NL1014544C2 - Klem voor het bijeenhouden van een stapel vellen, in het bijzonder een papierklem. - Google Patents

Description

Klem voor het bijeenhouden van een stapel vellen, in het bijzonder een papierklem.

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een klem voor het bijeenhouden van een stapel vellen, in het bijzonder vellen papier, karton of papier- of kartonachtig 5 materiaal, waarbij de klem twee poten omvat waarvan de boveneinden door een lijf onderling verbonden zijn en waarvan de benedeneinden buigbaar zijn om in een de stapel bijeenhoudende klemtoestand naar elkaar toe wijzende voeten te vormen.

Een dergelijke klem is algemeen bekend. Men denke bijvoorbeeld aan een conventionele niet. Conventionele nieten bestaan in wezen uit een U-vormige draad 10 met een basislijf en twee evenwijdige poten, die aan hun vrije einden puntig zijn gevormd. De niet wordt met de puntige einden door een stapel papiervellen heen gedreven, waarna de benedeneinden van de niet naar elkaar toe gebogen worden en als het ware naar elkaar toe wijzende voeten vormen. Een dergelijke niet houdt de stapel hoofdzakelijk bijeen doordat de poten door de vellen heen dringen en de stapel geheel 15 doorsteken en doordat aan de onderzijde van de poten naar binnen wijzende voeten zijn gevormd, die verhinderen dat de niet uit de stapel losraakt. Een bijkomend effect is dat in het algemeen het lijf en de voeten vanaf weerszijden op de stapel een klemkracht uitoefenen om de stapel netjes bijeen te houden.

Nadeel van de conventionele niet is, dat deze relatief lastig te verwijderen is, 20 waarbij bovendien de onderste en/of bovenste vellen van de stapel relatief gemakkelijk beschadigd raken. Dit kan vaak weer tot problemen leiden wanneer men de ontniete stapel als stapel aan een kopieerinrichting aanbiedt voor het maken van kopieën. Tengevolge van de beschadiging hebben de onderste en/of bovenste vellen voornamelijk de neiging aan elkaar te kleven, tengevolge waarvan bij het kopiëren 25 storingen in het kopieerapparaat ontstaan.

Ter overkoming van de aan de conventionele niet verbonden problemen zijn in de loop der tijd de nodige varianten van papierklemmen uitgebracht. Men kan hierbij bijvoorbeeld denken aan relatief complexe en daardoor relatief dure knijperachtige klemmen die werken met behulp van een veerwerking en hefboomarmen voor het 30 manipuleren van die veerwerking. Ook kan men denken aan eenvoudige U-vormige beugels die over een stapeltje vellen heen geschoven worden. Deze laatste beugels hebben echter als nadeel dat ze de stapel vellen niet stevig en betrouwbaar bijeen kunnen houden. Ook is bekend een in wezen vlak metalen plaatje waarin een U- 1n1azil 2 vormige sleuf is gestanst, die een daartussen gelegen veerlip begrenst. De veerlip wordt dan bijvoorbeeld onder de stapel geschoven terwijl het plaatje zelf bovenop de stapel blijft en aldus is een aantal vellen papier bijeen te klemmen. Nadeel van deze constructie is echter dat de dikte van de stapel bijeen te klemmen vellen gering is en 5 bovendien dat ook deze klem de stapel weinig betrouwbaar bijeenhoudt.

De onderhavige uitvinding heeft tot doel het verschaffen van een klem waarmee enerzijds een stapel vellen op betrouwbare wijze netjes geordend bijeen is te houden, die anderzijds relatief gemakkelijk is te verwijderen zonder de vellen uit de stapel hinderlijk te beschadigen, en die bovendien ook goedkoop te vervaardigen is alsmede 10 gemakkelijk te plaatsen is.

Voomoemde doelen worden bij een klem van de aan het begin aangegeven soort volgens de uitvinding bereikt, doordat de poten aan de, althans in klemtoestand, naar elkaar toegekeerde binnenzijden daarvan zijn voorzien van zich in langsrichting van de poten uitstrekkende, naar binnen gerichte snijkanten, die zich bij een hoek van de stapel 15 in aan die hoek grenzende zijranden van de stapel kunnen snijden. De klem volgens de uitvinding laat zich bij een hoek van de stapel op de hoek omsluitende wijze op de stapel aanbrengen. Het omsluiten houdt als het ware in dat het lijf zich over de bovenof onderzijde van de stapel uitstrekt, de poten zich vanaf het lijf langs elk één van de op de hoek uitkomende zijden van de stapel uitstrekken tot de onderzijde respectievelijk 20 bovenzijde van de stapel en de voeten aan de ondereinden van de poten naar elkaar toe gevouwen zijn om naar elkaar toe wijzend over de onderzijde respectievelijk bovenzijde van de stapel te verlopen. Tussen de voeten kan als zodanig een vrije ruimte overblijven, deze hoeven dus niet tot aan elkaar te reiken of elkaar te overlappen alhoewel dit laatste zeker wel mogelijk is. Met een dergelijke klem laat de stapel zich 25 als het ware inklemmen indien de klemkracht tussen de voeten en het lijf voldoende is. Echter, een of meer vellen uit de stapel zouden zich nog gemakkelijk laten lostrekken. Dit laatste wordt verhinderd door de naar binnen gerichte snijkanten die zich in de aan de hoek grenzende snijranden gesneden hebben. De snijkanten zorgen daardoor voor een betrouwbare en stevige verankering van elk vel afzonderlijk. Elke poot is namelijk 30 bij voorkeur over zijn gehele lengte voorzien van zich in langsrichting uitstrekkende snijkanten, hetgeen verzekert dat elk vel door de verankering op zijn plaats gehouden wordt.

1014544 3

Overeenkomstig een voordelige uitvoeringsvorm van de klem volgens de uitvinding kan het lijf een in klemtoestand naar de stapel gekeerde platte binnenzijde hebben met een driehoekige of afgeknotte driehoekige vorm, bij voorkeur een rechthoekige, eventueel afgeknotte, driehoeksvorm. Een dergelijk lijf gaat de vorming 5 van zgn. oren tegen in de hoek van de stapel waar de klem bevestigd is.

Overeenkomstig een verdere voordelige uitvoeringsvorm van de klem volgens de uitvinding is het lijf plaatvormig uitgevoerd. Dit verschaft de mogelijkheid om op het lijf, in het bijzonder op de in klemtoestand van de stapel afgekeerde zijde daarvan een afbeelding, logo, spreuk etc. aan te brengen met behulp van een druktechniek, een 10 sticker etc.

De stabiliteit van de stapel laat zich bij een klem volgens de uitvinding aanzienlijk verhogen indien de poten plaatvormig zijn. Plaatvormige poten verschaffen namelijk de mogelijkheid om deze poten met him vlakke binnenzijde strak tegen de stapel tot aanligging te brengen en aldus verdraaien van de vellen ten opzichte van 15 elkaar in hoge mate te verhinderen. Dit komt de netheid en stabiliteit van de stapel zeer ten goede. In het algemeen zullen vellen papier hoeken van 90° hebben, hetgeen met zich brengt dat de in het plaatvlak van de poten verlopende dwarsrichtingen van de poten elkaar bij een plaatvormige uitvoering onder 90° zullen snijden.

Uit productie-technische overwegingen verdient het volgens de uitvinding de 20 voorkeur wanneer het lijf en de poten en bij voorkeur de gehele klem uit één stuk metaalplaat zijn gevormd. Lijf en poten en bij voorkeur de gehele klem laten zich dan op relatief goedkope wijze vervaardigen door stansen uit een groter stuk plaat materiaal en het vervolgens ten opzichte van het lijf vouwen van de poten of althans het voorvormen van de vouwlijnen daarvoor. Door een verdere behandeling laten zich dan 25 de snijkanten vormen. De snijkanten kunnen bijvoorbeeld gevormd worden door in de poten een naar binnen wijzende lip met een eindrand als snijkant uit te stansen.

Volgens een bijzonder de voorkeur hebbende uitvoeringsvorm van de uitvinding is het van groot voordeel wanneer de afstand van de snijkant tot de respectieve poot vanaf het boveneind van de poot naar het benedeneind van de poot afneemt, bij 30 voorkeur taps toeloopt. Aldus is het mogelijk de klem volgens de uitvinding op zijn plaats boven een hoekzone van een stapel te positioneren en vervolgens door deze recht • naar beneden te drukken de snijkanten geleidelijk in de zijranden van de stapel te snijden ter verankering van de vellen in de stapel.

1 0 1 4544 ' 4

Teneinde het mogelijk te maken een stapel vellen als het ware met zijn hoek de klem in te kunnen steken, d.w.z. met de hoek tussen de poten te kunnen steken in een richting dwars op de uitstrekkingsrichting van de poten (welke uitstrekkingsrichting van het boven- naar het benedeneind verloopt) is het volgens de uitvinding van groot 5 voordeel wanneer de snijkanten van tegenoverliggende poten in een vlak dwars op de poten beschouwd schuin snijdend naar elkaar toe wijzen. Aldus wordt met de snijkanten een soort weerhaakeffect bereikt, die het tussen de poten insteken van een hoek van een stapel toelaat, maar het tussen de poten uittrekken van die stapel verhindert.

10 Opdat de klem volgens de uitvinding zich gemakkelijk laat verwijderen, verdient het volgens de uitvinding zeer de voorkeur wanneer de poten handmatig ten opzichte van het lijf buigbaar zijn. Aldus is het zonder enig gereedschap mogelijk om met de vingers aan te grijpen op de voeten van de poten en deze voeten uit elkaar te bewegen en aldus de poten, of althans één poot naar buiten, te buigen waarna de klem geheel van 15 de stapel weggenomen kan worden.

Volgens een verder aspect heeft de uitvinding betrekking op het gebruik van een klem volgens de uitvinding voor het door omsluiting van een hoekzone van een stapel vellen bijeenhouden van de stapel vellen.

De onderhavige uitvinding zal in het navolgende aan de hand van een in de 20 tekening schematisch weergegeven uitvoeringsvoorbeeld nader worden toegelicht. Hierin toont:

Fig. 1 een schematisch perspectivisch onderaanzicht op een klem volgens de uitvinding;

Fig. 2 een overeenkomstig schematisch perspectivisch onderaanzicht op dezelfde 25 klem als in fig. 1, echter thans een stapel vellen opnemend en gedeeltelijk omklemmend;

Fig. 3 een perspectivisch bovenaanzicht op een hoekzone van een stapel vellen welke door een klem volgens de uitvinding bijeen wordt gehouden;

Fig. 4 een sterk geschematiseerde weergave in doorsnede van een apparaat voor 30 het aanbrengen van de in fig. 1-3 getoonde klem volgens de uitvinding in open toestand;

Fig. 5 een aanzicht overeenkomend met fig. 4 echter dan in gesloten toestand.

1n14544 5

De in de tekening (fig. 1-5) getoonde klem volgens de uitvinding is een schematische weergave die enkel een uitvoeringsvorm toont, maar waarop echter ook vele binnen de door de conclusies bepaalde reikwijdte van de uitvinding vallende varianten zeer wel denkbaar zijn.

5 De afgebeelde klem 1 is gevormd uit een dunne buigzame metaalplaat door daar een stuk van geschikte vorm uit uit te stansen en vervolgens een tweetal poten om te zetten en aan de binnenzijde daarvan driehoekige lijfjes met snijkanten te vormen. De afgebeelde klem bestaat uit een lijf 2 met een afgeknot driehoekige vorm en wel in het bijzonder een afgeknotte rechthoekige driehoeksvorm. Vanaf de rechthoekszijde staan 10 de poten 3 en 4 beschouwd volgens fig. 1 recht omhoog oftewel de het lijf 2 met de poten 3 en 4 verbindende vouw 14 is een haakse vouw 14. Deze vouw 14 hoeft echter geenszins een haakse vouw te zijn. Het is zelfs denkbaar dat de desbetreffende vouwen 14 enkel voorgevormd zijn en dat in uitgangstoestand het lijf en het lijf 2 en de poten 3 en 4 in een plat vlak liggen en pas in een apparaat voor het aanbrengen om de stapel 15 heen gevouwen worden of dat deze vouwen gedeeltelijk voorgevouwen zijn om tussen het verbindingslijf en de respectieve poten 3,4 stompe vouwhoeken te vormen.

De poten 3 en 4 zijn plaatvormig en de in het plaatvlak van de poten verlopende dwarsrichtingen snijden elkaar onder een hoek α van 90°. Dit komt er dus op neer dat de vouwlijnen 14 elkaar onder een hoek α van 90° snijden. De oorzaak hiervan is 20 daarin gelegen dat vellen papier in het algemeen haakse hoeken hebben.

Om een weerhaakeffect te bewerkstelligen, zijn de snijkanten 7 en 8 van tegenoverliggende poten in een vlak dwars op de poten beschouwd, bij de uitvoeringsvorm volgens fig. 1 dus in een vlak evenwijdig aan het vlak van het lijf 2 beschouwd, schuin snijdend onder een hoek β naar elkaar toe gericht. Deze hoek β zal 25 dus ongelijk aan 180° zijn. De hoek β is verder een stompe hoek zijn daar deze groter dan 90° zal zijn.

In fig. 2 is enerzijds veraanschouwelijkt dat de snijkanten zich in de zijranden van de stapel snijden, zie snijkant 8, en anderzijds dat de voeten zich evenwijdig aan het lijf 2 om de stapel laten vouwen teneinde de vellen daarin enigszins bijeen te klemmen.

30 Fig. 4 en 5 veraanschouwelijken bij wijze van voorbeeld een apparaat voor het op een stapel aanbrengen van een klem volgens de uitvinding. Dit apparaat is in wezen niets anders dan een in verband met de dimensies van de klem 1 volgens de uitvinding gemodificeerde standaard nietapparaat. Het apparaat bestaat uit een aambeeld 21 en een 1014544 6 aandrukblok 20. Het aandrukblok 20 is voorzien van een uitsparing 22 waarin het lijf 2 van de klem precies past. Het aambeeld 21 is voorzien van een centrale verhoging 24 met aan weerszijden een uitholling 23 waarvan de uitstrekkingsrichting overeenkomstig die van de poten 3 en 4 is. De uithollingen 23 vormen geleidingen om bij het 5 aandrukken van de klem door het aandrukblok 20 de voeten 5 en 6 naar binnen te buigen tot aanligging tegen de onderzijde van de stapel (zoals in fig. 2) met voet 6 veraanschouwelijkt is.

In fig. 5 is verder veraanschouwelijkt dat de naar de benedeneinden van de poten 3 en 4 taps toelopende snijkanten 7 en 8 ingeval de stapel dunner is dan de lengte van 10 de poten 3 en 4 met de voeten 5 en 6 mee naar binnen kunnen knikken, zoals met 15 is aangegeven. Dit is in het bijzonder van voordeel daar aldus stapels van variabele dikte met één standaardklem bijeengehouden kunnen worden.

$ $ £ $ $ 1014544

Claims (10)

1. Klem (1) voor het bijeenhouden van een stapel (10) vellen, in het bijzonder 5 vellen papier, karton of papier- of kartonachtig materiaal, waarbij de klem twee poten (3,4) omvat waarvan de boveneinden door een lijf (2) onderling verbonden zijn en waarvan de benedeneinden buigbaar zijn om in een de stapel (10) bijeenhoudende klemtoestand naar elkaar toe wijzende voeten (5,6) te vormen, met het kenmerk, dat de poten (3,4) aan de, althans in klemtoestand, naar elkaar toegekeerde binnenzijden 10 daarvan zijn voorzien van zich in langsrichting van de poten (3,4) uitstrekkende, naar binnen gerichte snijkanten (7,8), die zich bij een hoek (9) van de stapel (10) in aan die hoek (9) grenzende zijranden (11,12) van de stapel (10) kunnen snijden.

2. Klem (1) volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het lijf (2) een in 15 klemtoestand naar de stapel (10) gekeerde platte binnenzijde heeft met een driehoekige of afgeknot driehoekige vorm, bij voorkeur een rechthoekige, eventueel afgeknotte driehoeksvorm.

3. Klem (1) volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het 20 lijf (2) plaatvormig is.

4. Klem (1) volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de poten (3,4) plaatvormig zijn en dat de in het plaatvlak van de poten (3,4) verlopende dwarsrichtingen van de poten (3,4) elkaar onder 90° (hoek a) snijden. 25

5. Klem (1) volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het lijf en de poten (3,4) en bij voorkeur de gehele klem (1) uit één stuk metaalplaat zijn gevormd. 1 1014544

6. Klem (1) volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de afstand van de snijkant (7,8) tot de respectieve poot (3,4) van het boveneind van de poot (3,4) naar het benedeneind van de poot (3,4) afheemt, bij voorkeur taps toeloopt. «

7. Klem (1) volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de snijkanten (7,8) van tegenoverliggende poten (3,4) in een vlak dwars op de poten (3,4) beschouwd schuin snijdend (hoek β) naar elkaar toe wij zen.

8. Klem volgens conclusie 7 en conclusie 4, met het kenmerk, dat de snijkanten (7,8) schuin in de richting van het snijpunt der dwarsrichtingen georiënteerd zijn.

9. Klem (1) volglens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de poten (3,4) handmatig ten opzichte van het lijf (2) buigbaar zijn. 10

10. Gebruik van een klem (1) volgens een der voorgaande conclusies voor het door omsluiting van een hoekzone van een stapel (10) vellen bijeenhouden van de stapel (10). ******* 1014544