegepast.
Zoals duidelijk blijkt uit de figuren is tijdens gebruik het leadframe 28 tussen de bandelementen 14 opgesloten. Daartoe zijn de bandelementen 14 specifiek gevormd, zoals nader als worden toegelicht aan 25 de hand van in het bijzonder figuur 3.
Figuur 3 toont vanaf de invoerzijde de transportmiddelen 12, in het bijzonder de omkeerrollen 16, gedragen op zich haaks op de montageplaat 2, evenwijdig aan elkaar uitstrekkende rotatieassen 17. Elke omkeerrol draagt een tandriemwiel 30 met buitenvertanding 32 waarop de band 14 wordt 30 geleid. De band 14 is aan de binnenzijde voorzien van een vertanding 34, in 101·*^** 7 figuur 4b ter hoogte van de keerrollen 16 getoond, welke binnenvertanding 34 is aangepast op de buitenvertanding 32 van het tandriemwiel 30. Daardoor wordt slip van de bandelementen 14 ten opzichte van de tandriemwielen 30 verhinderd. Overigens kunnen bandelement en 5 omkeerrol ook anders worden uitgevoerd, bijvoorbeeld glad. Het in figuur 3 ter linker zijde getoonde bandelement 14 ligt enigszins hoger dan het ter rechter zijde getoonde bandelement, hetgeen het gevolg is van het feit dat bij het getoonde product 26 ter linkerzijde het leadframe 28 hoger ligt dan de poten 27, althans het de poten omvattende deel van het leadrame 28 ter 10 rechter zijde. Bij andere producten kan deze positie anders worden gekozen.
Elk bandelement 14 is vervaardig uit een enigszins elastisch materiaal, bijvoorbeeld rubber of een elastomeer kunststof, waarbij in het buitenoppervlak 36 een groef 38 is voorzien, welke groef een hoogte heeft, gemeten evenwijdig aan de lengteas L van de assen 17, welke ongeveer 15 overeenkomt met de dikte van respectievelijk het leadframe 28 ter linkerzijde en de dikte van de poten 27, althans het de poten 27 omvattende deel van het leadframe 28 ter rechterzijde. De groef 38 ter rechter zijde is derhalve minder hoog dan die ter linker zijde. Bij voorkeur is de hoogte van de respectieve groeven 38 zodanig gekozen dat het leadframe 28 en de poten 20 27 daarin slechts kunnen worden op genomen door geringe elastische vervorming van de randen 39 aan weerszijden van de betreffende groef 38, zodanig dat wordt verhinderd dat de producten 26 ten opzichte van de bandelementen 14 kunnen verschuiven. De producten 26, althans het leadframe 28 wordt door de bandelementen 14 vastgeklemd. In deze positie 25 kunnen de pennen 24 in verticale richting in en uit positioneergaten 40 worden bewogen, tussen de bandelementen, zoals eerder besproken.
Het zal duidelijk zijn dat wanneer de pennen 24 van ten minste één penplaat 20 in positioneergaten 40 zijn bewogen, het leadframe 28 bij beweging van de verplaatsingsmiddelen 18 zal worden meegenomen, onder 30 gelijktijdige verplaatsing van de bandelementen 14. De 1 o 5 4 8 8 8 verplaatsingsmiddelen 18 zullen daarbij steeds met de pennen 24 in de eerste positie worden bewogen over een afstand X, bijvoorbeeld corresponderend met de afstand X tussen twee positioneergaten 40 of een veelvoud daarvan, in een richting tegengesteld aan de gewenste 5 transportrichting T van de leadframes 28. Vervolgens worden de pennen 24 in de tweede positie gebracht, passend in genoemde positioneergaten 40, waarna de verplaatsingsmiddelen 18 over dezelfde afstand X in de transportrichting T worden bewogen voor verplaatsing van het leadframe. Deze verplaatsingen vinden uiteraard plaats wanneer de gereedschapsdelen 10 4 en 8 uit elkaar zijn bewogen, zoals getoond in figuur 1.
Op een wijze zoals bijvoorbeeld beschreven in de eerder genoemde Nederlandse octrooiaanvrage getiteld "Inrichting en werkwijze voor het positioneren en bewerken van producten" kunnen zeer nauwkeurig bewerkingen worden uitgevoerd op de leadframes, althans de producten.
15 Daarbij kunnen bijvoorbeeld de producten 26 althans gedeeltelijk worden losgesneden uit het leadframe. Juist doordat verplaatsingen van het leadframe 28 ten opzichte van de bandelementen 14 te allen tijde worden verhinderd en het leadframe met de producten slechts tegelijkertijd met de bandelementen in de richting T kan worden bewogen wordt de gewenste 20 zeer nauwkeurige positionering van de producten, althans van de leadframes mogelijk. Overigens wordt opgemerkt dat met behulp van een positioneerinrichting 12 met bandelementen 14 volgens de uitvinding ook losse producten kunnen worden ingevoerd en getransporteerd, waarbij bijvoorbeeld de onderlinge afstand met behulp van aansluitende 25 invoermiddelen kan worden bepaald, welke onderlinge afstand nauwkeurig zal worden gehandhaafd door de klemmende, althans opsluitende werking van de bandelementen 14, in het bijzonder de groeven 38 en langsranden 39.
In het getoonde uitvoeringsvoorbeeld zijn de bandelementen 14 30 niet aangedreven, hetgeen betekent dat deze vrij kunnen bewegen door 1015486 9 rotatie van de tandriemwielen 30. Het is evenwel ook mogelijk één of beide bandelementen 14 aan te drijven, bijvoorbeeld door aandrijving van één of meer van de tandriemwielen 30. Daardoor wordt de mogelijkheid verkregen producten te transporteren zonder gebruik te maken van genoemd 5 pennentransport. De aandrijving voor de bandelementen zijn daarbij bij voorkeur gesynchroniseerd op op zichzelf bekende wijze.
De omlooprollen, althans de tandriemwielen 30 hebben een relatief kleine diameter. Bij voorkeur is deze kleiner dan de afstand tussen de bandelementen 14. Daardoor zijn de inloop en uitloop tussen de 10 bandelementen, dat wil zeggen de delen waar deze niet meer evenwijdig verlopen, bijzonder kort. Bovendien wordt daardoor de totale inbouwbreedte van de transportmiddelen nog verder beperkt.
De uitvinding is geenszins beperkt tot de in de beschrijving en de figuren getoonde uitvoeringsvoorbeelden. Vele variaties daarop zijn 15 mogehjk binnen het door de conclusies geschetste raam van de uitvinding.
Zo kunnen de bandelementen 14 andere profileringen hebben, aangepast aan de te transporteren producten. Zo kunnen bijvoorbeeld getrapte groeven of meerdere groeven zijn voorzien, welke ook althans gedeeltelijk naar boven en/of naar onder open kunnen zijn, bijvoorbeeld 20 wanneer producten dienen te worden opgenomen met zich evenwijdig aan het vlak van tekening in figuur 3 uitstrekkende plaatdelen. Ook kunnen in plaats van of naast de doorlopende groeven 38 uitsparingen in de bandelementen 14 zijn aangebracht, in lengterichting van het bandelement gezien onderhng gescheiden door ruggen of dergelijke, in welke gaten 25 productdelen kunnen worden opgenomen. Ook kan één of elk bandelement zijn voorzien van zich buiten het oppervlak uitstrekkende nokken, ruggen, ribben of dergelijke, voor aangrijping en positionering van te transporteren producten, bijvoorbeeld wanneer deze producten zijn voorzien van voor aangrijping daardoor geschikte openingen, uitsparingen of dergehjke.
1015486 10
In het getoonde uitvoeringsvoorbeeld zijn de bandelementen 14 geleid rond steunvlakken in de vorm van ruggen 42, zodanig dat bewegingen van de bandelementen 14 haaks op de transportrichting T in hoofdzaak worden verhinderd. Dit betekent dat de bandelemeten 14 over 5 hun lengte worden ondersteund. Indien gewenst kan enige beweging in genoemde richting haaks op de transportrichting T van de bandelementen 14 worden toegestaan, bijvoorbeeld door de ruggen 42 geheel of gedeeltelijk weg te laten. De bandelementen 14 kunnen aan hun in transportrichting gezien achterliggende einde aansluiten op verder transportmiddelen, 10 bijvoorbeeld een lopende band, schudband, schudkom of dergelijke, doch de producten kunnen bijvoorbeeld ook worden vrijgegeven naar een verzamelbak of dergelijke. De producten zullen eenvoudig door de bandelementen 14 worden vrijgegeven wanneer deze het genoemde in transportrichting achterliggende einde passeren.
15 Deze en vele vergelijkbare variaties worden geacht binnen het door de conclusies geschetste raam van de uitvinding te vallen.
1015486

Claims (16)

1. Inrichting voor het positioneren van producten in een bewerkingsinrichting, voorzien van ten opzichte van elkaar beweegbare gereedschapsdelen en aan- en afvoermiddelen voor producten naar en van een positie bij genoemde gereedschapsdelen, waarbij geleidingsmiddelen 5 zijn voorzien voor het geleiden van producten in de aan- en/of afvoermiddelen, welke geleidingsmiddelen ten minste twee zich althans tussen of langs de gereedschapsdelen ongeveer evenwijdig aan elkaar uitstrekkende, eindloze bandelementen omvatten waartussen producten kunnen worden geklemd, althans opgesloten in richtingen anders dan de 10 lengterichting van de bandelementen.
2. Inrichting volgens conclusie 1, waarbij de bandelementen zijn voorzien van een profilering in de vorm van ten minste één groef of rug, zodanig dat tijdens gebruik producten tussen de bandelementen kunnen worden ingeklemd in een zich althans gedeeltelijk in de ten minste ene 15 groef of op de ten minste ene rug uitstrekkende positie en in deze positie in de langsrichting van de bandelementen daarmee kunnen verplaatsen.
3. Inrichting volgens conclusie 1 of 2, waarbij de bandelementen enigszins elastisch zijn uitgevoerd, zodanig dat de producten tijdens gebruik door ten minste elastische vervorming worden ingeklemd.
4. Inrichting volgens conclusie 3, waarbij de bandelementen zich langs steunvlakken uitstrekken, zodanig dat bij plaatsing van producten tussen de bandelementen de bandelementen door de steunvlakken worden ondersteund.
5. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarbij 25 verplaatsingsmiddelen zijn voorzien voor aangrijping van producten tussen de bandelementen, welke verplaatsingmiddelen althans gedeeltelijk beweegbaar zijn in een transportrichting evenwijdig aan de lengterichting 1015486 van de bandelementen voor het daartussen, althans daarmee verschuiven van producten.
6. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarbij tijdens gebruik de bandelementen worden aangedreven voor verplaatsing van de 5 producten.
7. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de bandelementen elk over twee eindrollen zijn gevoerd, welke eindrollen een diameter hebben die kleiner is dan de afstand tussen de bandelementen.
8. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarbij ten 10 minste de aanvoermiddelen zijn ingericht voor het aanvoeren van een strip onderling verbonden producten, in het bijzonder een lead-frame electronische componenten, waarbij de gereedschapsdelen zijn ingericht voor het bewerken van de producten in de strip.
9. Inrichting volgens conclusie 8, waarbij de gereedschapsdelen zijn 15 ingericht voor het ten minste van de strip losnemen van producten, waarbij de afvoermiddelen zijn ingericht voor afvoer van de losgenomen producten.
10. Werkwijze voor het verplaatsen van producten, ten minste langs of door gereedschap, waarbij producten in een vooraf gekozen stand tussen twee zich althans gedeeltelijk evenwijdig aan elkaar uitstrekkende, eindloze 20 en zich langs of tussen gereedschapsdelen uitstrekkende bandelementen worden gebracht, zodanig dat de producten door de bandelementen worden ingeklemd, althans ingesloten, waarna de producten worden aangedreven, zodanig dat de producten althans gedeeltelijk naast of tussen gereedschapsdelen worden gebracht en daarmee worden bewerkt, waarna 25 de bewerkte producten met behulp van de bandelementen worden afgevoerd.
11. Werkwijze volgens conclusie 10, waarbij de producten worden aangedreven met daarop aangrijpende verplaatsingsmiddelen, waarbij de bandelementen vrij bewegen over eindrollen en met de producten 30 meebewegen. 1015486
12. Werkwijze volgens conclusie 10, waarbij de bandelementen worden aangedreven.
13. Werkwijze volgens een der conclusies 10 - 12, waarbij de producten met tegenovergelegen einden althans gedeeltelijk in groeven of dergelijke 5 uitsparingen in de bandelementen worden opgenomen, zodanig dat ten minste bewegingen ten opzichte van de bandelementen in richtingen die een hoek insluiten met de bewegingsrichting van de bandelementen daardoor worden verhinderd.
14. Werkwijze volgens een der conclusies 10 -13, waarbij de producten 10 in reeksen, bij voorkeur onderling verbonden in strips tussen de bandelementen worden gevoerd.
15. Gebruik van ten minste twee zich althans gedeeltelijk evenwijdig aan elkaar uitstrekkende, eindloze en vrij bewegende danwel aangedreven bandelementen voor het toe- en afvoeren en vasthouden van te bewerken 15 producten naar, in en van gereedschap.
16. Bandelement voor gebruik in een inrichting volgens een der conclusies 1 - 9 of bij een werkwijze volgens een der conclusies 10 -14, vervaardigd uit een enigszins elastische kunststof of rubber en voorzien van een profilering met ten minste een groef of rug aan de van de tijdens 20 gebruik van omlooprollen afgekeerde zijde. 1015486
NL1015486A 2000-06-21 2000-06-21 Inrichting voor het positioneren van producten in een bewerkingsinrichting. NL1015486C2 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1015486A NL1015486C2 (nl) 2000-06-21 2000-06-21 Inrichting voor het positioneren van producten in een bewerkingsinrichting.

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1015486A NL1015486C2 (nl) 2000-06-21 2000-06-21 Inrichting voor het positioneren van producten in een bewerkingsinrichting.
NL1015486 2000-06-21

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1015486C2 true NL1015486C2 (nl) 2001-12-28

Family

ID=19771568

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1015486A NL1015486C2 (nl) 2000-06-21 2000-06-21 Inrichting voor het positioneren van producten in een bewerkingsinrichting.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL1015486C2 (nl)

Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3939514A (en) * 1974-11-11 1976-02-24 Kayex Corporation Apparatus for cleaning thin, fragile wafers of a material
GB2211810A (en) * 1987-12-22 1989-07-12 Texas Instruments Ltd Transporting apparatus
US5173338A (en) * 1991-04-04 1992-12-22 Ak Technology, Inc. Lead frame workholder and transport apparatus and method
JPH08228099A (ja) * 1995-02-20 1996-09-03 Matsushita Electric Ind Co Ltd プリント基板保持装置

Patent Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3939514A (en) * 1974-11-11 1976-02-24 Kayex Corporation Apparatus for cleaning thin, fragile wafers of a material
GB2211810A (en) * 1987-12-22 1989-07-12 Texas Instruments Ltd Transporting apparatus
US5173338A (en) * 1991-04-04 1992-12-22 Ak Technology, Inc. Lead frame workholder and transport apparatus and method
JPH08228099A (ja) * 1995-02-20 1996-09-03 Matsushita Electric Ind Co Ltd プリント基板保持装置

Non-Patent Citations (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Title
PATENT ABSTRACTS OF JAPAN vol. 1997, no. 01 31 January 1997 (1997-01-31) *

Similar Documents

Publication Publication Date Title
DE102017113818A1 (de) Artikel-fördervorrichtung mit einem abschnitt zur vorübergehenden platzierung
DE102013102843B4 (de) Verfahren und Vorrichtung zum Abtransportieren von Packungsbehältern
NL1015486C2 (nl) Inrichting voor het positioneren van producten in een bewerkingsinrichting.
JP2007230751A (ja) グルーピング装置
EP1048569A2 (de) Vorrichtung zum Zuführen von aus zwei Komponenten bestehenden Stückgütern in eine Verpackungsmaschine
EP2802441B1 (de) Holzbearbeitungsanlage und verfahren zu deren betrieb
DE69403514D1 (de) Verfahren und Einrichtung zum Fördern von Gegenständen, insbesondere für automatische Verpackungsanlagen
JP3208782U (ja) 箱詰め装置
JP5843648B2 (ja) 物品仕分装置
EP1084964A2 (de) Vorrichtung zum Transport von Gegenständen, insbesondere Zigarettengruppen
DE10323267B4 (de) Durchlaufmaschine für die Plattenbearbeitung mit einlaufseitiger Auflagevorrichtung
US5601182A (en) Precision feed chain
DE602004000046T2 (de) Anordnungsvorrichtung für feste Gegenstände
JPS6144770B2 (nl)
EP2949439A1 (de) Bearbeitungsvorrichtung und bearbeitungsverfahren
US5261777A (en) Pushing device
NL1021317C2 (nl) Inrichting en werkwijze voor het positioneren van separaat aangevoerde langgerekte vleesproducten.
JPH04179620A (ja) 搬送横動装置
ATE240250T1 (de) Transportkette insbesondere für kantenbearbeitungsmaschinen
KR101746989B1 (ko) 소재 이송 장치
JP2011026041A (ja) 物品集積供給装置
JP4508349B2 (ja) コンベア搬送物の区分装置
US624183A (en) Tobacco tagging machine
NL9002814A (nl) Inrichting voor het tellen van een reeks van voorwerpen.
NL1017078C2 (nl) Inrichting en werkwijze voor het stapelen van platte dunne voorwerpen.

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
VD1 Lapsed due to non-payment of the annual fee

Effective date: 20050101