NL1013945C2

NL1013945C2 - Koppelingsgereedschap voor spouwmuur.

Info

Publication number: NL1013945C2
Application number: NL1013945A
Authority: NL
Inventors: Takao Wakai
Original assignee: Wakai Sangyo Kk
Priority date: 1999-01-08
Filing date: 1999-12-23
Publication date: 2000-07-11
Also published as: JP2000199510A; DE19961954A1; US6332300B1

Description

Korte aanduiding: Koppelingsgereedschap voor spouwmuur.

De uitvinding heeft betrekking op een koppelingsgereedschap voor een spouwmuur gebruikt voor het vervaardigen van een bouwwerk met 5 spouwmuur.

Zoals in figuren 7 tot 9 weergegeven heeft een spouwmuur van een gebouw een binnenwand 4, die is opgebouwd door het leggen van van openingen voorziene een licht gewicht bezittende betonblokken 2 op een betonfundament 1 op een enigszins naar binnen gelegen plaats, 10 waarbij in de naden tussen de betonblokken 2 mortel 3 is aangebracht. Verder omvat de spouwmuur een buitenste wand 7, die vervaardigd is door het op enige afstand buiten de binnenwand opstapelen van stenen 5 of dergelijke welke stenen aan elkaar worden gehecht met mortel 6. Zodoende wordt een ruimte 8 gevormd, welke een luchtlaag vormt tussen 15 de binnenwand 4 en de buitenwand 7. De ruimte 8 voorziet in warmte- i sol at i e en een effect van het verhinderen van vorming van condens.

Bij deze dubbele wand zijn de binnenwand 4 vormende betonblokken 2 groot en verhoudingsgewijs zwaar en bezitten dus een goede stabiliteit tijdens het leggen. Aangezien de buitenwand 7 20 vormende stenen of bakstenen 5 klein zijn is daarentegen de stabiliteit van de buitenwand 7 tijdens het leggen slecht. Het is dus noodzakelijk de buitenwand 7 aan de binnenwand 4 te koppelen en vast te zetten om te verhinderen, dat de buitenwand ineenstort.

Tot nu toe zijn in een werkwijze voor het bevestigen van de 25 buitenwand 7 aan de binnenwand 4 zoals weergegeven in figuur 9 koppelingsgereedschappen 9 gebruikt, die zijn gevormd door het afbuigen van beide einden van een metalen draad zodat een L-vormig koppelingsgereedschap is verkregen. Indien betonblokken 2 worden gelegd worden op geschikte plaatsen tussen hoger en lager gelegen 30 betonblokken 2 einden van koppel ingsgereedschappen 9 ingestoken en begraven in de mortel 3, zoals afgebeeld in figuur 7. Indien de buitenste wand 7 wordt opgebouwd worden de andere einden van de koppelingsgereedschappen 9 ingestoken in de naden tussen hogere en lagere stenen of bakstenen 5 en in de mortel 6 begraven. De 35 koppel ingsgereedschappen 9 doen dienst voor het met elkaar koppelen 101394 5 2 van de binnenwand 4 en de buitenwand 7 onder het daarbij verhinderen, dat de buitenwand 7 naar buiten weg valt.

Aangezien de gebruikelijke koppelingsgereedschappen 9 zich uitstrekken tussen de naden tussen hoger en lager gelegen betonblokken 5 2 en de naden tussen hoger en lager gelegen stenen of bakstenen 5 kunnen zij overigens slechts worden gebruikt bij delen waar de naden in lijn met elkaar zijn gelegen.

Aangezien echter betonblokken 2 en stenen of bakstenen 5 in afmeting van elkaar verschillen zijn er, indien zij worden gelegd, 10 slechts een paar gedeelten waar de hoogteniveau’s van de desbetreffende naden samenvallen. Er zijn dus slechts een paar plaatsen waar de binnenwand 4 en de buitenwand 7 met elkaar kunnen worden gekoppeld door de koppelingsgereedschappen 9. Het was zodoende onmogelijk een voldoende verbindingssterkte tussen de buitenwand 7 en 15 de binnenwand 4 te waarborgen.

Een oogmerk van deze uitvinding is het verschaffen van een koppelingsgereedschap voor een spouwmuur, welke het mogelijk maakt een binnenwand en een buitenwand op iedere hoogtepositie met elkaar te verbinden, waardoor de binnen- en buitenwanden met elkaar kunnen 20 worden verbonden zonder kiezen van bepaalde plaatsen onder het daarbij waarborgen van een voldoende verbindingssterkte.

Volgens de uitvinding is er een koppelingsgereedschap voor een spouwmuur verschaft welke is voorzien van een anker en een aan een einde van het anker aangebrachte draad van vereiste lengte.

25 Andere kenmerken en oogmerken van de uitvinding zullen duidelijk worden uit de volgende beschrijving die vervaardigd is met verwijzing naar de bijgaande tekeningen waarin:

Figuur IA een perspectivisch aanzicht is, dat een koppelingsgereedschap volgens een eerste uitvoeringsvorm toont; 30 Figuur 1B een vergroot doorsnede-aanzicht is, dat de puntconstructie van het anker van het gereedschap volgens figuur IA toont;

Figuur 2 een perspectivisch aanzicht is van een tweede uitvoeringsvorm; 35 Figuur 3 een perspectivisch aanzicht is van een derde uitvoeringsvorm; 1013945 3

Figuur 4 een perspectivisch aanzicht is, dat het einde van de draad toont;

Figuur 5 een perspectivisch aanzicht is, dat toont hoe een spouwmuur wordt vervaardigd onder gebruik maken van het 5 koppelingsgereedschap;

Figuur 6 een verticaal doorsnede-aanzicht is, dat een onder het gebruik maken van het koppelingsgereedschap vervaardigde spouwmuur toont;

Figuur 7 een perspectivisch aanzicht toont, dat een 10 spouwmuur weergeeft welke vervaardigd is onder gebruik maken van gebruikelijke koppel ingsgereedschappen;

Figuur 8 een verticaal doorsnede-aanzicht over figuur 7 is; en

Figuur 9 een bovenaanzicht op figuur 8 is.

15 Hieronder worden uitvoeringsvormen van de uitvinding beschreven met verwijzing naar de bijgaande tekeningen.

Het koppelingsgereedschap 11 van een in figuur 1 weergegeven eerste uitvoeringsvorm omvat een anker 12 en een draad 13 van een vereiste lengte, welke op een einde van het anker 12 is 20 aangebracht. Het anker is gevormd door bovenop elkaar plaatsen van twee rechthoekige metalen platen 14, die bijvoorbeeld uit roestvast staal zijn vervaardigd. Daarbij zijn de platen 14 slechts bij een einde 15, bijvoorbeeld door puntlassen 16 met elkaar verbonden. De tegenover liggende uiteinden zijn afgeschuind onder het vormen van 25 schuin verlopende begrenzingsvlakken, die vanaf het vlak waar de platen 14 op elkaar liggen in een van elkaar afgekeerde richting schuin naar de vrije uiteinden van de platen 14 verlopen (figuur 18). De draad 13 is een buigbare metalen draad en is bijvoorbeeld door lassen zo aan het anker 12 bevestigd dat de draad axiaal uitsteekt 30 vanaf een uiteinde van het anker 12. Eventueel kan slechts een van de metalen platen 14 zijn voorzien van een schuin verlopend begrenzingsvlak 17.

Een in figuur 2 weergegeven tweede uitvoeringsvorm van een koppel ingsgereedschap 11 omvat"~ëen anker 12, dat overeenkomt met het 35 anker 12 van de hierboven beschreven eerste uitvoeringsvorm en een draad 13 van een vereiste lengte, die scharnierend is bevestigd aan

101394S

4 een einde van het anker 12. Voor deze scharnierende verbinding is nabij het einde 15 van het anker 12 een gat 18 in het anker gevormd in welk gat een loodrecht ten opzichte van het overige deel van de draad afgebogen gedeelte 13a is ingestoken. Door stuiken of dergelijke is 5 bij het einde van het gebogen gedeelte 13a een gedeelte 13b met grotere diameter gevormd, zodat het gedeelte 13a niet uit het gat 18 zal kunnen geraken.

Door de draad 13 zwenkbaar aan het anker 12 aan te brengen kan de draad 13 vanuit de gebruiksstand, waarin de draad 13 bij een 10 einde van het anker uitsteekt, worden verzwenkt naar de in figuur 2 met streepstiplijnen weergegeven zijdelingse positie of naar een samengevouwen positie waarin de draad 13 boven het anker 12 is gelegen. Zodoende kan de gehele lengte van het koppelingsgereedschap 11, indien niet in gebruik, worden verkort door de draad te verzwenken 15 naar de boven het anker 12 gelegen stand.

Het koppelingsgereedschap van een in figuur 3 weergegeven derde uitvoeringsvorm omvat een anker 12, die nabij het van een draad 13 voorziene uiteinde is uitgevoerd met een afgebogen kop 19. Voor de basisconstructie van dit koppelingsgereedschap 11 kan de 20 uitvoeringsvorm volgens figuur 1 of die volgens figuur 2 worden gebruikt.

In ieder van de uitvoeringsvormen .kan het anker 12 zijn gevormd door dubbel vouwen van een enkele lange metalen plaat. De draad 13 moet een zodanige diameter hebben, dat hij kan worden 25 ingestoken in de verbindingen of naden van stenen of bakstenen 5 (figuur 5) en een lengte, die een weinig langer is dan de afstand van het buitenvlak van de binnenwand 4 tot het hart van de buitenwand 7. In figuur 5 is zijn vrije eindzijde recht weergegeven, maar voor gebruik wordt het uiteinde loodrecht afgebogen, zoals aangeduid met 30 streepstipl ijn. Eventueel kan het vrije einde van de draad 13 van te voren reeds loodrecht zijn afgebogen.

Het koppelingsgereedschap van deze uitvinding heeft een constructie zoals hierboven beschreven. Thans zal het gebruik daarvan worden beschreven bij het opbouwen van een spouwmuur van een gebouw.

35 Zoals weergegeven in figuur 5 wordt een binnenwand 4 opgebouwd door het leggen van betonblokken 2 op een betonnen basis, l 1013945 5 waarbij deze blokken 2 worden verbonden door mortel 3. Vervolgens wordt een buitenwand 7 opgebouwd door het leggen van stenen of bakstenen 5 op een een weinig buiten de binnenwand 4 gelegen plaats.

Tijdens opbouw van de buitenwand 7 worden, indien stenen of 5 bakstenen tot een bepaalde hoogte zijn gelegd, de ankers 12 van koppelingsgereedschappen 11 in de betonblokken 2 van de binnenwand 4 gedreven op plaatsen overeenkomend met het bovenste niveau van de stenen of bakstenen 5.

De draden 13 van de koppelingsgereedschappen 11 worden van 10 te voren bij de vrije einden loodrecht in de horizontale richting afgebogen, zoals in figuur 5 afgebeeld. Door slaan op het uiteinde 15 wordt ieder anker 12 in een betonblok ingedreven. Indien het anker wordt ingedreven zullen de twee metalen platen zich spreiden, waarbij zij in van elkaar afgekeerde richtingen worden gebogen door de 15 vormgeving van de hellende wanddelen 7 en zodoende weerstand tegen uittrekkrachten voortbrengen.

Met het koppelingsgereedschap 11 van de tweede in figuur 2 weergegeven uitvoeringsvorm waarbij de draad 13 zwenkbaar is aangebracht is er, indien de draad 13 zijdelings uitstekend wordt 20 opgesteld, zoals door de streepstiplijn in figuur 2 aangeduid, geen uitstekend deel aanwezig bij het einde 15 van het anker 12, zodat indrijven van het anker 12 door een gereedschap zoals een hamer gelijkmatig zonder moeite kan worden uitgevoerd.

Indien het anker 11 in een betonblok 2 van de binnenwand 4 25 is ingeslagen, zoals afgebeeld in figuur 5 wordt het afgebogen einde van de draad 13 boven een steen of baksteen 5 geplaatst. Bij het verder gaan van het leggen van stenen of bakstenen 5 op elkaar wordt het gebogen einde van de draad 13 opgenomen in de verbinding tussen hoger en lager gelegen stenen of bakstenen en in mortel 6 begraven. 30 Door de ingrijping tussen het gebogen einde van de draad 13 en mortel 6 en door de bevestiging van het anker 12 aan het betonblok 2 wordt de buitenwand 7 bevestigd aan en vastgehouden door de binnenwand 4 met behulp van het koppelingsgereedschap 11.

Op deze wijze kan tijdens het leggen van stenen of 35 bakstenen 5 op iedere hoogtepositie een koppelingsgereedschap 11 in een betonblok 2 v/orden gedreven. Bevestigen van de buitenwand 7 aan de 101394® 6 binnenwand 4 kan dus op iedere gewenste positie en ieder aantal worden uitgevoerd. Het is ook mogelijk de bevestigings/vasthoudsterkte van de buitenwand 7 aanmerkelijk te verbeteren.

Aangezien een draad van een vereiste lengte aan het einde 5 van het anker is aangebracht is het bij het vervaardigen van een spouwmuur volgens de uitvinding mogelijk het anker in te drijven in de binnenwand op bepaalde posities zodat bevestigen van de buitenwand aan de binnenwand kan worden uitgevoerd zonder plaatsen en aantal te kiezen. De bevestigings/vasthoudsterkte van de buitenwand wordt dus 10 aanzienlijk beter.

Indien een draad van een vereiste lengte zwenkbaar is aangebracht op een uiteinde van een anker zit de draad niet in de weg tijdens het indrijven van het anker. Indrijven van het anker kan dus zonder moeite worden uitgevoerd. Ook kan voorafgaande aan gebruik de 15 gehele inrichting kort worden gemaakt, zodat hij een klein volume in beslag neemt. Dit is doelmatig voor transport.

i 1013945

Claims

1. Koppelingsgereedschap voor een spouwmuur, met het kenmerk, dat het koppelingsgereedschap is voorzien van een anker en een aan een 5 einde van het anker aangebrachte draad van een vereiste lengte.

2. Koppelingsgereedschap volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de draad zodanig aan het anker is bevestigd, dat de draad vanaf een einde van het anker evenwijdig aan de lengterichting van het anker buiten het anker uitsteekt.

3. Koppelingsgereedschap volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de draad zwenkbaar aan het anker is aangebracht.

4. Koppel ingsgereedschap volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het anker is gevormd door bovenop elkaar plaatsen van twee metalen platen, die bij een einde met elkaar 15 zijn verbonden, terwijl tenminste een van de metalen platen aan zijn uiteinde is voorzien van een hellend oppervlak.

5. Koppelingsgereedschap volgens ieder van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de draad uit een buigbaar metalen materiaal is vervaardigd.

6. Koppelingsgereedschap volgens ieder van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het vrije einde van de draad is afgebogen. 1013945