NL1015373C2 - Plantpot met afwaterende bodem. - Google Patents

Description

Plantpot met afwaterende bodem

De uitvinding betreft een plantpot, bijvoorbeeld uit kunststof, waterafstotend papier, karton en dergelijke, omvattende een van een ringvormige reeks gaten 5 voorziene bodem, een vanaf de bodem opstaande, in de richting van de bodem af wijder wordende omtrekswand, alsmede onder aan de bodem voorziene opstelvoeten.

Een dergelijke plantpot is bekend uit DE-U-29821501. Via de in de bodem voorziene gaten moet het overtollige water uit het inwendige van de plantpot worden afgevoerd. De zich in de plantpot bevindende wortelkluit van de plant moet daardoor 10 onder optimale omstandigheden kunnen groeien.

Aangezien de bodem van de pot vlak is, doet zich echter het probleem voor dat niet al het overtollige water goed kan worden afgevoerd, waardoor minder gunstige omstandigheden in de plantpot heersen.

Doel van de uitvinding is een plantpot te verschaffen die in dit opzicht beter 15 voldoet. Dat doel wordt bereikt doordat de reeks gaten zich bevindt in een verdiept gedeelte van de bodem, welk verdiepte gedeelte is begrensd door een radiaal buitenste bodemgedeelte dat vanaf het verdiepte gedeelte van de bodem schuin omhoog loopt.

Het schuine, buitenste bodemgedeelte naast de gaten bevordert het toestromen van overtollig water, zodanig dat dit beter kan worden afgevoerd door de gaten. De 20 ontwikkeling van de wortelkluit van de plant kan daardoor onder optimale omstandigheden plaatsvinden.

Het verdiepte gedeelte van de bodem is vlak, en bij voorkeur zowel door radiaal binnenste als door buitenste gedeelten van de bodem begrensd die vanaf het verdiepte gedeelte van de bodem schuin omhoog lopen. Ter versteviging van de bodem van de 25 pot kan het radiaal buitenste, schuin omhoog lopende bodemgedeelte zijn ondersteund door een eerste reeks ribben die zich vanaf de buitenomtrek van de bodem uitstrekken tot aan of voorbij de buitenomtrek van het verdiepte bodemgedeelte.

Een verdere verbetering van de bodemstevigheid kan worden verkregen indien zowel het radiaal buitenste, schuin omhoog lopende bodemgedeelte, het verdiepte 30 bodemgedeelte alsmede het radiaal binnenste bodemgedeelte zijn ondersteund door een tweede reeks ribben.

De eerste reeks ribben kan een onderrand bezitten die schuin naar beneden loopt vanaf een gat. Het eventueel in dat gat aanhechtende water, zoals een druppel, kan nu 1015373 2 betrouwbaar via de schuine ribben worden afgevoerd waardoor de gaten open blijven voor het toelaten van omgevingslucht tot de wortelkluit.

Volgens een alternatieve uitvoering kunnen de ribben zich uitstrekken tussen de gaten, en dwarsribben hebben die elk vanaf een gat zich uitstrekken naar de ribben en 5 die in die richting een naar beneden lopende onderrand bezitten.

Ter verdere verbetering van het afwaterend vermogen van de plantpot kan het radiaal binnenste, schuin omhooglopende bodemgedeelte aan de binnenomtrek zijn begrensd door een onder een grotere hoek omhooglopende afgeknot konusgedeelte, welk konusgedeelte aan de binnenomtrek is gesloten. Het konusgedeelte bezit 10 regelmatig verdeelde gaten.

De gaten kunnen zich uitstrekken vanaf het radiaal binnenste schuin omhooglopende bodemgedeelte.

Volgens een verdere variant van de uitvinding kan het radiaal binnenste, schuin omhoog lopende bodemgedeelte aan de binnenomtrek begrensd worden door, of 15 overgaan in, een bolvormig bodemgedeelte.

Eventueel kunnen zich tussen de gaten in het verdiepte gedeelte van de bodem verdere steunpoten bevinden, die tevens als druppelgeleiders fungeren. Deze verdere steunpoten dragen bij aan de stabiliteit van de plantcontainer en verschaffen een beter contact met het grondoppervlak. Tevens kunnen zij als druppelgeleiders fungeren, voor 20 het nog beter ontwateren van de plantpot.

De zich in het verdiepte gedeelte van de bodem zich bevindende gaten bezitten, van boven gezien, een schuin toelopende omtrek. Deze als het ware uitgefreesde gaten bevorderen de waterafvoer uit de plantpot.

In dat verband kunnen tussen de zich in het verdiepte gedeelte van de bodem 25 bevindende gaten zich richelvormige druppelgeleiders uitstrekken. Een waterdruppel die tussen de gaten op de bodem ligt, kan door middel van dergelijke druppelgeleiders beter naar de afvoergaten worden geleid.

Vervolgens zal de uitvinding nader worden toegelicht aan de hand van een in de figuren weergegeven uitvoeringsvoorbeeld van de plantpot volgens de uitvinding 30 Fig. 1 toont een zijaanzicht, gedeeltelijk in doorsnede, van de plantpot volgens de uitvinding.

Fig. 2 toont een onderaanzicht op de plantpot volgens de uitvinding.

1015373 3

Fig. 3 toont een zijaanzicht, gedeeltelijk in doorsnede, van een verdere variant van de plantpot.

Fig. 4 toont een vergroot detail van de bodem van de plantpot volgens fig. 3.

Fig. 5 toont een onderaanzicht van de plantpot volgens fig. 3.

5 De in fig. 1 weergegeven plantpot volgens de uitvinding bestaat uit kunststof, en omvat een bodem 1, alsmede een vanaf de bodem 1 conisch wijder wordende wand 2. Onder de bodem zijn opstelvoeten 3 voorzien die zich telkens over een gedeelte van de omtrek van de bodem 1 uitstrekken.

De bodem 1 bezit een reeks afwateringsgaten 4, die zich bevinden in een verdiept 10 bodemgedeelte 5. Dit verdiepte bodemgedeelte 5 is vlak, en is begrensd door een radiaal buitenste bodemgedeelte 6 en een radiaal binnenste bodemgedeelte 7 die beide schuin omhooglopen vanaf het verdiepte bodemgedeelte 5.

De schuin naar beneden naar het verdiepte bodemgedeelte 5 toelopende buitenste en binnenste schuine bodemgedeelte 6 bevorderen het toestromen van overtollig water 15 uit de zich in de plantpot bevindende wortelkluit naar de gaten 4. Daardoor kan het afvoeren van het overtollige water beter plaatsvinden dan bij een volkomen vlakke bodem.

Het radiaal buitenste schuine bodemgedeelte 6 is ondersteund door een eerste reeks ribben 8, die ook enigszins tot onder het vlakke, verdiepte bodemgedeelte 5 20 kunnen doorlopen. Verder is een tweede reeks ribben 9 voorzien, die zich uitstrekken onder de bodemgedeelten 5-7.

De reeks ribben 8,9 zijn alle verbonden aan een opstelvoet 3, teneinde de gewenste ondersteuning te leveren voor de bodem.

Zoals weergegeven in fig. 2 loopt de eerste reeks ribben 8 door tot aan telkens 25 een gat 4. De onderrand 10 van de ribben uit de reeks 8 loopt schuin omlaag vanaf het gat 4, zodanig dat ook eventueel in het gat 4 hechtend water, bijvoorbeeld een druppel, langs die omlaag lopende onderrand 10 beter kan worden afgevoerd.

Ook de ribben uit de tweede reeks 9 bezitten een dergelijke schuin aflopende onderrand 11. De ribben uit de tweede reeks 9 lopen tussen de gaten door. Zij zijn door 30 middel van dwarsribben 12 verbonden met de gaten 4. De dwarsribben 12 bezitten eveneens een onderrand die schuin omlaag loopt vanaf telkens een gat 4 naar de ribben uit de reeks 9. Ook daardoor kan de afvoer van water worden bevorderd.

1015373 4

Het radiaal binnenste schuine bodemgedeelte 7 is aangesloten op een konusvormig bodemgedeelte 13, dat in de weergegeven uitvoeringsvoorbeeld een viertal gaten 14 bezit. Deze gaten strekken zich uit vanaf het radiaal binnenste schuine bodemgedeelte 7 tot aan de kap 15, die eventueel een boiling kan bezitten.

5 Ook via deze aanvullende afwateringsgaten 13 kan het overtollige water op betrouwbare manier worden afgevoerd uit de plantpot.

De ribben uit de tweede reeks 9 lopen door tot aan het konusvormige bodemgedeelte 13, tussen telkens twee gaten 14.

Bij de in de fïg. 3 weergegeven plantpot is het radiaal binnenste schuine 10 bodemgedeelte 7 voortgezet in een bolvormige bodemgedeelte 16.

De ribben uit de tweede reeks 9 zijn iets hoger uitgevoerd dan die bij de uitvoeringsvorm van fïg. 1, waardoor een zeer stevige ondersteuning wordt verkregen.

Tussen de gaten 4 bevinden zich nu aanvullende steunpoten 17, die de stabiliteit van de plantpot verder verhogen.

15 De gaten 4 kunnen bovendien een afgeschuinde omtrek 18 bezitten, zoals te zien is in fig. 4. Deze gatvorm draagt ook bij tot een betere afwatering. Hetzelfde geldt voor de richelvormige geleiders 19 die zich tussen telkens twee gaten 4 uitsteken. Een waterdruppel die zich op de bodem tussen de gaten 4 bevindt, kan door middel van dergelijke richelvormige druppelgeleiders beter naar de gaten 4 worden toegevoerd.

1015373

Claims (15)

1. Plantpot, omvattende een van een ringvormige reeks gaten (4) voorziene bodem (1), een vanaf de bodem (1) opstaande, in de richting van de bodem (1) af wijder 5 wordende omtrekswand (2), alsmede onder aan de bodem (1) voorziene opstelvoeten (3), met het kenmerk, dat de reeks gaten(4) zich bevindt in een verdiept gedeelte (5) van de bodem, welk verdiepte gedeelte (5) is begrensd door een radiaal buitenste (6) bodemgedeelte dat vanaf het verdiepte gedeelte (5) van de bodem (1) schuin omhoog loopt. 10

2. Plantpot volgens conclusie 1, waarbij het verdiepte gedeelte (5) van de bodem (1) is begrensd door een radiaal binnenste gedeelte (7) van de bodem dat vanaf het verdiepte gedeelte (5) van de bodem (1) schuin omhoog loopt.

3. Plantpot volgens conclusie 2, waarbij het radiaal buitenste, schuin omhoog lopende bodemgedeelte (6) is ondersteund door een eerste reeks ribben (8) die zich vanaf de buitenomtrek van de bodem (1) uitstrekken tot aan of voorbij aan de buitenomtrek van het verdiepte bodemgedeelte (5).

4. Plantpot volgens conclusie 2 of 3, waarbij het radiaal buitenste, schuin omhoog lopende bodemgedeelte (6), het verdiepte bodemgedeelte (5) alsmede het radiaal binnenste bodemgedeelte (7) zijn ondersteund door een tweede reeks ribben (9).

5. Plantpot volgens conclusie 3, waarbij de eerste reeks ribben (8) een onderrand 25 (10) bezitten die schuin naar beneden loopt vanaf een gat (4).

6. Plantpot volgens conclusie 3 of 4, waarbij de ribben (9) zich uitstrekken tussen de gaten (4), en dwarsribben (12) zijn voorzien die elk vanaf een gat (4) zich uitstrekken naar ribben (9) en die in die richting een naar beneden lopende onderrand bezitten. 30

7. Plantpot volgens een der conclusies 3-6, waarbij de ribben (8,9) zijn bevestigd aan een opstelvoet (3). 1015373

8. Plantpot volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het radiaal binnenste, schuin omhooglopende bodemgedeelte (7) aan de binnenomtrek is begrensd door een onder een grotere hoek omhooglopende afgeknotte konusgedeelte (13), welk konusgedeelte (13) aan de binnenomtrek is gesloten (15). 5

9. Plantpot volgens conclusie 8, waarbij het konusgedeelte (13) regelmatig verdeelde gaten (14) bezit.

10. Plantpot volgens conclusie 9, waarbij de gaten (14) zich uitstrekken vanaf het 10 radiaal binnenste schuin omhooglopende bodemgedeelte (7).

11. Plantpot volgens conclusie 9 of 10, waarbij de gaten (14) zich uitstrekken tot aan de top (15) van het afgeknotte konusgedeelte (13).

12. Plantpot volgen een der conclusies 1-7, waarbij het radiaal binnenste, schuin omhoog lopende bodemgedeelte (7) aan de binnenomtrek is begrensd door, of overgaat in, een bolvormig bodemgedeelte (10).

13. Plantpot volgens een der voorgaande conclusies, waarbij zich tussen de gaten (4) 20 in het verdiepte gedeelte (5) van de bodem verdere steunpoten (17) bevinden, die tevens als druppelgeleiders fungeren.

14. Plantpot volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de zich in het verdiepte gedeelte (5) van de bodem zich bevindende gaten, van boven gezien, een schuin 25 toelopende omtrek (18) bezitten.

15. Plantpot volgens een der voorgaande conclusies, waarbij tussen de zich in het verdiepte gedeelte (5) van de bodem bevindende gaten richelvormige druppelgeleiders (19) zich uitstrekken. 30 1015373