NL1014774C1 - Opneeminrichting voor depot-container. - Google Patents

Description

Korte aanduiding: Opneeminrichting voor depot-container.

De uitvinding heeft betrekking op een opneemsysteem voor een depot-container voor het aanhangen en openklappen van de bodem van 5 de depot-container. De bodem bestaat uit twee horizontaal gedeelde halve vlakken.

Uit WO 93/23316 is een klapbare houder met bijbehorend hefwerktuig voor het ophangen en openklappen van de klapbare houder bekend, welke bestaat uit twee verticaal gedeelde halve schalen welke 10 met behulp van in het delingsvlak liggende scharnieren aan de bovenzijde met elkaar zijn verbonden. De klapbare houders bezitten naar boven uitstekende inhaakorganen op de bovenrand van de beide dwars op de hartlijn van de scharnieren staande zijwanden van iedere halve schaal. In de inhaakorganen grijpen horizontaal verschuifbare opneem-15 organen van een ophangtraverse van een hefwerktuig in.

Bij een uit elkaar schuiven van de opneemorganen van de ophangtraversen worden de inhaakorganen meegenomen, opent de klapbare houder zich en kan de inhoud gelost worden.

Verder zijn houders met in tweeën gedeelde bodems bekend. 20 Zij bezitten opneemsystemen met ogen, die in het gebied van de zwenkas van de beide helften van de bodemplaat zijn aangebracht. Daarbij dienen bijvoorbeeld de beide buitenste opneemtappen met ogen voor het aanhaken van de hydraulisch bedienbare lasthaken van een ophangtraverse terwijl het in het midden gelegen opneemorgaan voor het 25 aanhaken van een verdere haak dienst doet.

Aan het in het midden gelegen opneemorgaan zijn kabels aangebracht, die aan hun andere einde zijn verbonden met de in tweeën gedeelde bodem. Door verticaal verschuiven van het middelste opneemorgaan vindt een openen respectievelijk sluiten van de in tweeën 30 gedeelde bodem plaats.

Bij deze uitvoering van het opneemorgaan van de houder zijn de ophangtraversen gecompliceerd uitgevoerd. Verder moeten bij het ophangen van de houder drie haken van de ophangtraverse in de overeenkomstige ogen van het opneemorgaan worden ingevoerd. Daar de haken aan 35 kettingen hangen moeten deze met de hand geleid worden.

1014 7 7 4«! 2

De uitvinding ligt de opgave ten gronde een opneemsysteem voor depot-containers met in tweeën gedeelde openklapbare bodem te verschaffen, wele het mogelijk maakt de depot-container met een hefwerktuig te ledigen, zoals dit bijvoorbeeld in het Duitse Ge-5 brauchsmuster 83 25 137 beschreven is en uit een ophangtraverse met horizontaal verschuifbare opneemelementen voor opneemsystemen bestaat.

Deze opgave wordt volgens de uitvinding daardoor opgelost, dat het opneemsysteem uit een schaar bestaat, wiens schaarorganen uit afgebogen vlakke delen bestaan op de buitenste smalle zijden van ieder 10 schaarorgaan een einde van stalen kabels bevestigd zijn, die aan hun andere einde aan de bodemkleppen zijn aangekoppeld en voor het handhaven van de gesloten stand van de bodemkleppen telkens tussen het bovenste been van het ene schaarorgaan en het onderste been van het andere schaarorgaan veren zijn aangebracht.

15 Het opneemsysteem volgens de uitvinding bestaat uit een schaar wiens twee organen telkens uit in het midden afgebogen vlakke delen bestaan. In het midden van het bovenste deel van de afgebogen vlakke delen zijn de beide schaarorganen beweeglijk met elkaar verbonden en in een bovenaan open huis bevestigd.

20 Het huis is aangebracht op een de houder bij de bovenste rand overbruggende drager. De drager is midden boven de openings!ijn van de openklapbare in tweeën gedeelde bodem van de depot-container aangebracht.

Aan het bovenste einde van ieder schaarorgaan zijn opneem-25 tappen aangebracht, waarin de horizontaal verschuifbare opneemelementen van de ophangtraverse van een hefwerktuig ingrijpen.

Het bovenste deel van ieder schaarorgaan is met het onderste deel van het andere schaarorgaan verbonden door een veer. De veren grijpen op het bovenste deel van het schaarorgaan ongeveer in 30 het midden tussen scharnierende verbinding van de schaarorganen en de opneemtappen aan. De onderste bevestiging vindt rechtstreeks onder de afbuiging van de vlakke delen plaats.

Door de kracht van de veren worden de schaarorganen van het opneemsysteem steeds teruggeleid in de uitgangsstand.

35 Aan het onderste bevestigingspunt van de veren zijn op de buitenste smalle zijde van de schaarorganen stalen kabels aangebracht.

r 3

De stalen kabels worden over een kerf bij het onderste einde van de desbetreffende schaarorganen geleid en in richting van de tegengestelde houderwand omgeleid. Langs de desbetreffende houderwand worden de stalen kabels in richting van de in tweeën gedeelde klapbare 5 bodem geleid en aan de buitenste kanten in de nabijheid van de openingslijn van de beide bodemkleppen aan deze bevestigd.

Door de uitvoering van het opneemsysteem volgens de uitvinding kunnen dezelfde ophangtraversen van een hefwerktuig worden toegepast zoals deze voor het ledigen van houders benut worden, die 10 uit twee halve schalen bestaan en aan hun bovenste kanten inhaak- organen bezitten, die met de opneemorganen van de ophangtraversen voor het ledigen uiteen bewogen worden.

Bij het opneemsysteem volgens de uitvinding worden de aanhaakorganen met behulp van de bij het opnemen van de depot- 15 container uit elkaar bewogen opneemorganen van de ophangtraverse horizontaal naar elkaar bewogen. Daarbij openen de bodemkleppen zich en kan de inhoud van de depot-container gelost worden.

Terwijl de tot nu toe bekende tweedelige houders gunstig van boven open zijn, wordt het opneemsysteem volgens de uitvinding bij 20 voorkeur ingezet bij depot-containers met bovenplaatelementen. Zo kunnen met het opneemsysteem volgens de uitvinding ook de bekende "U-Selct-containers" dus containers die geheel ondergronds aangebracht zijn, geleegd worden. Daarbij is het opneemsysteem volgens de uitvinding in een gleufhuis van de depot-container ondergebracht, dat als 25 enige nog voor het oog zichtbaar is.

Bij het ledigen wordt het deksel van het gleufhuis opengeklapt en kunnen de opneemorganen van de ophangtraverse van het hefwerktuig van het materiaalafvoer-voertuig in de opneemtappen van het opneemsysteem volgens de uitvinding in bewogen worden. De depot-30 container wordt opgetild, boven de grote container gevoerd en na het horizontaal naar elkaar toe bewegen van de de opneemtappen dragende schaarorganen wordt de depot-container gelost.

Bij voorkeur zullen de openingsrichtingen van de muilen van de opneemorganen van de ophangtraverse bij het opnemen van de opneem-35 tappen van het opneemsysteem volgens de huidige uitvinding naar buiten wijzen. Daarmede wordt bij een horizontaal uit elkaar bewegen van de 1 Ü 1 477 4-¾ 4 opneemorganen in ieder geval bereikt, dat de bodemkleppen zich bij het transport van de depot-container niet voortijdig kunnen openen. Met deze werkwijze is gewaarborgd, dat slechts bij een horizontaal naar elkaar toe bewegen van de opneemorganen van de ophangtraverse de 5 bodemkleppen openen.

Om een veilig zitten van de opneemtappen in de opneemorganen van de ophangtraversen te waarborgen is hun diameter een weinig kleiner dan de openingsbreedte van de haakmuilen gekozen.

Om een eventueel afglijden van de opneemorganen van de 10 ophangtraverse te verhinderen is aan de buitenzijde van de opneemtappen een rondlopende krans met grotere diameter dan de diameter van de opneemtap aangebracht.

De uitvinding zal hierna aan de hand van de tekeningen nader uiteengezet worden.

15 Figuur 1 toont het opneemsysteem in perspectivische weergave met schaarstand in gesloten stand van de bodemkleppen van de depot-container.

Figuur 2 toont het opneemsysteem in perspectivische weergave met schaarstand in geopende stand van de bodemkleppen van de 20 depot-container.

Figuur 3 toont het opneemsysteem volgens de uitvinding in zijaanzicht.

Figuur 4 toont een verzamel houder met opneemsysteem in perspectivische weergave met schaarstand in gesloten stand van de 25 bodemkleppen van de houder.

Figuur 5 toont een verzamel houder met opneemsysteem in zijaanzicht.

De figuur 1 toont het opneemsysteem volgens de uitvinding voor depot-containers voor de verzameling van waardevolle materialen, 30 onder meer in gesloten stand van de niet getoonde in tweeën gedeelde bodemklep van de depot-container.

Belangrijk bestanddeel van het opneemsysteem 1 is een schaar met de schaarorganen 2, 3. De schaarorganen 2, 3 bestaan uit afgebogen vlakke delen, die in een punt 4 scharnierend met elkaar zijn 35 verbonden. Op deze plaats is de schaar ook in een bovenaan open huis 5 bevestigd. Het huis 5 is in het midden bevestigd op een drager 6, X r i ' * 3 [· U > · 5 welke de depot-container in het midden boven de openings!ijn van de niet getoonde tweedelige bodemklep overspant.

Aan het bovenste einde van ieder schaarorgaan 2, 3 is een opneemtap 7 aangebracht. Het naar buiten wijzende einde van de opneem-5 tap 7 bezit een rondlopende krans 8 met grotere diameter. De rondlopende krans 8 vermijdt een eventueel afglijden van de opneem-elementen van de ophangtraverse waarmede het ledigen van de depot-container plaatsvindt.

Op de plaats van de afbuiging van de schaarorganen 2, 3 is 10 aan diens buitenste smalle zijde telkens een einde van een staalkabel 9 bevestigd, die aan het andere einde telkens aan een zijde van de niet getoonde bodemkleppen bevestigd is. De stalen kabels 9 lopen op de smalle zijden van de schaarorganen 2, 3 door een aan het onderste einde van de schaarorganen 2, 3 aangebrachte kerf 10 naar de telkens 15 tegenover de schaarorganen 2, 3 liggende wand van de depot-container en vandaar naar beneden waar zij in de nabijheid van de containerwand aan de desbetreffende bodemklep zijn bevestigd, zoals uit de figuren 4 en 5 te ontnemen is. De lengte van de stalen kabels 9 is zo gekozen, dat bij maximale opening van de schaarorganen 2, 3 de bodemkleppen 20 gesloten worden gehouden.

Binnen de depot-container worden de stalen kabels 9 geleid in een bekleding opdat geen vulmateriaal van de depot-container zich tussen de stalen kabels en de containerwand kan vastklemmen.

De open stand van de schaarorganen 2, 3 van het opneem- 25 systeem volgens de uitvinding wordt bij het vullen van de depot- container door veren 11, 12 in stand gehouden. De veren 11, 12 zijn enerzijds in het midden tussen de scharnierende verbinding 4 van de schaarorganen 2, 3 en de opneemtap 7 en anderzijds ter hoogte van de afbuiging van de schaarorganen 2, 3 bevestigd. Daarbij is de veer 11 30 bovenaan aan het schaarorgaan 3 en onderaan aan het schaarorgaan 2 bevestigd. Bij de veer 12 is het omgekeerd.

De spankracht van de veren 11, 12 is zo groot, dat de schaarorganen 2, 3 niet ongewild samengeschoven worden.

Bij een gewenst ledigen van de depot-container wordt het 35 hefwerktuig van .het materiaalafvoer-voertuig met de ophangtraverse boven het opneemsysteem volgens de uitvinding bewogen en zo ver naar 6 beneden bewogen, dat de horizontaal naar elkaar toe bewegende opneem-elementen in de opneemtappen ingrijpen. Daarna wordt de ophangtraverse verticaal naar boven bewogen en met de daaraan hangende depot-container boven een grote container gezwenkt. Daar worden de opneem-5 elementen hydraulisch horizontaal naar elkaar bewogen.Daarbij worden de opneemtappen 7 meegenomen en de bovenste evenals ook de onderste einden van de schaarorganen 2, 3 tegen de weerstand van de veren 11, 12 tot in de in figuur 2 weergegeven eindstand naar elkaar toe bewogen. Daarbij worden gelijktijdig de stalen kabels 9 door het gewicht 10 van de inhoud van de depot-container in richting naar de beide bodem-kleppen getrokken en de bodemkleppen daarbij geopend. Door het op de bodemkleppen rustende gewicht van de inhoud van de depot-container worden de stalen kabels in richting van de zwenkende bodemkleppen steeds strak gehouden.

15 Na ledigen van de houder worden de opneemelementen van de ophangtraverse weer uit elkaar bewogen, waarbij ook de schaarorganen 2, 3 van het opneemsysteem 1 volgens de uitvinding, ondersteund door de het sluiten van de schaar tegenwerkende kracht van de veren 11, 12 horizontaal uit elkaar bewogen worden. Daarmede worden gelijktijdig de 20 bodemkleppen via de aangekoppelde stalen kabels 9 weer gesloten. De depot-container wordt op zijn vorige afzetplaats neergezet.

1014/7 4a

Claims (9)

1. Opneemsysteem voor depot-container met in tweeën gedeelde openklapbare bodem voor het ledigen met bekende hefwerktuigen, die 5 ophangtraversen met horizontaal verschuifbare opneemelementen be zitten, met het kenmerk, dat het opneemsysteem (1) bestaat uit een schaar, wiens schaarorganen (2, 3) uit afgebogen vlakke delen bestaan, waarbij op de buitenste smalle zijden van de schaarorganen (2, 3) einde van stalen kabels (9) bevestigd zijn, die aan het andere einde 10 aan de bodemkleppen zijn aangekoppeld en voor het handhaven van de gesloten stand van de bodemkleppen telkens tussen het bovenste been van het ene schaarorgaan (2) en het onderste been van het andere schaarorgaan (3) veren (11, 12) zijn aangebracht.

2. Opneemsysteem volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de 15 schaarorganen (2, 3) aan het vasthoudorgaan (4) in een naar boven open huis (5) beweeglijk met elkaar verbonden en de gehele schaar bevestigd is.

3. Opneemsysteem volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat aan de bovenste einden van de schaarorganen (2, 3) opneemtappen 20 (7) zijn aangebracht.

4. Opneemsysteem volgens tenminste een van de conclusies 1 tot 3, met het kenmerk, dat de diameter van de opneemtappen (7) is aangepast aan de muilopening van het horizontaal verschuifbare opneem-element van de ophangtraverse van het hefwerktuig.

5. Opneemsysteem volgens een der voorgaande conclusies 1 tot 4, met het kenmerk, dat de opneemtappen aan hun vrije einden in diameter vergrote rondlopende kransen (8) bezitten.

6. Opneemsysteem volgens een der voorgaande conclusies 1 tot 5, met het kenmerk, dat aan de onderste einden van de schaarorganen 30 (2, 3) kerven (10) voor het geleiden en omleiden van de stalen kabels (9) zijn aangebracht.

7. Opneemsysteem volgens tenminste een van de conclusies 1 tot 6, met het kenmerk, dat het huis (5) in het midden op een de depot-container overspannen drager (6) is aangebracht.

8. Opneemsysteem volgens tenminste een van de conclusies 1 tot 7, met het kenmerk, dat de drager (6) de depot-container midden boven de openingslijn van de in tweeën gedeelde bodemklep overspant.

9. Opneemsysteem volgens tenminste een van de conclusies 1 tot 5 8, met het kenmerk, dat het huis (5) met het opneemsysteem (1) in een gleufhuis van de depot-container bij voorkeur ondergronds neergezette depot-container is ondergebracht. 'i U 'i 4 77