NL8701081A - Krat voor het inplaatsen van flessen met behoud van maximale zichtbaarheid op die flessen. - Google Patents

Description

W ί

873031/Ti/MB

Krat voor het inplaatsen van flessen met behoud van maximale zichtbaarheid op die flessen.

De uitvinding heeft betrekking op een krat waarin meerdere flessen kunnen worden geplaatst met het doel de flessen eenvoudig transporteerbaar te maken en met als bijkomend oogmerk de flessen voor verkoop aan de klanten te 5 presenteren.

In zijn meest rudimentaire vorm kan men zich een flessenkrat voorstellen als een balk- of kubusvormige bak waarin er door middel van schotten een verdeling is gemaakt. De schotten verdelen de bak in verschillende vakken 10 waarin er één of meerdere flessen kunnen ingeplaatst worden. De buitenwanden van de bekende flessenkratten zijn meestal niet volledig dicht uitgevoerd. Ze bestaan meestal uit een dikke omlijsting die opzij en onderaan aansluit aan de omlijsting van de naburige buitenwanden en die met een 15 dunnere plaat geheel of gedeeltelijk dicht gemaakt is. Het vlak binnen de omlijsting is meestal nog onderverdeeld door een of meerdere horizontale middenbalken en/of één of meerdere verticale stijlen ter versteviging van het geheel en vooral voor de aanhechting van de schotten binnen in het 20 krat en als zijdelingse steun voor de flessen. Dergelijke bekende kratten geven echter weinig of geen zicht op de erin geplaatste flessen.

Bepaalde produkten, opgeslagen in flessen worden nog steeds per losse fles verkocht. Het is daarom belangrijk om 25 die flessen los aan de klanten te kunnen aanbieden. Anderzijds is het praktisch en arbeidsbesparend om de kratten met volle flessen aan de klant aan te bieden, omdat het uithalen en uitstallen van de flessen daardoor bespaard wordt. Bekende kratten zijn daarvoor echter weinig geschikt 30 omdat ze weinig of geen zicht op de flessen laten.

Het doel van de uitvinding is dit probleem te ondervangen door het verschaffen van een krat waarvan de buitenwanden grote openingen vrijlaten waardoor de flessen met hun etiket en hun inhoud maximaal zichtbaar zijn, onder 35 behoud van de gewenste stabiliteit voor de flessen en van 8701081

f" A

t t 2 de gewenste stevigheid en stijfheid van het krat. De voordelen van een dergelijk krat liggen voor de hand: de klassieke taak die aan een krat toebedacht werd, namelijk het samenhouden van meerdere flessen zodat die met hun 5 inhoud makkelijk stapelbaar en transporteerbaar zijn, kan uitgebreid worden met de functies van een presenteerdoos-of rek. Met andere woorden: deze kratten kunnen in de verkoopruimte van een winkel opgesteld of gestapeld worden met de bedoeling aparte flessen, en dus geen kratten, te 10 verkopen.

Het krat volgens de uitvinding wordt gekenmerkt door steunelementen die bestaan uit twee of meerdere vleugels, waarop de verdelingsschotten uitlopen en die op het grondvlak en/of op of tegen de omlijsting van de zijwanden 15 vastgemaakt zijn.

Het krat volgens de uitvinding kan onder verschillende uitvoeringsvormen gerealiseerd worden. Als niet-beperkend voorbeeld volgt hierna een uitvoerige beschrijving van een , . mogelijke uitvoeringsvorm van een krat volgens de uitvin- 20 ding. Deze beschrijving verwijst naar de bijgevoegde figuren, waarin:

Figuur 1 een perspectivisch aanzicht is van een krat volgens de uitvinding;

Figuur 2 een vooraanzicht is met gedeeltelijke door-25 snede over de lijn AA op figuur 3, van een krat volgens de uitvinding;

Figuur 3 een zijaanzicht is met gedeeltelijke doorsnede over de lijn BB in figuur 2, van een krat volgens de uitvinding;

30 Figuur 4 een horizontale doorsnede is over de lijn CC

in de figuren 2 en 3, van een krat volgens de uitvinding;

Figuur 5 een onderaanzicht is van een krat volgens de uitvinding.

Het in de figuren afgebeelde krat volgens de uitvin-35 ding is een krat dat maximaal twaalf gelijke flessen volgens drie rijen van vier stuks kan bevatten, dat in haar grootste vlakken voorzien is van een stijl en vervaardigd is uit kunststof door middel van matrijzen.

870 1 Q81' 3

In de zijwanden van het krat volgens de uitvinding zijn grote doorkijkopeningen 1 gelaten - zie figuur 1 -zodat een zijwand in feite beperkt is tot een omlijsting 2 met, bij de uitvoeringsvorm van de figuren, een verticale 5 stijl 3 in de grootste zijvlakken van het krat. Binnenin is het krat voorzien van twee loodrecht op elkaar gerichte reeksen schotten 4 die de binnenruimte in vlakken verdelen. Die schotten 4a en 4b worden onderaan opgenomen in de rooster 5 die de bodem van het krat vormt, zie figuren 4 en 10 5. Bepaalde schotten 4 vinden op hun uiteinde echter geen steun tegen de binnenkant van de zijwanden, gezien de grote doorkijkopeningen 1 (figuur 1). In dit geval zijn dat de twee buitenste dwarsschotten 4a en de beide langsschotten 4b. Zonder speciale voorzieningen vinden noch de schotten 15 4a en 4b noch de in de buitenste vlakken geplaatste flessen - streeplijn 7 - steun naar buiten toe, zie figuur 4.

Het krat volgens de uitvinding wordt echter gekenmerkt door steunelementen 6 (figuur 1), die bestaan uit twee of meerdere vleugels waarop de verdelingsschotten uitlopen.

20 Van die steunelementen 6 zijn er twee uitvoeringsvormen verwerkt in het krat, zoals die weergegeven is in de figuren.

Eenerzijds zijn er de steunelementen 6a, (figuren 2,3 en 4) waarop de twee buitenste dwarsschotten 4a op uitlo-25 pen. Die steunelementen 6a bestaan uit twee vleugels 8.

Elke vleugel 8 heeft de vorm van een rechthoekige driehoek. Beide vleugels 8 sluiten met elkaar en met het dwarsschot 4a aan langs hun langste rechthoekszijde 19. De korste rechthoekszijden 20 zijn met een zekere tussenhoek opgeno-30 men in het rooster 5 dat de bodem van het krat vormt (figuren 4 en 5). De dwarsschotten 4a, die uitlopen op een steunelement 6a, zijn de buitenbissectrices van de beide vleugels 8 die dat steunelement 6a vormen (figuren 4 en 5), De langste zijden van de vleugels 8 lopen van boven naar 35 onder toe van het bovenste aanhechtpunt 9 met het dwarsschot 4a naar de onderrand 10 van de omlijsting 2 van de zijwand van het krat, waar de vleugels 8 overgaan en stijf verbonden zijn met die onderrand 10, zie figuren 2 en 3.

87 0 t 0 a1 £* η t 4

De steunelementen 6a vormen dus een stijve verbinding tussen de dwarsschottem 4a en zowel het rooster 5 als de onderrand 10 (figuur 3). Door de gespreide stand van hun vleugels 8 geven de steunelementen 6a de uiteinden van de 5 dwarsschotten 4a zowel in langse als in dwarse zin voldoende steun. De fles 7 die in een hoekvak 11 (figuren 2 en 4) van de krat geplaatst wordt, wordt enerzijds door de aangepaste binnenvorm van de zijrand 12, van de omlijsting 2 van de langste zijwand, en anderzijds door de vleugel 8, 10 van een steunelement 6a, zijdelings gesteund. De fles 7 die in een middenvak 13 geplaatst wordt, wordt enerzijds door de aangepaste binnenvorm van de stijl 3 en anderzijds door een vleugel 8, van een steunelement 6a, zijdelings gesteund zoals figuur 4 toont. Een steunelement 6a gaat door zijn 15 vorm een fles 7 die in een naburig vak geplaatst wordt, geleiden naar het midden toe. Een tijdens het transport van het krat opspringende fles 7 kan niet op de onderrand 10 blijven staan aangezien het steunelement 6a de fles terug naar het midden van het vak dwingt.

20 Anderzijds zijn er de steunelementen Sb, of zichtbaar in de figuren 2, 3 en 4, waar de langsschotten 4b op uitlopen.

De steunelementen 6b bestaan uit twee vleugels waarvan de naar de zijrand 12 gerichte vleugel 8 dezelfde vorm 25 heeft als die in de steunelementen 6a en waarvan de naar het midden toe gerichte vleugels 14 dezelfde basisvorm hebben maar bovenaan van een verbreding 15 voorzien zijn. Onderaan zijn die steunelementen 6b op dezelfde wijze verbonden met de onderrand 10 en de rooster 5, zie de 30 figuren 2 en 5. De steunelementen 6b geven op dezelfde manier steun aan de uiteinden van de langsschotten 4b.

De verbreding 15 bovenaan een vleugel 14 is noodzakelijk om de in het middenvak 16 geplaatste fles 7 (figuur 4) voldoende zijdelings te steunen. De verbredingen 15 omslui-35 ten de fles 7 in het middenvak 16 in voldoende mate om die fles 7 naar binnen toe in het middenvak 16 tegen te houden.

De steunelementen 6 kunnen echter ook onder afwijkende vormen geraliseerd worden. Zo kan de overgangslijn 17, 87 0 1 0 8 1' J5? -¾ 5 volgens de figuren 2 en 3, tussen een schot 4 en een steunelement 6 naar buiten of naar binnen toe hellend gericht zijn, afhankelijk van de vorm van de flessen. Tussen de vleugels 8 of 14 van de steunelementen 6 kunnen er een of 5 meerdere bijkomende steunvleugels (streeplijn 18 in figuur 2) geplaatst worden. Die steunvleugels 18 kunnen terug tot aan het bovenste aanhechtingspunt 9 lopen of op een lager punt in het schot 4 overgaan. De ruimte tussen de vleugels 8 of 14 kan ook afgesloten worden met een afdekplaatje, .

10 zodat het steunelement 6 een holle kegel is. Het steunelement 6 kan eventueel als een volle kegel uitgevoerd worden.

De uitvinding is verder ook niet beperkt door het aantal flessen en de grootte van de flessen die in het krat kunnen geplaatst worden. Zo zou een flessenkrat voor 121 15 kleine flessen, zonder stijl 3 kunnen uitgevoerd worden zodat een derde steunelement 6, met bijvoorbeeld twee vleugels 14 met een verbreding 15, moet worden aangebracht.

De twee steunelementen 6a (figuur 2) moeten dan naar het midden toe ook van een dergelijke vleugel 14 met een 20 verbreding 15 voorzien warden zodat de flessen in het middenvak 13 op dezelfde wijze zijdelings gesteund wordt als een fles in het middenvak 16 (figuren 2,3 en 4).

De steunelementen 6 vervangen dus de middenbalk van de klassieke flessenkratten, aangezien ze de schotten 4 25 voldoende steun geven in dwars- en in langsrichting en aangezien ze de in de buitenvakken geplaatste flessen voldoende zijdelingse steun geven tijdens het inplaatsen of onder schokkende bewegingen tijdens o.a. het transport van de gevulde kratten. De steunelementen 6 laten echter toe de 30 zijwanden van het krat tot omlijstingen 2 met grote doorkijkopeningen 1 te beperken, zodat de flessen met hun etiket en inhoud een maximale zichtbaarheid genieten en de koper aangezet wordt tot het kopen van flessen en niet tot het kopen van een krat met flessen. , 35 Het krat volgens de uitvinding kan uit verschillende j materialen vervaardigd worden. Voor gewone huishoudflessen zal kunststof echter het meest voor de handliggend materiaal zijn.

8701081

Claims (9)

1. Krat voor het daarin plaatsen van flessen vervaardigd uit kunsstof, metaal of enig ander materiaal en bestaande uit een grondvlak waarop de vier zijwanden, die voorzien zijn van grote doorkijkopeningen die geheel of gedeeltelijk 5 zicht geven op de geplaatste flessen, en de verdelings-schotten rechtopstaan met het kenmerk, dat de verdelings-schotten die niet aansluiten met de binnenzijde van de zijwanden, uitlopen op steunelementen die bestaan uit twee of meerdere met een bepaalde tussenhoek op het grondvlak 10 en/of op of tegen de onderrand van de zijwanden geplaatste vleugels.

2. Krat volgens conclusie 1 met het kenmerk, dat de twee buitenste vleugels van elk steunelement zodanig geplaatst zijn en een zodanige vorm hebben dat ze met een in een 15 naburig vak geplaatste fles een of meerdere raakpunten hebben die de fles geddeltelijk omsluiten.

3. Krat volgens conclusie 2 met het kenmerk, dat een buitenste vleugel van een steunelement de vorm heeft van een driehoek waarvan een zijde aansluit met het verdelings- 20 schot en een andere zijde aansluit met het grondvlak.

3*· r (

4. Krat volgens conclusie 3 met het kenmerk, dat de buitenste vleugel van een steunelement de vorm heeft van een rechthoekige driehoek waarvan de ene rechthoekzijde aansluit met het verdelingsschot en de andere rechthoeks- 25 zijde aansluit met het grondvlak.

5. Krat volgens conclusies 3 en 4 met het kenmerk, dat een buitenste vleugel van een steunelement bovenaan voorzien is van een verbreding die een of meerdere raakpunten heeft met een in een naburig vak geplaatste fles.

6. Krat volgens conclusies 2, 3, 4 en 5 met het kenmerk, dat het verdelingsschot dat op een steunelement uitloopt de buitenbissectirce vormt van de twee buitenste vleugels van dat steunelement.

7. Krat volgens een van de voorgaande conclusies met het 35 kenmerk, dat er tussen de buitenste vleugels van een steunelement een of meerdere bijkomende steunvleugels 8701081 » geplaatst zijn.

8. Krat volgens een van de voorgaande conclusies met het kenmerk, dat de ruimte tussen beide buitenste vleugels met een afdekplaatje afgedekt is zodat de steunelementen de 5 vorm van een holle kegel hebben.

9. Krat volgens een van de voorgaande conclusies met het kenmerk, dat de ruimte tussen beide buitenste vleugels volledig gevuld is zodat de steunelementen de vorm van een volle kegel hebben. 8701081