NL8000871A - Magazijnsysteem. - Google Patents

Description

i 4 T Tj/Se/Stanley-1 Magazijnsysteera.

De uitvinding heeft betrekking op magazijnsysternen voor ingekochte voorwerpen, bijvoorbeeld voor schroeven, moeren, bouten, ringen, bevestigingsmiddelen en andere ijzerwaren, en meer in het bijzonder op een kast met laden 5 voor opslag, waarbij de laden de afzonderlijke houders omvatten waarin de verschillende voorwerpen worden gekocht.

In werkplaatsen zijn bijvoorbeeld inrichtingen bekend waarin meerdere kunststof laden passen in een kast met meerdere vakken. Onderdelen, die gewoonlijk klein zijn 10 zoals schroeven-, moeren, bouten, ringen enz. worden gesorteerd in verschillende laden opgenomen om snel daaruit gepakt te kunnen worden. In een in de handel verkrijgbaar systeem zijn de laden de kunststof dozen, waarin de voorwerpen worden verkocht en zijn de handvaten van de laden 15 de lippen waaraan de dozen opgehangen worden op een ver-kooprek. De kasten zijn eenvoudige rechthoekige eenheden die door vertikale en horizontale scheidingswanden in de . vakken voor de laden worden verdeeld. De horizontale scheidingswanden vormen vloeren , waarop telkens een in de kast 20 gestoken doos wordt ondersteund. De kast kan natuurlijk elke doos met ongeveer de juiste afmetingen opnemen. De kast is niet van uitsteeksels voorzien of zodanig gekonstrueerÖ., dat alleen dozen kunnen worden opgenomen, die de voorwerpen bevatten van de fabrikant, waarvoor het magazijnsys-25 teem was ontworpen en niet voor andere dozen. De kast en laden vormen niet tezamen een exclusief verkoopstelsel waarin een klant het systeem voltooit door de voorwerpen, die hij nodig heeft alleen in die dozen te kopen, welke in de kast passen.

30 Houders voor capsules zijn bekend, welke een bui tenhuis hebben, waarin een lade van de houder schuift, en het buitenhuis kan aan vele andere buitenhuizen van dergelijke houders worden bevestigd om een magazijnachtige kon-struktie te vormen. Hoe goed deze aan elkaar bevestigd blij-35 ven is niet duidelijk, in het bijzonder wanneer, in plaats van capsules, zwaardere ijzerwaren worden opgenomen. De binnenste lade kan worden vervangen door een lade of doos met -2- overeenkoniende afmetingen, waarbij niets deze vervanging tegenhoudt. Wanneer de buitenhuizen van deze houders eenmaal met elkaar zijn gekoppeld om de archiefachtige kon-struktie te vormen, wordt die konstruktie, op dezelfde wij-5 ze als de eerder besproken bekende inrichtingen, door ver-tikale en horizontale scheidingswanden verdeeld, en de horizontale scheidingswanden vormen vloeren waarop elke doos met geschikte afmetingen kan rusten.

In verschillende inrichtingen die laden en kasten 10 omvatten, geleiden samenwerkende geleidingen aan de verti- kale kastwanden en aan de zijwanden van de lade de laden bij hun beweging in de kast naar binnen en daaruit naar buiten. Deze inrichtingen zijn geen kleine magazijnkasten voor kleine onderdelen, en de laden zijn niet de bijbehorende dozen 15 waarin de onderdelen worden verkocht. De samenwerkende geleidingen vormen geen profielmiddelen, waardoor alleen geschikte dozen opgenomen kunnen worden in de openingen van de kast en daarin als laden worden gebruikt. In plaats daarvan kan elke doos met ongeveer de juiste breedte op een 20 horizontale bodem of uitsteeksels rusten in de kasten.

Tenslotte is bekend om een grote kartonnen doos te voorzien van zijdelingse uitsteeksels om de doos in een houder te ondersteunen. Het voorvlak van deze kartonnen doos kan open om toegang te verkrijgen tot die doos, zoda-25 nig dat de doos niet als lade , maar als plank dient. Beschreven wordt, dat dit bijzonder bruikbaar is voor het bewaren van schoon linnengoed. De uitsteeksels aan de zijkanten van de kartonnen doos vormen slechts middelen om de kartonnen dozen op hun plaats te houden. Er wordt geen voor-30 stel gedaan om de kartonnen dozen door middel van bepaalde profielen in de houders op te nemen.

Overeenkomstig de uitvinding zijn dozen, waarin verschillende voorwerpen zoals houtschroeven, bevestigingsmiddelen en andere ijzerwaren of onderdelen worden ver-35 kocht, laden die van geprofileerde uitsteeksels zijn voorzien om gebruikt te worden in een speciaal gekonstrueerde kast. De laden en de kast vormen een magazijnsysteem dat geschikt is om in een werkplaats gebruikt te worden. De kast heeft meerdere openingen voor het opnemen van de do- .

800 0 8 71 £ i -3- zen zodanig, dat deze daarin als laden kunnen werken.

De kast en de dozen zijn voorzien van samenwerkende pro-fielsleuven en profielranden welke de glijdende beweging van de dozen geleiden en welke ook een ondersteuning vor-5 men voor alleen die dozen , waarvoor dekast bedoeld was.

In speciale uitvoeringsvormen, die hierna in detail worden beschreven, heeft elke doos een in één geheel daarmee gevormde flens, langs twee zijden. De kast, een in êén geheel gevormde konstruktie, heeft vertikale schei-10 dingswanden met sleuven voor het opnemen van de flenzen aan de zijkanten van de doos en om de dozen daarmee te-ondersteunen. De flens aan één zijde van de doos is hoger dan de flens aan de andere . De sleuven in de kast zijn op overeenkomstige wijze aangenbracht. Met deze konstruktie wordt 15 een systeem verkregen, dat het gebruik van andere dozen dan waarvoor het systeem bedoeld is uitsluit. De uitsluiting van andere dan de speciaal gevormde dozen wordt verder verzekerd door het weglaten van horizontale scheidingswanden voor het bepalen van bodems in de kast.

20 Er is nieis aanwezig voor het ondersteunen van dozen, die niet de op de juiste plaats aangebrachte flenzen hebben.

De dozen variëren in lengte. Om te voorkomen dat kortere dozen verder in de kast worden geduwd, heeft elke opening in het vlak van de kast die een doos op moet nemen, 25 een naar beneden uitstekende lip, welke zich enigszins in de doos uitstrekt en met de voorwand in kontakt kan komen om als aanslag te werken. De voorzijde van elke doos of lade wordt aldus op de juiste wijze gemakkelijk bereikbaar aan de voorzijde van de kast gepositioneerd. De aanslag 30 voorkomt ook het per ongeluk verwijderen van de doos door dat de lip in kontakt komt met een achterwand wanneer de lade opengetrokken wordt. Bij voorkeur dienen één geheel vormende lippen, waarmee de dozen aan verkooprekken hangen als handvaten van de laden, wanneer de dozen in de kast 35 zijn geplaatst. Een speciale etikettering wordt aangebracht zodat, wanneer de dozen geopend zijn, hetgeen nodig is om deze in de kast te plaatsen, een gedeelte van het etiket op het zichtbare vlak aanwezig is, om de inhoud van de 800 0 8 71 -4- doos te herkennen, wanneer deze doos als lade dient.

De kasten worden zodanig gevormd, dat deze op elkaar gestapeld kunnen worden, zodat een relatief groot maga-zijnsysteem van meerdere kasten kan worden samengesteld.

5 Voor dit doel worden stroeve uitsteeksels verschaft, welke de bovenste kast op die daaronder ondersteunen. Bovendien worden wandsteunen en kleefmiddelstroken verschaft voor het bevestigen van de steunen aan de kast, zodat de gebruiker de kast aan een wand of staander kan monteren.

10 Uit het voorgaande, en uit de volgende gedetail leerde beschrijving van een voorkeursuitvoeringsvorm, zal het duidelijk zijn, dat het magazijnsysteem volgens de uitvinding een eenvoudig en goedkoop te vervaardigen en samen te stellen combinatie van de kast en laden is.

15 De dozen welke de laden vormen kunnen evengoed dienen als houders voor een verkooprek. De flenzen en sleuven welke de dozen in de kast ondersteunen en het weglaten van de horizontale steunorganen of bodems die de houders vormen voor de laden, dragen alle bij tot het uitsluiten van het 20 gebruik van de kast met dozen andere, dan die waarvoor de kast was ontworpen, daar dozen zonder de profielranden niet vertikaal ondersteund kunnen worden in de kast. De combinatie van kast en dozen vormt dus een uniek en aantrekkelijk verkoopsysteem waarin het voltooien van de magazijneenheid 25 een aansporing voor de koper is om de produkten te gebruiken van de verkoper, die verkocht worden in dozen welke laden kunnen worden.

De voorgaande en andere kenmerken van de uitvinding zullen beter worden begrepen uit de volgende gedetail-30 leerde beschrijving van een voorkeursuitvoeringsvorm aan de hand van de bijgevoegde figuren.

Figuur 1 is een vooraanzicht, gedeeltelijk in t doorsnede volgens de lijn 1-1 in fig.2, waarin een kast met iaden wordt getoond in een magazijnsysteem volgens de 35 uitvinding.

Figuur 2 is een bovenaanzicht, gedeeltelijk in doorsnede volgens de lijn 2-2 in fig.l, van het magazijnsysteem van fig.l.

80 0 0 8 71 * * -5-

Figuur 3 is een dwarsdoorsnede volgens de lijn 3-3 in fig.l.

Figuur 4 is een bovenaanzicht van het magazijnsysteem volgens fig.l en toont de met een kleefmiddel aan het 5 bovenoppervlak van de kast bevestigde uitsteeksels voor het vergemakkelijken van het opstapelen.

Figuur 5 is een zijaanzicht van gestapelde kasten.

Figuur 6 is een vooraanzicht met voor de duide-10 lijkheid weggebroken delen, waarin een aan een muur gemonteerd systeem wordt getoond met, met een kleefmiddel aan het inwendige van de kast gemonteerde steunen.

Figuur 7 is een zijaanzicht van het aan een muur gemonteerde systeem van fig.5, waarbij delen voor de 15 duidelijkheid zijn weggebroken, en waarin de muurmontagesteun wordt getoond en de bevestiging met een kleefmiddel aan het inwendige van de kast.

Figuur 8 is een vergroot perspektivisch aanzicht van een doos die geschikt is om gebruikt te worden als lade 20 in het magazijnsysteem van de figuren 1-7 en welke een handvat heeft waarmee de doos aan een verkooprek opgehangen kan worden.

Figuur 9 is een ander perspektivisch aanzicht van een doos zoals getoond in fig.8, waarbij het doorzichtige 25 deksel verwijderd is en een gedeelte van het etiket aan de voorzijde van de doos achtergebleven is.

Figuur 10 is een vooraanzicht van een andere uitvoeringsvorm van het magazijnsysteem dat minder, maar grotere laden met een enigszins andere konstruktie op kan nemen.

30 Figuur 11,12, en 13 zijn respektievelijk vooraan zicht, zijaanzicht en bovenaanzicht van dozen, die de grotere laden van de uitvoeringsvorm volgens fig.10 vormen.

In fig.l wordt een magazijnsysteem 10 getoond dat een kast 20 en meerdere laden 40 heeft welke gevormde kunst-35 stofdozen zijn. De kast 20 is van een in één geheel gevormde kunststof konstruktie. De kast heeft buitenoppervlakken, die worden gevormd door buitenste boven-, onder- en zijwanden resp 21t, 21b en 21s. De kast heeft een voorvlak 21f met meerdere openingen 22 daarin, waarvan de vorm overeenkomt met de omtrek en η n r 71 -6- van de in de kast opgenomen laden 40. In het inwendige heeft de. kast 20 vertikale scheidingswanden 23, die zich uitstrekken van de bovenzijde tot de onderzijde. In de kasten zijn echter geen horizontale scheidingswanden aangebracht.

5 Elke scheidingswand 23 heeft in één geheel daar mee gevormde sleuven 24 en 25 die zich in langsrichting nabij elke plaats voor een lade uitstrekt. De eindwanden 26 aan de binnenzijde vormen de eindsleuven 24 of 25 voor elk van de laatste kolommen van ladevakken. De sleuven werken samen met 10 één geheel vormende flenzen 44 en 45, die zich in langsrichting uitstrekken langs de zijden van de laden 40. Naar beneden gerichte steunvlakken 46 op de flenzen rusten op naar boven gekeerde steunvlakken 27 in de sleuven. De sleuven 24 en 25 en de flenzen 44 en 45 werken samen om de laden in de kast 15 20 te ondersteunen zodanig, dat deze een schuifbeweging uit kunnen voeren. Bovendien bepalen de sleuven 24 en 25 en de flenzen 44 en 45 profielmiddelen waardoor alleen de laden 40 in de kast passen. De sleuven dienen als profielbanen en de flenzen dienen als profielranden. Elke sleuf 24 ligt op een 20 hoger niveau dan de daartegenover liggende sleuf 25 en elke flens 44 ligt op overeenkomstige wijze op een hoger niveau dan de bijbehorende flens 45 aan de andere zijde van de doos 40. Het verschil in hoogte tussen de flenzen is gelijk aan het verschil in hoogte tussen de sleuven. De flenzen passen dus 25 nauwkeurig in de sleuven, en alleen een lade met op dezelfde wijze op verschillende hoogten liggende flenzen als de laden 40, zullen in het magazijnsysteem 10 kunnen worden ondersteund. De afwezigheid van horizontale scheidingswanden of bodems in het inwendige van de kast 20 voorkomt dat in de kast dozen 30 worden geplaatst zonder op geschikte wijze gepositioneerde flenzen, omdat er geen ondersteuning voor deze is.

Details van het systeem blijken verder uit fig.

2 en 3. In deze figuren is te zien, dat de laden 40 variëren van afmeting, waarbij een korte lade aangegeven is met 40s.

35 In fig.3 is het beste te zien, dat de voorplaat 21f van de kast, nabij de lade opnemende openingen 22, een naar "beneden uitstekende lip 28 heeft, die dient als aanslag voor de bijbehorende lade. Onafhankelijk van de lengte van de lade komt 800 0 8 71 * % -7- de lip of aanslag 28 in kontakt met het inwendige van een voorwand 41 van de lade, zodat zelfs de kortere lade 40s niet in het inwendige van de kast 20 verdwijnt. Alle laden blijven dus bereikbaar en worden naar buiten getrokken door het hand-5 vat 43 te gebruiken, dat in één geheel gevormd is met de voorwand 4Γ. De lippen of aanslagen 28 komen op overeenkomstige wijze in kontakt met het binnenoppervlak van de achterwand 42 van de lade om het ongewild uit de kast trekken van de lade te voorkomen.

10 Elke lade 40 is in feite de verkoopverpakking of doos van de voorwerpen daarin. In fig.8 wordt een gesloten doos getoond welke een lade 40 vormt en in fig.9 wordt een geopende doos getoond welke een kortere lade 4Os vormt. De hierboven in relatie tot het gebruik als handvat genoemde 15 lippen 43 hebben bovendien de funktie van het ondersteunen van de gesloten dozen wanneer deze aan verkooprekken worden gehangen.

Elke doos is voorzien van een doorzichtig deksel 48 of 48s. De ladegedeelten 40 en 40s van de dozen zijn voor-20 zien van langwerpige sleuven 49 in randen waarvan de deksels passen , zoals wordt getoond. >. Fig.8 geeft een geschikte etikettering weer . Van een etiket 51 is het grootste gedeelte op het dóórzichte deksel 48 gelijmd. Kleinere gedeelten 52 en 53 strekken zich echter uit van het deksel tot het li-25 chaam van de doos, zodat, om het deksel te verwijderen, het etiket gebroken of gescheurd moet worden. Het etiketgedeelte 53 is aan de voorwand 41,van hetgeen de lade 40 wordt, gelijmd zodat, wanneer de open doos in de kast 20 wordt gestoken de inhoud van de doos, op dezelfde wijze als de laden daaromheen, 30 geïdentificeerd is.

Bij gebruik wordt van een doos met gekochte voorwerpen het doorzichtige deksel verwijderd, en hiermee een groot gedeelte van het etiket. Het ladegedeelte 40 wordt in de kast geschoven om gemakkelijk bereikbaar te zijn. Vanwege 35 de profielaangrijping van de dozen en de deze ondersteunende binnenwanden, zoals gevormd door de op elkaar passende flenzen en sleuven daarin, kunnen alleen dozen die bedoeld zijn om het systeem te gebruiken, door de kast 20 worden opganomen.

o η η Λ o 71 -8-

Het zal echter duidelijk zijn, dat, wanneer de inhoud van een lade is gebruikt, het gewenst kan zijn om in de lade andere onderdelen te bewaren. Voor dit doel worden onbedrukte etiketten bij de kast 20 geleverd.

5 Uit fig.2 en 3 blijkt, dat het huis van de kast 20 enigszins naar buiten uitloopt naar de achterkant van de kast toe. De vertikale wanden of scheidingen 23 strekken zich slechts gedeeltelijk uit over de afstnd naar de achterrand van de kast. Op de verkoopplaats en voor transport kunnen dus 10 meerdere kasten 20 gedeeltelijk in elkaar gestapeld worden.

In fig.4 en 5 is te zien, dat, wanneer de koper meer dan éën kast 20 nodig heeft, de kasten gestapeld kunnen worden. Voor dit doel worden met elke kast een paar afstand-stukken 30 bijgeleverd, die met kleefmiddel aan de bovenzij-15 de van de onderste kast bevestigd kunnen worden, om de ene kast op de andere vast te houden en ter aanpassing aan het licht schuin naar buiten lopen in de achterwaartse richting Op elkaar gestapelde bovenste en onderste kasten worden met kleefmiddelstroken 31 aan elkaar bevestigd. Een paar één ge-20 heel vormende randen 51 aan de onderzijde van de kasten compenseren de helling van de wanden, zodat oppervlakken worden gevormd waarop de kasten kunnen rusten. Voor het monteren van een kast 20 op een muur of staander 34, zoals weergegeven in fig.7 en 6, wordt een paar hoeksteunen 33 geleverd, die bij-25 voorbeeld door middel van schroeven 35 vastgezet kunnen worden. Eveneens worden kleefmiddelstroken 37 geleverd, om de steunen 33 aan het inwendige van de kast 20 te bevestigen.

De kleefmiddelstroken 21 en 37 kunnen, zoals de kleefmiddelstroken aan de onderzijde van de afstandstukken 30, van het 30 algemeen bekende soort zijn dat gewoonlijk afscheurstroken gebruikt voor het vrijmaken van de kleefmiddellaag.

In een verdere uitvoeringsvorm heeft van een in fig.10 t/m 13 weergegeven systeem 60 een kast 61. precies zes openingen 62 welke overeenkomen met de omtrek van grotere 35 dozen 70. De kast 61 kan dezelfde buitenafmetingen hebben als de kast 20 van de figuren 1 t/m 5 en kan, indien gewenst, met één of meer kasten 20 gestapeld worden of op de wijze van de fig. 6 en 7 aan een muur worden gemonteerd. De verdere 800 0 8 71 ♦ ·% -9- uitvoeringsvorm van de fig. 10 t/ m 13 maken het mogelijk dat de fabrikant grote aantallen van deze voorwerpen, die in grote aantallen worden gekocht, te verpakken.

De dozen 70 worden in de kast 61 ondersteund met 5 flenzen 74 en 75. Samenwerkende sleuven in vertikale scheidingswanden nemen de flenzen op en de flenzen en sleuven werken weer als de samenwerkende profielmiddelen, die zowel de dozen op hun plaats als laden ondersteunen en het gebruik van andere dan de geschikte dozen verhinderen. Horizontale 10 scheidingswanden of bodems zijn weggelaten zodat de kast geen andere dan de geschikte dozen kan ondersteunen.

Behalve de grotere afmeting verschillen de dozen 70 nog op andere wijze van de dozen uit de figuren 8 en 9.

Zoals in fig.11,12 en 13 wordt getoond, heeft de doos 70 15 een doorzichtig deksel 78. Drie naar beneden gekeerde randen 79 op het deksel passen over drie bovenranden 8lb en 81s van de achter- en zijwanden van de doos. Deze randen 79 geven een extra uitwendige ondersteuning aan de zijwanden van de doos.

De doos kan dus een relatief groot aantal kleine, zware ijzer-20 waren omvatten, zonder dat de zijwanden uitbuigen.

De vergrendelingen aan de voor- en zijkant van het deksel omvatten een paar uitsteeksels of lippen 83 die êën geheel vormen met de bovenste achterranden 81b en een paar uitsteeksels of lippen 84, die één geheel vormen met de boven-25 ste zijranden 8Is. Openingen 86 in het deksel nemen de lippen 83 op, die een gedeelte 87 van de naar beneden gekeerde rand 79 aangrijpen om het deksel op de achterzijde van de doos te vergrendelen. Bij de zijde van het deksel 78, nemen openingen 88 de lippen 84 op. De lippen 84 grijpen gedeelten 89 30 aan om het deksel met de voorzijde aan de doos te vergrendelen.

De doos 70 is voorzien van een lip 73 welke de doos op een verkooprek kan ondersteunen en later kan dienen als handvat in het ladenkastsysteem. Tenslotte voorkomt een paar één geheel vormende inwendige aanslagen 91, op het bin-35 nenvlak van het deksel, dat de zijden van de doos naar binnen worden gedrukt.

De in fig.11 t/m 13 getoonde doos met deksel en de vergrendeling details zijn voor een gemakkelijke vormgeving -10- ontworpen. Door deze vorm van het deksel en de doos worden onnodige complicaties van de inspuitmatrijs voorkomen en wordt een goede vormbaarheid van de onderdelen verkregen. Hierdoor worden dure matrijzen vermeden en wordt een snellere vorm-5 cyclus bereikt met minder uitval. De doos en het deksel kunnen minder kosten en vereisen minder dure matrijzen. De vergrende-lingsvoorzieningen op het deksel en de doos vereisen geen verwijderbare matrijsdelen, waardoor de vormgevingswerkwijze ingewikkeld zou worden. De deksels en de dozen kunnen vrij 10 komen uit de matrijs zonder dat matrijsdelen zoals schuif-pennen teruggetrokken behoeven te worden. De dozen kunnen gemakkelijk worden gevuld omdat de deksels geheel los van de dozen zijn. De deksels kunnen dan gemakkelijk aangebracht worden op de dozen tijdens verpakkingswerkzaamheden.

15 De kast 61 voor de grotere dozen lijkt sterk op die welke beschreven is aan de hand van de uitvoeringsvorm van de fig. 1 t/m 9 zodat uitgebreide beschrijvingen hiervan niet noodzakelijk zijn. Zoals in fig.10 is te zien, omvatten de openingen 62 kleine uitsparingen 65 welke de lip-20 pen 84 aan de zijde van de doos opnemen, en een lip 68 werkt als aanslag op de van de lip 28 beschreven wijze.

Het magazijnsysteem 10 verschaft goedkoop vervaardigde gemakkelijk te gebruiken en zeer nuttige magazijn-systemen, die geschikt zijn daar, waar onderdelen gemakkelijk 25 bereikbaar moeten zijn, zoals in een werkplaats of dergelijke. Alhoewel speciale details van voorkeursuitvoeringsvormen hierboven zijn beschreven, zal het duidelijk zijn, dat modi-fikaties en afwijkingen van deze uitvoeringsvormen aangebracht kunnen worden zonder dat de geest en het kader van de 30 uitvinding, zoals bepaald in de bijgevoegde conclusies, wordt verlaten.

De op elkaar passende flenzen en sleuven, welke de profielranden en profielgroeven aan de dozen en kasten vormen van de beschreven uitvoeringsvormen, kunnen op verschil-35 lende hoogten worden aangebracht om als kode te dienen voor de soort voorwerpen daarin. Overeenkomstige voorwerpen kunnen in overeenkomstige dozen worden verpakt, waarbij de flenzen aangebracht zijn op een bepaalde, kenmerkende hoogte. Een 800 0 8 71 -11- kast, waarvan de sleuven flenzen op die hoogte opnemeh zal dan alleen dozen op kunnen nemen, die dezelfde voorwerpen bevatten. Bijvoorbeeld kunnen alle dozen voor machinebouten op andere plaatsen aangebrachte flenzen hebben dan b.v. dozen 5 voor houtschroeven. Een kast welke dozen met machinebouten opneemt zal dan geen dozen met houtschroeven op kunnen nemen, en een zeer ordelijk systeem van meerdere kasten kan worden bereikt , waarbij elke kast alleen bij elkaar behorende voorwerpen omvat. Zelfs ëën enkele kast kan zodanig worden uit-10 gevoerd, dat deze bepaalde dozen op bepaalde plaatsen opneemt, door verschillende sleufhoogten te gebruiken in enige of alle vakken. Deze principes zijn niet alleen van toepassing op ijzerwaren, maar op een grote verscheidenheid aan in kleine houders gekochte voorwerpen, bijvoorbeeld van medi-15 cijnen, kruiden tot visgerei.

800 0 8 71

Claims (16)

1. Inrichting omvattende een afzonderlijk te verkopen kast en laden welke gecombineerd worden tot een maga-zijnsysteem, gekenmerkt door een kast met meerdere ladenopne-mende openingen in één vlak daarvan, en meerdere laden voor 5 hetbewaren van onderdelen, waarbij de laden de dozen zijn waarin de onderdelen worden verpakt en verkocht, en dat pro-fielmiddelen samenwerken tussen de kast en de laden om het insteken van alleen van juiste profielen voorziene laden in de kast toe te staan.

2. Kast en laden volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de profielmiddelen een flens aan elke zijwand van elke lade omvatten, en sleuven voor het opnemen van de flenzen in scheidingswanden in de kast, waarbij de flenzen op ëën zijwand van elke lade hoger ligt dan de andere flens 15 aan de andere zijwand van de lade, en de sleuven aangebracht zijn om de flenzen op te nemen en de laden zodanig te ondersteunen, dat deze een glijdende beweging uit kunnen voeren tussen een open en een gesloten stand.

3. Kast en laden volgens conclusie 2, met het 20 kenmerk, dat elk van de scheidingswanden een eerste reeks sleuven bepaalt voor een vertikale rij laden aan één zijde van de scheidingswand en een tweede reeks sleuven in de andere zijde van de scheidingswand op verschillende hoogten ten opzichte van de eerste reeks voor een vertikale rij laden aan 25 de andere zijde van de scheidingswand.

4. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de profielmiddelen tussen de kast en de laden samen kunnen werken om de laden zodanig te ondersteunen, dat deze kunnen verschuiven tussen een open en een dichte stand, 30 en de kast vrij is van horizontale scheidingswanden, waardoor laden zonder de profielmiddelen niet in de kast kunnen worden ondersteund.

5. Kast en laden volgens conclusie 1, gekenmerkt door een lip aan de voorzijde van elk een lade opnemende 35 opening in de kast, waarbij de lip in kontakt kan komen met een binnenoppervlak van een voorwand van een lade, om de beweging van de lade in de kast te begrenzen. 800 0 8 71 -13-

6. Kast en laden volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat de kast stapelmiddelen omvat met een stroef uitsteeksel voor een oppervlak van de kast dat in kontakt kan komen met een daarmee in gestapelde relatie verkerende 5 andere kast.

7. Kast en laden volgens conclusie 5, verder gekenmerkt door montagemiddelen voor het ondersteunen van de kast aan een opstaande konstruktie, en middelen voor het met kleefmiddelen bevestigen van de montagemiddelen aan de kast.

8. Magazijnsysteemkast voor gebruik met meerdere laden, die dozen zijn waarin onderdelen worden verpakt en verkocht en die elk eerste profielsteunmiddelen omvatten; met het kenmerk, dat de kast buitenwanden omvat welke de buitenoppervlakken van de kast vormen, meerdere vertikale schei-^ dingswanden welke meerdere vertikale rijen van ladevakken scheiden, tweede profielsteunmiddelen aan de scheidingswanden voor het opnemen van alleen boxen met samenwerkend gevormde eerste profielsteunmiddelen, waarbij de tweede profielsteunmiddelen aan de scheidingswanden ondersteuningsoppervlakken vormen, 20 welke de laden zodanig kunnen ondersteunen dat deze een-schuivende beweging uit kunnen voeren, en waarbij de kast vrij is van horizontale scheidingswanden, die de laden zouden kunnen ondersteunen.

9. Kast volgens conclusie 8, met het kenmerk, 25 dat de tweede profielsteunmiddelen een van de ondersteuningsoppervlakken bepalen op ëën vertikale plaats aan één zijde van een ladevak en een ander ondersteuningsoppervlak bepalen op een verschillende hoogte aan de andere zijde van dat ladevak om alleen samen te kunnen werken met laden die overeenko-30 mende oppervlakken op ongelijke hoogten hebben.

10. Kast volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat de tweede profielsteunmiddelen sleuven omvatten aan elke zijde van een ladevak op ongelijke hoogten, die samenwerkn met flensen aande laden. 35

11. Doos voor het verpakken en verkopen van onderdelen en voor gebruik met een samenwerkende kast als laden in een magazijnsvsteem, met het kenmerk, dat de doos eerste profielsteunmiddelen omvat die aangebracht zijn aan zijden 800 0 8 71 -14- daarvan om in aangrijping te komen met tweede profielsteunmid-delen die aan de kast zijn gevormd, waarbij de eerste profiel-steunmiddelen steunoppervlakken bepalen aan de zijden van de doos die in kontakt kunnen komen met oppervlakken aan de kast 5 om de doos zodanig op te nemen, dat deze een glijdende beweging uit kan voeren in de kast, waarbij de zijden van de doos welke ondersteuningsoppervlakken met verschillende konstruk-tieve kenmerken hebben een deel vormen van de eerste profiel-steunmiddelen die samen kunnen werken met op overeenkomstige 10 wijze verschillende kenmerken, die de tweede profielsteunmid-delen van de kast vormen.

12. Doos volgens conclusie 11, met het kenmerk, dat de konstruktieve kenmerken waardoor de zijden van de doos verschillen de hoogten zijn waarop de ondersteunings- 15 oppervlakken aan de zijden van de doos zijn aangebracht.

13. Doos volgens conclusie 12, met het kenmerk, dat de eerste profielsteunmiddelen eerste en tweede, zich in langsrichting uitstrekkende flenzen aan de zijden van de doos omvatten, waarbij de flenzen op verschillende hoogten aan de 20 zijden van de doos zijn aangebracht om de doos samen te laten werken met op overeenkomstige wijze gepositioneerde sleuven aan elk ladevak in de kast.

14. Doos volgens conclusie 13, gekenmerkt door een etiket met een eerste gedeelte daarvan dat bevestigd is 25 aan het deksel van de doos en een tweede gedeelte daarvan dat zich uitstrekt naar en bevestigd is aan een vlak van de doos, waardoor bij het verwijderen van het deksel het tweede gedeelte van het etiket op dat vlak achterblijft om de in-houd van de doos te identificeren, wanneer de doos gebruikt 30 wordt ais lade in de kast.

15. Doos volgens conclusie 13, gekenmerkt door een deksel met naar beneden gekeerde wanden, die de doos-wan-den konstruktief versterken en door samenwerkende grendel -middelen aan de dooswanden en de deksel die samen kunnen snap- 35 pen en het deksel aan het lichaam van de doos kunnen vastzetten .

16. Kast en laden volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de profielmiddelen een of meer koderingskenmerken 800 0 8 71 -15- hebben, die representatief zijn voor het soort van de daarin op te nemen voorwerpen. 800 0 8 71