NL1013246C1 - Flessenkrat. - Google Patents

Description

Flessenkrat

De uitvinding betreft een flessenkrat uit kunststof, meer bepaald voor het opnemen en het transport van 5 kunststofflessen.

Om flessen met hun etiketten naar buiten toe te richten, zodat de etiketten resp. de bedrukking door de klant zonder meer kunnen worden gezien, worden in het gebied van de vakwanden draaiklemmen gebruikt. Het is bijvoorbeeld bekend de vakwanden, die de 10 kratten roostervormig in vakken resp. onderverdelingen voor de aparte flessen onderverdelen, zodanig te dimensioneren, dat een deel van de vakwanden licht op de cilindrische buitenwanden van de ingezette flessen drukt en daardoor de flessen in zekere mate tegen verschuiven of verdraaien worden beschermd. Het hogedrukpolyethyleen dat voor de 15 vervaardiging van flessenkratten het meest wordt gebruikt, vertoont echter relatief snel vermoeiingsverschijnselen, zodat de flessen reeds na korte tijd niet meer voldoende draaivast gehouden worden en zich bij transport in de kratten verdraaien kunnen en de etiketten niet meer de gewenste naar buiten gerichte positie innemen. Ook kunnen de flessen, nadat ze 20 niet meer klemmend gehouden worden, door het voortdurende schuren van hun buitenoppervlak tegen de vakwanden van het krat gekrast of op een andere manier beschadigd worden, zodat ze voortijdig onbruikbaar worden. Daarbij komt dat gevulde kunststofflessen onderworpen zijn aan een grotere warmte-uitzetting, terwijl lege kunststofflessen onder 25 inwerking van warmte slechts weinig veranderen. Ook op grond van dit feit en ten gevolge van de zich samenvoegende fabricagespelingen van zowel 1013246 2 de flessen als de kratvakken, is het praktisch niet mogelijk de afmetingen van de vakwandafstanden en de flessendiameter zo met elkaar te doen samengaan, dat een duurzaam vastzitten van de flessen in de kratten zowel voor gevulde als voor lege flessen gewaarborgd wordt.

5 Deze uitvinding heeft derhalve het doel een flessenkrat uit kunststof te verschaffen, meer bepaald voor het opnemen van kunststofflessen via een door tussenwanden gevormde vakindeling voor de van elkaar gescheiden opname van de aparte flessen, waarin een verdraaiings- en verschuivingsvaste zitting van gevulde of lege 10 kunststofflessen op een eenvoudige wijze duurzaam gewaarborgd wordt.

Het doel wordt bereikt door de karakteriserende kenmerken van conclusie 1. Voordelige uitvoeringsvormen van de uitvinding zijn gegeven in de afhankelijke conclusies 2 tot 8.

In wat volgt wordt de uitvinding nader toegelicht 15 aan de hand van een geprefereerd uitvoeringsvoorbeeld van de uitvinding met referentie naar de figuren 1 tot 3.

Figuur 1 toont een schematisch bovenaanzicht van een deel van een flessenkrat volgens de uitvinding waarin zich flessen bevinden.

20 Figuur 2 toont het zicht in doorsnede van een veerinrichting zoals gebruikt in de uitvinding, volgens de richting van de snijlijn A-A in figuur 1.

Figuur 3 toont een schematisch zicht in perspectief van een in een hoek van een flessenkrat aangebrachte 25 veerinrichting.

In figuur 1 is een deel van een flessenkrat volgens de uitvinding voorgesteld, die in haar geheel met 1 wordt aangeduid. Deze bezit een roostervormige vakindeling, en in elk door de vakwanden gevormd vak is een fles 3 opgenomen. Elke fles 3 staat met 30 haar onderkant op het binnenste bodemvlak van de flessenkrat 1 en leunt zijwaarts met haar cilindrisch buitenoppervlak bijvoorbeeld tegen de 1013246 3 zijkanten 4 van de ribben 5, die vanuit de binnenkanten van de kratwanden in de richting van de as van de vakwanden naar voren treden, of onmiddellijk tegen de vak- en/of de kratwanden. Daarnaast duwt het cilindrische buitenoppervlak van de fles 3 onder veerspanning tegen een 5 naar de fles 3 gekanteld buigveerdeel 7 van minstens een veerinrichting 6, die b.v. in de hoek van een flessenvak is geplaatst en met minstens een vakwand 2 vast verbonden is. Door de voorspanning van de veerinrichting 6 wordt de fles tussen het buigdeel 7 van de veerinrichting 6 en de zijkanten 4 van de ribben 5 in krachtgesloten verend contact gehouden. 10 Ten gevolge van dit contact kunnen de flessen 3 in de vakken van het krat 1 niet zonder meer verdraaid of verschoven worden. Daardoor wordt gewaarborgd dat de flessen bij transport altijd in hun insteekpositie met naar buiten wijzend etiket blijven zitten, en dat zij niet door voortdurend schuren tegen de vakwanden voortijdig onbruikbaar worden.

15 Terwijl de in de hoek van het krat geplaatste fles 3 (in figuur 1 rechts boven) tussen vaste kanten en slechts een veerinrichting 6 in krachtgesloten contact wordt gehouden, kunnen de flessen 3 op doelmatige wijze ook krachtgesloten met twee (zoals in figuur 1 rechts onder) of meer veerinrichtingen 6 binnen een onderverdeling 20 vastgehouden worden.

De uit twee geschikt afgestelde veerelementen opgebouwde veerinrichting 6 omvat hiertoe een in een hoek van het flessenvak aan twee kanten van de rechthoekig op elkaar staande vakwanden bevestigd torsieveerdeel 8 en een vanaf dit torsieveerdeel 25 loodrecht naar beneden gericht en lichtjes naar het midden van het vak gekanteld buigveerdeel 7 (zie figuur 3) of drukveerdeel resp. -element. Door de materiaalkeuze en de constructieve vormgeving van de veerinrichting laat zich een gemakkelijke geschikte aanpassing van de veerdruk voordoen. In het voorgestelde uitvoeringsvoorbeeld kan de 30 stijfheid van het torsieveerdeel 8 geregeld worden door variatie van de breedte of de materiaaldikte of ook b.v. door inkervingen aan de rand van 1013246 4 het torsieveerdeel 8 (niet voorgesteld). Voor het buigveerdeel 7 kan de stijfheid vooral worden aangepast door het variëren van lengte en breedte van het buigveerdeel 7, maar ook door de keuze van de dikte en de hoekopstelling.

5 De veerinrichting 6 is gevormd uit blijvend elastisch materiaal en eendelig met het krat. Hiertoe is ze vervaardigd in een spuitgietproces uit een buigvaste, hoogelastische kunststof. Ze kan ook afzonderlijk vervaardigd worden en met de vakwanden 2 van het krat 1 worden vergrendeld, zodat kratten ook naderhand met de klemmen 10 uitgerust worden.

Hiertoe kunnen eveneens veerinrichtingen voor meerdere kratvakken samenhangend vervaardigd worden, zodat ze b.v. aan de aangrenzende hoeken van telkens vier flessenvakken samenhangend met de vakwanden 2 verbonden kunnen worden.

15 Metalen veerinrichtingen kunnen desgewenst bij het spuitgieten van het krat in de vorm worden ingelegd en in het kunststofmateriaal van het krat ingebed worden.

De flessenkratten hebben het voordeel dat de in de kratten gebrachte flessen duurzaam krachtgesloten op hun plaats 20 worden gehouden en tegen verdraaiing of verschuiving beschermd zijn. Daardoor wordt gewaarborgd dat de flessenetiketten, wanneer zij b.v. in displaykratten naar buiten wijzend ingebracht worden, ook bij de verkoper nog in deze positie van buitenaf steeds goed herkenbaar zijn. Voorts wordt door de krachtgesloten houder van de flessen in hun vakken een 25 voortdurend schuren van de flessen tegen de vakwanden vermeden, waardoor de levensduur van flessen met statiegeld verlengd wordt.

1013246

Claims (9)

1. Flessenkrat uit kunststof, meer bepaald voor het opnemen en het transport van kunststofflessen, met een door vakwanden gevormde roostervormige vakindeling voor het vormen van 5 onderverdelingen voor het van elkaar gescheiden opnemen van de aparte flessen, en met in minstens de aan de buitenkant voorziene onderverdelingen aangebrachte klemmen in de vorm van veerinrichtingen, die verend op het buitenoppervlak van de flessen drukken, daardoor gekenmerkt, dat de veerinrichting uit twee veerelementen met 10 verschillende veereigenschappen is opgebouwd, namelijk bij voorkeur een torsieveer en een buigveer.

2. Flessenkrat volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt, dat de veerinrichting (6) een torsieveerdeel (8) en een naar het buitenvlak van de fles gekanteld buigveerdeel (7) omvat.

3. Flessenkrat volgens conclusie 1 en/of 2, daardoor gekenmerkt, dat de beide veerelementen (8, 6) eendelig met elkaar gevormd zijn.

4. Flessenkrat volgens een van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt, dat de veerinrichting (6) eendelig met 20 de vakwand uitgevoerd is.

5. Flessenkrat volgens een van de voorgaande conclusies 1 tot 3, daardoor gekenmerkt, dat de veerinrichting (6) met het lichaam van het krat, in het bijzonder met de vakwand, vergrendelbaar is.

6. Flessenkrat volgens een van de voorgaande 25 conclusies, daardoor gekenmerkt, dat de veerinrichting telkens in een hoek van twee samenkomende vak- of kratwanden is geplaatst.

7. Flessenkrat volgens een van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt, dat de torsieveer (8) bestaat uit een aan de kromming van de fles aangepaste gewelfde veerband (8), die in 30 omtreksrichting van de fles de hoek overbrugt. 1013246

8. Flessenkrat volgens conclusie 17, daardoor gekenmerkt, dat de buigveer (7) bestaat uit een in hoofdzaak in het midden aan de veerband aangehechte lipvormige veertong, die in het binnenste van de onderverdeling verend naar voren treedt.

9. Flessenkrat volgens een van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt, dat de torsieveer (8) in de vorm van een invoerafschuining lichtjes in de onderverdeling gekanteld is aangebracht en de veertong (7) sterker naar binnen treedt. TG13246