NL1017637C2 - Stapelbaar flessenkrat. - Google Patents

Description

Titel: Stap elb aar flessenkrat.

De uitvinding heeft betrekking op een stapelbaar flessenkrat van kunststof met een van stapelnokken voorziene, in hoofdzaak rechthoekige bodem, zijwanden met vensterachtige uitsparingen, een omlopende bovenlangsrand, alsmede bij voorkeur gesloten hoekdelen, waarbij 5 binnengelegen vakken op de bodem aansluiten, waarin afzonderlijke flessen kunnen worden op gesteld.

Dergelijke flessenkratten zijn uit de stand van de techniek genoegzaam bekend.

Dergelijke flessenkratten zijn doorgaans rechthoekig van vorm. Zij 10 zijn vaak van afgeronde hoekdelen voorzien. Teneinde enerzijds gewicht te besparen en anderzijds zicht op de kratinhoud te bieden zijn de zijwanden van relatief grote vensterachtige uitsparingen voorzien, waarbij slechts nabij de bovenlangsrand een randdeel behouden blijft, dat als aangrijp deel en ook als stapelhulp dient. Ook in het ondergelegen deel van het krat is 15 doorgaans onder de venster achtige uitsparing een doorlopende rand gevormd. In de hoekdelen zijn gesloten hoekvlakken voorzien, welke ook in de vorm van holle kolommen of dergelijke kunnen zijn uitgevoerd. Aan de onderzijde van het krat zijn aan de bodem stapelnokken voorzien. Zulke flessenkratten worden integraal uit kunststof vervaardigd, waarbij zij 20 bovendien overeenkomstig het aantal op te nemen flessen vakken omvatten, waarin de flessen met een bodemdeel of ook met een onderste deel van de fles kunnen worden opgesteld, zodat de flessen zeker en zoveel mogelijk geluidsvrij worden vastgehouden.

In het bijzonder wanneer wijnflessen in het flessenkrat zijn 25 opgesteld, is het voor een gebruiker nuttig het flessenetiket nauwkeurig in ogenschouw te kunnen nemen, daar op het flessenetiket en ook eventueel op de van het etiket afgekeerde andere zijde van de fles informatie over de flesinhoud, het teeltgebied van de wijn en dergelijke zijn aangegeven.

,· ’ * 2

Indien zulke flessenkratten meervoudig op elkaar zijn gestapeld, kan de betreffende gebruiker slechts uit het bovenste flessenkrat van de stapel een fles nemen en het etiket of de etiketten van de fles lezen. Juist bij een dergelijke presentatie is het gewenst, dat de gebruiker niet alleen uit de 5 bovenste laag van de stapel een fles uit het krat kan nemen, maar dat ten minste een in ogenschouw nemen van een fles inclusief etiket ook mogelijk is in tussen- of ondergelegen lagen van de stapel, waarbij eventueel ook de mogelijkheid bestaat, een afzonderlijke fles uit een dergelijk, zich in een stapel bevindend flessenkrat te nemen.

10 Ter oplossing van deze probleemstelling stelt de uitvinding voor, dat ten minste de bovenlangsrand nabij ten minste één aan de kratomtrek grenzend vak lusvormig richting het binnenste van het krat is ingesprongen, zodat het vak zich bruten de bovenlangsrand uitstrekt.

Door deze uitvoering wordt bereikt, dat ten minste een vak, waarin 15 een fles is opgesteld, vanaf de buitenzijde van het krat, zowel wat betreft aanblik als ook voor uitname toegankelijk is, zo dat ook bij verscheidene, zich in een stapel bevindende flessenkratten de mogelijkheid bestaat, uit een onder- of tussengelegen laag van de stapel een fles uit het krat te nemen of ten minste de etiketten van de fles in ogenschouw te nemen, 20 zonder dat de stapel van een veelvoud van flessenkratten daartoe behoeft te worden op getild.

Ondanks deze uitvoering is het flessenkrat in zijn geheel stabiel, aangezien de bovenlangsrand nabij het van buitenaf toegankelijke vak niet is onderbroken, maar in de vorm van een lus om het naar buiten 25 vrijliggende vak is geleid, zodat in zijn geheel een stabiel verbonden uitvoering is bereikt.

In een nadere voorkeursuitvoering, sluit op de bodem van het krat een omlopende bodemrand aan, in hoofdzaak in lijn met de bovenlangsrand, welke bodemrand op dezelfde plaats nabij het aan de kratomtrek grenzende 3 vak, eveneens richting het binnenste van het krat lusvormig is ingesprongen, zodat het vak zich ook buiten de bodemrand uitstrekt.

Hierdoor wordt ook met betrekking tot de eventueel voorziene omlopende bodemrand een overeenstemmende uitvoering tot stand 5 gebracht, die het mogelijk maakt de fles quasi buiten de eigenlijke kratwand in het zich daar bevindende vak op te stellen.

Teneinde in het bijzonder bij deze uitvoering toch een zekere opsluiting van de in het buiten gelegen vak op gestelde fles te waarborgen is bovendien voorzien, dat nabij de lusvormige inham van de bodemrand een 10 het vak nabij de bodem omgevende aanvullende rand is aangebracht, welke de lusvormige inham van de bodemrand in hoofdzaak tot een ringvorm completeert.

De aanvullende rand kan daarbij met een geringere hoogte zijn uitgevoerd dan de eigenlijke bodemrand, zodat de in het buitengelegen vak 15 opgestelde fles nagenoeg volledig zichtbaar is.

Bovendien kunnen tussen de bovenlangsrand en de bodem of de bodemrand op elk zijvlak van het krat, de vensterachtige uitsparingen doorkruisende, parallel aan de bovenlangsrand lopende materiaalstroken zijn voorzien.

20 Door deze uitvoering wordt een extra verstijving van het krat en ook een extra opsluiting van de in het krat opgestelde flessen verkregen, waarbij ook de in het buitengelegen vak opgestelde fles door de materiaalstroken tegen verlies is opgesloten.

Bij voorkeur is verder voorzien, dat de materiaalstroken golfvormig 25 zijn en de omtrekslijn van het buitengelegen vak aan de buitenzijde cirkelboogvormig begrenzen.

Overeenkomstig deze uitvoering is het ondanks een relatief verliesveilige opsluiting van de zich in het buitengelegen vak bevindende fles mogelijk, deze ook eventueel uit het vak te nemen, zonder een zich 30 daarboven bevindend krat te hoeven wegnemen, in dier voege dat de fles 4 ofwel in het gebied tussen de materiaalstroken en de smalle aanvullende rand bij de bodem schuin wordt uitgenomen, ofwel schuin naar boven in het gebied tussen de materiaalstroken en de bovenliggende kratopening de fl.es schuin uit het vak wordt genomen.

5 Teneinde een stabiele combinatie te verwezenlijken wordt bovendien voorzien, dat de lusvormige inham van de bovenlangsrand en van de bodem aansluit op verticale steunen, die in het binnengelegen hoekdeel tussen het buitengelegen vak en de aangrenzende binnengelegen vakken zijn voorzien.

10 Daarnaast kan ook zijn voorzien, dat beide langszijwanddelen van het krat aan diametraal tegenover elkaar, uit het midden gelegen delen elk een inham in de bovenlangsrand en eventueel ook in de bodemrand omvatten.

Een uitvoeringsvorm van de uitvinding is in de tekening getoond 15 en wordt hieronder nader beschreven. Daarin toont: figuur 1 een stapelbaar flessenkrat in zijaanzicht; figuur 2 het flessenkrat uit figuur 1 in bovenaanzicht; en figuur 3 het flessenkrat uit figuur 1 in vooraanzicht.

In de tekening is een stapelbaar flessenkrat van kunststof getoond. 20 Het krat is voorzien van een bodem, welke bij voorkeur uit een veelvoud van ribben 1 is gevormd, zoals in het bijzonder in figuur 2 zichtbaar is, waarbij onder de bodem stapelnokken 2 uitsteken. Voorts is het krat voorzien van flessenzijwanden 3, welke relatief uitgestrekte vensterachtige uitsparingen 4 omvatten. Het krat is daarnaast voorzien van een omlopende 25 bovenlangsrand 5 alsmede van bij voorkeur gesloten hoekdelen 6 tussen de uitsparingen 4. Aan de binnenzijde sluiten op de bodem 1 vakken aan, waarin de afzonderlijke flessen kunnen worden op gesteld. In het uitvoeringsvoorbeeld is een aantal van twaalf vakken voorzien, zodat twaalf flessen in drie parallelle rijen van elk vier flessen in het krat kunnen 30 worden op gesteld.

'1 fï ·» '> I V ? --.-5 / >.·? 5

De bovenlangsrand 5 is nabij twee aan een omtrekslijn grenzende vakken 7 lusvormig richting de binnenzijde van het krat ingesprongen. De rand 5 vormt daarmee een lusvormige inham 8, zodat het vak 7 zich buiten de bovenlangsrand 5, 8 uitstrekt. De in dit vak opgestelde fles ligt daarmee 5 quasi buiten het begrensde krat.

Op de bodem 1 van het krat sluit een omlopende bodemrand 9 aan in lijn met de bovenlangsrand 5, welke op dezelfde positie nabij de aan de kratomtrek grenzende vakken 7 eveneens richting de binnenzijde van het krat lusvormig is ingesprongen, zodat het vak 7 zich ook buiten de 10 bodemrand uitstrekt.

Nabij de lusvormige inham van de bodemrand 9 is een het vak 7 nabij de bodem omgevende aanvullende rand 10 voorzien, die de lusvormige inham van de bodemrand in hoofdzaak tot een ringvorm completeert. Hierdoor is een beveiliging tegen verlies van de in het vak 7 opgestelde fles 15 voorzien, aangezien deze met zijn onderzijde niet zijwaarts kan wijken, maar door de aanvullende rand 10 wordt tegengehouden.

Tussen de bovenlangsrand 5,8 en de bodem 1 of bodemrand 9 is in elk kratzijvlak bij voorkeur een de vensterachtige uitsparingen 7 parallel aan de bovenlangsrand 5 doorkruisende materiaalstrook 11 voorzien, welke 20 bij voorkeur golfvormig is en de omtrek van de aan de buitengelegen vakken 7 cirkelboogvormig begrenst, zoals in het bijzonder in het bovenaanzicht in figuur 2 zichtbaar is.

De lusvormige inham 8 van de bovenlangsrand 5 en de bodem sluit aan op verticale steunen 12, die in het binnengelegen hoekdeel tussen het 25 buitengelegen vak 7 en de aangrenzende binnengelegen vakken zijn gevormd. In het uitvoeringsvoorbeeld zijn beide langszijwanddelen 3 van het krat in diametraal tegenover elkaar, uit het midden gelegen delen elk voorzien van een inham 8 in de bovenlangsrand 5 en ook in de bodemrand. Daarmee zijn aan twee parallelle zijvlakken van buiten af bereikbare 30 vakken 7 gevormd.

6

De uitvinding is niet beperkt tot het uitvoeringsvoorbeeld, maar kan op vele manieren variëren binnen het raam van het geopenbaarde. Alle nieuwe, in de beschrijving en/of tekening geopenbaarde alleenstaande en gecombineerde kenmerken worden als kenmerkend voor de uitvinding 5 gezien.

10 1 'Ί 7^

Claims (7)

1. Stapelbaar flessenkrat van kunststof met een bij voorkeur van stapelnokken (2) voorziene, in hoofdzaak rechthoekige bodem (1), zijwanden (3) met venster achtige uitsparingen (4), een omlopende bovenlangsrand (5) alsmede bij voorkeur gesloten hoekdelen (6), waarbij vakken aan de 5 binnenzijde op de bodem (1) aansluiten, waarin afzonderlijke flessen opstelbaar zijn, met het kenmerk, dat ten minste de bovenlangsrand (5) nabij ten minste één aan de omtrek van het krat grenzend vak (7) lusvormig richting de binnenzijde van het krat is ingesprongen, zodanig dat het vak (7) zich buiten de bovenlangsrand (5) uitstrekt.

2. Stapelbaar flessenkrat volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat op de bodem van het krat (1) alternatief of additioneel een omlopende bodemrand (9) aansluit, in hoofdzaak in lijn met de bovenlangsrand (5), die op dezelfde plaats nabij het aan de kratomtrek grenzende vak (7) eveneens richting de binnenzijde van het krat lusvormig is ingesprongen, zodat het 15 vak (7) zich alternatief of tevens buiten de bodemrand (9) uitstrekt.

3. Stapelbaar flessenkrat volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat nabij de lusvormige inham van de bodemrand (9) een het vak (7) nabij de bodem omgevende aanvullende rand (10) is voorzien, die de lusvormige inham van de bodemrand (9) in hoofdzaak tot een ringvorm completeert.

4. Stapelbaar flessenkrat volgens een van de conclusies 1-3, met het kenmerk, dat tussen de bovenlangsrand (5) en de bodem (1) of de bodemrand (9) in elk kratzijvlak de vensterachtige uitsparingen (4) doorkruisende, parallel aan de bovenlangsrand (5) verlopende materiaalstroken (11) zijn voorzien.

5. Stapelbaar flessenkrat volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat de materiaalstroken (11) golfvormig zijn en de omtrekslijn van de buitengelegen vakken (7) aan de buitenzijde cirkelboogvormig begrenzen.

6. Stapelbaar flessenkrat volgens een van de conclusies 1-5, met het kenmerk, dat de lusvormige inham (8) van de bovenlangsrand (5) en van de bodem (1) op verticale steunen (12) aansluit, die in een binnengelegen hoekdeel tussen het buitengelegen vak (7) en de aangrenzende 5 binnengelegen vakken zijn voorzien.

7. Stapelbaar flessenkrat volgens een van de conclusies 1 - 6, met het kenmerk, dat beide langszijwanddelen van het krat aan diametraal tegenover elkaar, uit het midden gelegen delen elk een inham (8) in de bovenlangsrand (5) en alternatief of eventueel ook in de bodemrand (9) 10 omvatten. : : ; : 7a