NL1027797C2 - Plantpot. - Google Patents

Description

r t

PLANTPOT

De uitvinding heeft betrekking op een kunststof plantpot, omvattende een bodem en een zich van een 5 omtrekstand daarvan uitstrekkende omtrekswand, aan de bodem gevormde, een standvlak bepalende uitsteeksels en ten minste één in de bodem aangebrachte opening.

Dergelijke kunststof plantpotten zijn algemeen bekend en worden bijvoorbeeld gebruikt voor het kweken van planten. 10 Een bekende methode voor het van water en voedingsstoffen voorzien van in dergelijke plantpotten geplante planten is een zogeheten eb-vloedsysteem. Daarbij staan de plantpotten met een standvlak op een in hoofdzaak horizontaal oppervlak, waaraan men water met eventuele voedingsstoffen kan toevoeren 15 en daarvan af voeren zodanig dat het niveau van dit water geregeld tot boven de bodem wordt opgevoerd en naderhand weer wordt verlaagd tot beneden de bodem. Het water kan aldus via de opening in de bodem in de pot terecht komen voor opname door de plant.

20 Het is gebleken van belang te zijn dat met het weer dalen van de waterstand al het overtollige, dat wil zeggen niet door de plant of het substraat waarin de plant gepoot is, opgenomen water weer afvloeit. Voor de ontwikkeling van de plant is het namelijk zeer slecht wanneer wortels daarvan 25 in het water blijven staan.

Volgens de uitvinding is de kunststof plantpot derhalve zodanig uitgevoerd dat de bodem, ten opzichte van het standvlak, naar de opening toe loopt. Hierdoor wordt verzekerd dat al het overtollige water van de bovenkant van 30 de bodem naar de opening stroomt bij het dalen van de waterstand en dus uit de pot wegstroomt.

Overigens is de toepassing van een dergelijke plantpot volgens de uitvinding niet beperkt tot bij de *027797 2 . · genoemde eb-vloed systemen. Ook bij systemen waarbij water op een andere manier wordt toegevoerd, is de uitvinding van belang. Ook daarbij is het gewenst dat de wortels van de plant niet in overtollig water blijven staan.

5 Een gunstige verdere ontwikkeling wordt gekenmerkt in conclusie 2. Doordat het overtollige water zich in de gootvormige delen verzameld, stroomt het gemakkelijker naar de opening toe.

De gootvormige delen hebben het zeer gunstige 10 bijkomende voordeel dat naar beneden groeiende worteldelen die zich tot in de goten uitstrekken in de richting omhoog worden "omhoog gebogen" waardoor deze worteldelen weer in de kluit groeien en niet buitenwaards groeien, waarbij deze langs de omtreksrand gaan lopen. De wortels kunnen daardoor 15 beter voedingsstoffen uit het substraat opnemen, hetgeen bijdraagt tot een betere groei van de plant.

Door toepassing van de maatregel van conclusie 3 wordt voorkomen dat de wortels beschadigd raken vanwege contact met scherpe uitstekende delen.

20 Gebleken is dat een zeer goed afvoer van het overtollige water optreedt, wanneer de maatregel van conclusie 4 wordt toegepast. Het effect van het beter afvloeien van het water doordat dit samenloopt in de gootvormige delen, wordt verstrekt doordat het uit de 25 gootvormige delen stromende water zich samenvoegt in het verzamelgootdeel. De cohesiekrachten overwinnen hierdoor de adhesiekrachten, die door de omgeving zoals de pot het substraat op het water worden uitgeoefend, waardoor het water gemakkelijker wegstroomt.

30 Een zeer gunstige uitvoeringsvorm is gekenmerkt in conclusie 5. Het kegelvormige middendeel vormt zelf ook een geleider voor het langs het kegeloppervlak naar het verzamelgootdeel geleiden van het overtollige water, waarbij 1027797 * < 3 bovendien door de schuine ligging van de openingen in het kegeloppervlak wordt verzekerd dat het water via de openingen naar buiten kan stromen en niet door vliesvorming ten gevolge van de adhesiekrachten waterdruppels in de opening of 5 openingen blijven "hangen".

Door gebruik te maken van een aantal openingen, die gelijkmatig over de omtrek van het kegeloppervlak zijn verdeeld, wordt verzekerd dat het water in alle omstandigheden, ook wanneer de pot niet geheel met zijn 10 standvlak horizontaal staat, kan afvloeien.

Door toepassing van de maatregel van conclusie 7 wordt verzekerd dat al het overtollige water, tot de laatste druppel, op betrouwbare wijze via het verzamelgootdeel uit de openingen wegvloeit.

15 De uitvinding zal verder worden toegelicht in de volgende beschrijving aan de hand van de bijgevoegde figuren.

Figuur 1 toont een perspectivisch aanzicht schuin van onderen, van een plantpot volgens een voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding.

20 Figuur 2 toont een bovenaanzicht van de pot van figuur 1, volgens pijl II in figuur 1.

Figuur 3 toont een perspectivisch detailaanzicht van een volgens lijn III - III in figuur 2 doorgesneden plantpot.

De in de figuren getoonde pot 1, volgens een 25 voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding, omvat een bodem 2 met een omtreksrand 3. Nabij de omtreksrand zijn uitsteeksels 5 aangebracht, die een standvlak bepalen.

In de verdere beschrijving zal gerefereerd worden aan "boven" respectievelijk "onder" en "omhoog" respectievelijk 30 "omlaag". Deze referenties zijn betrokken op de plantpot in de situatie waarin deze met zijn standvlak op een horizontaal oppervlak staat.

1027797 4 . '

Van de omtreksrand 3 strekt een omtrekswand 4 zich omhoog uit. Aan het boveneinde van de omtrekswand 4 is een rok 8 aangebracht. Deze rok vormt een wanddeel dat zich over tenminste een gedeelte van zijn hoogte op een afstand van de 5 omtrekswand 4 uitstrekt. In de tussenruimte van de rok 8 en de omtrekswand 4 zijn verstevigingsribben 9 aangebracht.

Deze vorm plantpot van de onderhavige soort nieuwe en inventieve constructie verzekert een zeer stevige uitvoering van de pot zonder dat veel extra materiaal nodig is, zodat de 10 pot bij het manueel of machinaal hanteren daarvan goed bestand is tegen vervorming door indrukken.

In de bodem 2 is een aantal openingen 6 gevormd waardoorheen overtollig gietwater of bevloeiingswater kan wegstromen.

15 De bodem 2 is eveneens voorzien van een aantal vlakdelen 11, waarin een beluchtingopeningen 12 zijn opgenomen. Deze bevinden zich op een hoger niveau dan de afvoeropeningen 6 en dienen om lucht aan de wortelkluit van de in de pot geplante plant toe te voeren.

20 De bodem 2 is zodanig gevormd dat hier een aantal gootvormige delen 10 wordt bepaald. Deze lopen ten opzichte van het standvlak naar de openingen 6 toe. Hierdoor zal overtollig water dat in de pot naar beneden zakt via deze gootdelen 10 naar de openingen 6 worden geleid.

25 Zoals in het bijzonder goed te zien is in figuur 3, strekken zich tussen de aangrenzende gootvormige delen 10 in hoofdzaak platte bodemdelen 13 uit. Hierdoor worden scherpe delen tussen deze aangrenzende gootvormige delen voorkomen, waardoor beschadigingen aan wortels, bijvoorbeeld bij 30 transport, wordt voorkomen.

De gootvormige delen 10 hebben, naast een goede waterafvoerfunctie, een functie in de ontwikkeling van het wortelgestel van de plant. Bij kunststofpotten met een platte 1027797 I » 5 bodem, zullen de wortels over het algemeen aan de onderkant van de kluit naar buiten groeien en, zodra deze in contact komen met de omtrekswand langs de omtrekswand gaan groeien. Hierdoor werken deze worteldelen niet of nauwelijks in de 5 voedselopname uit het substraat.

Door de vormgeving van de plantpot volgens de uitvinding, zullen worteldelen die naar beneden groeien en in een gootvormig deel terecht komen "omgebogen" worden en weer omhoog gaan groeien, danwel, eerst in de aflopende richting 10 van de goot naar het centrale middendeel groeien en vandaar weer omhoog de kluit in worden geleid.

Bij de in de figuren getoonde voorkeursuitvoeringsvorm is in de bodem een afgeknot kegelvormig middendeel 15 gevormd. Langs de omtrek van dit 15 middendeel 15 is een verzamelgootdeel 14 gevormd, waar de gootdelen 10 naar toe afwateren.

In de kegelwand van het middendeel zijn de openingen 6 gevormd waardoorheen het water afgevoerd wordt. Deze openingen 6 hebben een onderste begrenzingsrand die aansluit 20 aan de bodem van het verzamelgootdeel 14. Al het water wat zich in het verzamelgootdeel 14 verzameld, kan dus direct via de openingen 6 naar buiten vloeien.

De ligging van de openingen 6 in het schuin oplopende kegeloppervlak is gunstig om dat hierdoor wordt voorkomen dat 25 waterdruppels in de opening blijven hangen en deze daardoor zouden afsluiten. Door de schuine ligging zakt het water naar beneden en blijft niet in de opening hangen.

De uitvinding is niet beperkt tot de in de figuren weergegeven voorkeursuitvoeringsvorm van de plantpot volgens 30 de uitvinding. Deze bevat naast de in conclusie 1 genoemde maatregel, ook vele van de voorkeursmaatregelen zoals genoemd in de onderconclusies.

1027?97

Claims (7)

1. Kunststof plantpot omvattende een bodem en een 5 zich van-een omtreksrand daarvan uitstrekkende omtrekswand, aan de bodem gevormde, een standvlak bepalende uitsteeksels, ten minste één in de bodem aangebrachte opening, waarbij de bodem, ten opzichte van het standvlak naar de opening toeloopt.

2. Kunststof plantpot volgens conclusie 1, waarbij de bodem gevormd is met zich naar de opening uitstrekkende gootvormige delen.

3. Kunststof plantpot volgens conclusie 2, waarbij zich tussen aangrenzende gootvormige delen in hoofdzaak 15 platte bodemdelen uitstrekken.

4. Kunststof plantpot volgens één van de conclusies 2 -3, waarbij de gootvormige delen uitlopen in een aan de opening grenzend verzamelgootdeel.

5. Kunststof plantpot volgens conclusie 4, waarbij de 20 bodem een afgeknot kegelvormig middendeel omvat, de opening in het kegeloppervlak is gevormd en het verzamelgootdeel zich rondom het middendeel uitstrekt.

6. Kunststof plantpot volgens conclusie 5, omvattende een aantal, gelijkmatig over de omtrek van het kegeloppervlak 25 verdeelde openingen omvat.

7. Kunststof plantpot volgens één van de conclusies 4 - 6, waarbij de ten minste éne opening aan de zijde van het standvlak een begrenzingsrand heeft die aansluit aan een bodem van het verzamelgootdeel. 1027797