NL1013767C2

NL1013767C2 -

Info

Publication number: NL1013767C2
Application number: NL1013767A
Authority: NL
Inventors: Andrzej Biadun; Stanislaw Piejko; Zenon Florek
Original assignee: Zelmer
Priority date: 1999-01-06
Filing date: 1999-12-06
Publication date: 2002-12-03
Also published as: NL1013767A1; PL330736A1; DE19960267A1; SK12000A3

Description

Inrichting voor het snijden van levensmiddelproducten met een veiligheidsinrichtine tegen een abusievelijk inschakelen

Onderwerp van de uitvinding is een inrichting voor het snijden van levensmid-5 delproducten met een veiligheidsinrichting tegen abusievelijk inschakelen, in het bijzonder een keukensnijapparaat met elektrische aandrijving voor het snijden van brood, worst en kaas.

In de apparaten om levensmiddelproducten te snijden, in het bijzonder met een elektrisch aangedreven schij fines, wordt een inrichting ingezet, die beveiligd is tegen 10 een abusievelijk inschakelen van de aandrijving van het apparaat, bijvoorbeeld door kleine kinderen, waarbij het noodzakelijk is dat een ingedrukte schakelaar gedurende de gehele tijd waarin de inrichting in bedrijf is, ingedrakt gehouden wordt om een hand van de gebruiker onbeweeglijk te maken om zo de veiligheid van de gebruiker van de inrichting te waarborgen.

15 Bekend is bijvoorbeeld uit de octrooipublicatie PL 168.401 BI een inrichting voor het snijden van levensmiddelproducten met een beveiligingsinrichting tegen een abusievelijk inschakelen, die met een schuivend aangebrachte en verend, in de behuizing ondersteunde, schakelaar uitgerust is, en die op het moment van inschakelen van de inrichting naar de werkingsstand een gecompliceerde beweging van de gebruiker 20 met de schakelaar in enkele verschillende richtingen vereist.

Bekend is ook een inrichting voor het snijden van voedingsmiddelproducten met een beveiligingsinrichting tegen een abusievelijk inschakelen die met een schakelaar uitgerust is, die voor de gebruiker door een mechanische vergrendeling in de uit-stand van de aandrijving vastgezet is en uit deze vastgezette stand door een tweede toets, die 25 met deze vergrendeling verbonden is, vrijgegeven wordt. Deze vergrendeling is echter buiten de aan-toets aangebracht, waardoor de uitvoering in de behuizing van de inrichting van een passende plaats voor de bevestiging van deze voorzien moet zijn en waardoor een additionele opening in de wand van de behuizing van het apparaat benodigd is voor een tweede toets, dwars op de richting van de kunststofstroom, hetgeen nog een 30 splitsing van de straal vloeibare kunststof in de spuitgietvorm en een bemoeilijking van de grote-serie-productie van een dergelijk product tot gevolg heeft.

~ 1013767 2

In de inrichting volgens de uitvinding is de manoeuvreerknop van de vergrendeling van de aan-toets op deze toets voor de bediening bereikbaar, waarbij de vergrendeling bij voorkeur in de aan-toets aangebracht is.

Bij voorkeur is ook de uitvoering van de vergrendeling in de vorm van een draai-5 hendel, waarbij de hefarm een steunvlak vormt, dat door een vormvaste verbinding in een vormondersteuning in de vergrendelingstoestand van de aan-toets vastgezet is, waarbij de manoeuvreerknop daarentegen op een tweede arm van deze hefboom aangebracht is en in een doorgangsopening van de aan-toets, verschuifbaar op het oppervlak van deze aan-toets, vastgezet is.

10 Verdere voordelen worden behaald, wanneer de vergrendeling met haar draaias in de aan-toets gehangen is, waarbij de vergrendeling twee in haar draaias aangebrachte pendelassen heeft, en de aan-toets twee zijdelingse ophangingen met houderopeningen heeft, waarin twee pendelassen van de vergrendeling ter verlichting van de montage ingehaakt zijn en draaibaar ingezet zijn, en bovendien de vergrendeling een draaihoek 15 heeft, die minstens eenzijdig door de grootte van de doorgangsopening van de aan-toets begrensd is, of ook dat deze draaihoek minstens eenzijdig door een vormondersteuning begrensd is.

De manoeuvreerknop van de vergrendeling wordt bij voorkeur langs de langsas van de aan-toets verschoven en de aan-toets heeft op haar bovenste zijkant een lang-20 werpige uitsparing, waarin een langwerpige verdieping uitgevoerd is, die aan de maat van een vinger aangepast is, en waarin de doorgangsopening van de aan-toets in de bodem van deze langwerpige verdieping uitgevoerd is.

De vergrendeling van de aan-toets heeft een cilindervormige beschermingswand, die onder de manoeuvreerknop uitgevormd is en waarmee de doorgangsopening van de 25 aan-toets vanuit de binnenkant van de inrichting bedekt is.

Ten behoeve van de verhoging van de doeltreffendheid van de werking van de veiligheidsinrichting wordt de manoeuvreerknop van de vergrendeling door de werking van een terugtrekveer verschoven, waarbij de terugtrekveer als spiraalveer uitgevoerd wordt, daarentegen heeft de vergrendeling van de aan-toets een terugkerende arm, die 30 met een tegenover zittend gedeelte afgesloten is, die een onderste bout heeft, waarop een uiteinde van de terugtrekveer geplaatst is, daarentegen het tweede uiteinde van deze terugtrekveer op een bovenste bout geplaatst is, die vanuit de onderzijde van de aantoets gevormd is, en dat de vergrendeling bovendien een draaihoek heeft, die door de 1 0 1 37R7 3 afstand tussen de bovenste bout van de aan-toets en de onderste bout van de vergrendeling begrensd is, en wel als alternatieve begrenzing van deze draaihoek in verhouding tot de begrenzing, die zich uit in de afmeting van de doorgangsopening van de aan-toets laat blijken.

5 Ter verhoging van de stijfheid van de oplegging van de vergrendeling wordt deze in vorm van een dubbele, met dwarswanden versterkte langswand, uitgevoerd.

Om een werkzame vergrendeling van de opleggingen van de afsluiting in de vormondersteuning te garanderen is deze oplegging met een in de vorm aan de vorm-ondersteuning aangepaste vormrand uitgevoerd, waarbij de vormrand van de oplegging 10 van de afsluiting in de vorm van een convexe trap met een aan de concaviteitsstraal van de vormondersteuning aangepaste convexiteitsstraal ter verlichting van de verbinding alsmede de scheiding van de oplegging en de vormondersteuning uitgevoerd wordt, en dat bovendien de trap van de vormondersteuning een hoogte heeft, die aan de arbeids-slag van de inschakelhendel van de in de aandrijfomgeving van de inrichting, ter ver-15 hoging van de levensduur van deze inrichting aangebrachte microschakelaar, aangepast is.

Ter vermindering van het aantal delen van de veiligheidsinrichting is de vormondersteuning gevormd uit de wand van de behuizing van de inrichting, en de vergrendeling van de schakelaar is bij voorkeur uitgevoerd als een enkelvoudig vormdeel.

20 De aan-toets heeft vervolgens een stop, die op zijn omtrekswand gevormd is en die ondersteund is op de inschakelhendel van de in de aandrijfomgeving van het apparaat aangebrachte microschakelaar, en deze is uitgevoerd in de vorm van een eenzijdige hendel.

De aan-toets heeft ook een compartiment, dat aan het uiteinde voorzien is van een 25 walsvormige giettrap, die zwenkbaar geplaatst is in een walsondersteuning, welke walsondersteuning bij voorkeur in de wand van de behuizing van het apparaat aangebracht is met het doel het aantal onderdelen van de veiligheidsinrichting te verkleinen.

Verder bevat de aan-toets een elastisch aan de achterzijde uitstekende rand, die in de vorm van een verticale dwarswand uitgevoerd is en op een draagondersteuning on-30 dersteund is, waarbij de elastische rand van de aan-toets versterkende langsribben heeft, en waarbij de draagondersteuningen op de wand van de behuizing van de inrichting gevormd zijn.

De aan-toets is bij voorkeur als één deel uitgevoerd.

- 1013767 4

In de oplossing volgens de uitvinding is de veiligheidsinrichting voorzien van een minimum aantal delen en daardoor is deze goed te onderhouden, functievast en goedkoop in de serieproductie, waarbij overeenkomstig gevormde elementen van de wand van de behuizing van de inrichting volgens de uitvinding een juiste werking van de 5 aan-toets en de vergrendeling garanderen, en waarbij in tegenstelling tot een oorspronkelijke constructie van de vergrendeling met de manoeuvreerknop een juiste beveiliging tegen een abusievelijk inschakelen van de inrichting in de bedrijfsstand, in het bijzonder door kleine kinderen, gegarandeerd wordt en waarbij het vasthouden van de aan-schakelaar door de gebruiker onder de druk van de vinger gedurende de gehele tijd 10 van de bedrijfstoestand van de inrichting nodig is om de bedieningsveiligheid te waarborgen.

Het onderwerp van de uitvinding is in een uitvoeringsvorm op afbeeldingen getoond, waarin figuur 1 aan het apparaat in het bovenaanzicht op de aan-toets, figuur 2 een deel van het apparaat in langsdoorsnede en aanzicht op die delen van de veilig-15 heidsinrichting, figuur 3 de aan-toets, de vergrendeling en de terugtrekveer in een perspectivisch aanzicht, figuur 4 de aan-toets met de ingebouwde vergrendeling in dwarsdoorsnede, figuur 5 t/m 9 de overeenkomstige vergrendeling in langsdoorsnede en in zijaanzicht, bovenaanzicht, vooraanzicht en onderaanzicht, figuur 10 t/m 15 de aantoets overeenkomstig in langsdoorsnede, in het bovenaanzicht, onderaanzicht, zijaan-20 zicht en vooraanzicht zowel als in doorsnedeaanzicht, figuur 16 t/m 18 de aan-toets met de ingebouwde vergrendeling in verschillende wederzijdse arbeidstoestanden tonen.

De inrichting 1 voor het snijden van levensmiddelproducten is met een elektrische aandrijving uitgerust en heeft een veiligheidsinrichting tegen een abusievelijk inschakelen van de inrichting 1, die met een aan-toets 2 van de aandrijving van de inrich-25 ting 1 voorzien is, waarbij de aan-toets voor de bediening door een mechanische vergrendeling 3 in de uit-stand van de aandrijving vergrendeld is en waarbij voor het inschakelen van de aandrijving met een manoeuvreerknop 4 de vergrendeling 3 uit deze vergrendeling opgeheven wordt.

De manoeuvreerknop 4 van de vergrendeling 3 van de aan-toets 2 is voor de be-30 diening op deze aan-toets 2 toegankelijk, terwijl de vergrendeling 3 in de aan-toets 2 aangebracht is en in de vorm van een draaihendel uitgevoerd is, waarbij één van de hefarmen een oplegging 5 vormt, die door een vormvaste verbinding in een vormonder-steuning 6 in de vergrendelingstoestand van de aan-toets 2 vergrendeld is, en daarente- 1013767 5 gen de manoeuvreerknop 4 op een tweede aim van deze hefboom aangebracht is en in een doorgangsopening 7 van de aan-toets, verschuifbaar op het oppervlak van deze aantoets 2, geplaatst is.

De vergrendeling 3 heeft twee in haar draaias 9 geplaatste pendelassen 8, terwijl 5 de aan-toets 2 twee zijdelingse ophangingen 10 met houderopeningen 11 heeft, waarin twee pendelassen 8 van de vergrendeling 3 ingehaakt en draaibaar ingezet zijn, waardoor de vergrendeling 3 met zijn draaias 9 in de aan-toets 2 opgehangen is.

De vergrendeling 3 heeft een draaihoek a, die in de richting van het vrije gedeelte van de vergrendeling van de aan-toets 2 door de afmeting van de doorgangsopening 7 10 van deze aan-toets 2, en in de tegengestelde richting door een vormondersteuning 6 begrensd is, waarbij de manoeuvreerknop 4 van de vergrendeling 3 langs een langsas 12 van de aan-toets 2 verschoven wordt en waarbij de aan-toets op haar bovenste wand 13 een langwerpige uitsparing 14 heeft, waarin een langwerpige verdieping 15 gevormd is, die aan de maat van de vinger van een mens aangepast is, en waarvan de 15 doorgangsopening 7 van de aan-toets 2 in de bodem van deze langwerpige verdieping 15 uitgevoerd is.

De vergrendeling 3 van de aan-toets 2 heeft een cilindrische beschermingswand 16, die onder de manoeuvreerknop 4 gevormd is en waarmee vanaf de binnenkant van de aan-toets 2 haar doorgangsopening 7 bedekt is.

20 De manoeuvreerknop 4 van de vergrendeling 3 wordt onder invloed van een te- rugtrekveer 17 verschoven, die als spiraalveer uitgevoerd wordt, waarbij de vergrendeling 3 van de aan-toets 2 een terugkerende arm 18 heeft, die met een tegenondersteu-ning 19 afgesloten is, die een onderste bout 20 heeft, waarop aan het uiteinde de terug-trekveer 17 geplaatst is, waarvan het tweede uiteinde van deze terugtrekveer 17 op een 25 bovenste bout 21 geplaatst is, die gevormd is uit de onderkant van de aan-toets 2.

In één uitvoeringsvariant heeft de vergrendeling 3 een draaihoek a, die in de richting van het vrije deel van de vergrendeling van de aan-toets 2 door de afstand tussen de bovenste bout 21 van de aan-toets 2 en de onderste bout 20 van de vergrendeling 3 begrensd is.

30 De oplegging 5 van de vergrendeling 3 is in de vorm van twee, met dwarswanden 23 versterkte langswanden 22, uitgevoerd.

Elk van de langswanden 22 van de oplegging 5 van de vergrendeling 3 eindigt met een vormrand 24, die met zijn vorm aan de vormondersteuning 6 aangepast is, - 1 n 1 37 fi 7 6 waarbij de vormondersteuning 6 in de vorm van een concave trap uitgevoerd is, en waarbij de vormrand in vorm van een convexe trap met de aan de concaviteitsstraal van de vormondersteuning 6 aangepaste convexiteitsstraal uitgevoerd is, waardoor de verbinding en de scheiding van de oplegging 5 en van de vormondersteuning 6 vergemak-5 kelijkt wordt en daaroverheen weg de trap van de vormondersteuning 6 een hoogte h heeft, die aan de arbeidsslag van de inschakelhendel 25 van de in de aandrijfomgeving van de inrichting 1 aangebrachte microschakelaar 26 aangepast is, en welke vormondersteuning 6 op de wand van de behuizing 27 van de inrichting 1 gevormd is.

De vergrendeling 3 van de aan-toets 2 is enkeldelig uit kunststof uitgevoerd, 10 waarbij alle functieonderdelen van deze zoals de manoeuvreerknop 4, de met de vorm-randen 24 beëindigde opleggingen 5, de pendelassen 8 voor de draaibare ophanging van de vergrendeling 3 in de aan-toets 2 alsook de terugkerende arm 18 met de tegen-ondersteuning 19 en de onderste bout 20 op de met langswanden 22, dwarswanden 23 en additionele langsribben van een uit één deel opgebouwd vormdeel versterkte be-15 schermingswand 16 ter verhoging van de stijfheid, de sterkte en de functiebetrouw-baarheid van de vergrendeling 3 gevormd zijn.

De aan-toets 2 heeft een stop 28, die op de omtrekswand 29 van de aan-toets 2 gevormd is en op de inschakelhendel 25 van de in de aandrijfomgeving van de inrichting 1 aangebrachte microschakelaar 26 ondersteund is, waarbij de aan-toets 2 in de 20 vorm van een eenzijdige hendel uitgevoerd is en een horizontaal compartiment 30 heet, dat met een giettap 31 in de vorm van een wals beëindigd is, die zwenkbaar in een walsondersteuning 32 geplaatst is, die in de wand van de behuizing 27 van de inrichting 1 gevormd is.

Verder heeft de aan-toets 2 een elastische uitstekende rand 33, die in de vorm van 25 een verticale dwarswand uitgevoerd is en op een tegenondersteuning 34 afgesteund is, waarbij het elastische uitsteeksel 33 versterkende langsribben 35 heeft, en die tegenondersteuning 34 op de wand van de behuizing 27 van de inrichting 1 gevormd is.

De aan-toets 2 is in één deel uit kunststof uitgevoerd, waarbij alle functieonderdelen van deze zoals ophangingen 10, de bovenste bouten 21, de stop 28, het compar-30 timent 30 met de gietstap 31 in de vorm van een wals en het elastische uitsteeksel 33 met de versterkende ribben 35 op haar door een omtrekswand 29 van een eendelig persdeel versterkte bovenste wand 13 ter verhoging van de stijfheid, de sterkte en de functiebetrouwbaarheid van de aan-toets 2 gevormd zijn.

1013767 7

De werking van het apparaat 1 met de veiligheidsinrichting tegen een abusievelijk schakelen van deze inrichting 1 is op in figuur 16-18 getoond. In een in figuur 16 getoonde rusttoestand, bij de door de microschakelaar 26 uitgeschakelde elektrische aandrijving van de inrichting 1, is de aan-toets 2 met de aan haar opgehangen vergren-5 deling 3 voor de bediening met behulp van deze vergrendeling 3, die met het vormuit-steeksel 24 van de oplegging 5 op de vormondersteuning 6 van de behuizing 27 van de inrichting 1 gesteund is, vergrendeld, waarbij het vormuitsteeksel 24 door de terugtrek-veer 17 aangedmkt is en door de vormvaste verbinding in de vormondersteuning 6 vergrendeld is, en waarbij de vergrendeling 3 slechts één bewegingstrap heeft. De schei-10 ding van de vormvaste verbinding is slechts na het toepassen van kracht in een precies bepaalde richting en aan een precies bepaalde plaats mogelijk, waarbij zowel de druk, die op de aan-toets 2 door de bediener van de inrichting 1 uitgeoefend wordt, alsook de druk op de manoeuvreerknop 4 in een willekeurige richting, behalve de werking van de terugtrekveer 17 tegengaat, de verhoging van de inklemming van de vormvaste verbin-15 ding bewerkstelligt.

De aan-toets 2 is uit de vergrendeling na de omdraaiing van de vergrendeling 3 om de draaihoek a, die circa 20° bedraagt, in de in figuur 17 getoonde positie vrijgelaten, dat wil zeggen na de verschuiving van de manoeuvreerknop 4 langs de omtrek in de door de pijl 36 aangegeven richting en na de scheiding van de vormvaste verbinding 20 van het uitstekende vormdeel 24 en de vormondersteuning 6.

Bij het vasthouden van de manoeuvreerknop 4 in de positie van de vrije stand van de aan-toets 2, en dan na het drukken op de aan-toets 2 en na de draaiing van deze om circa 3° in de door de pijl 37 aangegeven richting, tegen de werking van het elastische uitsteeksel 33, in de in figuur 18 getoonde positie, volgt de inschakeling van de aan-25 drijving van de inrichting 1 met behulp van de stop 28, die op de inschakelhendel 25 van de microschakelaar 26 ondersteund is, die in de elektrische kring van de aandrijving van de inrichting 1 aangebracht is.

Het omdraaien van de aan-toets 2 en daardoor de grootte van de verschuiving van de stop 28 is door de afstand van de oplegging 5 van de trap van de vormondersteuning 30 6 van de behuizing 27 van de inrichting 1 begrensd, waarbij de hoogte h van de trap van de vormondersteuning 6 aan de arbeidsslag van de inschakelhendel 25 van de microschakelaar 26 aangepast is, waardoor de op de microschakelaar 26 uitgeoefende drukkracht begrensd is en daarmee de levensduur van de inrichting 1 verhoogd is.

_ U)137fr,? 8

Na het beëindigen van de druk op de aan-toets 2 volgt een automatische terugkeer in de in figuur 16 getoonde rustpositie en een uitschakelen van de aandrijving van de inrichting 1, waarbij de aan-toets met behulp van haar elastische uitsteeksel 33 omgedraaid wordt en dan de vergrendeling 3 met behulp van de terugtrekveer 17 in de posi-5 tie voor vergrendeling van de aan-toets 2 voor de bediening omgedraaid wordt.

1013767

Claims

1. Inrichting voor het snijden van levensmiddelproducten met een veiligheidsin-richting tegen een abusievelijk inschakelen van de inrichting, die voorzien is van een 5 aan-toets van de aandrijving van de inrichting, waarbij de aan-toets voor de bediening door een mechanische vergrendeling in de uit-toestand van de aandrijving vergrendeld is en door een manoeuvreerknop voor de vergrendeling uit deze vergrendeling losgelaten wordt, met het kenmerk, dat de manoeuvreerknop (4) van de vergrendeling (3) van de aan-toets (2) voor de bediening op deze aan-toets (2) toegankelijk is. 10

2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de vergrendeling (3) in de aan-toets (2) aangebracht is.

3. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de vergrendeling (3) in 15 de vorm van een draaihefboom uitgevoerd is, waarbij één van de hefboomarmen een oplegging (5) vormt, die door een vormvaste verbinding in een vormondersteuning (6) in de vergrendelingstoestand van de aan-toets (2) vergrendeld is, waarbij de manoeuvreerknop (4) op een tweede arm van deze hefboom aangebracht is en in een door-gangsopening (7) van de aan-toets (2) verschuifbaar op de oppervlakte van deze aan- 20 toets (2) geplaatst is.

4. Inrichting volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de vergrendeling (3) met haar draaias (9) in de aan-toets (2) opgehangen is.

5. Inrichting volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat de vergrendeling (3) twee in haar draaias (9) gerangschikte pendelassen (8) heeft, en dat de aan-toets (2) twee zijdelingse ophangingen (10) met houderopeningen (11) heeft, waarin twee pendelassen (8) van de vergrendeling (3) ingehaakt en draaibaar ingezet zijn.

6. Inrichting volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de vergrendeling (3) een draaihoek (a) heeft, die minstens aan één zijde door de afmeting van de doorgangsope-ning (7) van de aan-toets (2) begrensd is. - 1013767

7. Inrichting volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de vergrendeling (3) een draaihoek (a) heeft, die minstens aan één zijde door een vormondersteuning (6) begrensd is.

8. Inrichting volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de manoeuvreerknop (4) van de vergrendeling (3) op voordelige wijze langs een langsas (12) van de aan-toets (2) verschoven wordt.

9. Inrichting volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat de aan-toets (2) op haar 10 bovenste wand (13) een langwerpige uitsparing (14) heeft, aan de binnenzijde waarvan een langwerpige verdieping (15) gevormd is, die aan de vingerafmeting van mensen aangepast is, en dat de doorgangsopening (7) van de aan-toets (2) in de bodem van deze langwerpige verdieping (15) uitgevoerd is.

10. Inrichting volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de vergrendeling (3) van de aan-toets (2) een cilindervormige beschermingswand (16) heeft, die onder de manoeuvreerknop (4) gevormd is en waarmee de doorgangsopening (7) van de aantoets (2) bedekt is.

11. Inrichting volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de manoeuvreerknop (4) van de vergrendeling (3) onder invloed van een terugtrekveer (17) verschoven wordt.

12. Inrichting volgens conclusie 11, met het kenmerk, dat de terugtrekveer (17) 25 als spiraalveer uitgevoerd is en dat de vergrendeling (3) van de aan-toets (2) een terug- keerarm (18) heeft, die met een tegenondersteuning (19) afgesloten is, die een onderste bout (20) heeft, waarop een uiteinde van de terugtrekveer (17) geplaatst is, echter het tweede uiteinde van deze terugtrekveer (17) op een bovenste bout (21) geplaatst is, die vanaf de onderkant van de aan-toets (2) gevormd is. 30

13. Inrichting volgens conclusie 12, met het kenmerk, dat de vergrendeling (3) een draaihoek (a) heeft, die door de afstand van de bovenste bout (21) van de aan-toets (2) naar de onderste bout (20) van de vergrendeling (3) begrensd is. 1013767

14. Inrichting volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de oplegging (5) van de vergrendeling (3) in de vorm van een dubbele, met dwarswanden (23) versterkte langswand (22) uitgevoerd is.

15. Inrichting volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de oplegging (5) van de vergrendeling (3) met een vormuitsteeksel (24) begrensd is, die met de vorm aan de vormondersteuning (6) aangepast is.

16. Inrichting volgens conclusie 15, met het kenmerk, dat de vormondersteuning 10 (6) in de vorm van een concave trap uitgevoerd is, terwijl het vormuitsteeksel (24) van de oplegging (5) van de vergrendeling (3) in de vorm van een convexe trap waarmee aan de concaviteitsstraal van de vormondersteuning (6) aangepaste convexiteitsstraal uitgevoerd is.

17. Inrichting volgens conclusie 16, met het kenmerk, dat de trap van de vorm ondersteuning (6) een hoogte (h) heeft, die aan de arbeidsslag van de inschakelhendel (25) van de in de aandrijfsomgeving van de inrichting aangebrachte microschakelaar (26) aangepast is.

18. Inrichting volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de vormondersteuning (6) op de wand van de behuizing (27) van de inrichting (1) gevormd is.

19. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de vergrendeling (3) van de aan-toets (2) als een enkelvoudig vormdeel uitgevoerd is. 25

20. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de aan-toets (2) een stop (28) heeft, die op haar omtrekswand (29) gevormd is en op de inschakelhendel (25) van de in de aandrijfsomgeving van de inrichting (1) aangebrachte microschakelaar (26) ondersteund wordt. 30

21. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de aan-toets (2) in de vorm van een eenzijdige hendel uitgevoerd is. - 1013767

22. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de aan-toets (2) een horizontaal compartiment (30) heeft, dat met een walsvormige giettap (31) begrensd is, die zwenkbaar in een walsondersteuning (32) geplaatst is.

23. Inrichting volgens conclusie 22, met het kenmerk, dat de walsondersteuning (32) in de wand van de behuizing (27) van de inrichting (1) gevormd is.

24. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de aan-toets (2) een elastisch aan de achterzijde uitstekend deel (33) heeft, dat in de vorm van een verticale 10 dwarswand uitgevoerd is en op een tegenondersteuning (34) gesteund is.

25. Inrichting volgens conclusie 24, met het kenmerk, dat het elastische uitsteeksel (33) van de aan-toets (2) versterkende langsribben (35) heeft.

26. Inrichting volgens conclusie 24, met het kenmerk, dat de tegenondersteu ning (34) op de wand van de behuizing (27) van de inrichting (1) gevormd is.

27. Inrichting volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de aan-toets (2) in één deel uit gevoerd is. 1 0 1 3767