NL8420138A - Bloempot. - Google Patents

Bloempot. Download PDF

Info

Publication number
NL8420138A
NL8420138A NL8420138A NL8420138A NL8420138A NL 8420138 A NL8420138 A NL 8420138A NL 8420138 A NL8420138 A NL 8420138A NL 8420138 A NL8420138 A NL 8420138A NL 8420138 A NL8420138 A NL 8420138A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
pot
channel
channels
flower
access
Prior art date
Application number
NL8420138A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Os Plastic As
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Family has litigation
First worldwide family litigation filed litigation Critical https://patents.darts-ip.com/?family=8153214&utm_source=google_patent&utm_medium=platform_link&utm_campaign=public_patent_search&patent=NL8420138(A) "Global patent litigation dataset” by Darts-ip is licensed under a Creative Commons Attribution 4.0 International License.
Application filed by Os Plastic As filed Critical Os Plastic As
Publication of NL8420138A publication Critical patent/NL8420138A/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01GHORTICULTURE; CULTIVATION OF VEGETABLES, FLOWERS, RICE, FRUIT, VINES, HOPS OR SEAWEED; FORESTRY; WATERING
    • A01G27/00Self-acting watering devices, e.g. for flower-pots

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Water Supply & Treatment (AREA)
  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Environmental Sciences (AREA)
  • Cultivation Receptacles Or Flower-Pots, Or Pots For Seedlings (AREA)

Description

8 4 2 0 1 38 N487 OS Plastic A/S Farum, Denemarken 5 Bloempot
De uitvinding heeft betrekking op een bloempot, in het bijzonder voor het trekken van planten onder gebruikmaking van automatische bewatering, welke pot 10 tenminste een zijtuit heeft voor het realiseren van een bewatering van de plant aan de bodem welke tuit geplaatst is aan het onderste deel van de pot.
Voor het automatisch bewateren van cultures in bloempotten in grote kwekerijen is de zogenaamde bodembe-15 watering bekend en een bewatering volgens het vloed/eb-principe waarbij "hoog-laag" tafels gebruikt worden.
Bij bodembewatering staan de bloempotten met hun geperforeerde bodem op een water doorlatende mat die vochtig gehouden wordt om het water in de pot te laten 20 optrekken.
Deze methode heeft het nadeel dat de· bodempot en het matoppervlak in nauw contact met elkaar staan waardoor problemen optreden bij het ventileren van het onderste deel van de pot, waardoor de potvulling zuur kan worden of de 25 plantwortels kunnen gaan rotten.
Bij het gebruik van "hoog-laag" tafels worden de bloempotten geplaatst in een bak met een vlakke bodem die periodiek gevuld wordt met water en geleegd; deze methode is bekend als de vloed/eb-methode. In vergelijking met de 30 bodembewateringsmethode geeft het vloed/eb-principe een verbeterde regeling van het toemeten en een verbeterde wenselijke controle van het bewateringsproces afhankelijk van de specifiek aanwezige toestand.
Hoewel deze methode inhoudt dat het water 35 tamelijk vlug uit de bak verwijderd wordt, houdt dit niet 8 4 2 0 ; 3 8 -2- in dat, in het bijzonder, het onderste deel van de potvulling voldoende snel ontdaan wordt van overtollig water. Het verwijderen van overtollig water is echter een voorwaarde voor een goede ventilatie, in het bijzonder van 5 het onderste deel van de potvulling. Bovendien geeft de vloed/eb-methode de mogelijkheid van een goede luchttoetreding tot het onderste deel van de pot daar het water vlug verwijderd wordt uit de ruimte rond de pot zoals hierboven beschreven. Er is reeds een verbetering van de 10 ventilatie voorgesteld, zoals hierboven aangegeven, door het aanbrengen van zijwaarts gerichte openingen in het onderste deel van de zijwand van de bloempotten en wel in de onmiddellijke nabijheid van de bodem van de pot; deze openingen dienen voor het in- en uitlaten van overtollig 15 water uit de potvulling en laten tevens ventilatielucht toe tot het onderste deel van de pot. De ervaring heeft echter getoond dat het verwijderen van overtollig water en de gewenste verbetering van de ventilatievoorwaarden vaak onvoldoende geacht moeten worden.
20 Het doel van de uitvinding is het oplossen van de moeilijkheden van het draineren en de ventilatie' en het verbeteren daarvan onder behoud van de voordelen, in het bijzonder van de vloed/eb-methode welke nog beter uitgebuit kunnen worden. Volgens de uitvinding wordt dit. bereikt door 25 de zijwaarts gerichte inlaat of inlaten die toegang geeft (geven) tot een kanaal onder de pot, welk kanaal tenminste een, naar de potvulling gekeerde, zijwand heeft die zich op enige afstand van de bodem van de pot bevindt en tenminste een opening voor het doorlaten van water heeft.
30 Indien zulk een pot gebruikt wordt onder toepassing van het vloed/eb-principe betekent dit dat de zij opening in de potwand, bestemd voor een direkte verbinding met de "hoog-laag" tafel behouden blijft terwijl ? t 0 1 ? 8 -3- tevens de mogelijkheid geschapen wordt de verbinding van de potvulling, door middel van het kanaal waar de zijopening naar toe leidt, te verplaatsen van het gebied direkt aan de potwand naar een of meer plaatsen die willekeurig gekozen 5 kunnen worden in het onderste deel van de pot, afhankelijk van het feit hoever het kanaal zich naar het binnenste uitstrekt vanaf de opening en van het feit hoe groot de doorlaatopeningen zijn en hoeveel doorlaatopeningen er zijn in de wand van het kanaal (kanalen). Dit schept de 10 mogelijkheid - met als basis een standaardtype.pot - om verschillende vormen te realiseren die, afhankelijk van de grootte van de pot en/of de aard van de planten die gekweekt worden niet alleen zullen leiden tot een optimale bewatering en drainage maar eveneens tot een afdoende 15 ventilatie voor het verkrijgen van een optimale hoeveelheid vocht in het onderste deel van de pot en tegelijkertijd het realiseren van een optimale ventilatie, ook voor de binnenste delen van de potvulling.
Dezelfde pot zal echter eveneens goed geschikt 20 zijn voor het toepassen van de bodem-bewateringsmethode omdat de genoemde openingen voor het doorlaten- van water en lucht geplaatst zijn aan de bovenzijde van duidelijk begrensde kanalen; dit betekent dat naast de kanalen delen van de bodem van de eigenlijke pot nog beschikbaar zijn 25 voor het aanbrengen van meer doorlaatopeningen of perforaties waardoor de potvulling in direkt contact kan komen met een waterdoorlatende mat. De doorlaatopeningen in de kanalen dienen dan tevens voor het ventileren van de potvulling.
30 Volgens de uitvinding kan de toevoeropening (openingen) tussen de steunpoten die zich aan de omtrek van de potbodem bevinden, geplaatst worden. Dit betekent dat de pot niet gemakkelijker om zal vallen dan welke bekende bloempot ook, die geen toevoeropeningen heeft voor bewate-35 ring en ventilatiekanalen.
Volgens de uitvinding is het voordelig dat het kanaal (de kanalen) naar beneden open is (zijn) enerzijds 8420138 -4- om de verbinding te vergemakkelijken en anderzijds om de vervaardiging van de potten te vereenvoudigen.
Volgens een uitvoeringsvorm van een bloempot volgens de uitvinding bevat de pot een aantal kanalen die 5 aan de omtrek van de pot gelegen zijn, welke kanalen zich over enige afstand uitstrekken in de dwarsrichting naar het inwendige van de pot en aan de uiteinden afgesloten zijn door een eindwand. Dit geeft een goede verdeling van de doorlaatopeningen aan alle zijden waarbij het tevens moge-10 lijk is vast te stellen hoever naar het centrale deel van de potbodem - gerekend vanaf de wand van de pot - er een toevoer van vloeistof of lucht naar de potvulling gewenst is.
Bij een tweede uitvoeringsvorm heeft de pot een 15 kanaal of kanalen die zich dwars uitstrekken onder de bodem van de pot, welk kanaal of kanalen een toevoeropening hebben aan elk uiteinde. Op deze manier worden vloeistof en lucht direkt naar het centrale deel van de potbodem gevoerd.
20 Volgens weer een andere uitvoering van een bloempot volgens de uitvinding kunnen de steunpoten van de pot uitwendige afsluitschouders zijn voor een ringkanaal of een deel van een ringkanaal dat zich bevindt in de nabijheid van de buitenomtrek van de pot en een inwendige 25 afsluiting heeft naar het centrale deel van de bodem van de pot. Hierdoor wordt het mogelijk een tamelijk groot deel van het centrale deel van de potbodem te gebruiken voor het aanbrengen van doorlaatopeningen in het buitenste deel van de potbodem.
30 Volgens de uitvinding kunnen de steunpoten zijwaartse begrenzingen vormen voor het kanaal of de kanalen en zich uitstrekken dwars op de rand ven de pot.
Een van de voordelen is dan dat speciale zijwanden van het kanaal overbodig worden, dat de steunpoten dan tevens op 35 eenvoudige wijze dienen als afstandselementen die bij het stapelen van lege potten tot een nest, voorkomen dat de potten te stijf op elkaar rusten en daardoor moeilijkheden 8^20138 -5- geven bij het uiteen nemen van de nesten wanneer potten afzonderlijk gebruikt moeten worden. De ribben kunnen dus het gebruik van speciale afstandselementen, zoals uitsteeksels, overbodig maken.
5 De uitvinding is niet beperkt tot enige bijzon dere vorm van de dwarsdoorsnede van het kanaal. In de regel zal dit de vorm van een trapezium hebben met doorlaat-openingen aan de bovenzijde waardoor de produktie van deze soort gemakkelijk wordt.
10 Bij alle uitvoeringsvormen is het stelsel van de openingen voor het toelaten van lucht en water onzichtbaar voor de toeschouwer waardoor de pot een aantrekkelijk uiterlijk behoudt. Dit geldt in het bijzonder wanneer een bloempot uitgevoerd volgens de uitvinding vergeleken wordt 15 met de bovengenoemde bekende pot, waarin de openingen voor het doorlaten van water en lucht uitgevoerd zijn als zijopeningen in de potwand omdat dergelijke openingen gemakkelijk leiden tot het doordringen van de potvulling en het uitsteken van wortels door de zijopeningen. Daardoor 20 verkrijgt de pot al snel een tamelijk onaantrekkelijk uiterlijk en bovendien maken de zijwaarts uitstekende wortels het moeilijk om de plant met zijn wortels uit de pot te nemen. Bovendien zijn zijopeningen van dit type moeilijk te vormen. Al deze nadelen treden bij een pot 25 volgens de uitvinding in geringere mate op.
De uitvinding zal nu toegelicht worden aan de hand van een tekening waarin f iguur 1 een vorm weergeeft voor een.bloempot volgens de uitvinding, gezien vanaf de bodem; 30 figuur 2 een dwarsdoorsnede is volgens de lijn II- ïï van figuur 1; figuur 3 een dwarsdoorsnede geeft volgens de lijn III- III van figuur 2; figuur 4 een tweede uitvoeringsvorm geeft van de 35 bloempot, gezien vanaf de bodem; 8420138 -6- figuur 5 een dwarsdoorsnede geeft volgens de lijn V-V van figuur 4; figuur 6 een derde uitvoeringsvorm geeft van de bloempot, gezien vanaf de bodem; 5 figuur 7 een dwarsdoorsnede geeft vólgens de lijn VII- VII van figuur 6; figuur 8 een dwarsdoorsnede geeft volgens de lijn VIII- VIII van figuur 7; figuur 9 een vierde uitvoeringsvorm geeft van de 10 bloempot, gezien vanaf de bodem; figuur 10 een dwarsdoorsnede geeft volgens de lijn X-X van figuur 9 en figuur 11 een dwarsdoorsnede geeft volgens de lijn XI-XI van figuur 10.
15 Alle weergegeven uitvoeringsvormen van de bloempot volgens de uitvinding zijn speciaal ontwikkeld voor het forceren van planten bij gebruikmaking van automatische bewatering. De potten bestaan uit een wand 10 die een schouderrand 12 aan de bovenzijde heeft en aan de 20 onderzijde een bodem 14. De onderzijde van de pot is voorzien van steunpoten 16.
In de uitvoeringsvorm weergegeven in figuur 1 heeft de bodem een aantal kanalen 18 met naar beneden gerichte openingen; de kanalen strekken zich van een 25 zijwaarts gerichte opening 20, aan de benedenzijde van de potwand 10, over enige afstand dwars uit onder de pot en zijn afgesloten door een eindwand 22 aan het binnenste einde. De kanalen hebben een trapeziumvormige dwarsdoorsnede en aan de bovenzijde een afsluitwand 24 die 30 naar de potvulling gericht is; zij zijn voorzien van openingen 26 voor het doorlaten van water gelegen op enige afstand boven de bodem van de pot 14.
Bij de weergegeven uitvoeringsvorm zijn de doorlaatopeningen 26 cirkelvormig en heeft ieder kanaal een 35 84201*8 -7- opening 18. De doorlaatopeningen kunnen echter een andere vorm hebben bijvoorbeeld langwerpig en er kunnen meerdere doorlaatopeningen in elk kanaal aanwezig zijn.
De bodem van de eigenlijke pot is voorzien van 5 verdere doorlaatopeningen 28 en, zoals uit figuur 2 duidelijk wordt, zijn deze openingen 28 niet in direkte verbinding met de doorlaatopeningen 26; zij zijn namelijk afgesloten door de wanden van het kanaal 18. Dat betekent dat de pot direkt bruikbaar is voor de bodembewaterings-10 methode wanneer de bodem 14 geplaatst wordt op een bewate-ringsmat; de vloeistof voor de potvulling zal dan toegevoerd worde door de doorlaatopeningen 28. Tegelijkertijd dienen de doorlaatopeningen 28 als ventilatieopeningen.
15 Wanneer de pot gebruikt wordt bij de vloed/eb- methode, zullen de openingen 26, bij vloed, dienen als toevoer voor vloeistof aan de potvulling en, bij eb, dienen voor het verwijderen van water uit de-potvulling en daarop volgende ventilatie van het onderste deel van de pot. Dit 20 effect kan tot op zekere hoogte nog aangevuld worden door de doorlaatopeningen 28 die zich in de bodem 14 bevinden.
De steunpoten 16 zijn uitgevoerd als ribvormige segmenten van een cirkel en de kanalen 18 met hun toevoer-openingen 20 bevinden zich tussen de naar elkaar toege-25 keerde einden van twee naburige ribben; zie figuur 1.
De binnenzijde van de schouderrug 12 is voorzien van afstandsstukken 30 welke beletten dat een aantal potten te stijf op elkaar geplaatst worden wanneer zijn gestapeld worden daar de schouder 12 van een bovengelegen pot zal 30 rusten op de uitsteeksels 30 van een onderliggende pot.
De uitvoeringsvorm volgens figuur 4 verschilt daarin van de uitvoeringsvorm weergegeven in figuur 1 dat in plaats van de kanalen 18 met een beperkte"radiale lengte de kanalen diametraal en dwars doorgaande kanalen 18a zijn 35 die zich dwars onder de bodem van de pot uitstrekken; deze 8 A 7 0 1 ? 8 -8- kanalen hebben een toevoeropening 20 aan elk yan de einden. Overigens is deze uitvoeringsvorm geheel gelijk aan die welke in de figuren 1 tot 3 is weergegeven; de beschrijving daarvan is eveneens overeenkomstig.
5 De uitvoeringsvorm weergegeven in figuur 6 verschiilt daarin van die van de figuren 1 en 4 dat in plaats van de dwarskanalen 18 of 18a, èen ringkanaal 18b aanwezig is dat aan de binnenzijde begrensd is door een cirkelvormige wand 22b, die het kanaal afsluit ten opzichte 10 van de bodem 14, welke bodem voorzien is van doorlaatope-ningen 28 en aan de buitenzijde begrensd is door de gekromde ribben 16b die delen van een hoek vormen en dienen als steunpoten voor de pot. De naar elkaar toegekeerde einden van twee naburige ribben 16b vormen de zijwaartse 15 begrenzing voor de naar de zijkant gekeerde openingen 20, die toegang geven tot het kanaal 18b.Zoals weergegeven in figuur 7 heeft dit kanaal eveneens een dwarsdoorsnede met trapeziumvorm en doorlaatopeningen 26 die zich bevinden in de bovenwand van het kanaal. Overigens gelden alle opmer-20 kingen die gemaakt zijn wat betreft de figuren 1 tot 3 ook voor deze uitvoeringsvorm.
De uitvoeringsvorm van figuur 9 verschilt van de hierboven weergegeven drie uitvoeringsvormen daarin dat de eigenlijke steunpoten de twee zijwaartse afsluitingen 25 vormen voor de kanalen, welke steunpoten gevormd worden door een aantal dwarsribben 16c die verdeeld zijn langs de omtrek van de pot; deze ribben zijn bij de weergegeven uitvoeringsvorm als radiale ribben uitgevoerd. Twee van dergelijke ribben vormen tesamen een kanaal 18c en, zoals 30 weergegeven zijn tenminste enkele bovenwanden van deze kanalen voorzien van doorlaatopeningen 26. De kanalen 18c zijn gelijk aan de kanalen 18 en aan de binnenzijde afgesloten door een eindwand 22c. Bij deze uitvoeringsvorm is de schouderrand 12 niet voorzien van afstandsstukken 30 35 daar de steunpoten 18c reeds afstandselementen vormen 8 4 2 0 1 ? 8 -9- wanneer twee potten in elkaar geplaatst worden-omdat de bovenste pot rust op de steunpoten van de bovenwand van het kanaaldeel 18c van de onderliggende pot. De opmerkingen gemaakt met betrekking tot de figuren 1 tot 3 gelden 5 overigens ook voor deze uitvoeringsvorm.
84201?8

Claims (6)

1. Bloempot met een praktisch vlakke bodem, in het bijzonder voor het trekken van planten onder gebruik- 5 making van een automatische bewatering, welke pot tenminste een zijwaarts gerichte vloeistoftoevoer bevat voor het samenwerken met een bodem-bewateringsinstallatie, welke toevoer geplaatst is aan het onderste deel van de pot, met het kenmerk, dat de toevoer een toegang vormt .naar een 10 kanaal dat zich in de onderzijde van de potbodem uitstrekt en naar beneden toe open is, welk kanaal een bovenwand heeft gelegen op enige afstand boven de bodem van de pot en ongeveer evenwijdig daarmee loopt en waarbij zich in de bovenwand tenminste een opening bevindt voor het doorlaten 15 water.
1. Bloempot in het bijzonder voor het trekken van planten onder gebruikmaking van een automatische bewate- 5 ring, welke pot tenminste een zijwaarts gerichte toevoer bevat voor het samenwerken met een bodem-bewateringsinstal-latie, welke toevoer geplaatst is aan het onderste deel van de pot, met het kenmerk, dat de toevoer een toegang vormt naar een kanaal dat zich onder de pot uitstrekt, welk 10 kanaal tenminste een, naar de potvulling gekeerde, zijwand heeft die gelegen is op enige afstand boven de bodem van de pot en tenminste een opening bevindt voor het doorlaten water.
2. Bloempot volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de toegang (toegangen) gelegen zijn tussen steunpoten van de pot die zich langs de rand van de potbodem bevinden.
2. Bloempot volgens conclusie 1, met het kenmerk, 15 dat de toegang (toegangen) gelegen zijn tussen steunpoten van de pot die zich langs de rand van de potbodem bevinden.
3. Bloempot volgens conclusie 1 of 2, met het 20 kenmerk, dat een aantal van zulke kanalen aanwezig is gerangschikt langs de buitenomtrek van de pot welke kanalen zich over enige afstand uitstrekken van de zijkant van de pot in dwarsrichting naar het binnenste van de pot en aan het binneneinde afgesloten zijn door een eindwand.
3. Bloempot volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat het kanaal (de kanalen) naar beneden open is (zijn).
4. Bloempot volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat het kanaal (kanalen) zich dwars uitstrekt over de bodem van de pot, welk kanaal (kanalen) aan elk einde een toegangsopening heeft.
4. Bloempot volgens een of meer der voorafgaande conclusies, met het kenmerk, dat een aantal kanalen aanwezig is verdeeld langs de omtrek van de pot, welke kanalen zich over enige afstand uitstrekken in dwarsrich-ting naar het inwendige van de pot en aan hun einden 25 afgesloten zijn door een eindwand.
5. Bloempot volgens conclusie 1 en 2, met het 30 kenmerk, dat de steunpoten uitwendige begrenzingsschouders vormen voor een ringvormig kanaal of een deel van een ringvormig kanaal dat gelegen is in de nabijheid van de buitenomtrek van de pot en aan de binnenzijde ten opzichte van het centrale deel van de pot begrensd is. 8420138 - ηΕ^νϊ ~ π, --11-
5. Bloempot volgens een of meer der voorafgaande conclusies, met het kenmerk, dat het kanaal (kanalen) zich dwars uitstrekt onder de bodem van de pot, welk kanaal (kanalen) aan elk einde een toegangsopening heeft.
6. Bloempot volgens conclusie 1, 2 en 3, met het kenmerk, dat de steunpoten uitwendige begrenzingsschouders vormen voor een ringvormig kanaal of een deel van een ringvormig kanaal dat gelegen is in de nabijheid van de buitenomtrek van de pot en aan de binnenzijde ten opzichte van 35 het centrale deel van de pot begrensd is. 84 2 0 1 ?8 -11-
7. Bloempot volgens conclusie 1 en 2, met het kenmerk, dat de steunpoten zijwaartse begrenzingen vormen voor het kanaal of de kanalen, en dwars op de rand van de pot verlopen. Eindhoven, 17 januari 1986 8420138 8420138 - BM07? - /J'~ . ρττ^ΓΙ .:[ 22 JAN39S 1 Gewijzigde conclusies ' iL-,............
6. Bloempot volgens conclusie 1 en 2/ met het kenmerk, dat de steunpoten zijwaartse begrenzingen vormen voor het kanaal of de kanalen, en dwars op de rand van de pot verlopen. Eindhoven, 17 januari 1986 842 0 "
NL8420138A 1984-05-23 1984-05-23 Bloempot. NL8420138A (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
DK8400043 1984-05-23
PCT/DK1984/000043 WO1985005247A1 (en) 1984-05-23 1984-05-23 Flowerpot

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8420138A true NL8420138A (nl) 1986-04-01

Family

ID=8153214

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8420138A NL8420138A (nl) 1984-05-23 1984-05-23 Bloempot.

Country Status (10)

Country Link
EP (1) EP0181328B1 (nl)
CH (1) CH665748A5 (nl)
DE (3) DE3448290C2 (nl)
ES (1) ES295680Y (nl)
FI (1) FI81481C (nl)
GB (1) GB2161358B (nl)
NL (1) NL8420138A (nl)
NO (1) NO161592C (nl)
SE (1) SE500240C2 (nl)
WO (1) WO1985005247A1 (nl)

Families Citing this family (8)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE3490714C3 (de) * 1984-05-23 1995-01-26 Os Plastic As Blumentopf
DE4000950A1 (de) * 1989-01-16 1990-07-19 Heinrich Ostkotte Gmbh Blumentopf aus kunststoff
US5419080A (en) * 1991-02-01 1995-05-30 Gardener's Supply Multi-celled tray for growing plants
DE9105154U1 (de) * 1991-04-26 1991-08-01 Hartmann Verpackung GmbH, 6236 Eschborn Pflanztopf
ES2042406B1 (es) * 1992-03-26 1994-08-01 Poliexmur S A Contenedor hidroponico perfeccionado.
DE19801141A1 (de) 1998-01-14 1999-07-15 Erich Lehmann Vorrichtung, insbesondere zum Anzüchten von Pflanzen
US10076085B2 (en) 2015-01-26 2018-09-18 Plantlogic LLC Stackable pots for plants
US10687479B2 (en) * 2016-01-27 2020-06-23 Plantlogic, LLC Drainage collection pots for plants

Family Cites Families (19)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE7220959U (de) * 1972-09-14 Gebr Poeppelmann Korkenfabrik Pflanztopf aus Kunststoff
GB191200300A (en) * 1912-01-04 1913-01-06 William Oram Trivett Improvements in or relating to Flower Pots and the like.
GB101027A (nl) * 1915-07-24 Societe Anonyme Des Automobiles & Cycles Peugeot
US1775731A (en) * 1922-11-20 1930-09-16 Fairchild Aerial Camera Corp Warning signal
NL69576C (nl) * 1946-10-31 1949-07-15
CH277547A (de) * 1949-11-23 1951-09-15 Mohler Heinrich Pflanzengefäss.
DE1712687U (de) * 1955-08-04 1955-12-08 Plachy & Materne O H G Blumentopf, pflanzentopf, od. dgl. mit passendem untersatz.
DE1836786U (de) * 1959-12-17 1961-08-31 Herbert Ender Zuchtgefaess fuer den gartenbaubetrieb.
US3271900A (en) * 1963-03-12 1966-09-13 Mori Sakae Automatic pure cultivator
FR1423596A (fr) * 1965-01-15 1966-01-03 Pot de culture
DE1582683B1 (de) * 1966-12-02 1970-09-03 Erich Blattert Pflanzbehaelter,wie Blumentopf,Anzuchttopf od.dgl.
DE1932110A1 (de) * 1969-06-25 1971-01-07 Herbert Ullrich Blumentoepfe u.dgl. mit Feuchtigkeitsregulierung und Luftzufuhr
US3800469A (en) * 1972-07-17 1974-04-02 Plastics T Inc Flower pot
DE2441372C3 (de) * 1974-08-29 1978-03-30 Bayer Ag, 5090 Leverkusen Vorrichtung zum Einstecken von Düngemittelbehältern in Hydrokultur-Behälter
US4173097A (en) * 1977-09-14 1979-11-06 Staby George L Container with raised indentations for aeration and drainage
GB1586781A (en) * 1977-12-22 1981-03-25 Howe G Containers for plants or bulbs
US4171593A (en) * 1978-02-10 1979-10-23 Canaird Sales Ltd. Pot including water level indicator
GB2018115A (en) * 1978-04-05 1979-10-17 Corrie F Plant Holder
DE3119778A1 (de) * 1981-05-19 1982-12-09 Bellaplast Gmbh, 6200 Wiesbaden Duennwandiges pflanzgefaess

Also Published As

Publication number Publication date
FI860286A0 (fi) 1986-01-21
GB2161358B (en) 1987-11-25
GB2161358A (en) 1986-01-15
CH665748A5 (de) 1988-06-15
GB8511937D0 (en) 1985-06-19
DE3448290C2 (nl) 1992-11-19
SE500240C2 (sv) 1994-05-24
ES295680U (es) 1988-06-16
SE8600294D0 (sv) 1986-01-23
NO161592C (no) 1989-09-06
ES295680Y (es) 1989-02-01
EP0181328B1 (en) 1993-03-17
DE8508654U1 (de) 1985-07-18
DE3490714T (de) 1986-07-17
EP0181328A1 (en) 1986-05-21
NO855325L (no) 1985-12-27
FI81481C (fi) 1990-11-12
FI81481B (fi) 1990-07-31
WO1985005247A1 (en) 1985-12-05
FI860286A (fi) 1986-01-21
SE8600294L (sv) 1986-01-23
NO161592B (no) 1989-05-29

Similar Documents

Publication Publication Date Title
CA1171281A (en) Container
US8191310B2 (en) Stackable plant pot
US1778150A (en) Flowerpot
US5870855A (en) Flowerpot, especially for forcing plants while using automatic watering
NL8420138A (nl) Bloempot.
US10292339B2 (en) Terrarium
US5010687A (en) Flowerpot
US2055844A (en) Self watering flower vessel
US1948031A (en) Self-feeding flowerpot
EP2818038B1 (en) Plant pot
GB2313283A (en) Plant cultivation device
AU595669B2 (en) Plant pot
KR200469008Y1 (ko) 소형 분화 유통트레이
JPH0920366A (ja) 植物輸送用コンテナ
GB2133264A (en) Self-watering plant pots
KR200368043Y1 (ko) 하부 급수식 화분받침용 연결상자
KR20110005110U (ko) 화분용 수조
US10667476B2 (en) Sustained release irrigation apparatus with pivoting cap
GB2139464A (en) Plant pots
AU701706B2 (en) Upside down hanging plant pot
KR200496880Y1 (ko) 내부가 분할되는 화분
CA1264553A (en) Flower pot
KR102406445B1 (ko) 배수 유량 및 수위 조절이 가능한 화분 및 배수 구조
DK159947B3 (da) Urtepotte, isaer til drivning af planter under anvendelse af automatisk vanding
NL1003828C2 (nl) Kweekplaat.

Legal Events

Date Code Title Description
BA A request for search or an international-type search has been filed
BB A search report has been drawn up
BC A request for examination has been filed
BN A decision not to publish the application has become irrevocable